Verslag Algemene Ledenvergadering BIEN2018

ALV-BIEN2018

 

 

 

Artiesten, Activisten en Academici

Zestig leden van BIEN bezochten op 26 augustus 2018 de jaarlijkse algemene ledenvergadering

 

 

 

Op de goed bezochte bijeenkomst in Tampere, Finland, was er voor het eerst een echte verkiezing van leden van het bestuur. We hadden graag gezien dat de activistische Anja Askeland uit Noorwegen de voorzitter zou worden in plaats van de academische Louise Haagh (Denemarken). Louise staat al zes jaar aan het roer van BIEN en zij behield met 60% van de stemmen haar voorzitterschap.

ALs vice-voorzitter werd de activistische Sarath Davala uit India gekozen. Hij versloeg duidelijk een onbekende Argentijn.

Als vice-penningmeester werd gekozen Jamie Cook (Schotland). Hij is hoofd van RSA Scotland een instituut dat de maatschappij wil verrijken met ideeën en actie. RSA Scotland ijvert voor het basisinkomen. Hij versloeg Lena Stark van de Zweedse basisinkomenpartij. Lena zit niet stil, want zij neemt met haar partij deel aan de nationale verkiezingen op 9 september.

Het volgende congres van BIEN zal op 23 – 25 augustus 2019 plaats vinden in India in de stad Hyderabad. De charismatische Sarath, die ook het succesvolle experiment met een basisinkomen in India (2010-2012) trok, is de centrale organisator.

In 2020 gaat BIEN naar Brisbane in Australië. Daarmee wordt het laatste continent aangedaan. BIEN Australië maakt zich hard voor een basisinkomen voor jongeren (18-25 jaar).

Het is duidelijk dat BIEN een echt Earth Network is en dat juichen wij toe!

Hilde Latour
Vice-voorzitter Unconditional Basic Income Europe (UBIE)
Bestuurslid Internationale Betrekkingen Vereniging Basisinkomen
Writer Basic Income News

Alexander de Roo
Voorzitter Vereniging Basisinkomen

Publicatie verslag op 30-08-2018.


Nog even dit:

Kom naar donutdday.nl op zaterdag 15 sept in Amsterdam

  • samen bouwen aan alternatieven voor het neoliberalisme
  • basisinkomen, hervorming financiële sector en radicale milieu maatregelen
  • met Harro Boven, Herman Wijffels, Anne Knol (MD), Klaas van Egmond & Kate Raworth

Het bericht Verslag Algemene Ledenvergadering BIEN2018 verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Verslag BIEN2018 Congres

BIEN2018

 

BIEN2018:

Experimenten, draagvlak en nieuwe ontwikkelingen

 

 

 

In het Finse Tampere kwamen van 24 tot 26 augustus 350 activisten en academici uit 50 landen bij elkaar voor het 18e BIEN congres. Het was een overvol programma met meer dan 180 sprekers en tientallen workshops, maar ook een 12-tal films over het basisinkomen. De nadruk lag op financiering, experimenten en draagvlak.

Hilde Latour gaf uitleg over hoe machines – die eigenaar van zichzelf zijn – kunnen bijdragen aan het genereren van financiën voor het basisinkomen.

Alexander de Roo zette uiteen dat een basisinkomen van € 1250 voor een alleenstaande en € 1900 voor een stel (€ 650 basisinkomen + € 600 universele woontoeslag voor elk huishouden) gefinancierd kan worden door 10% meer inkomsten voor de overheid te generen.

RobertJan van der Veen, organisator van het BIEN congres in Amsterdam in 1998, vertelde over de experimenten met een “basisinkomen” in Nederland en de keiharde aanpak van uitkeringsgerechtigden via Workfare in Rotterdam. Ook de vrouw, die in Amsterdam het experiment met de bijstand coördineert, was in Tampere.

Loek Groot nam deel aan een panel over experimenten en gaf inzicht in de Nederlandse experimenten met de bijstand, waarin hij uitlegde dat het geen basisinkomen-experimenten zijn. Nederland was dus weer goed vertegenwoordigd!

Pijnlijk was het om te horen wat het gevolg is van het stoppen van de experimenten in Canada voor een aantal deelnemers, met ernstige gezondheidsklachten tot gevolg. Hoewel er voorafgaand aan de experimenten was afgesproken dat de deelnemers na drie jaar basisinkomen (wat aanvankelijk de bedoeling was) een zachte landing zouden krijgen en niet abrupt zouden stoppen, heeft de huidige regering van Canada de experimenten toch vroegtijdig en abrupt gestopt, tegen de verkiezingsbelofte in. De onderzoekers laten het er niet bij zitten en ook door deelnemers uit andere landen werd hulp aangeboden om de mensen met deze schrijnende verhalen te helpen.

Een professor uit de VS had alle 16 experimenten, die ooit zijn gedaan met het basisinkomen, geanalyseerd. In ontwikkelingslanden zorgde het basisinkomen ervoor dat MEER betaald werk werd verricht. In de rijke landen leidde basisinkomen tot een verwaarloosbare teruggang van betaald werk met minder dan 5%.

Bijzonder waren de bijdragen van jongeren, die zich bezig houden met digitale LETS-vormen, dat wil zeggen met alternatieve munten.

Al met al weer een intens, maar zeer inspirerend congres.

Hilde Latour
Vice-voorzitter Unconditional Basic Income Europe (UBIE)
Bestuurslid Internationale Betrekkingen Vereniging Basisinkomen
Writer Basic Income News

Alexander de Roo
Voorzitter Vereniging Basisinkomen

Met dank aan Hilde voor de foto uit haar presentatie “How Self-Owning Machines Can Generate a Basic Income for Mankind“. Zij is ook initiatiefnemer en mede-oprichter van WiseCoLab (www.wisecolab.org), een club die zich wereldwijd inzet voor dit idee.

Publicatie verslag op 28-08-2018.


Nog even dit:

Kom naar donutdday.nl op zaterdag 15 sept in Amsterdam

  • samen bouwen aan alternatieven voor het neoliberalisme
  • basisinkomen, hervorming financiële sector en radicale milieu maatregelen
  • met Harro Boven, Herman Wijffels, Anne Knol (MD), Klaas van Egmond & Kate Raworth

Het bericht Verslag BIEN2018 Congres verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Een nieuw pensioenstelsel vóór Prinsjesdag?

transparant

 

 

Iedereen, die inkomstenbelasting heeft betaald, zou een staatspensioen moeten krijgen, betoogt Joop Bohm. Volgens hem zijn de voordelen ervan net zo simpel, eerlijk en transparant als het ook door hem gewenste universele basisinkomen.

 

 

 

 

In dagblad Trouw schreef Jelle Brandsma een artikel waarin hij stelt dat het nieuwe pensioenstelsel voor Prinsjesdag rond moet zijn. Maar er zijn nog 7 hobbels te nemen. “Een deel van de gepensioneerden krijgt al een lagere uitkering en meer van dergelijk onheil dreigt”, aldus beschrijft hij de druk om overeenstemming te bereiken.

Maar is het wel tot hem doorgedrongen dat niet alleen een lager pensioenbedrag, maar ook een pensioen waarbij geen rekening is gehouden met de geldontwaarding, al een lagere uitkering betekent? Gepensioneerden hebben, doordat de pensioenen al vele jaren niet zijn geïndexeerd, enorm aan koopkracht ingeboet.

De zeven hobbels, die hij beschrijft, maken duidelijk hoezeer het pensioenprobleem de beleidshervormers boven het hoofd is gegroeid. Het is tijd voor een simpele oplossing die transparant is en een einde maakt aan de onvolkomenheden van het oude stelsel. Met een Universeel Staatspensioen (USP) als aanvulling op een Universeel Basisinkomen (UBI) kan met een schone lei worden begonnen. De rechten en plichten die uit het oude stelsel voortvloeien kunnen dan door de Pensioenfondsen aan het Rijk worden overgedragen.

Een USP biedt iedereen, die inkomstenbelasting (IB) heeft betaald, na het bereiken van een zekere leeftijd een staatspensioen dat op die IB is gebaseerd.

Voordelen:

  • simpel en eerlijk (transparant en rechtvaardig);
  • bespaart bureaucratie (dus voordelig);
  • geldt voor alle burgers (dus ook voor ondernemers en zzp’ers);
  • geen fonds nodig dat beheerd moet worden (het geld kan niet geroofd worden);
  • zaait geen tweespalt tussen jong en oud (zou nu ook niet moeten kunnen);
  • kan gekoppeld worden aan het BBP (fluctueert met de welvaart).

 

Wie recht heeft op een staatspensioen is zonder meer duidelijk: Iedereen die inkomstenbelasting heeft betaald. Bij het invoeren van een Universeel Basisinkomen ligt dat moeilijker. Men zal de vraag moeten stellen aan welke eisen de ontvanger moet voldoen.

  • Moet men (alleen) de Nederlandse nationaliteit hebben?
  • Moet men beschikken over een Burgerservicenummer (BSN)?
  • Moet men gedurende een bepaalde tijd als inwoner geregistreerd staan?

 

Dat zal duidelijk moeten zijn alvorens men met een UBI een eind kan maken aan de arbeidsdwang, de ernstigste schending van de mensenrechten sedert de afschaffing van de slavernij!

Joop Böhm
Amersfoort, 24 augustus 2018

Foto: Voormalig Indisch Pensioenfonds van Koloniale Landsdienaren te ’s Gravenhage, aanzicht gebrandschilderd glas-in-lood in trappenhuis. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Het bericht Een nieuw pensioenstelsel vóór Prinsjesdag? verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Een nieuw pensioenstelsel vóór Prinsjesdag?

transparant

 

 

Iedereen, die inkomstenbelasting heeft betaald, zou een staatspensioen moeten krijgen, betoogt Joop Bohm. Volgens hem zijn de voordelen ervan net zo simpel, eerlijk en transparant als het ook door hem gewenste universele basisinkomen.

 

 

 

 

In dagblad Trouw schreef Jelle Brandsma een artikel waarin hij stelt dat het nieuwe pensioenstelsel voor Prinsjesdag rond moet zijn. Maar er zijn nog 7 hobbels te nemen. “Een deel van de gepensioneerden krijgt al een lagere uitkering en meer van dergelijk onheil dreigt”, aldus beschrijft hij de druk om overeenstemming te bereiken.

Maar is het wel tot hem doorgedrongen dat niet alleen een lager pensioenbedrag, maar ook een pensioen waarbij geen rekening is gehouden met de geldontwaarding, al een lagere uitkering betekent? Gepensioneerden hebben, doordat de pensioenen al vele jaren niet zijn geïndexeerd, enorm aan koopkracht ingeboet.

De zeven hobbels, die hij beschrijft, maken duidelijk hoezeer het pensioenprobleem de beleidshervormers boven het hoofd is gegroeid. Het is tijd voor een simpele oplossing die transparant is en een einde maakt aan de onvolkomenheden van het oude stelsel. Met een Universeel Staatspensioen (USP) als aanvulling op een Universeel Basisinkomen (UBI) kan met een schone lei worden begonnen. De rechten en plichten die uit het oude stelsel voortvloeien kunnen dan door de Pensioenfondsen aan het Rijk worden overgedragen.

Een USP biedt iedereen, die inkomstenbelasting (IB) heeft betaald, na het bereiken van een zekere leeftijd een staatspensioen dat op die IB is gebaseerd.

Voordelen:

  • simpel en eerlijk (transparant en rechtvaardig);
  • bespaart bureaucratie (dus voordelig);
  • geldt voor alle burgers (dus ook voor ondernemers en zzp’ers);
  • geen fonds nodig dat beheerd moet worden (het geld kan niet geroofd worden);
  • zaait geen tweespalt tussen jong en oud (zou nu ook niet moeten kunnen);
  • kan gekoppeld worden aan het BBP (fluctueert met de welvaart).

 

Wie recht heeft op een staatspensioen is zonder meer duidelijk: Iedereen die inkomstenbelasting heeft betaald. Bij het invoeren van een Universeel Basisinkomen ligt dat moeilijker. Men zal de vraag moeten stellen aan welke eisen de ontvanger moet voldoen.

  • Moet men (alleen) de Nederlandse nationaliteit hebben?
  • Moet men beschikken over een Burgerservicenummer (BSN)?
  • Moet men gedurende een bepaalde tijd als inwoner geregistreerd staan?

 

Dat zal duidelijk moeten zijn alvorens men met een UBI een eind kan maken aan de arbeidsdwang, de ernstigste schending van de mensenrechten sedert de afschaffing van de slavernij!

Joop Böhm
Amersfoort, 24 augustus 2018

Foto: Voormalig Indisch Pensioenfonds van Koloniale Landsdienaren te ’s Gravenhage, aanzicht gebrandschilderd glas-in-lood in trappenhuis. Rijksdienst voor het Cultureel Erfgoed.

Het bericht Een nieuw pensioenstelsel vóór Prinsjesdag? verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Impressie van Nordic Basisinkomen dag, 23 augustus 2018, Tampere Finland

Finland, Noorwegen, Zweden, Denemarken, IJsland. Wie introduceert het basisinkomen als eerste?
De race is open… en de winnaar is? Wie van de vijf?
Toegift Rutger Bregman.
Door uw reporter Alexander de Roo, voorzitter VBi,  vanuit Finland.

 

IJsland.
Gerõur Pálmadóttir. Basisinkomen discussie is nieuw in IJsland. Het is nu een algemene discussie geworden in een paar jaar tijd. Basisinkomen is een recht. Veel ( kleine) ondernemers hebben een heleboel ideeën, maar nu moeten ze vechten om te overleven en komen ze niet aan toe om die goede ideeën uit te voeren. IJsland is heel geschikt om een basisinkomen experiment met de hele bevolking (330.000 mensen) uit te voeren. We zijn rijk genoeg. IJslanders willen gelijkheid tussen mensen. Maar onze huidige regering ( twee rechtse partijen samen met de eco-socialistische partij) hebben het basisinkomen in een studiegroep weggeduwd. Het basisinkomen debat wordt aangevuurd door de Piratenpartij.

 

Denemarken.
Martin Michelsen ( 25 jaar). Snel groeiende belangstelling voor basisinkomen. De groene partij Alternativet (4%) heeft het in hun programma, maar de grootste partij de sociaaldemocraten blijven er ver weg van. Zij ontwijken met debat.  Voor het eerst mocht BIEN Denemarken deelnemen aan het traditionele volksdebat met burgers. Het idee dat je wat moet terugdoen als je geld van de staat krijgt is nog steeds erg sterk. In de komende nationale verkiezingen speelt basisinkomen waarschijnlijk geen rol. De protestantse werkethiek is nog steeds heel sterk.

 

Noorwegen.
Basisinkomen experimenten over de hele wereld hebben aangetoond dat  basisinkomen goed is voor mensen, gezondheid en geestelijke gezondheid. Niet olie maakt Noorwegen rijk, maar de mensen in Noorwegen zelf. Het is beter te investeren in mensen dan in olie. BIEN Noorwegen organiseert in Oslo een groot discussie weekend (5-7 april 2019) om basisinkomen idee te verspreiden en op de agenda te zetten voor de lokale en provinciale verkiezngen van september 2019. De groene partij die net in het parlement gekozen is bepleit  basisinkomen . Sommige individuele parlementariërs zijn geïnteresseerd, maar die vertegenwoordigen niet hun partij.

 

Zweden.
Ernst Wigforss ( Minister van Financiën, Sociaaldemocraat), jaren twintig en dertig:
” It would be insane to say that the goal of community development is that we all work at our maximum. The goal is to free people to create our maximum. Dance. Paint. Sing. Yes, what ever you want. Freedom”… dit is totaal vergeten. Het is nog steeds werk, werk, werk. Geen enkele top politicus durft het aan om achter basisinkomen te gaan staan. Maar gewone mensen en ook leden van politieke partijen zijn wel voor. Daarom neemt Lena Stark met haar basisinkomen partij deel aan de Zweedse nationale verkiezingen  op 9 september. DIt is nu de beste manier om het debat in Zweden over basisinkomen op een hoger niveau te brengen. Ze bepleit een basisinkomen van € 1.000 of € 1.100 per maand.

 

Finland.
Juha Järvinen: eind 2016 brief dat hij deel neemt aan het basisinkomen experiment. Hij is kunstenaar en al 6 jaar werkloos. Zijn reactie op deze brief: ” I am free to walk out of the prison” ! Dat is hoe  mensen een basisinkomen ervaren, zelfs als het slechts voor 2 jaar is”. De discussie in Finland is meer dan 30 jaar oud.
De Finse verkiezingen zijn in april 2019. De huidige rechtse regering – signatuur Rutte I – heeft het basisinkomen experiment gehouden met 2.000 werklozen in de jaren 2017 en 2018. Zij gaat de verkiezingen verliezen. Het lijkt erop dat de nieuwe regering aangevoerd zal worden door de sociaaldemocraten. Zij hebben deze zomer het voorstel van hun jeugdafdeling voor een vorm van basisinkomen overgenomen. Het is een negatieve inkomstenbelasting, maar ze geven het een andere naam ( automatische inkomensgarantie)  en een langzame introductie uitgesmeerd tot 2030. Hé Lodewijk Asscher waarom ga je niet hier je licht op steken? De Finse PvdA neemt zeer waarschijnlijk de Groenen en de SP als partners in de nieuwe regering , dat hebben ze al vaker gedaan. Deze partijen zijn beiden voor het basisinkomen. Als de vierde partij de centrum partij wordt van de huidige premier, die het basisinkomen experiment heeft doorgedrukt, dan is er een serieuze kans dat een vorm van basisinkomen in Finland ingevoerd gaat worden.

 

TOEGIFT
Rutger Bregman gaf 200 lezingen in 5 jaar in 50 landen. Vroeger kleine anarchistische kringen, nu ook World Economic Forum. Heel veel mensen weten nu wat basisinkomen is, over de hele wereld. Een groot verschil met 5 jaar geleden. Veranderingen gaan steeds sneller. We zijn rijker, slimmer en gezonder dan vroeger. Het nieuws gaat over de uitzonderingen, de slechte zaken, terrorisme, etc.
Basisinkomen beweging gelooft dat mensen een intrinsieke motivatie hebben! Positief gemotiveerd zijn. 700 studies wat gebeurt er tijdens een ramp. Mensen zijn ook dan positief bezig. Niet stelen, etc. Tijdens de Blitz Krieg het bombarderen van Londen in de oorlog bracht voort: Keep Calm and Carry On. Het bracht de Britten tezamen, ze waren niet gedemoraliseerd.
Zorgwerk is vaak belangrijker dan betaald werk. Dit is het centrale punt van het basisinkomen.
Wat is de beste strategie voor de basisinkomen beweging?
Basisinkomen is veel meer dan zo maar een nieuw beleid voor een onderdeeltje van de maatschappij. Het experiment in Londen 2009 waar 1.300 daklozen £ 3.000  per jaar  kregen is het onderdeel van het boek Gratis Geld dat het meeste blijft hangen. Zij misbruikten dit geld niet. Veel effectiever dan de € 20.000 of zelfs £ 30.000  per jaar nu wordt uitgegeven per dakloze. Dit is blijven hangen.., niet de statistieken en wetenschappelijke argumenten.
We moeten dit soort taal gebruiken om mensen te overtuigen.
Ook dat de rechtse president Nixon bijna het basisinkomen op een bescheiden niveau heeft ingevoerd. De Demokraten verhinderen dat toen in de Senaat omdat ze het niet hoog genoeg vonden. Stel dat de Demokraten toen ja hadden gezegd, dan zag de wereld er heel anders uit…..
Dus ook een gedeeltelijk basisinkomen is de moeite waard als eerste stap. Bijvoorbeeld het lage Finse basisinkomen niveau , waar alle sociale verzekeringsbijdragen ( gehandicapten, ziekenkosten geld, pensioenen, etc) bovenop blijven bestaan. Basisinkomen komt niet in een grote klap, maar kleine stappen in de goede richting zijn goed en moeten ook gevierd worden. Ook de bescheiden experimenten in Nederland.
Het referendum in Zwitserland (2016) en het Finse experiment (2017 en 2018) hebben zoveel positieve aandacht voor het basisinkomen gebracht wereldwijd.
Arme mensen zijn vooral geinteresseerd in het onvoorwaardelijke karakter van het basisinkomen. Middenklasse mensen zijn meer geinteresseerd in de hoogte (€ 800, € 900 of € 1.000) . Dat zijn de ervaringen van Rutger.
Euro dividend is een heel goed idee, maar politiek erg moeilijk om te realiseren.

Het is heel belangrijk het verschil tussen de netto kosten  en de bruto inkomsten  voor het basisinkomen helder te krijgen. Daar moeten we veel meer aandacht aan geven. Gegarandeerd minimum inkomen of negatieve inkomstenbelasting heeft vaak meer draagvlak bij rechtse mensen dan basisinkomen, terwijl het financieel om hetzelfde gaat. Dit gebruiken als ingang om de discussie op gang te krijgen.

Tot zover de eerste berichten uit Tampere.

Alexander de Roo, Tampere, 23 augustus 2018

Het bericht Impressie van Nordic Basisinkomen dag, 23 augustus 2018, Tampere Finland verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Basisinkomen en vlaktaks

Bij een plan basisinkomen in te voeren, komt meestal ook aanpassing van het belastingstelsel aan de orde en vaak wordt dan gepleit voor een zogenaamde vlaktaks (flattax in het Engels).
Dat betekent dat alle inkomsten buiten het basisinkomen belast worden met eenzelfde percentage, bijvoorbeeld 40 % à 50 %.
Zie op Wikepedia voor meer achtergrondinformatie over de vlaktaks

Een vlaktaks betekent op twee punten een vereenvoudiging van het belastingstelsel:

  • Er is maar één tarief, in tegenstelling tot de huidige schijven die ook nog deels verschillen voor en na de pensioengerechtigde leeftijd.
  • Alle aftrekposten, heffingskortingen en toeslagen worden vervangen door slechts één redelijk grote belastingvrije voet. Een variant daarop is een onbelast basisinkomen, wat eventueel ook de vorm kan krijgen van negatieve inkomsten belasting (NIB).

Door de combinatie van een vlaktaks met een flinke belastingvrije voet of een basisinkomen, is het feitelijke effect een behoorlijk progressieve belasting voor de lagere en de middeninkomens.

Vaak wordt in de discussie het begrip vlaktaks verengd tot het schijventarief, dus alleenhet eerste punt hierboven. Terecht kijken economen meestal naar de totale belastingdruk, ze betrekken ook alle complexe zaken uit het tweede punt hierbij.

Uiteraard zijn er geluiden om de hiervoor geschetste vlaktaks aan te passen. Bijvoorbeeld door wel aftrek voor hypotheekrente, giften of pensioenafdrachten toe te staan. Of door een toptarief in te stellen boven een bepaald inkomen om ook voor de hogere inkomens effectieve progressieve belastingdruk te krijgen.
Allerlei redeneringen vanuit deelbelangen en/of ideologische overtuigingen kunnen daarbij een rol spelen. Dat gaat uiteraard ten koste van de eenvoud, maar bij een verstandige uitvoering kan de schade op dat punt mogelijk mee vallen. Dit blijft een politieke keuze.

Het huidige Nederlandse kabinet schuift een klein tikkeltje richting vlaktaks door volgend jaar met 2 ipv 4 schijven te gaan werken: de inkomstenbelasting wordt 36,93 % en er komt een toptarief van 49,5 % voor inkomens vanaf € 68.800. Voor AOW-ers is er tot een inkomen € 34.404 een laag tarief van 18,65 %.
Maar aan het gedoe met toeslagen, heffingskortingen en aftrekposten verandert als zodanig niks afgezien van wat kleine bijstellingen.

Een aantal economen heeft bezwaar tegen de vlaktaks, omdat deze strijdig is met de optimale belastingdruk waarbij tegen zo beperkt mogelijke verstoring van de economie middelen afgeroomd worden door de staat. Een voorbeeld daarvan is Bas Jacobs, zie bijvoorbeeld zijn boek De prijs van gelijkheid en het artikel De onwenselijkheid van de vlaktaks en het basisinkomen (2014).

In zijn ogen (en hij onderbouwt dat met een degelijk economisch betoog) is een U-curve optimaal. Dus een hoger marginaal tarief voor de lage en de hoge inkomens, met een lager tarief voor de middeninkomens. In zijn boek laat hij ook zien dat vrijwel overal in de Westerse wereld zo’n U-curve is gerealiseerd. Er is meestal een hoger tarief voor de hogere inkomens om de sterkste schouders wat meer te laten dragen.
Bij de lage inkomens werkt het anders. Daar zijn specifieke steunmaatregelen die afgebouwd worden zodra mensen meer ‘normaal’ inkomen krijgen. Denk bijvoorbeeld aan inkomensafhankelijke heffingskortingen en de eveneens inkomensafhankelijke toeslagen zoals huurtoeslag en zorgtoeslag. Je wilt immers niet dat mensen die dat niet nodig hebben, het toch krijgen! Dit heeft dus niet met het schijventarief te maken, maar met de elementen die het belastbaar inkomen bepalen voordat de schijven worden toegepast.
Inmiddels is dit in Nederland zodanig doorgeslagen dat bijna de helft van de werkende bevolking inkomsten heeft die niet stijgen of dalen met een hoger of lager brutoloon. Men zit gevangen in een armoedeval, zie De oplossing voor de armoedeval en  Basisinkomen, bestaanszekerheid en negatieve inkomsten belasting: hoe heet eten we de soep?

Veel voorstanders van basisinkomen zullen weinig moeite hebben met een hoger belastingtarief voor de hogere inkomens. Een voorzichtige benadering zou kunnen zijn een circa 10 % hogere schijf voor de inkomens boven de € 60.000 à € 70.000 per jaar. Dat betreft dan circa 10 % à 5 % van de belastingplichtigen. Voorstanders van nivellering zullen verder willen gaan, maar daarmee verliezen ze de steun van economen als Bas Jacobs die er van overtuigd zijn dat dat ten koste gaat van de prikkel om meer te verdienen en daarmee de belastinginkomsten vermindert en de welvaart van het land daalt.
Het is natuurlijk ook mogelijk te werken met een meer verfijnd schijventarief (zie bijvoorbeeld de fair taks van Michiel van Hasselt), maar het is zeer de vraag of die extra ingewikkeldheid wat substantieels oplevert.

Lastiger ligt het bij de minst verdienenden. Het is geen probleem als het basisinkomen hoog genoeg is om ALLE specifieke regelingen te laten verdwijnen, maar dan moet het basisinkomen flink hoog worden. Als dat niet het geval is en er wel specifieke regelingen moeten zijn of blijven, moet iets bedacht worden om ook degenen die daar gebruik van maken niet af te ontmoedigen als ze toch kans zien ‘normaal’ inkomen te verwerven. Maar het mag geen bevooroordeling worden die uitlokt dat oneigenlijk gebruik gemaakt wordt van die specifiek regelingen. Vermoedelijk doen dit soort situaties zich het meest voor bij alleenstaanden waar sprake is van arbeidsongeschiktheid, maar ik kan niet overzien welke creativiteit voor specifieke gevallen er allemaal in ons stelsel is in gebouwd op al dan niet goede gronden!
Voor deze groep is dan inderdaad sprake van een relatief hoge marginale belastingdruk. Niet doordat de vlaktaks als zodanig wordt aangepast, maar doordat er en specifieke regeling bovenop komt.

Wat in deze overwegingen nog niet naar voren is gekomen, is de wenselijkheid de belasting meer en meer te verleggen van belasting op betaalde arbeid naar andere grondslagen. Denk daarbij bijvoorbeeld aan omzet, verbruik van grondstoffen, financiële transacties, vermogenswinsten en erfenissen. Als we graag willen dat mensen werken, waarom zouden we juist dat dan belasten? Zie bijvoorbeeld een betoog van Leon Segers: Reactie op de discussie tussen Marcel Canoy en Bas Jacobs.
Hoe meer alternatieve grondslagen voor belastinginning ingevoerd worden, hoe lager de vlaktaks kan worden.
Een ouder en vergaand voorbeeld is te vinden via het model Ketelaars (2013), waar de loon – en inkomstenbelasting geheel is afgeschaft.

Het lijkt mij zeer verstandig om bij de invoering van het basisinkomen tegelijk te koersen op een ‘echte’ vlaktaks van circa 40 %, met een circa 10 % hoger toptarief voor hogere inkomens, bijvoorbeeld vanaf circa € 60.000 per jaar.
We zouden een jaar of tien kunnen nemen om het huidige stelsel in deze geest te verbouwen.

Als (en zolang) het basisinkomen niet hoog genoeg is om alle specifieke regelingen te kunnen vervangen, kan ik me daarbij voorstellen dat bij extra verdiensten 25 % van de inkomsten uit de specifieke regelingen behouden mag blijven, zodat er voor die regelingen een marginale belastingdruk van 75 % werkt.

Als er voldoend overeenstemming is dat dit ongeveer de goede koers is, wordt het tijd voor meer gedetailleerde uitwerkingen, zowel voor wat betreft de berekeningen als in de aanpassingen van het fiscale – en het sociale zekerheidstelsel.

Reyer Brons, 11 augustus 2018

Illustratie: Pixabay

Het bericht Basisinkomen en vlaktaks verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Suggestieve enquête van de ING over basisinkomen

De ING publiceerde op 6 augustus 2018 resultaten van een enquête over basisinkomen met onder de kop Basisinkomen? Meerderheid ziet het eigenlijk niet zitten,  met iets verder als vervolgboodschap Basisinkomen? Begrip van kosten maakt groot verschil.
Zie deze link naar de publicatie en hier voor een iets meer uitgebreide PDF over het  onderzoek van het ING Economisch Bureau.
Verder in de  publicatie vallen de termen onbetaalbaar en asociaal, een beproefd dilemma dat tegenstanders van basisinkomen graag inzetten.

De uitleg die men geeft van het basisinkomen is enigszins suggestief, op het punt van de kosten is men ronduit misleidend. Er wordt op geen enkele gesproken over aanpassing van het belastingstelsel, terwijl het toch zeer redelijk zou zijn een deel van de belastingvoordelen van degenen met inkomsten uit werk of anderszins enigszins te compenseren als betrokkenen ook een basisinkomen krijgen. De opgevoerde netto-kosten kunnen door dat wel te doen met 50 à 70 % gecompenseerd worden!
Maar zelfs als je dat niet doet, is de benadering erg beperkt. De ING benadert het basisinkomen alleen als boekhouder en niet als econoom. Je zou anders verwachten van een bank. De bestedingseffecten op inkomen en economie worden niet meegenomen in de vraagstelling. Misschien is het interessant om eens op Cocha.nl te kijken of op Batavirus. Daar wordt door Johan Horeman weergegeven wat de basisinkomen-effecten zijn met behulp van een simpel model van de Nederlandse economie in 2016. Ook verschillende benaderingen basisinkomen worden met elkaar vergeleken. Het gaat om de economie, het gaat om de markt, het gaat om een herschikking van gedrag van economische actoren in een verruimde markt. Haakt de ING dan af?

Ook de boodschap onbetaalbaar of asociaal is oudbakken. Zie bijvoorbeeld mijn weerwoord Basisinkomen, asociaal of onbetaalbaar? (december 2017) en meer recent Basisinkomen, tegenstanders gaan van dilemma naar trilemma.

Inmiddels heeft Alexander de Roo, voorzitter van de VBi, het volgende geschreven aan ING-onderzoeker Marten van Garderen:

Beste Marten,

Gefeliciteerd met Uw ING onderzoek naar het basisinkomen. Eerdere onderzoeken in Finland en Canada lieten ook zien dat de steun voor her basisinkomen drastisch daalt als de belastingen verhoogd worden. Dat is eigenlijk best logisch.

Derhalve is de echte vraag hoe hoog het basisinkomen kan worden zonder de belastingen te verhogen.
En hier komt een idee van de jonge D66 econoom Harro Boven van pas. Hij stelt voor om het basisinkomen te verdelen in twee pijlers. Een individueel deel en een huishouddeel, dat hetzelfde is voor alle huishoudens.

Het meest genoemde bedrag – dat ook weer in Uw onderzoek naar voren komt – is € 1.000. Alle volwassenen € 1.000 vereist inderdaad dat de belastingen omhoog moeten. Maar wat als we alle volwasenen ( onder de AOW leeftijd) een individueel basisinkomen geven van € 500 en alle 5,5 miljoen (‘volwassen’) huishoudens zonder AOWer een uniforme woontoeslag van € 500? [1] Dan begint een alleenstaande met € 1.000  en een stel met € 1.500. Dat past veel beter bij het huidige sociale minimum van de bijstand. Ook dit kost veel geld. Ongeveer 93 miljard euro. Maar door evenredige verlaging van uitkeringen, wegvallen van de bijstand, vervallen van naar de arbeidsmarkt toeleidenden maatregelen komt er circa € 37 miljard vrij. Ook moeten alle belasting voordelen voor werkenden vervallen ( zij krijgen immers ook dat basisinkomen) . Dat levert volgens de sleutel tabel van het Ministerie van Financiën € 42 miljard  op. Vervolgens is het redelijk om de hypotheekrente tot nul te laten dalen. Dat levert € 14 miljard  op ( gerekend vanaf de nieuwe ondergrens van 37% die Rutte wiI wil gaan invoeren). Iedereen krijgt een woontoelage dus volledige afschaffing van hypotheekrente is terecht ( en ook nodig om te voorkomen dat e deel van de bovenmodalen onevenredig van dat basisinkomen gaat profiteren. Al deze veranderingen leveren gezamenlijk ook circa 93 miljard euro op.

Kortom het is NIET nodig om de belastingen te verhogen.

Op 15 september houden wij een openbare bijeenkomst in Amsterdam. Daar zal de jonge econoom Harro Boven ook het woord voeren en zijn idee van dit basisinkomen op twee pijlers kunnen uitleggen. Ook Herman Wijffels zal het woord voeren.

Ik nodig U van harte uit om 15 september naar Amsterdam te komen. Zie de website donutdday.nl

Met vriendelijke groeten,

Alexander de Roo

PS over het teruglopen van het arbeidsaanbod. Het CPB heeft het verkiezingsprogramma van de Vrijzinnige Partij van Norbert Klein doorgerekend. Alle volwassen € 800 en een alleenstaandentoeslag van € 300. Dat betekent 5 % minder betaald werk. Maar zei Norbert Klein. Heel veel beneden modalen kijken tegen hele hoge marginale belasting tarieven aan als ze meer gaan verdienen. En dat wordt ( fors) minder door invoering van het basisinkomen. Ja zei het CPB, dat klopt, maar omdat we hier geen experimentele gegevens van hebben tellen we dit effect niet mee….Niet erg eerlijk.
Laura van der Geest was zo eerlijk om in de NRC toe te geven dat het berekenen van de revolutie lastig is.

Reyer Brons (redactie), 8 augustus 2018

Reactie van de webmaster: Bij het onderzoek van de ING is uitgegaan van het huidige stelsel, geen enkele verandering in belastingregime en controlebeleid. We kunnen dus niet van een transitimodel spreken waarin andere vormen van belasting worden gebruikt, zoals consumtiebelasting, grondstoffenbelasting, belasting op financiele transacties.
Een voorbeeld is te vinden via het model Ketelaars: http://basisinkomenvoordummies.nl waar het basisinkomen voldoet aan de 4 criteria voor Onvoorwaardelijk Basisinkomen (individueel, zonder toets, zonder plicht, hoog genoeg) die de Vereniging Basisinkomen voorstaat en waar tevens de loonbelasting geheel is afgeschaft.

[1] NB. Een woontoeslag is immers ook onderhevig aan de voordeurdelersregel en is daardoor nadelig voor kamerverhuur of individueel wonen in hetzelfde huis.

Het bericht Suggestieve enquête van de ING over basisinkomen verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Waarom klimaatactivisten voor het basisinkomen zouden moeten zijn.

In de blogpost “Angst voor klimaatverandering en wat klimaatconferenties kunnen aanpakken”[1] merkte ik op dat het nieuws over klimaatverandering ons heeft verontrust omdat het idee van klimaat zorgt voor betrouwbaarheid en stabiliteit te midden van de anarchie van het weer.

In dit artikel betoog ik dat enige stabiliteit alleen kan worden bereikt door een verandering in politieke en economische omstandigheden.

Ik kreeg de inspiratie bij het beluisteren van het radioprogramma “Punkt eins” op klimaatconferenties over “Ö1”.[2] Van de uitgenodigde gasten, een filmmaker en iemand die al jaren aan conferenties deelneemt, vernam ik heel over deze onderhandelingen en hun processen, maar het was weinig inspirerend ten opzichte van klimaatverandering.

Het feit dat de armen en de zwakken bijzonder worden getroffen door extreme weersomstandigheden is tragisch genoeg. De conclusie hieruit, dat men de klimaatverandering steeds meer moet bestrijden, is begrijpelijk. Maar het laat ook zien hoe de angst voor klimaatverandering ons prioriteiten stelt: het urgente probleem van armoede is niet opgelost. We weten ook dat de gemiddelde CO2-uitstoot per hoofd van de bevolking meestal het hoogst is in samenlevingen waar de ongelijkheid groot is.

De visie volgens meneer L.

Bijzonder spannend aan de show “Punkt eins” zijn de oproepen van de luisteraars die vragen stellen aan de uitgenodigde experts en de andere gastsprekers.
Eén van deze oproepen kwam van een zekere meneer L., die zijn standpunt uiteenzette en daarmee zijn visie op een samenleving in de klimaatverandering. Land en grondstoffen in deze wereld moeten het algemeen welzijn dienen, en degenen die profiteren van de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen – omdat ze land bezitten – zouden anderen daarvoor moeten compenseren.

Volgens L. zou deze vraag naar rechtvaardigheid kunnen worden gerealiseerd met een onvoorwaardelijk basisinkomen (OBi). Zoals één van de grondleggers van de Verenigde Staten, Thomas Paine, schreef, zou het een erkenning zijn van het feit dat de hulpbronnen van deze wereld van ons allemaal zijn.

Ongekende kruispunten.

De kruispunten tussen klimaatverandering en onvoorwaardelijk basisinkomen werden verkeerd geïnterpreteerd in de haast die een live-uitzending vandaag vereist, hoewel mensen, zoals de beller meneer L., hebzucht, buitensporigheid, egoïsme, winst en jaloezie, een groot maatschappelijk kwaad noemen en dat daar volgens hen de verantwoordelijkheid lag voor de Klimaatverandering . Iedereen was het ermee eens: overmatige consumptie van hulpbronnen en morele brutaliteit gaan hand in hand.

Aan de andere kant zou er het Onvoorwaardelijk Basisinkomen zijn (OBi), wat ons gemeenschappelijk welzijn en de waarde van solidariteit die eraan ten grondslag ligt zou kunnen versterken, en ook de maatschappelijke destructiviteit van afgunst zou kunnen wegnemen. Met een OBi garandeert een samenleving haar leden een regelmatig inkomen, genoeg om fatsoenlijk van te leven, zonder dwang tot tegenprestatie.

Vasectomie tegen klimaatverandering

Terug naar meneer L., die uit de zending werd verwijderd met de woorden dat hij zijn utopische wens maar tot Christus moest richten. Klimaatverandering moest worden tegengegaan, legde de volgende beller uit met de vraag naar een verplichte vasectomie voor alle mannen boven de 40.

Het onderliggende idee van het beheersen van de bevolkingsgroei – meestal geflankeerd door racistische uitspraken over “degenen daar beneden” (lees het Zuidelijke halfrond) – mist nauwelijks een discussie over klimaatverandering. Het Chinese éénkindbeleid van de twintigste eeuw is tot nu toe het meest succesvolle klimaatbeleid geweest, ervan uitgaande dat de klimaatverandering en de mensen worden gereduceerd tot CO2.
Er is niets op zich om het over gezinsplanning te hebben, maar met een aanbeveling tot “castratie” maak je op dit soort gesprekspannel weinig vrienden.
Het verwijzen naar Jezus is realistischer, zelfs als het onvoorwaardelijke basisinkomen voor velen klinkt als domme praat. Maar hoe serieuzer men omgaat met de argumenten van de voorstanders, hoe overtuigender ze worden. In termen van klimaatverandering, kon het Obi, de gasten van de show zowel tevreden stellen in de mogelijkheden om de vereiste waardenormen te veranderen, als in de subliminale hunkering naar stabiliteit – zelfs zij die vandaag tegen een onvoorwaardelijk basisinkomen argumenteren. Het garandeert het bestaan en de deelname van iedereen in het sociale leven.

Controversieel onder klimaatactivisten

Klimaatactivisten zijn verdeeld in hun mening over het onvoorwaardelijke basisinkomen, wat deels te wijten is aan de heterogeniteit van de klimaatbeschermingsbeweging en aan de andere kant aan het verband tussen klimaatverandering en broeikasgasemissies. Het feit dat broeikasgassen zoals CO2 hun naam niet voor niets dragen en dat zij verantwoordelijk zijn voor een groot deel van het broeikaseffect, is decennia lang het onderwerp geweest van een gekwalificeerde wetenschappelijke consensus. Maar hoe we omgaan met deze kennis, en hoe we deze politiek vertalen, zal en zal altijd het onderwerp van debat zijn.

Een argument van de OBi-sceptici onder de klimaatactivisten is als volgt: het basisinkomen zou geen goed klimaatbeleid zijn, aangezien de impact van een samenleving met een OBi op CO2-emissies onduidelijk is. De emissies kunnen zelfs toenemen met BGE.

Niet alleen klimaatactivisten zien in de taak van het klimaatbeleid het bevorderen van processen die minstens CO2-neutraal zijn, dat wil zeggen, de som van dat wat vrijkomt in de atmosfeer en, bijvoorbeeld, dat wat vastgehouden wordt in de bodem, mag niet groter zijn dan nul in alle subprocessen. Het feit dat aardgas bijvoorbeeld wordt verbrand met een lagere uitstoot dan kolen, wordt slechts met tegenzin genoteerd.

CO2-neutraliteit tegen elke prijs?

Echter, met de in principe correcte vraag naar CO2-neutraliteit, zou het ook mogelijk zijn om processen te voorkomen die anders een ongeplande en onvoorspelbare CO2-reductie zouden hebben.
Toen de bekende klimaatonderzoeker Ottmar Edenhofer in de Süddeutsche Zeitung sprak over de noodzaak om het perspectief mbt het klimaatbeleid uit te breiden, geloofde ik aanvankelijk dat hij een vergelijkbare redenering zou volgen. Waarschijnlijker, met het oog op de mislukte onderhandelingen van de Jamaïca-coalitie, eiste hij dat deze coalitie in Duitsland zou worden gestopt: “Dat is de enige manier om de wereld te redden – en Duitsland.

Jamaica-coalitie is een term die betrekking heeft op de binnenlandse politiek van Duitsland na 1995. Het is de benaming voor een coalitie tussen de politieke partijen CDU/CSU, FDP en Bündnis 90/Die Grünen. (bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Jamaica-coalitie

Verandering in perspectief.

De metafoor van het perspectief is nog steeds goed. Vanuit een ander perspectief kan het OBi worden gezien als een instrument voor het klimaatbeleid in termen van broeikasgasreductie. Het kan een positief neveneffect op de CO2-uitstoot hebben. In het volgende wil ik als een gedachte-experiment de vraag onderzoeken hoe een OBi ons gedrag, onze consumptie en dus de CO2-uitstoot beïnvloedt. Ik nodig u uit om zeven stellingen in het forum te bespreken en meer toe te voegen.

Stelling 1: Een maatschappij met OBi vermindert het ‘frustratie-winkelen’
De meeste mensen zijn er bekend mee: het gevoel van frustratie of beloningsaankopen, niet per ongeluk in het Engels ‘retail-therapie’ genoemd, duurt nog enkele dagen en weken. Als het effect voorbij is, moeten er nieuwe ‘dingen’ worden geproduceerd, vaak worden consumentenleningen opgenomen.

Een reden voor deze aankopen ligt voor de hand: de ene beloont zichzelf of geeft zichzelf een goed gevoel, bijvoorbeeld voor een beetje zinvol betaald werk. Als ik daarin ontevreden ben, maar de situatie weet niets te veranderen, heb ik nog steeds het koopplezier. De behoefte aan meer zin in het leven zou ook de achtergrond kunnen zijn van een verkorte werkweek van de huidige voltijdse werknemers, die zou worden verwacht op basis van enquêtes ivm de invoering van een OBi. Het verminderen van frustratie-aankopen zou een vermindering van het verbruik en de productie van gekochte goederen als compensatie betekenen.

Stelling 2: Het OBi s goed voor reparaties en maakt verbruiksvermindering mogelijk
Omdat er meer vrije tijd zou zijn met een OBi, kunnen dingen worden gerepareerd in plaats van weggegooid. De omvang van dit effect houdt onder meer verband met de financiering van het OBi. Als het OBi hoofdzakelijk wordt gefinancierd via een verbruiksbelasting en als belastingvrijstelling voor elke belastingbetaler, dat wil zeggen consumenten die worden betaald, is het paradigma van het belastingparadigma van werk naar consumptiegerichte reparatiediensten goedkoper dan nieuwe aankopen.

Consumptievermindering zou eigenlijk worden beloond met het OBi – omdat elke persoon zelf zou kunnen beslissen hoeveel belasting hij bereid is te betalen en ook: hoeveel hij wil consumeren. Algemene verbruiksvermindering zou resulteren in een lagere OBi. Omdat dit terugkeert naar prijzen, zou er weinig verandering in de koopkracht van het individu zijn. De economie zou op een gezonde wijze krimpen.

Stelling 3: Het Obi vermindert de uitstoot van woon-werkverkeer
Miljarden kilometers woon-werkverkeer alleen om betaalde arbeid te verrichten, zouden in twijfel worden getrokken met het OBi. In Duitsland reizen pendelaars bijvoorbeeld meer dan duizend keer per dag naar de maan. En omdat het inkomen bij mensen plaatsgebonden is, kan het ook worden opgevat als een instrument tegen plattelandsvlucht met alle gevolgen van dien, zonder de complexiteit van het fenomeen van de uittocht op het platteland te onderschatten.

Stelling 4: Het Obi versterkt het gemeenschapsgevoel.
Samen slagen we erin dat de doen wat individueel niet kan “Ook omdat het gevoel van gemeenschap wordt versterkt door het OBi – we garanderen het elkaar en onvoorwaardelijk – kan een vermindering van de materiële consumptie worden verwacht door gedeelde dingen zoals woonruimte, auto’s, gereedschap, enzovoort.

Stelling 5: Het Obi als opstarthulp en open source.
Wie goede ideeën heeft, moet nu octrooien aanvragen om van zijn werk te leven. Hij moet zijn intellectuele eigendom beschermen. Omdat het levensonderhoud in ieder geval wordt gewaarborgd door het onvoorwaardelijke basisinkomen, zou men zijn idee, zoals software, niet tegen elke prijs moeten patenteren. Het is ook gemakkelijker om goede ideeën te delen en er ook aan te werken, omdat iedereen een basisinkomen ontvangt en het dus eenvoudiger wordt om gezamenlijke projecten te financieren. Het OBi zou een levenslange opstarthulp zijn voor hobbyisten en ondernemers.

Stelling 6: Het Obi bevordert milieuvriendelijk ondernemen.
Milieu-onvriendelijk gedrag wordt steeds vaker afgekeurd, het wordt als immoreel beschouwd om een ​​SUV te besturen of een mazoutketel te gebruiken. Vaak wordt men echter gedwongen om dit te doen door externe omstandigheden. Dit geldt voor zowel particulieren als bedrijven. Het OBi dwingt bedrijven nu om zich te gedragen volgens de waarden van werknemers, klanten en eigenaren. Als een bedrijf er te sterk of permanent van afbuigt, zouden de consequenties meer coherent zijn dan ze nu zijn, omdat de macht verschuift naar werknemers die worden beschermd door het OBi. Zelfs vandaag verliezen bedrijven die niet voldoen aan een bepaald niveau van bedrijfsmilieu en sociale verantwoordelijkheid hooggekwalificeerde betaalde werknemers, zoals gehoord in een paneldiscussie van het Alois Mock Institute in oktober 2017. Veel bedrijven zouden milieubeheer dan ook waarderen als een zaak van waarde, omdat milieubelastende concepten in een samenleving die dit gedrag verbiedt, alleen kunnen worden gehandhaafd met hogere lonen – en dus met prijzen.

Stelling 7: Het Obi faciliteert mileubewust ecologisch leven en milieuactivisme.
Iedereen die een betaalde baan heeft, milieubewust leeft en zelfs actief betrokken wil zijn bij de bescherming van het milieu, weet wat hem hindert: het gebrek aan kostbare tijd. Het onvoorwaardelijke basisinkomen stelt de ontvangers – wij allen – in staat de nodige tijd te nemen, omdat een basis inkomen tot het einde van het leven is gewaarborgd. Zelfs voor degenen die geen zin meer hebben in hun werk en die vanwege slechte arbeidsomstandigheden denken aan het beëindigen of heronderhandelen van het contract, biedt het OBi de mogelijkheid voor meer vrijheid en tijd.

Antithese: mensen met een OBi zouden meer consumeren
Dat is denkbaar, vooral in het begin, maar er zou kunnen worden belast op de verbruiksbelasting die schadelijk is voor het milieu en hoger. Reeds vandaag eist het Duitse Federale Milieuagentschap een hogere belasting op de toegevoegde waarde op vlees en melk. De kansen die gepaard gaan met een onvoorwaardelijk basisinkomen zijn dus sterk afhankelijk van het ontwerp of de financiering. Met de verschuiving van het belastingparadigma van werk naar consumptie, zou de giftige angel jaloezie kunnen worden uitgetrokken: hoewel er betalers en ontvangers zijn in het stelsel van inkomstenbelasting, zouden we elkaar altijd in het verbruiksbelastingstelsel het OBi vergoeden.

Nog steeds controversieel?
Voor milieubewuste burgers zou het onvoorwaardelijke basisinkomen het ontbrekende “besturingssysteem van duurzaamheid” zijn, daar is de Duitse publicist Adrienne Göhler van overtuigd. Het zou de juiste raamvoorwaarden creëeren voor een reductie van broeikasgassen. Ook luisteraar L. ziet ziet het zo. Het zou mensen meer bereidwillig maken om te veranderen, zonder de richting aan te geven, meent ook de Oostenrijkse klimaatonderzoeker Helga Kromp-Kolb.

Mathis Hampel behaalde een doctoraat in aardrijkskunde en wetenschap aan het King’s College in Londen, waar hij een proefschrift schreef over de interacties tussen klimaatwetenschap en politiek.

Auteur: Mathis Hampel

Bronhttps://mobil.derstandard.at/2000068205444/Warum-Klimaaktivisten-fuer-ein-bedingunglsoses-Grundeinkommen-sein-sollten

Vrije vertaling: Christina Lambrecht

Het bericht Waarom klimaatactivisten voor het basisinkomen zouden moeten zijn. verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Waarom klimaatactivisten voor het basisinkomen zouden moeten zijn.

In de blogpost “Angst voor klimaatverandering en wat klimaatconferenties kunnen aanpakken”[1] merkte ik op dat het nieuws over klimaatverandering ons heeft verontrust omdat het idee van klimaat zorgt voor betrouwbaarheid en stabiliteit te midden van de anarchie van het weer.

In dit artikel betoog ik dat enige stabiliteit alleen kan worden bereikt door een verandering in politieke en economische omstandigheden.

Ik kreeg de inspiratie bij het beluisteren van het radioprogramma “Punkt eins” op klimaatconferenties over “Ö1”.[2] Van de uitgenodigde gasten, een filmmaker en iemand die al jaren aan conferenties deelneemt, vernam ik heel over deze onderhandelingen en hun processen, maar het was weinig inspirerend ten opzichte van klimaatverandering.

Het feit dat de armen en de zwakken bijzonder worden getroffen door extreme weersomstandigheden is tragisch genoeg. De conclusie hieruit, dat men de klimaatverandering steeds meer moet bestrijden, is begrijpelijk. Maar het laat ook zien hoe de angst voor klimaatverandering ons prioriteiten stelt: het urgente probleem van armoede is niet opgelost. We weten ook dat de gemiddelde CO2-uitstoot per hoofd van de bevolking meestal het hoogst is in samenlevingen waar de ongelijkheid groot is.

De visie volgens meneer L.

Bijzonder spannend aan de show “Punkt eins” zijn de oproepen van de luisteraars die vragen stellen aan de uitgenodigde experts en de andere gastsprekers.
Eén van deze oproepen kwam van een zekere meneer L., die zijn standpunt uiteenzette en daarmee zijn visie op een samenleving in de klimaatverandering. Land en grondstoffen in deze wereld moeten het algemeen welzijn dienen, en degenen die profiteren van de exploitatie van natuurlijke hulpbronnen – omdat ze land bezitten – zouden anderen daarvoor moeten compenseren.

Volgens L. zou deze vraag naar rechtvaardigheid kunnen worden gerealiseerd met een onvoorwaardelijk basisinkomen (OBi). Zoals één van de grondleggers van de Verenigde Staten, Thomas Paine, schreef, zou het een erkenning zijn van het feit dat de hulpbronnen van deze wereld van ons allemaal zijn.

Ongekende kruispunten.

De kruispunten tussen klimaatverandering en onvoorwaardelijk basisinkomen werden verkeerd geïnterpreteerd in de haast die een live-uitzending vandaag vereist, hoewel mensen, zoals de beller meneer L., hebzucht, buitensporigheid, egoïsme, winst en jaloezie, een groot maatschappelijk kwaad noemen en dat daar volgens hen de verantwoordelijkheid lag voor de Klimaatverandering . Iedereen was het ermee eens: overmatige consumptie van hulpbronnen en morele brutaliteit gaan hand in hand.

Aan de andere kant zou er het Onvoorwaardelijk Basisinkomen zijn (OBi), wat ons gemeenschappelijk welzijn en de waarde van solidariteit die eraan ten grondslag ligt zou kunnen versterken, en ook de maatschappelijke destructiviteit van afgunst zou kunnen wegnemen. Met een OBi garandeert een samenleving haar leden een regelmatig inkomen, genoeg om fatsoenlijk van te leven, zonder dwang tot tegenprestatie.

Vasectomie tegen klimaatverandering

Terug naar meneer L., die uit de zending werd verwijderd met de woorden dat hij zijn utopische wens maar tot Christus moest richten. Klimaatverandering moest worden tegengegaan, legde de volgende beller uit met de vraag naar een verplichte vasectomie voor alle mannen boven de 40.

Het onderliggende idee van het beheersen van de bevolkingsgroei – meestal geflankeerd door racistische uitspraken over “degenen daar beneden” (lees het Zuidelijke halfrond) – mist nauwelijks een discussie over klimaatverandering. Het Chinese éénkindbeleid van de twintigste eeuw is tot nu toe het meest succesvolle klimaatbeleid geweest, ervan uitgaande dat de klimaatverandering en de mensen worden gereduceerd tot CO2.
Er is niets op zich om het over gezinsplanning te hebben, maar met een aanbeveling tot “castratie” maak je op dit soort gesprekspannel weinig vrienden.
Het verwijzen naar Jezus is realistischer, zelfs als het onvoorwaardelijke basisinkomen voor velen klinkt als domme praat. Maar hoe serieuzer men omgaat met de argumenten van de voorstanders, hoe overtuigender ze worden. In termen van klimaatverandering, kon het Obi, de gasten van de show zowel tevreden stellen in de mogelijkheden om de vereiste waardenormen te veranderen, als in de subliminale hunkering naar stabiliteit – zelfs zij die vandaag tegen een onvoorwaardelijk basisinkomen argumenteren. Het garandeert het bestaan en de deelname van iedereen in het sociale leven.

Controversieel onder klimaatactivisten

Klimaatactivisten zijn verdeeld in hun mening over het onvoorwaardelijke basisinkomen, wat deels te wijten is aan de heterogeniteit van de klimaatbeschermingsbeweging en aan de andere kant aan het verband tussen klimaatverandering en broeikasgasemissies. Het feit dat broeikasgassen zoals CO2 hun naam niet voor niets dragen en dat zij verantwoordelijk zijn voor een groot deel van het broeikaseffect, is decennia lang het onderwerp geweest van een gekwalificeerde wetenschappelijke consensus. Maar hoe we omgaan met deze kennis, en hoe we deze politiek vertalen, zal en zal altijd het onderwerp van debat zijn.

Een argument van de OBi-sceptici onder de klimaatactivisten is als volgt: het basisinkomen zou geen goed klimaatbeleid zijn, aangezien de impact van een samenleving met een OBi op CO2-emissies onduidelijk is. De emissies kunnen zelfs toenemen met BGE.

Niet alleen klimaatactivisten zien in de taak van het klimaatbeleid het bevorderen van processen die minstens CO2-neutraal zijn, dat wil zeggen, de som van dat wat vrijkomt in de atmosfeer en, bijvoorbeeld, dat wat vastgehouden wordt in de bodem, mag niet groter zijn dan nul in alle subprocessen. Het feit dat aardgas bijvoorbeeld wordt verbrand met een lagere uitstoot dan kolen, wordt slechts met tegenzin genoteerd.

CO2-neutraliteit tegen elke prijs?

Echter, met de in principe correcte vraag naar CO2-neutraliteit, zou het ook mogelijk zijn om processen te voorkomen die anders een ongeplande en onvoorspelbare CO2-reductie zouden hebben.
Toen de bekende klimaatonderzoeker Ottmar Edenhofer in de Süddeutsche Zeitung sprak over de noodzaak om het perspectief mbt het klimaatbeleid uit te breiden, geloofde ik aanvankelijk dat hij een vergelijkbare redenering zou volgen. Waarschijnlijker, met het oog op de mislukte onderhandelingen van de Jamaïca-coalitie, eiste hij dat deze coalitie in Duitsland zou worden gestopt: “Dat is de enige manier om de wereld te redden – en Duitsland.

Jamaica-coalitie is een term die betrekking heeft op de binnenlandse politiek van Duitsland na 1995. Het is de benaming voor een coalitie tussen de politieke partijen CDU/CSU, FDP en Bündnis 90/Die Grünen. (bron: https://nl.wikipedia.org/wiki/Jamaica-coalitie

Verandering in perspectief.

De metafoor van het perspectief is nog steeds goed. Vanuit een ander perspectief kan het OBi worden gezien als een instrument voor het klimaatbeleid in termen van broeikasgasreductie. Het kan een positief neveneffect op de CO2-uitstoot hebben. In het volgende wil ik als een gedachte-experiment de vraag onderzoeken hoe een OBi ons gedrag, onze consumptie en dus de CO2-uitstoot beïnvloedt. Ik nodig u uit om zeven stellingen in het forum te bespreken en meer toe te voegen.

Stelling 1: Een maatschappij met OBi vermindert het ‘frustratie-winkelen’
De meeste mensen zijn er bekend mee: het gevoel van frustratie of beloningsaankopen, niet per ongeluk in het Engels ‘retail-therapie’ genoemd, duurt nog enkele dagen en weken. Als het effect voorbij is, moeten er nieuwe ‘dingen’ worden geproduceerd, vaak worden consumentenleningen opgenomen.

Een reden voor deze aankopen ligt voor de hand: de ene beloont zichzelf of geeft zichzelf een goed gevoel, bijvoorbeeld voor een beetje zinvol betaald werk. Als ik daarin ontevreden ben, maar de situatie weet niets te veranderen, heb ik nog steeds het koopplezier. De behoefte aan meer zin in het leven zou ook de achtergrond kunnen zijn van een verkorte werkweek van de huidige voltijdse werknemers, die zou worden verwacht op basis van enquêtes ivm de invoering van een OBi. Het verminderen van frustratie-aankopen zou een vermindering van het verbruik en de productie van gekochte goederen als compensatie betekenen.

Stelling 2: Het OBi s goed voor reparaties en maakt verbruiksvermindering mogelijk
Omdat er meer vrije tijd zou zijn met een OBi, kunnen dingen worden gerepareerd in plaats van weggegooid. De omvang van dit effect houdt onder meer verband met de financiering van het OBi. Als het OBi hoofdzakelijk wordt gefinancierd via een verbruiksbelasting en als belastingvrijstelling voor elke belastingbetaler, dat wil zeggen consumenten die worden betaald, is het paradigma van het belastingparadigma van werk naar consumptiegerichte reparatiediensten goedkoper dan nieuwe aankopen.

Consumptievermindering zou eigenlijk worden beloond met het OBi – omdat elke persoon zelf zou kunnen beslissen hoeveel belasting hij bereid is te betalen en ook: hoeveel hij wil consumeren. Algemene verbruiksvermindering zou resulteren in een lagere OBi. Omdat dit terugkeert naar prijzen, zou er weinig verandering in de koopkracht van het individu zijn. De economie zou op een gezonde wijze krimpen.

Stelling 3: Het Obi vermindert de uitstoot van woon-werkverkeer
Miljarden kilometers woon-werkverkeer alleen om betaalde arbeid te verrichten, zouden in twijfel worden getrokken met het OBi. In Duitsland reizen pendelaars bijvoorbeeld meer dan duizend keer per dag naar de maan. En omdat het inkomen bij mensen plaatsgebonden is, kan het ook worden opgevat als een instrument tegen plattelandsvlucht met alle gevolgen van dien, zonder de complexiteit van het fenomeen van de uittocht op het platteland te onderschatten.

Stelling 4: Het Obi versterkt het gemeenschapsgevoel.
Samen slagen we erin dat de doen wat individueel niet kan “Ook omdat het gevoel van gemeenschap wordt versterkt door het OBi – we garanderen het elkaar en onvoorwaardelijk – kan een vermindering van de materiële consumptie worden verwacht door gedeelde dingen zoals woonruimte, auto’s, gereedschap, enzovoort.

Stelling 5: Het Obi als opstarthulp en open source.
Wie goede ideeën heeft, moet nu octrooien aanvragen om van zijn werk te leven. Hij moet zijn intellectuele eigendom beschermen. Omdat het levensonderhoud in ieder geval wordt gewaarborgd door het onvoorwaardelijke basisinkomen, zou men zijn idee, zoals software, niet tegen elke prijs moeten patenteren. Het is ook gemakkelijker om goede ideeën te delen en er ook aan te werken, omdat iedereen een basisinkomen ontvangt en het dus eenvoudiger wordt om gezamenlijke projecten te financieren. Het OBi zou een levenslange opstarthulp zijn voor hobbyisten en ondernemers.

Stelling 6: Het Obi bevordert milieuvriendelijk ondernemen.
Milieu-onvriendelijk gedrag wordt steeds vaker afgekeurd, het wordt als immoreel beschouwd om een ​​SUV te besturen of een mazoutketel te gebruiken. Vaak wordt men echter gedwongen om dit te doen door externe omstandigheden. Dit geldt voor zowel particulieren als bedrijven. Het OBi dwingt bedrijven nu om zich te gedragen volgens de waarden van werknemers, klanten en eigenaren. Als een bedrijf er te sterk of permanent van afbuigt, zouden de consequenties meer coherent zijn dan ze nu zijn, omdat de macht verschuift naar werknemers die worden beschermd door het OBi. Zelfs vandaag verliezen bedrijven die niet voldoen aan een bepaald niveau van bedrijfsmilieu en sociale verantwoordelijkheid hooggekwalificeerde betaalde werknemers, zoals gehoord in een paneldiscussie van het Alois Mock Institute in oktober 2017. Veel bedrijven zouden milieubeheer dan ook waarderen als een zaak van waarde, omdat milieubelastende concepten in een samenleving die dit gedrag verbiedt, alleen kunnen worden gehandhaafd met hogere lonen – en dus met prijzen.

Stelling 7: Het Obi faciliteert mileubewust ecologisch leven en milieuactivisme.
Iedereen die een betaalde baan heeft, milieubewust leeft en zelfs actief betrokken wil zijn bij de bescherming van het milieu, weet wat hem hindert: het gebrek aan kostbare tijd. Het onvoorwaardelijke basisinkomen stelt de ontvangers – wij allen – in staat de nodige tijd te nemen, omdat een basis inkomen tot het einde van het leven is gewaarborgd. Zelfs voor degenen die geen zin meer hebben in hun werk en die vanwege slechte arbeidsomstandigheden denken aan het beëindigen of heronderhandelen van het contract, biedt het OBi de mogelijkheid voor meer vrijheid en tijd.

Antithese: mensen met een OBi zouden meer consumeren
Dat is denkbaar, vooral in het begin, maar er zou kunnen worden belast op de verbruiksbelasting die schadelijk is voor het milieu en hoger. Reeds vandaag eist het Duitse Federale Milieuagentschap een hogere belasting op de toegevoegde waarde op vlees en melk. De kansen die gepaard gaan met een onvoorwaardelijk basisinkomen zijn dus sterk afhankelijk van het ontwerp of de financiering. Met de verschuiving van het belastingparadigma van werk naar consumptie, zou de giftige angel jaloezie kunnen worden uitgetrokken: hoewel er betalers en ontvangers zijn in het stelsel van inkomstenbelasting, zouden we elkaar altijd in het verbruiksbelastingstelsel het OBi vergoeden.

Nog steeds controversieel?
Voor milieubewuste burgers zou het onvoorwaardelijke basisinkomen het ontbrekende “besturingssysteem van duurzaamheid” zijn, daar is de Duitse publicist Adrienne Göhler van overtuigd. Het zou de juiste raamvoorwaarden creëeren voor een reductie van broeikasgassen. Ook luisteraar L. ziet ziet het zo. Het zou mensen meer bereidwillig maken om te veranderen, zonder de richting aan te geven, meent ook de Oostenrijkse klimaatonderzoeker Helga Kromp-Kolb.

Mathis Hampel behaalde een doctoraat in aardrijkskunde en wetenschap aan het King’s College in Londen, waar hij een proefschrift schreef over de interacties tussen klimaatwetenschap en politiek.

Auteur: Mathis Hampel

Bronhttps://mobil.derstandard.at/2000068205444/Warum-Klimaaktivisten-fuer-ein-bedingunglsoses-Grundeinkommen-sein-sollten

Vrije vertaling: Christina Lambrecht

Het bericht Waarom klimaatactivisten voor het basisinkomen zouden moeten zijn. verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Basisinkomen voor hen die het niet nodig hebben, rijken en nuggers.

Een regelmatig terugkerend verwijt aan voorstanders van basisinkomen is dat ze, door iedereen een bassinkomen te geven, geld verspillen door dat ook te geven aan hen die het niet nodig hebben.
Nu is geld verschaffen niet zonder meer verspilling, je stimuleert daarmee de economie en dat betaalt zichzelf in belangrijke mate weer terug.

Maar, zeker als het overheidsgeld betreft, is de  wens het geld zo goed mogelijk te besteden wel terecht.

In de eerst plaats wordt vaak gesteld dat rijken (zoals miljonairs) dat niet nodig hebben. Ze krijgen vanaf zekere leeftijd ondanks hun rijkdom ook al AOW, maar dat is in de ogen van deze tegenstanders ook al overbodige verspilling.
Maar juist een basisinkomen voor de rijkeren is nog niet zo lastig. Dat kun je terughalen door de belastingen voor de rijken iets te verhogen met een klein toptarief. Hoewel er natuurlijk twijfel is of dat uiteindelijk lukt, rijken zijn immers redelijk in staat om belasting te ontwijken.
En je voorkomt een hoop extra administratie en controle voor de groep die net in de buurt van de grens zit van rijk-genoeg-of-net-nog-niet!
Bovendien is de groep niet zo heel groot. Er zijn ruim 100.000 miljonairs in Nederland en ongeveer evenveel huishoudens die meer dan 2 ton inkomen per jaar hebben. We praten dus over een bedrag in de orde van € 1 miljard.

Lastiger is de groep mensen die geen inkomsten uit betaalde arbeid en geen uitkering hebben. Dit betreft waarschijnlijk  circa 2,1 miljoen mensen. Echt goede statistieken zijn hier niet voor, er is kennelijk geen behoefte deze groep al te zichtbaar te maken. Als je eenmaal uit het systeem van de (betaald) werkenden en de uitkeringsgerechtigden bent gevallen, word je onzichtbaar!
Het genoemde aantal is ontleend aan artikel op de site Batavirus van juni 2018: De echte cijfers van de arbeidsmarkt deel 2. Het aantal groeit nog steeds ondanks de juichende verhalen over de aantrekkende arbeidsmarkt.

Bij een basisinkomen van € 1.000 zou dat dus bruto om circa € 25 miljard gaan. Niet niks!

Wat weten we van deze groep? Ik vermoed dat er o.a. in zitten:

  • huisvrouwen en huismannen. Een deel daarvan zal er bewust voor gekozen hebben, een deel is dat tegen wil en dank overkomen
  • mensen die gedurende enkele jaren de verzorging van hun kinderen zelf doen, om ideologische en /of financiële redenen
  • renteniers
  • zelfstandigen met geen of weinig opdrachten die eerst hun eigen huis en hun eigen auto op moeten eten
  • daklozen
  • uitkeringsgerechtigden die uit het systeem zijn gegooid wegens evidente fraude
  • uitkeringsgerechtigden die uit het systeem zijn gegooid door systeemfouten
  • WW-ers waarvan de uitkering afloopt, zonder dat ze recht op bijstand hebben
  • illegale asielzoekers

​Dit lijstje is vast niet compleet!​

Er zitten subgroepen in die min of meer bewust gekozen hebben geen uitkering te willen (zoals traditionele huisvrouwen), maar ongetwijfeld ook schrijnende gevallen waar sprake zou kunnen zijn van systeem-onrecht. Die groepen lopen groot risico ook met schulden te komen zitten. Daar zit dan in Nederland de echte armoede!
Verhalen over de wreedheid van ons systeem van sociale zekerheid (zie bijvoorbeeld UWVreselijk) zullen vaak in deze hoek spelen.

​De hele groep wordt soms aangeduid met de term nugger.​ Zie Wikepedia:

Werklozen zonder recht op WW, IOAW, IOW of Participatiewet worden aangeduid als nugger (niet-uitkeringsgerechtigde). Hiertoe behoort ook de voormalige zelfstandige met nog enig vermogen. De nugger leeft van het inkomen van zijn partner of teert in op zijn vermogen. In het geval van een groot vermogen, waarbij van de opbrengst geleefd kan worden, is de nugger onvrijwillig rentenier.

Waarschijnlijk krijgt een deel van de genoemde groep wel een kleine uitkering of een belastingkorting. Bijvoorbeeld niet-werkende echtgenoten ontvangen jaarlijks een algemene heffingskorting van circa € 1.000 van de belastingdienst.
En voor hun wel geld verdienende partners zijn er vaak ook belastingvoordelen.

Een eerste vraag is of we iets meer weten over de samenstelling van de groep. Hoeveel van welk soort etc. En hoeveel geld welke subgroepen op dit moment toch nog krijgen, direct of indirect. Zijn er veel ‘korte’ nuggers of juist veel die het 50 jaar volhouden van 18 tot 68?

Zal wel lastig zijn om te achterhalen, maar wie weet!
Vermoedelijk betreft circa twee-derde deel huisvrouwen en huismannen, die vaak maar tijdelijk volledig zonder eigen inkomsten zitten. Dat betekent dat een deel van deze  nuggers behoort tot de rijkere huishoudens!

Evident is dat als we deze hele groep basisinkomen geven (wat uiteraard vanzelfsprekend is vanuit de definitie van dit begrip) er geld uit andere bron voor gevonden moet worden. Waarschijnlijk veel  minder dan de als voorbeeld genoemde € 25 miljard bij een basisinkomen van € 1.000, maar toch vast wel minstens de helft daarvan.

Zeker als het aandeel traditionele huisvrouwen en huismannen heel groot is, is een denkbare uitruil de afschaffing van de hypotheekrenteaftrek. Dat betreft circa € 14 miljard en de meeste huishoudens met niet verdienende huisvrouwen of  – mannen zullen daar nu flink profijt van hebben.
Of een bescheiden toptarief voor hoge inkomens, zoals aan het begin van dit artikel ook al is gesuggereerd voor de rijken die daarmee hun eigen basisinkomen terug betalen.

Reyer Brons, 6 augustus 2018

Illustratie: Pixabay

Het bericht Basisinkomen voor hen die het niet nodig hebben, rijken en nuggers. verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.