De Euro heeft de oude wisselkoersen niet nodig

martin-wolf

martin-wolfHet interview met Martin Wolf In de Volkskrant van 18 oktober 2014[1]  naar aanleiding van zijn boek (The shifts and the shocks, Allen Lane 2014 [2]) was voor mij het zoveelste bewijs dat het denken over de monetaire ordening niet verder komt dan clichés en de economie van de leerboekjes. In het hele interview kan ik geen enkel nieuw inzicht ontwaren.
Dat de banken zichzelf niet kunnen ordenen en dat de bank feitelijk een betrouwbare nutsbedrijf behoort te zijn is een waarheid als een koe, maar als de interviewer dan “probeert” er een overheidsinstelling van te maken schrikt Wolf zich kapot maar komt niet verder dan een oude reflex, nl. dat de sociaaldemocraten niets weten van bankieren.
Zijn terugverlangen naar flexibele wisselkoersen dus ieder zijn eigen landje is dan ook een volstrekt armoedebod, dat hij nergens ook maar enigszins overstijgt.
De problemen van de euro en van Europa zijn uiteraard niet gering, de huidige ordening schiet tekort dat is duidelijk en de zgn. “oplossingen” die voorlopig aan de orde zijn, blijken politiek niet houdbaar c.q. verkoopbaar. Dat de invoering van de Euro niet als een fata morgana kon worden ingevoerd is intussen duidelijk. Maar dat de oude wisselkoersen hiervoor een oplossing zouden zijn is een illusie en hooguit een gepasseerd station. Er is immers sprake van één interne markt, die ons een flinke welvaartssprong heeft opgeleverd en daar hoort één munt bij.
De flexibiliteit die de wisselkoers bood, werkte goed in een tijd van schaarste immers door de hogere wisselkoers werden de prijzen van Duitse producten hoger en die van Franse lager de prijsverhoudingen veranderden gewoon, zij pasten zich aan aan de productiviteit zoals dat heette. In een wereld van overproductie(capaciteit), zou de aanpassing van de wisselkoers in Duitsland tot werkeloosheid hebben geleid, door minder export en in Frankrijk zou de inflatie wat afgeremd zijn en de export zou wat meer ruimte hebben gekregen. Je kunt het ook anders zeggen de Duitsers zouden wat afgeremd zijn en de Fransen zouden wat opgejaagd zijn geworden.

Zonder die aanpassingsmogelijkheden (via de wisselkoers) leiden betalingsbalansverschillen nu in het land van overschot (Duitsland) tot (overheids)overschotten en in het land van het tekort tot (overheids)tekorten. In de huidige ordening betekent dat in Duitsland belastingverlagingen en in Frankrijk kortingen op de sociale uitkeringen. Het lijkt er dus op dat Frankrijk door Duitsland “afgeknepen” wordt, logisch stuiten we hier dus op politieke grenzen, zeker in vergelijking tot het voor-euro tijdperk.

Om in de wereld van de Euro met dit soort (wisselende) welvaartsverschillen om te kunnen gaan, op een wijze die recht doet aan ieders autonomie en levenskeuzes, is rücksichtlose aanpassing aan de Duitsers natuurlijk geen begaanbare weg, hoe zeer die ook door landen als Nederland en Duitsland zelf wordt gepropageerd. Er is echter een andere mogelijkheid die de trucmatige aanpassing via de wisselkoers overstijgt en werkt via het economisch systeem, het productiesysteem zelf. Het probleem immers dat steeds zal terugkeren is de ongelijke ontwikkeling van de productiviteit in de landen van de Euro c.q. van Europa. Om in deze omstandigheden steeds een “level playing field” te houden is het dus nodig om die productiviteitsverschillen a.h.w. van de samenleving af te romen. Op zo’n wijze heb je dan niet alleen een gemeenschappelijke markt van (eind) producten maar ook van de productiefactoren (arbeid) zelf.

Dit “afromen” is mogelijk door de “plaatsgebonden” productiefactor i.c. de arbeid op gelijke welvaartsniveaus te brengen. Dat kan door de plaatsgebonden onderhoudskosten (het onderhoud van arbeid) uit de kosten van de productiefactor arbeid te elimineren. Afhankelijk van het welvaartsniveau van het betreffende land, worden de kosten van levensonderhoud afgescheiden van de arbeidskosten die als loon worden verdiend c.q. betaald.
Die afgescheiden kosten van levensonderhoud worden als basisinkomen door de staat betaald aan iedere lid van de samenleving en zodoende uit de loonkosten gehaald. Door de aanpassing van het basisinkomen aan het welvaartsniveau, kunnen enerzijds de kosten voor de ondernemers in heel de wereld gelijk blijven terwijl toch de welvaartsongelijkheid via een gedifferentieerd basisinkomen aan de samenleving wordt doorgegeven.

Het Duitse basisinkomen kan dan bv. €14.000,- zijn, het Franse € 10.000,- en het Poolse €4.000,-, waardoor dus de Poolse vrachtautochauffeur met een “achterstand” van €6.000,- op zijn Franse collega begint en hierdoor dus ook de als oneerlijk gevoelde concurrentie van de Pool wordt voorkomen.
In de huidige impasse zou dat betekenen dat de Franse loonkosten ten opzichte van de Duitse een wat kleinere “subsidie” krijgen en dat de Duitse arbeiders gaan er dan qua koopkracht € 4.000,- op vooruit, precies het bedrag dat nodig is om het verschil in welvaart van de loonkosten af te romen.
Om deze verhoging van het basisinkomen te betalen, moeten de Duitse ondernemers de belastingen dwz. hun prijzen verhogen. Deze prijsverhoging wordt via een BOW (belasting op de onttrokken waarde) opgelegd aan de bedrijven al naargelang zij beslag leggen op grondstoffen en energie. Ook ten aanzien van het milieu werkt dit positief.

Loonbelasting en verdere lasten op de lonen horen in dit systeem niet thuis. De Duitse loonkosten hoeven niet omhoog terwijl de Duitse arbeider wel meer krijgt. Een dergelijk systeem dat de welvaart(sgroei) meteen aan de samenleving ten goede laat komen zorgt er bovendien voor dat door verhoging (en ev. verlaging) van het basisinkomen onvrijwillige werkeloosheid tot het verleden gaat horen.
Een economisch systeem dat werkt via een systeem van OBi (onvoorwaardelijk basisinkomen), geeft bovendien aan de mensen bestaanszekerheid en aan de samenleving creativiteit. Het bevrijdt de arbeid en de arbeider uit het huidige systeem waarin zij beiden zitten opgesloten, dat immers de arbeider vastpint op zijn baan(tje) en het werken lastig maakt door het aan alle mogelijke voorwaarden te binden.
Nu robots ons werk en onze baantjes alsmaar meer zullen gaan overnemen, zorgt een dergelijk systeem ervoor dat wij die robots als onze bevrijders eerder dan als onze concurrenten kunnen zien. Wij geven hun het werk en behouden zelf het “inkomen” dat zij genereren. Ook zaken als onderbesteding etc. zullen dan niet meer als problemen worden gezien.
Maastricht, 19 oktober 2014 Leon Segers, econometrist

Het bericht De Euro heeft de oude wisselkoersen niet nodig verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

De Euro heeft de oude wisselkoersen niet nodig

martin-wolf

martin-wolfHet interview met Martin Wolf In de Volkskrant van 18 oktober 2014[1]  naar aanleiding van zijn boek (The shifts and the shocks, Allen Lane 2014 [2]) was voor mij het zoveelste bewijs dat het denken over de monetaire ordening niet verder komt dan clichés en de economie van de leerboekjes. In het hele interview kan ik geen enkel nieuw inzicht ontwaren.
Dat de banken zichzelf niet kunnen ordenen en dat de bank feitelijk een betrouwbare nutsbedrijf behoort te zijn is een waarheid als een koe, maar als de interviewer dan “probeert” er een overheidsinstelling van te maken schrikt Wolf zich kapot maar komt niet verder dan een oude reflex, nl. dat de sociaaldemocraten niets weten van bankieren.
Zijn terugverlangen naar flexibele wisselkoersen dus ieder zijn eigen landje is dan ook een volstrekt armoedebod, dat hij nergens ook maar enigszins overstijgt.
De problemen van de euro en van Europa zijn uiteraard niet gering, de huidige ordening schiet tekort dat is duidelijk en de zgn. “oplossingen” die voorlopig aan de orde zijn, blijken politiek niet houdbaar c.q. verkoopbaar. Dat de invoering van de Euro niet als een fata morgana kon worden ingevoerd is intussen duidelijk. Maar dat de oude wisselkoersen hiervoor een oplossing zouden zijn is een illusie en hooguit een gepasseerd station. Er is immers sprake van één interne markt, die ons een flinke welvaartssprong heeft opgeleverd en daar hoort één munt bij.
De flexibiliteit die de wisselkoers bood, werkte goed in een tijd van schaarste immers door de hogere wisselkoers werden de prijzen van Duitse producten hoger en die van Franse lager de prijsverhoudingen veranderden gewoon, zij pasten zich aan aan de productiviteit zoals dat heette. In een wereld van overproductie(capaciteit), zou de aanpassing van de wisselkoers in Duitsland tot werkeloosheid hebben geleid, door minder export en in Frankrijk zou de inflatie wat afgeremd zijn en de export zou wat meer ruimte hebben gekregen. Je kunt het ook anders zeggen de Duitsers zouden wat afgeremd zijn en de Fransen zouden wat opgejaagd zijn geworden.

Zonder die aanpassingsmogelijkheden (via de wisselkoers) leiden betalingsbalansverschillen nu in het land van overschot (Duitsland) tot (overheids)overschotten en in het land van het tekort tot (overheids)tekorten. In de huidige ordening betekent dat in Duitsland belastingverlagingen en in Frankrijk kortingen op de sociale uitkeringen. Het lijkt er dus op dat Frankrijk door Duitsland “afgeknepen” wordt, logisch stuiten we hier dus op politieke grenzen, zeker in vergelijking tot het voor-euro tijdperk.

Om in de wereld van de Euro met dit soort (wisselende) welvaartsverschillen om te kunnen gaan, op een wijze die recht doet aan ieders autonomie en levenskeuzes, is rücksichtlose aanpassing aan de Duitsers natuurlijk geen begaanbare weg, hoe zeer die ook door landen als Nederland en Duitsland zelf wordt gepropageerd. Er is echter een andere mogelijkheid die de trucmatige aanpassing via de wisselkoers overstijgt en werkt via het economisch systeem, het productiesysteem zelf. Het probleem immers dat steeds zal terugkeren is de ongelijke ontwikkeling van de productiviteit in de landen van de Euro c.q. van Europa. Om in deze omstandigheden steeds een “level playing field” te houden is het dus nodig om die productiviteitsverschillen a.h.w. van de samenleving af te romen. Op zo’n wijze heb je dan niet alleen een gemeenschappelijke markt van (eind) producten maar ook van de productiefactoren (arbeid) zelf.

Dit “afromen” is mogelijk door de “plaatsgebonden” productiefactor i.c. de arbeid op gelijke welvaartsniveaus te brengen. Dat kan door de plaatsgebonden onderhoudskosten (het onderhoud van arbeid) uit de kosten van de productiefactor arbeid te elimineren. Afhankelijk van het welvaartsniveau van het betreffende land, worden de kosten van levensonderhoud afgescheiden van de arbeidskosten die als loon worden verdiend c.q. betaald.
Die afgescheiden kosten van levensonderhoud worden als basisinkomen door de staat betaald aan iedere lid van de samenleving en zodoende uit de loonkosten gehaald. Door de aanpassing van het basisinkomen aan het welvaartsniveau, kunnen enerzijds de kosten voor de ondernemers in heel de wereld gelijk blijven terwijl toch de welvaartsongelijkheid via een gedifferentieerd basisinkomen aan de samenleving wordt doorgegeven.

Het Duitse basisinkomen kan dan bv. €14.000,- zijn, het Franse € 10.000,- en het Poolse €4.000,-, waardoor dus de Poolse vrachtautochauffeur met een “achterstand” van €6.000,- op zijn Franse collega begint en hierdoor dus ook de als oneerlijk gevoelde concurrentie van de Pool wordt voorkomen.
In de huidige impasse zou dat betekenen dat de Franse loonkosten ten opzichte van de Duitse een wat kleinere “subsidie” krijgen en dat de Duitse arbeiders gaan er dan qua koopkracht € 4.000,- op vooruit, precies het bedrag dat nodig is om het verschil in welvaart van de loonkosten af te romen.
Om deze verhoging van het basisinkomen te betalen, moeten de Duitse ondernemers de belastingen dwz. hun prijzen verhogen. Deze prijsverhoging wordt via een BOW (belasting op de onttrokken waarde) opgelegd aan de bedrijven al naargelang zij beslag leggen op grondstoffen en energie. Ook ten aanzien van het milieu werkt dit positief.

Loonbelasting en verdere lasten op de lonen horen in dit systeem niet thuis. De Duitse loonkosten hoeven niet omhoog terwijl de Duitse arbeider wel meer krijgt. Een dergelijk systeem dat de welvaart(sgroei) meteen aan de samenleving ten goede laat komen zorgt er bovendien voor dat door verhoging (en ev. verlaging) van het basisinkomen onvrijwillige werkeloosheid tot het verleden gaat horen.
Een economisch systeem dat werkt via een systeem van OBi (onvoorwaardelijk basisinkomen), geeft bovendien aan de mensen bestaanszekerheid en aan de samenleving creativiteit. Het bevrijdt de arbeid en de arbeider uit het huidige systeem waarin zij beiden zitten opgesloten, dat immers de arbeider vastpint op zijn baan(tje) en het werken lastig maakt door het aan alle mogelijke voorwaarden te binden.
Nu robots ons werk en onze baantjes alsmaar meer zullen gaan overnemen, zorgt een dergelijk systeem ervoor dat wij die robots als onze bevrijders eerder dan als onze concurrenten kunnen zien. Wij geven hun het werk en behouden zelf het “inkomen” dat zij genereren. Ook zaken als onderbesteding etc. zullen dan niet meer als problemen worden gezien.
Maastricht, 19 oktober 2014 Leon Segers, econometrist

Het bericht De Euro heeft de oude wisselkoersen niet nodig verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Denkt de SP zo over sociale zekerheid en het basisinkomen?

spanning

spanningIn het laatste verschenen nummer van SPANNING, een uitgave van het wetenschappelijk bureau van de SP (jaargang 16, nummer 8, september 2014) staat een vrij groot interview met Paul Uhlenbelt onder de titel  “Een basisinkomen voor iedereen: sympathiek idee of verwerpelijk voorstel?” Het is de moeite waard om te lezen. Alleen al om de huidige visie van de SP op het sociale klimaat. De laatste zin is:”Werkende mensen hebben recht op een groter deel van ‘de taart’, maar daar is klassenstrijd voor nodig. Als iedereen een basisinkomen krijgt, dan kun je dat wel vergeten.”

Het is jammer dat de heer Uhlenbelt vervalt in extremen. Zo benadrukt hij dat het basisinkomen vooral een liberaal idee zou zijn – wat overigens door de geschiedenis van dit idee (zie ook hier) wordt tegengesproken -. Dan stelt hij een hoogte[1] van het basisinkomen voor van 1800 euro (geen idee hoe hij op dat bedrag komt), daarna suggereert hij echter dat het basisinkomen niet meer dan een paar honderd euro per maand zou bedragen en weer verderop stelt hij dat volgens de “meest riante” berekening een basisinkomen hoogstens 700 euro zou kunnen bedragen, waarmee je het armoedeprobleem niet kan oplossen.

Zijn argumenten tegen een basisinkomen zijn:

  1. de solidariteit wordt verlaagd omdat de vakbonden daarmee buitenspel worden gezet. Vakbonden zouden met het bestaan van een basisinkomen immers niet meer serieus genomen worden door de werkgevers, en mensen met flexibele jobs zijn vaak slecht georganiseerd en ondervertegenwoordigd in de vakbonden;
  2. de lonen zouden omlaag gaan, omdat mensen immers al een financiële steun in de rug hebben;
  3. de positie van werkenden zou ondermijnd worden, want mensen met flexibele jobs zijn vaak slecht georganiseerd en ondervertegenwoordigd in de vakbonden;
  4. de invoering van het basisinkomen zou funest zijn voor het systeem van sociale zekerheid doordat het basisinkomen niet genoeg zou zijn om van te leven en de werkenden dan juist wel aannemen dat ieder individu genoeg krijgt en zij zich dus geen zorgen hoeven te maken om de mensen zonder baan;
  5. het zet de mensen die niet mee kunnen komen genadeloos aan de kant.

Als socialist gaat Paul Uhlenbelt uit van het principe dat je een samenleving met zijn allen opbouwt en daarom is hij voor het in stand houden van het prachtige systeem van de sociale zekerheid dat door de vakbeweging is bevochten. ”Iedereen heeft recht op een menswaardig bestaan en daarom moet de overheid garant staan voor goede sociale voorzieningen. Daartegenover staat dat iedereen ook de plicht heeft om naar vermogen bij te dragen aan de samenleving. Het idee van bijdragen aan de samenleving mis ik in het idee van het basisinkomen. Tegen de achtergrond van de werkeloosheid lijkt het basisinkomen een sympathieke oplossing. Je hoeft er niets voor te doen. Je krijgt het zo in het schoot geworpen. Wie gaat er nog werken als het basisinkomen hoog genoeg is? Wie gaat dan al het werk doen dat gedaan moet worden om de samenleving draaiende te houden?”  

Paul Uhlenbelt, heb je toevallig de film “Basisinkomen – een cultuurimpuls” bekeken? Want deze laatste zinsnede lijkt er letterlijk uit overgenomen. En jouw antwoord op de vraag wie er nog gaat werken, is: “Ik niet. Ik zou mijn tuin niet meer uitkomen”. Geen probleem, Paul. Dat mag. De meesten mensen antwoorden echter: “Ik zou mijn droom gaan najagen en écht iets gaan betekenen voor de samenleving.” Jij zegt: “Je werk is niet alleen een bron van privé-inkomsten, het is ook jouw bijdrage aan de samenleving.”  Zouden de meesten mensen dit op het ogenblik zo voelen? Dat zij hun bijdrage aan de samenleving leveren door hun werk? Je zegt ook: “Alsof sommige linkse voorstanders van het basisinkomen het recht op luiheid bepleiten. Het recht op niet meedoen.” Met wie heb jij over het basisinkomen  gesproken? Waarschijnlijk niet met voorstanders van een Onvoorwaardelijk Basisinkomen dat bestemd is voor iedereen, individueel, zonder verplichte tegenprestaties, zonder partnertoets, zonder vermogenstoets en dat hoog genoeg is om sober van te kunnen leven en als volwaardig burger aan de samenleving deel te kunnen nemen.

De meeste tegenargumenten die jij aanvoert berusten op speculatie.

De resultaten van alle experimenten (zoals dit project in India) die wij tot nog toe kennen – feiten dus – wijzen op het tegengestelde: meer solidariteit, betere hygiëne, meer mensen volgen onderwijs, de volksgezondheid en het ondernemerschap nemen toe. En zeg nu zelf: waar vind je meer solidariteit dan tussen mensen die zonder voorwaarden iets aan elkaar geven?

Jouw standpunt is: “Je moet daarentegen het minimumloon verhogen, de bijstandsuitkering, het werk beter verdelen. Meer werkgelegenheid creëren”. Is dat laatste niet al sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw de leus? Zijn we daar ooit in geslaagd? Is dit niet gewoon fictie? Wat gebeurt er in de praktijk met de minimumlonen en de uitkeringen?

Hoe demotiverend zijn momenteel de voorwaarden om een uitkering te mogen ontvangen! Je wordt daardoor niet gestimuleerd om activiteiten te ontplooien, nee, je wordt er juist door begrensd. Hoeveel mensen zouden zich niet vrijer voelen met een onvoorwaardelijk basisinkomen, om zich op hun eigen manier in te kunnen zetten voor de samenleving? Zoveel mensen die zich nu met veel moeite inzetten, en zoveel mensen die er niet (in geld) voor gewaardeerd worden! Denk aan al het vrijwilligerswerk dat mensen doen, inclusief mantelzorg, het huishouden en het opvoeden van kinderen!

Hoeveel mensen zijn er die het hoofd net (niet) boven water kunnen houden? Hoeveel gaan het er worden dankzij onze nog steeds neo-liberale politiek? Hoeveel mensen zonder inkomen worden er met de uitkeringen niet bereikt?

”Iedereen heeft recht op een menswaardig bestaan en daarom moet de overheid garant staan voor goede sociale voorzieningen”,  zeg jij.  Wij zeggen: “Sterker nog: Iedereen heeft het geboorterecht op zijn deel van wat de aarde ons schenkt en van wat er door onze voorouders aan welvaart is voortgebracht.” Laten we dat onderbrengen in een basisinkomen of burgerloon hoe je het ook wilt noemen, als we het maar onvoorwaardelijk aan elkaar geven, zodat iedereen een financieel fundament heeft waar hij of zij steeds weer verder op voort kan bouwen.

“Het geld is er” – zeg je samen met ons – “althans als we wat slimmer belasten”. “ Vermogensbelasting!” Daarover zijn we het eens. De mensen die het nodig hebben door de speciale omstandigheden waarin zij verkeren geven we extra, zodat ze niet dieper in de armoede wegzinken. En daarnaast willen we een geheel nieuw belastingstelsel. Belast de belasting van de aarde, want daar zijn we samen verantwoordelijk voor. Belast het verbruik, de vervuiling, de CO2-uitstoot. Het moet anders, en het kan anders. Als we maar willen.

Met hartelijke groet,

Ad Planken

Basisinkomen actueel sinds 29 september 2014, week 40

[1] http://basisinkomen.eu/, 60 % van het zogenaamde nationale mediaan netto-equivalent inkomen

Het bericht Denkt de SP zo over sociale zekerheid en het basisinkomen? verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Het succes van een burgerinitiatief

Basisinkomen Gratis Geld

Basisinkomen Gratis GeldNa de aflevering “Gratis geld” van Tegenlicht op 21 september 2014 was het onvoorwaardelijk basisinkomen even trending toppic op twitter. Nooit eerder was de belangstelling voor basisinkomen zo groot. De tijd is er meer dan rijp voor. Waar komt dit succes ineens vandaan? En nog belangrijker hoe houden we het onderwerp in de belangstelling?

Het onderwerp basisinkomen is beslist niet nieuw. Er bestaan genoeg historische overzichtendie laten zien dat het basisinkomen al een paar eeuwen onderwerp van gesprek is. In zijn boek Utopia pleitte Thomas More (1478-1535) ervoor om dieven niet te straffen maar juist in hun bestaan te voorzien om zo diefstal te voorkomen. In de crisisjaren ’80 werd basisinkomen het speerpunt van de politieke partij De Groenen en was het een serieuze aanbeveling in het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR 1985). Midden jaren ’90 zetten de toenmalige ministers Zalm (VVD) en Wijers (D66) het nogmaals op de politieke agenda maar is het door de eindspurt die de economie inzette, om het millennium gunstig af te sluiten, wederom aan de aandacht ontsnapt.

Het ontstaan van een burgerinitiatief
Het basisinkomen is een bedrag dat door de overheid zonder voorwaarden aan iedere burger wordt gegeven om in het onderhoud te voorzien. In de grondwet is vastgelegd dat ieder mens recht heeft op bestaanszekerheid en daarmee is het een mensenrecht. Het bedrag is hoog genoeg om zonder luxe van te kunnen leven. Hoe hoog het gezinsinkomen is en de samenstelling van het gezin is niet relevant. Een belangrijk verschil met een uitkering is dat iedereen gerechtigd is om er naast te werken om het basisinkomen aan te vullen. Controle is niet nodig en het onnodig rondpompen van geld in de vorm van uitkeringen, subsidies en toeslagen is passé.

BasisinkomenTijdens haar feestelijke 20-jarig jubileum in 2011 kondigde de Vereniging Basisinkomen aan dat zij bezig was samen met een aantal Europese lidstaten om voorbereidingen te treffen voor een Europees Burgerinitiatief. In februari 2013 ging het Europees Burgerinitiatief Basisinkomen van start in nagenoeg alle lidstaten van de EU. Het doel was om nu voor eens en voor altijd korte metten te maken met het beeld dat het basisinkomen onbetaalbaar is. Zolang er geen gedegen onderzoek heeft plaatsgevonden blijft de manier waarop het ingericht moet worden en of het betaalbaar is onduidelijk.

De jeugd heeft de toekomst
Het burgerinitiatief, ondersteunt door de Zwitserse film “Grundeinkommen, ein Kulturimpuls” uit 2008 van Daniel Häni en Enno Schmidt, deed flink stof opwaaien. Het bracht in heel Europa actiegroepen op de been om ruchtbaarheid te geven aan het burgerinitiatief en om stemmen te werven. Zelf heb ik nog op het Malieveld gestaan om een menigte toe te spreken. Ondertussen groeide de belangstelling vooral onder jongeren. In oktober 2013, halverwege het campagnejaar, verscheen een artikel bij De Correspondent van Rutger Bregman, een jonge historicus, die zijn voorkeur uitsprak voor een basisinkomen. Hij liet zich inspireren door een experiment uit 2009 in Londen waar 13 daklozen gratis geld kregen om zichzelf daarmee uit het moeras te trekken. De resultaten waren verbluffend. Van de deelnemers hadden na een jaar 11 daklozen een beter bestaan opgebouwd en waren van de straat. Eindelijk kwam 500 jaar na dato de onderbouwing van het idee van Thomas More.

Met de controversiële term “gratis geld” wist Bregman de aandacht op het onderwerp te vestigen en op zichzelf. Eveneens in het campagnejaar meldde Joeri Oltheten zich bij de voorzitter van de Vereniging Basisinkomen met een idee. Deze enthousiaste jonge ondernemer en muzikant wilde speciaal voor het onderwerp basisinkomen muziek schrijven en een filmclip maken. Hij werd met open armen ontvangen. Het nummer “Het goede leven” van Pharao en Yara is inmiddels een feit en werd in mei 2014 feestelijk geïntroduceerd tijdens een gezellige barbecue van de Vereniging Basisinkomen. Daar werden ook opnamen gemaakt door de VPRO voor de aflevering “Gratis geld” van Tegenlicht.

De politiek krijgt zin in basisinkomen

Misschien was een burgerinitiatief nog net even te hoog gegrepen want het benodigde aantal handtekeningen van 1 miljoen in minimaal 7 Europese lidstaten is niet gehaald. Nederland haalde haar quotum met ruim 20.000 stemmen evenals Bulgarije, Slovenië, Kroatië, België en Estland. Totaal heeft het burgerinitiatief bijna 300.000 stemmen binnengehaald en is het onderwerp sinds 2013 niet meer uit de media weg te denken. Ook de politiek begint zich te roeren. De partijen die zitting hebben in de Tweede Kamer durven zich niet te branden aan het onderwerp in tegenstelling tot kleinere politieke partijen.

De Groenen Poster JolandaDe Groenen, waarvoor ik lijsttrekker mocht zijn, grepen de verkiezingen voor het Europarlement in mei 2014 aan om haar speerpunt ‘basisinkomen’ extra te benadrukken. Bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2014 deed een nieuw opgerichte Basisinkomen Partij van zich horen. Inmiddels proberen diverse kleinere partijen mee te varen op het succes van de groeiende belangstelling voor basisinkomen en buitelen soms over elkaar heen om met het basisinkomen goede sier te maken en kiezers te trekken. Een beetje jammer, want ik geloof in samenwerken en de handen ineen slaan in plaats van elkaar de loef af te steken.

Participatiesamenleving
Niet alleen het burgerinitiatief heeft het onderwerp basisinkomen een impuls gegeven ook het feit dat de overheid terugtreedt en in rap tempo de verzorgingsstaat afbouwt en doordat de crisis de bodem van de schatkist laat zien waardoor duidelijk is geworden waar de gaten vallen in onze samenleving. De burger moet zelfredzaam worden met schrijnende voorbeelden van bejaarden die ineens moeten verhuizen enmantelzorgende AOW’ers die gekort worden omdat ze af en toe als verzorger bij iemand blijven overnachten.

Mensen die door de crisis merken dat hun werkloosheid uitzichtloos wordt en ineens aangewezen zijn op de bijstand waardoor ze hun huis en soms zelfs hun pensioen moeten opeten. ZZP-ers in de zorg die door onduidelijke regels ineens hun werk niet meer in zelfstandigheid mogen doen waardoor ze verplicht inactief worden en op kosten van de samenleving achter de geraniums belanden. Mensen die getroffen worden door onduidelijke regels die elke vorm van redelijkheid te buiten lijken te gaan en sommigen tot fraudeur maakt om aan de uitzichtloze situaties te ontsnappen. Of ten einde raad van een flat springen omdat de toekomst een donker gat is geworden. Feit is dat door de terugtredende overheid en de crisis de armoede is toegenomen, ook in Nederland.

loesjeDe toekomst begint vandaag
Steeds meer mensen zien de toekomst somber in en vragen zich af of de arbeidsmarkt ooit wel weer aantrekt? Waarom heren en dames politici treedt de overheid terug maar geeft de burger geen instrumenten om zelfredzaam te kunnen zijn? Bij zijn aantreden als Minister-President beloofde Mark Rutte de regeldruk te verminderen, maar het tegendeel is gebeurd. Hoe kunnen wij zelf sturen als de regels onduidelijk en complex zijn en de hulpmiddelen afwezig? Nu de regering wakker wordten begint te beseffen dat onze arbeidsmarkt nooit meer zal worden wat het geweest is en dat de toekomst van arbeid er totaal anders uit gaat zien, zal zij met oplossingen moeten komen. Het onvoorwaardelijk basisinkomen is een heel mooi instrument om onze economie klaar te stomen voor de 21ste eeuw.

De urgentie is er. De wens van heel veel burgers is er. De bereidheid van heel veel actieve mensen is er. De initiatieven zijn er. De aandacht in de pers en op social media is er. Nu is de regering aan zet om als eerste stap een onderzoek naar de haalbaarheid en de implementatievoorwaarden te laten uitvoeren. Waarom wachten tot een volgend burgerinitiatief? Waarom nog langer wachten? De toekomst is NU.

Meer inspiratie nodig kijk eens hier op de site of bij http://basisinkomen.nu

Jolanda Verburg http://jolandaverburg.blogspot.nl/2014/10/het-succes-van-een-burgerinitiatief.html

Het bericht Het succes van een burgerinitiatief verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Het succes van een burgerinitiatief

Basisinkomen Gratis Geld

Basisinkomen Gratis GeldNa de aflevering “Gratis geld” van Tegenlicht op 21 september 2014 was het onvoorwaardelijk basisinkomen even trending toppic op twitter. Nooit eerder was de belangstelling voor basisinkomen zo groot. De tijd is er meer dan rijp voor. Waar komt dit succes ineens vandaan? En nog belangrijker hoe houden we het onderwerp in de belangstelling?

Het onderwerp basisinkomen is beslist niet nieuw. Er bestaan genoeg historische overzichtendie laten zien dat het basisinkomen al een paar eeuwen onderwerp van gesprek is. In zijn boek Utopia pleitte Thomas More (1478-1535) ervoor om dieven niet te straffen maar juist in hun bestaan te voorzien om zo diefstal te voorkomen. In de crisisjaren ’80 werd basisinkomen het speerpunt van de politieke partij De Groenen en was het een serieuze aanbeveling in het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR 1985). Midden jaren ’90 zetten de toenmalige ministers Zalm (VVD) en Wijers (D66) het nogmaals op de politieke agenda maar is het door de eindspurt die de economie inzette, om het millennium gunstig af te sluiten, wederom aan de aandacht ontsnapt.

Het ontstaan van een burgerinitiatief
Het basisinkomen is een bedrag dat door de overheid zonder voorwaarden aan iedere burger wordt gegeven om in het onderhoud te voorzien. In de grondwet is vastgelegd dat ieder mens recht heeft op bestaanszekerheid en daarmee is het een mensenrecht. Het bedrag is hoog genoeg om zonder luxe van te kunnen leven. Hoe hoog het gezinsinkomen is en de samenstelling van het gezin is niet relevant. Een belangrijk verschil met een uitkering is dat iedereen gerechtigd is om er naast te werken om het basisinkomen aan te vullen. Controle is niet nodig en het onnodig rondpompen van geld in de vorm van uitkeringen, subsidies en toeslagen is passé.

BasisinkomenTijdens haar feestelijke 20-jarig jubileum in 2011 kondigde de Vereniging Basisinkomen aan dat zij bezig was samen met een aantal Europese lidstaten om voorbereidingen te treffen voor een Europees Burgerinitiatief. In februari 2013 ging het Europees Burgerinitiatief Basisinkomen van start in nagenoeg alle lidstaten van de EU. Het doel was om nu voor eens en voor altijd korte metten te maken met het beeld dat het basisinkomen onbetaalbaar is. Zolang er geen gedegen onderzoek heeft plaatsgevonden blijft de manier waarop het ingericht moet worden en of het betaalbaar is onduidelijk.

De jeugd heeft de toekomst
Het burgerinitiatief, ondersteunt door de Zwitserse film “Grundeinkommen, ein Kulturimpuls” uit 2008 van Daniel Häni en Enno Schmidt, deed flink stof opwaaien. Het bracht in heel Europa actiegroepen op de been om ruchtbaarheid te geven aan het burgerinitiatief en om stemmen te werven. Zelf heb ik nog op het Malieveld gestaan om een menigte toe te spreken. Ondertussen groeide de belangstelling vooral onder jongeren. In oktober 2013, halverwege het campagnejaar, verscheen een artikel bij De Correspondent van Rutger Bregman, een jonge historicus, die zijn voorkeur uitsprak voor een basisinkomen. Hij liet zich inspireren door een experiment uit 2009 in Londen waar 13 daklozen gratis geld kregen om zichzelf daarmee uit het moeras te trekken. De resultaten waren verbluffend. Van de deelnemers hadden na een jaar 11 daklozen een beter bestaan opgebouwd en waren van de straat. Eindelijk kwam 500 jaar na dato de onderbouwing van het idee van Thomas More.

Met de controversiële term “gratis geld” wist Bregman de aandacht op het onderwerp te vestigen en op zichzelf. Eveneens in het campagnejaar meldde Joeri Oltheten zich bij de voorzitter van de Vereniging Basisinkomen met een idee. Deze enthousiaste jonge ondernemer en muzikant wilde speciaal voor het onderwerp basisinkomen muziek schrijven en een filmclip maken. Hij werd met open armen ontvangen. Het nummer “Het goede leven” van Pharao en Yara is inmiddels een feit en werd in mei 2014 feestelijk geïntroduceerd tijdens een gezellige barbecue van de Vereniging Basisinkomen. Daar werden ook opnamen gemaakt door de VPRO voor de aflevering “Gratis geld” van Tegenlicht.

De politiek krijgt zin in basisinkomen

Misschien was een burgerinitiatief nog net even te hoog gegrepen want het benodigde aantal handtekeningen van 1 miljoen in minimaal 7 Europese lidstaten is niet gehaald. Nederland haalde haar quotum met ruim 20.000 stemmen evenals Bulgarije, Slovenië, Kroatië, België en Estland. Totaal heeft het burgerinitiatief bijna 300.000 stemmen binnengehaald en is het onderwerp sinds 2013 niet meer uit de media weg te denken. Ook de politiek begint zich te roeren. De partijen die zitting hebben in de Tweede Kamer durven zich niet te branden aan het onderwerp in tegenstelling tot kleinere politieke partijen.

De Groenen Poster JolandaDe Groenen, waarvoor ik lijsttrekker mocht zijn, grepen de verkiezingen voor het Europarlement in mei 2014 aan om haar speerpunt ‘basisinkomen’ extra te benadrukken. Bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2014 deed een nieuw opgerichte Basisinkomen Partij van zich horen. Inmiddels proberen diverse kleinere partijen mee te varen op het succes van de groeiende belangstelling voor basisinkomen en buitelen soms over elkaar heen om met het basisinkomen goede sier te maken en kiezers te trekken. Een beetje jammer, want ik geloof in samenwerken en de handen ineen slaan in plaats van elkaar de loef af te steken.

Participatiesamenleving
Niet alleen het burgerinitiatief heeft het onderwerp basisinkomen een impuls gegeven ook het feit dat de overheid terugtreedt en in rap tempo de verzorgingsstaat afbouwt en doordat de crisis de bodem van de schatkist laat zien waardoor duidelijk is geworden waar de gaten vallen in onze samenleving. De burger moet zelfredzaam worden met schrijnende voorbeelden van bejaarden die ineens moeten verhuizen enmantelzorgende AOW’ers die gekort worden omdat ze af en toe als verzorger bij iemand blijven overnachten.

Mensen die door de crisis merken dat hun werkloosheid uitzichtloos wordt en ineens aangewezen zijn op de bijstand waardoor ze hun huis en soms zelfs hun pensioen moeten opeten. ZZP-ers in de zorg die door onduidelijke regels ineens hun werk niet meer in zelfstandigheid mogen doen waardoor ze verplicht inactief worden en op kosten van de samenleving achter de geraniums belanden. Mensen die getroffen worden door onduidelijke regels die elke vorm van redelijkheid te buiten lijken te gaan en sommigen tot fraudeur maakt om aan de uitzichtloze situaties te ontsnappen. Of ten einde raad van een flat springen omdat de toekomst een donker gat is geworden. Feit is dat door de terugtredende overheid en de crisis de armoede is toegenomen, ook in Nederland.

loesjeDe toekomst begint vandaag
Steeds meer mensen zien de toekomst somber in en vragen zich af of de arbeidsmarkt ooit wel weer aantrekt? Waarom heren en dames politici treedt de overheid terug maar geeft de burger geen instrumenten om zelfredzaam te kunnen zijn? Bij zijn aantreden als Minister-President beloofde Mark Rutte de regeldruk te verminderen, maar het tegendeel is gebeurd. Hoe kunnen wij zelf sturen als de regels onduidelijk en complex zijn en de hulpmiddelen afwezig? Nu de regering wakker wordten begint te beseffen dat onze arbeidsmarkt nooit meer zal worden wat het geweest is en dat de toekomst van arbeid er totaal anders uit gaat zien, zal zij met oplossingen moeten komen. Het onvoorwaardelijk basisinkomen is een heel mooi instrument om onze economie klaar te stomen voor de 21ste eeuw.

De urgentie is er. De wens van heel veel burgers is er. De bereidheid van heel veel actieve mensen is er. De initiatieven zijn er. De aandacht in de pers en op social media is er. Nu is de regering aan zet om als eerste stap een onderzoek naar de haalbaarheid en de implementatievoorwaarden te laten uitvoeren. Waarom wachten tot een volgend burgerinitiatief? Waarom nog langer wachten? De toekomst is NU.

Meer inspiratie nodig kijk eens hier op de site of bij http://basisinkomen.nu

Jolanda Verburg http://jolandaverburg.blogspot.nl/2014/10/het-succes-van-een-burgerinitiatief.html

Het bericht Het succes van een burgerinitiatief verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.