Hoe kan een basisinkomen gefinancierd worden?

linconditionnel-numero1-uneHet is geen gemakkelijke opgave om zoveel mogelijk financieringsbronnen voor een basisinkomen in een enkel artikel samen te vatten. Het zijn er namelijk heel veel: van de meest voor de hand liggende tot aan de meest radicale. De keuze voor een bepaalde vorm van financiering is des te ingewikkelder omdat papier weinig ruimte laat voor gedetailleerde informatie. Wij, de schrijvers van dit artikel, willen hier een eerste introductie van mogelijke methoden voor financiering geven samen met de argumenten van de voorstanders. Dit schematische overzicht is bedoeld om de financiële haalbaarheid van het basisinkomen aan te tonen, niet om een bepaald bedrag te noemen. De hoogte van het basisinkomen moet democratisch worden vastgesteld.

Belastingen

Hieronder staan financieringsvoorstellen door middel van verplichte inhoudingen. Het gaat om belastingen, heffingen of premies.

a. Inkomstenbelasting
Een mogelijkheid om het basisinkomen te financieren is door middel van de inkomstenbelasting – vanaf de eerste verdiende euro – door de huidige eerste vrijgestelde schijf te schrappen. Om bijvoorbeeld een basisinkomen van € 450 per maand in Frankrijk te financieren, zou over de eerste inkomensschijf ongeveer 30% belasting op de netto-inkomsten geheven kunnen worden. Men zou wel iedere maand – of zelfs aan de bron – belasting moeten innen om de laagste inkomens niet in moeilijkheden te brengen.

Politieke, filosofische of ideologische verantwoording van de voorstanders: In deze benadering is het basisinkomen eerst en vooral het logische gevolg van solidariteit en de strijd tegen armoede. Ongetwijfeld stijgt de belastingdruk voor huishoudens, maar deze stijging wordt gecompenseerd door het basisinkomen (zodat het besteedbaar inkomen min of meer gelijk blijft). Met een basisinkomen op het niveau van het sociale minimum (RSA; Revenu de Solidarité Active; https://fr.wikipedia.org/wiki/Revenu_de_solidarit%C3%A9_active), zal het de huidige herverdeling niet ingrijpend veranderen. Een hoger basisinkomen zou hogere belastingtarieven, maar ook meer autonomie en minder ongelijkheid betekenen.

Auteurs die over dit onderwerp geschreven hebben of dit standpunt onderschrijven: Marc de Basquiat, Milton Friedman, Baptiste Mylondo.

b. Sociale premies
Er wordt een nieuwe sociale premie in het leven geroepen waarmee een fonds gevuld wordt om het basisinkomen te financieren. De basis van deze inhouding wordt gevormd door de loonsom of de BTW (zie het volgende voorstel). In deze benadering vervangt het basisinkomen voor een deel het salaris (je zou kunnen zeggen dat het een vermaatschappelijking van een deel van het salaris is).

Politieke, filosofische of ideologische verantwoording van de voorstanders: Dit voorstel gaat ervan uit dat loonarbeid niet de enige bron is van waardecreatie voor een bedrijf. Het profiteert ook van de collectieve inspanningen van hoofd en hart die wij allen zonder tegenprestatie gewoon zijn te doen buiten de betaalde werkuren. Een sociale bijdrage maakt het dus mogelijk om deze andere productiefactor, naast arbeid en kapitaal, te belonen.

Een auteur die over dit onderwerp geschreven heeft of dit standpunt onderschrijft: Yoland Bresson.

c. Belasting op consumptie
Het basisinkomen wordt gefinancierd door een verhoging van de BTW. BTW heeft het voordeel dat ze betaald wordt door bedrijven met weinig of geen werknemers en niet op de arbeidskosten drukt.

Politieke, filosofische of ideologische verantwoording van de voorstanders: Er zijn verschillende scenario’s denkbaar.

1. het basisinkomen vervangt een deel van het netto salaris, met als gevolg dat de loonkosten voor het bedrijfsleven dalen, terwijl de inkomsten voor werknemers niet stijgen.
2. de BTW en het OBi (Onvoorwaardelijk Basisinkomen) komen in de plaats van de sociale bijdragen, zodat werkloosheid en pensioen er feitelijk in opgaan (zie verderop), evenals de financiering van de ziektekostenverzekering. De consequentie is dat de arbeidskosten afnemen en het inkomen van werknemers toeneemt;
3. BTW en OBi worden toegevoegd aan het nettoloon en de huidige bijdragen. In dat geval zijn het de prijzen die stijgen.

Auteurs die over dit onderwerp geschreven hebben of dit standpunt onderschrijven: Götz Werner, André Presse, Roland Duchâtelet.

d. Belasting op kapitaal
Het basisinkomen kan gefinancierd worden door de inkomsten uit kapitaal te belasten (bedrijfswinsten, dividend …) en/of een belasting op vermogen.

Politieke, filosofische of ideologische verantwoording van de voorstanders: Door technologische ontwikkelingen vervangen bedrijven steeds vaker werknemers door machines of software. Tegenwoordig komen deze productiviteitswinsten alleen ten goede aan de eigenaren van ondernemingen (doordat het aantal banen krimpt en door hogere dividenden). Vooral bij die bedrijven, die de meeste banen vernietigen (zoals bijvoorbeeld de internet reuzen). Een deel van deze winsten zou herverdeeld kunnen worden in de vorm van een basisinkomen voor iedereen.

Auteurs die over dit onderwerp geschreven hebben of dit standpunt onderschrijven: Jean-Marie Monnier, Carlo Vercellone, James Meade, Paul Jorion (belasting op robotisering).

Gemeenschappelijk eigendom

Het gemeenschappelijk eigendom omvat alle natuurlijke rijkdommen die in principe eindig zijn. Om overbenutting te voorkomen zou de gemeenschap een vergoeding voor het gebruik of de winning van deze hulpbronnen kunnen opleggen. De geïnde rente kan vervolgens verdeeld worden onder alle mede-eigenaren van deze gemeenschappelijke hulpbronnen, dat wil zeggen alle mensen.

a. Heffing op bezit van onroerend goed
Politieke, filosofische of ideologische verantwoording van de voorstanders: Privé-eigendom en de onteigening van grond zijn belangrijke factoren voor het ontstaan van sociale ongelijkheid tussen mensen en grote armoede. Door vererving kunnen sommigen rijke bezittingen nalaten aan hun nakomelingen, terwijl anderen zich in de schulden moeten steken om bezit te verwerven. Om dit onrecht recht te zetten, leggen we een heffing op in de vorm van een grondrente, die vervolgens wordt herverdeeld door iedereen een basisinkomen te geven.

Auteurs die over dit onderwerp geschreven hebben of dit standpunt onderschrijven: Thomas Paine, Joseph Charlier.

b. Heffing op de uitstoot van broeikasgassen
Politieke, filosofische of ideologische verantwoording van de voorstanders: We moeten zorgvuldig omgaan met onze natuurlijke hulpbronnen, omdat ze eindig zijn. Daarom moet de emissie van broeikasgassen aan banden worden gelegd en wel door een belasting op koolstof. Elk bedrijf en elk huishouden zou dus zijn verbruik van broeikasgassen moeten compenseren door een heffing te betalen. De inkomsten uit deze belasting op de uitstoot van koolstof zal aan iedereen uitgekeerd worden, omdat wij allen dezelfde rechten op het milieu hebben.

Auteurs die over dit onderwerp geschreven hebben of dit standpunt onderschrijven: James E. Hansen, Bill McKibben.

c. Rente op de exploitatie van fossiele grondstoffen
Politieke, filosofische of ideologische verantwoording van de voorstanders: In de Grondwet van Alaska is geregeld dat de olievoorraden aan alle inwoners van Alaska toebehoren. De rente die dit oplevert wordt onder alle inwoners verdeeld via een onafhankelijk fonds. Dit idee kan door alle landen die rijk zijn aan grondstoffen of natuurlijke rijkdommen overgenomen worden.

Auteurs die over dit onderwerp geschreven hebben of dit standpunt onderschrijven: Michael Howard, Karl Wilderquist.

Geldschepping

De huidige praktijk van geldcreatie ligt onder vuur. Alternatieve voorstellen komen boven drijven, waarvan sommige zouden kunnen bijdragen aan de financiering van een basisinkomen.

a. Lokale valuta
Een gedeeltelijk of een volledig basisinkomen kan uitbetaald worden in de vorm van een lokale munt, die gezamenlijk beheerd wordt door de inwoners van een bepaald gebied.

Politieke, filosofische of ideologische verantwoording van de voorstanders: Het uitgangspunt bij een lokale geldeenheid is de bevordering van de economie en solidariteit door middel van ruilhandel op regionale schaal. Dit systeem kan alleen goed werken als de deelnemers bepaalde ethische en ecologische afspraken in acht nemen die de lokale economische structuur op een duurzame manier versterkt en bestendigt.

Auteurs die over dit onderwerp geschreven hebben of dit standpunt onderschrijven: Frédéric Bosqué, Michel Lepesant.

b. Monetaire hervorming
Hervorm de wetgeving zodanig dat het recht van banken om geld te scheppen door middel van kredietverlening aan banden wordt gelegd. En geef centrale banken de bevoegdheid om aan iedereen een gelijke som te schenken van de hoeveelheid geld die elke maand aangemaakt wordt in de vorm van een basisinkomen.

Politieke, filosofische of ideologische verantwoording van de voorstanders: Private banken scheppen in onze dagen geld doordat het aantal kredietverleningen de toestroom van spaargeld overtreft. Maar deze vorm van geldcreatie is niet voor iedereen gelijk (men leent meer aan de rijken en aan grote ondernemingen dan aan de armen en kleine en middelgrote bedrijven (MKB). Bovendien versterkt ze speculatieve zeepbellen en financiële crises (banken lenen gemakkelijk geld uit tijdens dergelijke zeepbellen, maar beperken hun krediet in tijden van recessie. Geld scheppen en dit rechtstreeks overmaken aan alle burgers door middel van een basisinkomen zou eerlijker zijn en minder instabiliteit veroorzaken.

Auteurs die over dit onderwerp geschreven hebben of dit standpunt onderschrijven: Gérard Foucher, Anatole Kaletsky, Stéphane Laborde, Yoland Bresson, Jacques Berthillier, Mark Blyth en Éric Lonergan.

Extra jokers

De volgende voorstellen zijn op zichzelf niet voldoende om een basisinkomen te financieren, maar kunnen het aanvullen of de herverdelingseffecten ervan meer in evenwicht brengen.

a. Belasten van persoonlijke gegevens
Het belasten van bedrijven die gebruik maken van persoonlijke gegevens van internetgebruikers. Het gebruik voor commerciële doeleinden van persoonsgegevens die achtergelaten worden op het internet door bedrijven als Facebook of Google is een vorm van exploitatie van internetgebruikers, die deze gegevens gratis ter beschikking stellen.

Auteurs die over dit onderwerp geschreven hebben of dit standpunt onderschrijven: Antonio Casilli, Nicolas Colin.

b. Strijd tegen belastingontduiking
Verbied belastingparadijzen, harmoniseer de belastingtarieven of ontwikkel een Europees belastingstelsel om belastingontduiking te ontmoedigen.

Politieke, filosofische of ideologische verantwoording van de voorstanders: De zeer rijke belastingplichtigen en grote multinationale ondernemingen houden hun belastingafdrachten zo laag mogelijk door gebruik te maken van fiscale mazen en kapitaalvlucht naar landen waar belastingheffing het meest gunstig is (Ierland, Verenigd Koninkrijk, België, Zwitserland) of zij wijken uit naar belastingparadijzen (Kaaiman Eilanden, Kanaal Eilanden, etc). Deze praktijken zetten landen aan tot fiscale concurrentie, waardoor begrotingsinkomsten voor de staat kleiner worden.

c. Tobintaks
Een beperkte belasting die geheven wordt over alle transacties op de financiële markten. De Tobin-belasting zou de toenemende financialisering van de economie tegengaan door puur speculatieve transacties te ontmoedigen ten gunste van investeringen in de reële economie.

Auteurs die over dit onderwerp geschreven hebben of dit standpunt onderschrijven: James Tobin, Yann Moulier-Boutang, Ignacio Ramonet.

d. Integratie van werkloosheidsuitkeringen en pensioenen
Sommigen stellen voor om de regelingen voor werkloosheid en pensioen op te laten gaan in het basisinkomen. Dit zou de hoogte van het bedrag ten goede komen, maar zou leiden tot een drastische daling van de uitkeringen voor werklozen en gepensioneerden.

Politieke, filosofische of ideologische verantwoording van de voorstanders: De samenvoeging zou leiden tot een maximale vereenvoudiging van het sociale stelsel. Maar een dergelijk voorstel is politiek riskant. Zonder zo ver te gaan kunnen we ons voorstellen dat de pensioenen gestroomlijnd worden door er een vast bedrag van te maken, een basisinkomen voor senioren, waarvan het bedrag hoger ligt. In elk geval zou het moment van invoering van een dergelijk beleid zich moeten uitstrekken over een generatie.

Besparingen

Introductie van een basisinkomen zou aanzienlijke besparingen opleveren in termen van een doelmatige begroting en administratieve vereenvoudiging. Deze besparingen zouden een deel van de aanloopkosten, die nodig zijn voor de invoering van een basisinkomen, kunnen financieren.

a. Het achterhaalde werkgelegenheidsbeleid
Momenteel subsidieert de overheid de werkgelegenheid. In Frankrijk kost dit beleid ten minste 40 miljard (aan vrijstellingen van heffingen). Deze subsidies zijn vooral gericht op de lagere lonen (tussen het minimumloon en 1.6 maal het minimumloon). Het basisinkomen zou de subsidie op arbeid vervangen door een financiële tegemoetkoming aan individuen.
Tegelijkertijd moeten we dan beslissen of het wegvallen van de subsidie op werk van een werknemer met het minimumloon wordt gecompenseerd of niet, door een daling van hetzij het netto salaris, hetzij door sociale premies (anders gezegd, of men al dan niet de arbeidskosten op het niveau van het minimumloon verhoogt).

b. Besparingen op werkgerelateerde gezondheidskosten
Het basisinkomen als vehikel voor professionele zelfstandigheid zal de psychologische druk op werknemers verlichten, waardoor stressgerelateerde ziekten en schadelijke ongezonde arbeidsomstandigheden minder worden. Besparingen kunnen geboekt worden in de begroting voor de ziektekostenverzekering.

c. Administratieve vereenvoudiging
De invoering van een basisinkomen maakt het mogelijk om de uitvoeringskosten te reduceren van diensten die belast zijn met de uitbetaling van sociale uitkeringen. Inderdaad, controle is niet meer nodig. Noch om de inkomsten van een huishouden te controleren, noch om toezicht te houden op de inspanningen van ontvangers om werk te zoeken. Financiële middelen krijgen een andere bestemming: minder geld zal gereserveerd worden voor controledoeleinden, meer geld zal opzij gelegd kunnen worden om allerlei activiteiten mogelijk te maken (begeleiding van werkzoekenden, …, etc.).

Hugo Stéphan, Stanislas Jourdan, Jean-Éric Hyafil; oorspronkelijke titel ‘Comment Financer un Revenu de Base’, december 2014 gepubliceerd in L’Inconditionnel, le Journal sur le Revenu de Base, zie www. Linconditionnel.info.

Uit het Frans vertaald door ©Florie Barnhoorn

http://linconditionnel.info/numero-1/

http://linconditionnel.info/wp-content/uploads/2014/11/linconditionnel_numero1_final.pdf

The post Hoe kan een basisinkomen gefinancierd worden? appeared first on Nederlandstalig Netwerk Basisinkomen.

Verenigd Links is voor het basisinkomen

verenigdlinks

Steeds meer mensen in Nederland krijgen in de gaten dat een onvoorwaardelijk basisinkomen het ondernemerschap en vrijheid van de burger stimuleert. Het geeft ruimte aan de ondernemende mens om het eigen leven in te richtten zoals deze dat wenst. En dat levert een heleboel op, ook gewoon reële economische groei.

Nederland is een van de welvarendste landen ter wereld. Ondertussen zijn we toch in een situatie terechtgekomen waarin ons “sociale” beleid en de economische toestand in ons land wel heel erg nadelig uitpakt voor het leven van veel mensen. Steeds meer mensen leven in economische onzekerheid door de flexibilisering van de arbeidsmarkt en de werkloosheid. Door allerlei ontwikkelingen zullen steeds meer banen verdwijnen. Het huidige systeem van sociale zekerheid wordt daardoor steeds duurder en omvangrijker. Dat vraagt om iets anders, en dan is het basisinkomen een goede zet.

Want het gaat toch om mensen? Het lijkt wel alsof het vandaag de dag in het beleid nauwelijks nog om mensen gaat. Je ziet hoe mensen in het bureaucratische systeem behandeld worden alsof het machineonderdelen zijn met nummers die op elkaar moeten passen. De grote boosdoener is het automatisme van de bureaucratische reglementering, die flexibele aanpassingen onmogelijk maakt en dure controle apparaten in stand houdt.

Een uitkering wordt nog steeds gezien als een tijdelijke financiële ondersteuning. De ontvanger wordt geacht alles in het werk te stellen om een baan te vinden. Om hem of haar aan te sporen zijn talrijke regels bedacht en in een verordening vastgelegd. Om te controleren of de uitkeringsgerechtigde zich houdt aan die regels is een enorm beheersingsapparaat opgetuigd.

50 plussers hebben inmiddels slechts minimale kansen op de arbeidsmarkt, en geen enkele jongere rekent er nog op dat hij of zij het hele beroepsleven bij één en dezelfde werkgever zal blijven. De sociale crisis gaat om de onzekerheid over het inkomen.

4kriteria-obi-vierkantWij als Verenigd Links zien de invoering van het basisinkomen als de enige uitweg uit de crisis. Wanneer de overheid de sociale zekerheid afbreekt zal zij tenminste voor iedereen recht op bestaanszekerheid moeten waarborgen. Een basisinkomen is onvoorwaardelijk, voor iedereen, individueel, en hoog genoeg om van te leven. Het maakt een fatsoenlijk leven mogelijk zonder de dwang om loonarbeid te accepteren. Het zet mensen in hun kracht. Het versterkt de mogelijkheid om zelf te bepalen wat voor werk je wilt doen en wanneer je wilt stoppen als de werkzaamheden niet meer voldoen. Een onvoorwaardelijk basisinkomen bevrijdt mensen, zodat zij weer zelf richting kunnen geven aan hun leven. Want armoede deactiveert. Verenigd Links is voorstander van het basisinkomen. En wij wensen de werkgroep basisinkomen in Assen dan ook succes toe.

Denis Wood

Voorzitter Verenigd Links Assen.

http://www.verenigdlinks.eu/index.php/advanced-stuff/nieuwsarchief/289-verenigd-links-is-voor-het-basisinkomen

The post Verenigd Links is voor het basisinkomen appeared first on Nederlandstalig Netwerk Basisinkomen.

Basisinkomen? Een sociaal vangnet voor het leven!

internationalbasicincomeweeklogo8thOnvoorwaardelijk Basisinkomen; Een sociaal vangnet voor het leven!

Dit is het motto van de 8e internationale week van het basisinkomen. Deze week – de derde week van september – is acht jaar geleden door de Duitssprekende voorstanders van het OBi in het leven geroepen en is inmiddels door BIEN en UBIE (resp. “Basic Income Earth Network” en “Unconditional Basic Income Europe” geadopteerd.

Als je ziet hoeveel activiteiten er rond de week van het basisinkomen aan het basisinkomen zijn gewijd zou je denken dat het in Nederland inmiddels om de maand van het basisinkomen gaat.

Meerdere debatten behandelen het basisinkomen. Steeds voor wat betreft de titel in iets andere bewoordingen, zoals: “Basisinkomen: Ja of Neen?” (FNV VakbondsCafé Rotterdam) of “Basisinkomen – Nee? Ja? En zo ja, onder welke voorwaarden?” (Politieke ledenraad Partij van de Arbeid). Andere voorbeelden zijn te vinden op de kalender voor de 8e internationale week van het basisinkomen.

Maar pas op, hier zit een addertje onder het gras. Want wat verstaan de organisatoren onder een “basisinkomen”. De vlag “basisinkomen” dekt immers vele ladingen. Dit wordt duidelijk aan de hand van de volgende voorbeelden:

Zoekend naar “basisinkomen” op de website van het FNV kom ik de vlag tegen bij “basisinkomen van toezichthouders en bestuurders van grote ondernemingen” in relatie tot het feit dat FNV Finance een beloning voor de topbestuurders van maximaal 20x het laagste loon in het bedrijf een mooi inkomen vindt. Het basisinkomen, zoals dat nu bekend is gemaakt, kunnen commissarissen aanvullen met extra inkomsten door extra taken uit te voeren, bijvoorbeeld door zitting te nemen in deelcommissies. Daarnaast hebben zij de mogelijkheid om gebruik te maken van “personeelskortingen”.  Er zijn commissarissen die grote zakelijke leningen hebben afgesloten tegen een heel laag rentepercentage.

Sinds jaar en dag hanteren verschillende organisaties de term “basisinkomen” met verschillende betekenis.

Op de website van het Ministerie voor Sociale Zaken en Werkgelegenheid wordt de vraag “Waar heb ik recht op als ik met pensioen ga?” als volgt beantwoord: Als u met pensioen gaat, krijgt u een basisinkomen volgens de Algemene ouderdomswet (AOW).

De voorvechters van de experimenten die vanaf begin dit jaar zijn aangekondigd hebben nog geen van alle duidelijk gemaakt wat zij onder een basisinkomen verstaan.

De Vereniging Basisinkomen is hierin wel duidelijk. Als zij over een basisinkomen spreekt, bedoelt zij een “Onvoorwaardelijk Basisinkomen” dat aan de volgende criteria voldoet: een basisinkomen is voor iedereen, het is  individueel, zonder verplichte tegenprestatie of toetsen (zoals op inkomsten, vermogen of samenstelling van huishouden) en hoog genoeg om – ook als je geen andere inkomstenbron hebt – te kunnen voorzien in je materiële en immateriële levensbehoeften.

Dit standpunt delen wij met BIEN en UBIE (resp. “Basic Income Earth Network” en “Unconditional Basic Income Europe”.

Om het begrip basisinkomen dat de Vereniging Basisinkomen hanteert en de betekenis die zij eraan hecht goed te kunnen onderscheiden van alle andere omschrijvingen en betekenissen, schrijf ik het liefst over een VOLWAARDIG BASISINKOMEN. Dit voorkomt bij voorbaat onnodige discussies of het wel onvoorwaardelijk is (want dat is het niet, tenzij het wereldwijd is ingevoerd en iedereen even oud zou zijn.)

Waarom een volwaardig basisinkomen?

Simpel gezegd: om de sociale problemen van deze tijd te helpen oplossen.

Aan de ene kant toename van de sociale onrust, psychische problemen, een constante hoge werkloosheid, een verslechterende zorg, de zogenoemde fraude van uitkeringsgerechtigden, vandalisme, criminaliteit, de pan uitrijzende kosten van de (G)GGZ, het onbetaalbaar worden van het sociale zekerheidsysteem, de kosten die samen hangen met de vergrijzing en onveiligheid. Tegelijkertijd wordt door de regering op al deze gebieden de broekriem aangehaald.

Aan de andere kant houden we een systeem in stand waarin de bezittende klasse de hand boven het hoofd wordt gehouden door verschillende mogelijkheden voor belastingvermindering: hypotheekaftrek, postadres vestigingen van bedrijven en wordt aan de belastingontduiking door het onderbrengen van vermogen elders niets gedaan.

Door het niet hebben van een baan – wat iedereen kan overkomen – maar zelfs werkend onder het minimumloon – leiden de mensen gebrek.

Medici weten allang dat slechte sociale en economische omstandigheden ziekte veroorzaken. Gebrek heeft een direct effect op onze hygiëne, de verzorging van onszelf, onze kleding, onze huizen.

Criminologen weten allang hoe criminaliteit en gebrek hand in hand gaan.

Sociologen dragen steeds meer cijfers aan waaruit blijkt dat grootte van de  inkomensverschillen in een land omgekeerd evenredig is met de heftigheid van de sociale problemen waar we mee te kampen hebben.

Het leven in slechte sociale en economische omstandigheden heeft de neiging zich in een neergaande spiraal te ontwikkelen. Ook wat betreft het volgen van onderwijs, wat dit alles nog eens versterkt.

In het volgende plaatje vind u een grafiek die aangeeft hoe bij toenemende inkomensongelijkheid ook de sociale- en gezondheidsproblemen die in de linkerkolom zijn opgesomd toenemen.

healt and socal problems

 

Inkomensongelijkheid is er ook in Nederland zoals uit de onderstaande grafiek blijkt. Zie ook[1]

 parade van pen

Het gemiddelde gestandaardiseerd besteedbaar inkomen in 2012 was € 24.500. Hieruit volgt dat 60% van de bevolking een lager inkomen heeft dan gemiddeld. Het minimumloon bedroeg in 2012 ongeveer  € 13.200 netto/jaar. Degenen die onder het minimumloon zitten, lijden beslist meer gebrek, ook al zie je dat wellicht niet direct aan de buitenkant.

De verschillen in vermogen (= bezit) laten eenzelfde samenhang zien [2]parade van pen vermogen

Wat te doen?

Een keur van experimenten (Mincome 1977, Namibië 2008, Iran 2009, London 2012, India 2010, Uganda 2012) met een onvoorwaardelijk basisinkomen wijst in dezelfde richting namelijk dat al deze problemen door een verkleining van die inkomens- en vermogensongelijkheid kan worden verminderd.

Door de onderste 10 % niet-bezitters voorgoed tot kleine bezitters te maken door middel van het Volwaardig Basisinkomen, waar zij ook récht op hebben, zoals eerder beargumenteerd, zouden we niet alleen de kans op sociale zekerheid voor hen maar ook de maatschappelijke zekerheid voor ons allemaal kunnen vergroten.

Omdat de resultaten van deze experimenten niet erkend worden in Nederland (en waarschijnlijk ook niet in de rest van de westerse welvarende wereld) zullen er in ons land experimenten gedaan moeten worden. Bij een positief resultaat zouden we de omvang van het experiment uit kunnen breiden en zo langzamerhand heel Nederland bij het experiment betrekken en op die manier het Volwaardig Basisinkomen in Nederland realiseren. Mochten de resultaten teleurstellend zijn, dan zou een en ander aangepast moeten worden.

Wat is tegen een experiment met het Volwaardig Basisinkomen als allerlei door de regering aangebrachte veranderingen in het onderwijs, de zorg, het belastingstelsel, de infrastructuur (spoorwegen), wegenbouw, bouw en privatisering experimenten blijken te zijn die voortdurend bijgesteld moeten worden geen les voor de toekomst blijken in te houden en nauwelijks blijken te berusten op goed vooronderzoek, noch naderhand goed worden geëvalueerd? In mijn ogen niets.

Laten we dan ook beginnen met een experiment met een Volwaardig Basisinkomen als boven omschreven met een kleine gemeenschap, die goed te onderscheiden is ten opzichte van de omgeving. Geef iedere bewoner daarvan een basisinkomen gedurende een jaar of twee en vergelijk de ontwikkelingen in die gemeenschap met die in een vergelijkbare gemeenschap.

Illustratie van hoe het er met een volwaardig basisinkomen uit zou kunnen zien

markeringslijn

Als het gemiddeld gestandaardiseerd besteedbaar inkomen[3] € 26.500, is zoals dit jaar wordt verwacht, kunnen we onder de lijn die dat loon aangeeft e rook een ter hoogte van het netto minimumloon per jaar[4] €15.645,00 intekenen.

Iedereen een Volwaardig Basisinkomen van € 15.645,00 in 2015.

Een Toekomstperspectief

Fish-safety-netVanzelfsprekend kan de realisatie van het basisinkomen niet van vandaag op morgen plaatsvinden. Al was het alleen maar doordat er nog veel weerstand te overwinnen is. Voor een stap voor stap realisatie zijn al verschillende scenario’s bedacht en opgesteld. Een ervan zou het doen van een experiment kunnen zijn en uitbreiding ervan bij de gewenste resultaten.

Een andere mogelijkheid is het volgen van de stappen die Guy Standing – een van de oprichters van BIEN – heeft  voorgesteld:[5]

  1. begin met een partieel basisinkomen zoals dat door het SCB en CBS niet veel maar toereikend[6] wordt genoemd om iedereen eraan te laten wennen en te laten merken dat de meeste mensen hier niet genoeg aan hebben en op zoek gaan naar andere inkomsten. Op zoek naar mogelijkheden om hun situatie en die van hun kinderen te verbeteren.
  2. Verhoog het met een stabiliserend bedrag dat stijgt in tijden dat het slecht gaat en daalt wanneer het goed gaat, zodat het een stimulerend en stabiliserend effect zal hebben op de economie.
  3. Geef de mensen met een chronische ziekte, handicap of andere bijzondere lasten een passende toeslag

De bedragen zouden moeten worden bepaald door een onafhankelijke basisinkomenwaakhond, waarvan de samenstelling wisselt door een roulerend lidmaatschap van vijf jaar, zodat het niet kan worden gemanipuleerd door politici die campagnevoeren voor een herverkiezing.

De bedragen voor het basisinkomen en de andere toeslagen moeten komen uit soevereine kapitaalfondsen gekoppeld aan de geleidelijke afschaffing van het ongelooflijke aantal subsidies aan bedrijven en de rijken van vandaag.  De opbrengst daarvan moet worden gestort in een nationaal fonds waarin ook een deel van de winsten van de natuurlijke hulpbronnen of hightech winst of octrooien zou gaan. Deze fondsen zouden kunnen worden geïnvesteerd en de opbrengsten zouden kunnen worden gebruikt voor de financiering van regelmatige betalingen aan alle legale ingezetenen, als een recht.

 

Auteur: Adriaan Planken, Voorzitter Vereniging Basisinkomen http://basisinkomen.nl

NOTEN

[1] De parade van Pen inkomensverdeling

De inkomensverdeling in Nederland kan in kaart worden gebracht door de parade van Pen (1971). In een optocht van een uur lang komt de hele bevolking op volgorde van hoogte van hun inkomen voorbij. Personen met een gemiddeld inkomen krijgen daarbij de lengte van de doorsnee Nederlander: 1.74 meter.

De dwergen lopen voorop. In de eerste halve minuut van de optocht die in 2012 gehouden wordt lijkt er niets te gebeuren. De personen die als eerste voorbij komen hebben een negatief inkomen en dus ook een negatieve lengte. Zij komen niet boven de grond uit. Dit betreft in het total 95.000 personen. Vaak gaat het om personen uit ondernemersgezinnen. Daarna volgen de dwergen: personen met een lagere inkomens, vaak van een uitkering.

Het gemiddelde inkomen passeert in de 37e minuut. In 2012 was het gemiddelde inkomen € 24.500. Hieruit volgt dat 60% van de bevolking een lager inkomen heeft dan gemiddeld.

Reuzen van meer dan 7,5 meter. Aan het eind van de optocht neemt de lengte van de personen die voorbij komen snel toe. Bijna 600.000 personen hebben een inkomen van meer dan € 50.000. Dit is ruim 3,5%  van de bevolking. Zij komen in de laatste minuten van de optocht voorbij.

De topinkomens passeren in de laatste 15 seconden: dat zijn de echte giganten. Met een inkomen van meer dan € 100.000 zijn zij ruim 7,4 meter lang. (En dan hebben we het nog niet eens over de echte grootverdieners van € 600.000 en meer.)

[2] Parade van Pen, vermogensverdeling van huishoudens, 1 januari 2012*

Net als voor de inkomensverdeling (paragraaf 1.4) kan de parade van Pen ook opgesteld worden voor de vermogensverdeling. In een stoet van één uur trekken eerst dwergen met schulden en uiteindelijk zeer vermogende reuzen voorbij die de vermogensverdeling weerspiegelen. Het gemiddelde vermogen passeert in de 44ste minuut.

Voor het vermogen van huishoudens per 1 januari 2012 begint de parade de eerste 6 minuten onder de grond. Het gaat hier vooral om werknemershuishoudens met een eigen woning waarvan de hypotheek hoger is dan de waarde van de woning. Tevens omvat deze groep betrekkelijk veel zelfstandigen met een negatief vermogen.

De volgende 10 minuten komen enkel dwergen voorbij. Deze groep huishoudens heeft een vermogen van minder dan 2 duizend euro en bestaat relatief vaak uit huishoudens met een uitkering. Ook zitten er veel alleenstaanden en eenoudergezinnen bij.

Na een half uur, precies op de helft van de stoet, komt een huishouden voorbij met een vermogen van 27 duizend euro.

Het huishouden met het gemiddelde vermogen van 157,5 duizend euro passeert pas in de 44e minuut.

In het volgende kwartier groeien de stoetgangers tot vijf keer de gemiddelde lengte. Twee derde van de hoofdkostwinners in deze groep is ouder dan 55 jaar. Ruim 90 procent heeft een eigen woning. In een toenemend aantal gevallen is deze zonder hypotheekschuld of is er sprake van een fikse overwaarde.

Echte reuzen met een vermogen van 2,5 miljoen of meer

In de voorlaatste minuut passeren de eerste reuzen met een gemiddeld vermogen van bijna één miljoen.

De laatste minuut is weggelegd voor de echte reuzen. Zij hebben een gemiddeld vermogen van meer dan 2,5 miljoen euro. In deze groep zijn ruim vier op de tien zelfstandige, terwijl een op de drie gepensioneerd is. Het vermogen van de grootste reuzen bestaat voor ruim driekwart uit aandelen en obligatiebezit en onroerend goed, zoals een tweede woning of winkelpanden.

Voor de crisis, in 2008, bezat de top 1 procent ruim een vijfde van het vermogen, in 2013 was het opgelopen tot ruim een kwart. De ongelijkheid is tijdens de crisis dus gegroeid. De Utrechtse hoogleraar Bas van Bavel noemt de nieuwe cijfers ‘tamelijk schokkend’. Van Bavel deed vorig jaar onderzoek voor een rapport over ongelijkheid van de WRR, de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid. Hij wijst erop dat het aandeel van de topvermogens op het hoogste punt van de afgelopen decennia is beland. Tegelijk zijn er 1,1 miljoen huishoudens met meer schulden dan bezittingen, een derde meer. De grootste groep huishoudens, bijna een kwart, had een vermogen van nul tot vijfduizend euro.

De top 0,1 procent zag als enige groep het vermogen ook in euro’s stijgen. De allerrijkste 7.500 huishoudens hebben 10,4 procent van het totale vermogen van 1.060 miljard euro, ofwel 14,7 miljoen euro per huishouden. Een jaar eerder was hun aandeel 9,2 procent. (En dan hebben we het nog niet eens over de vermogens boven de € 2.500.000.)

http://www.volkskrant.nl/economie/kloof-tussen-arm-en-rijk-groeit-snel-in-nederland~a3832426/http://www.cbs.nl/NR/rdonlyres/5D87FF45-3EBE-488A-AC98-11AE08902FE1/0/2014welvaartinNederlandpub.pdf   (4.5.1)

Overige noten

 

The post Basisinkomen? Een sociaal vangnet voor het leven! appeared first on Nederlandstalig Netwerk Basisinkomen.