Basisteams On The Move

basisteams200De Vereniging Basisinkomen (VBi) heeft als belangrijkste strategie om het basisinkomen bij zoveel mogelijk mensen onder de aandacht te brengen. Bewustzijn over wat het kan betekenen voor een betere toekomst van Nederland is voorwaarde om uiteindelijk ook tot politieke besluitvorming (in NL) te komen.

Sinds het voorjaar van 2015 kent de VBi ruim 10 basisteams (BT).
Leden die ook de daad bij het woord willen voegen komen regelmatig bij elkaar om te kijken wat er gedaan kan worden om het onvoorwaardelijk basisinkomen (OBi) meer onder de aandacht te brengen van burgers in de betreffende gemeente. Het lijkt de beste manier te zijn om mensen heel direct en nabij te informeren over wat er kan worden verstaan onder een OBi.
Leden die actief willen worden binnen een BT, worden opgeroepen naar de website van de vereniging te gaan. Daar is meer informatie te vinden over de verschillende BT.

Op dit moment zijn er BT actief in:
Amsterdam, Assen, Arnhem, Leeuwarden, Nijmegen, Maastricht, Rotterdam, Utrecht, Den Haag-Zoetermeer, Eindhoven en Groningen
De activiteiten verschillen soms enorm per gemeente. Elke groep bepaalt zelf hoe zij willen werken. De een is actief in het organiseren van huiskamergesprekken; de ander ontwerpt een financieringsmodel om de invoering van een OBi mogelijk te maken; soms worden er redactionele artikelen geschreven voor plaatselijke kranten; wordt er vooral samengewerkt met andere lokale groepen; sommigen zijn actief in flyeren, organiseren lokale (mini)symposia of verzorgen presentaties.

BT in oprichting zijn:
Waalwijk, Breda, Enschede, Emmen, Hoogeveen, Meppel en Drechtsteden
Binnen deze gemeenten hebben leden aangegeven om tot een BT te komen, maar zijn er nog onvoldoende aanmeldingen. Ook kan het zijn dat er nog onvoldoende leden wonen in de betreffende gemeente.
Bij deze de oproep om je aan te melden. Dat kan, ook als je een vraag hebt via het contactformulier kies algemeen

Op dit moment zijn de BT aan het nadenken hoe zij in hun eigen gemeente actie kunnen voeren tijdens de 9e internationale week van het basisinkomen. Deze vindt ook dit jaar weer, plaats in de derde week van september. De VBi stelt voor die week pr-materialen beschikbaar. Naast folders en stickers, zullen er ook spandoeken zijn, linnen tasjes en hesjes. Ook zullen we samen met anderen op Prinsjesdag ons nadrukkelijk laten zien in Den Haag. Kijk ook eens op www.week-van-het-basisinkomen.nl
Wil je mee naar Den Haag? Laat het ons weten via het contactformulier kies algemeen
Willem Gielingh, vice-voorzitter

Het bericht Basisteams On The Move verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Verslag Eric Binsbergen juni 2016

23 juni 2016

Teamgenoten,
Voordat ik voor twee en een halve week op reis ga naar het oosten van Duitsland (Dessau, Wittenberg, Dresden, Jena, Erfurt, Weimar, de Harz) bezocht ik gisteren in Utrecht een feestje van de groep ‘basisinkomen2018’.

Jullie weten wel, de groep waarvan Johan Luijendijk deel uit maakt, een van de drie sprekers op ons symposium van 24 april j.l. Ook de groep wier/wiens petitie door de meesten van jullie is ondertekend, welke petitie thans meer dan 50.000 ondertekenaars telt. 40.000 waren genoeg om de
tweede kamer van ons parlement er toe te dwingen het onderwerp BI op de agenda te plaatsen, het schijnt dat het hier in september aanstaande van gaat komen. Vanwege het bereiken van die 40.000 besloot ‘basisinkomen2018’ een partijtje te houden.
Dertig tot veertig feestgangers waren van de partij, ergens op de Oude Gracht (The Colored Kitchen) in Utrecht, wat een parel van ons stedenschoon in dit land, een unieke gracht met zijn lage kades met hoog oprijzende walkant en nagenoeg autovrij.
Ik was wat verlaat, een trein gemist en vergeten het exacte nummer van het etablissement te noteren. Het feest was al gestart, er was een inhoudelijk gedeelte gepland (van 15.30 – 17.30 uur) met daarna voor intekenaars een diner.

Blijkbaar was voor het inhoudelijk gedeelte als programma gekozen voor inbreng van alle aanwezigen, waarbij de meesten 2 minuten kregen iets over zichzelf
te melden plus hun betrokkenheid bij het onderwerp BI en motief en reden voor hun komst naar dit feestje, prominentere aanwezigen kregen hiervoor 5 minuten.
De verscheidenheid aan deelnemers was groot: de meesten natuurlijk voorstander, waaronder enkele kritische voorstanders. Ik vond het percentage deelnemers uit de provincie en dan met name uit de Voor Achterhoek, Zutphen en omgeving, opvallend
(misschien niet geheel toevallig, ik weet dat Johan Luijendijk in Zutphen woont). Is er tendens dat de intellectuele elite, voorstander van echte systeem/maatschappij verandering in ons land in de randstad uitsterft en het stokje (weer) wordt overgenomen door
IJsselstedelingen, Hanzestadbewoners? Weinig Amsterdammers, Rotterdammers, Hagenezen, Utrecht(?).

Wie er waren: een enkele ondernemer, een tekentherapeute, Ad Planken en Alexander de Roo (van onze landelijke vereniging), Reinier Castelein (voorzitter van de Unie, vakbond midden en hoger personeel en schrijver van een net uitgekomen boekje
WELZIJN is de nieuwe WELVAART, uitgever Happy View 2016), een Betuwe boerin, Sjir Hoeijmakers (van de basisinkomenexperimenten voor bijstanders), een kunstenares zzp-ster, een bedrijfsmaatschappelijk werkster, ik (basisteam BI Amsterdam),
prominente leden van de groep ‘basisteam2018’ met een zegje, en inspirerende en leuke dame van de beweging X die op zoek is naar een nieuwe naam en zich lanceert in september om mee te gaan doen aan de landelijke verkiezingen, Frans Kerver
(de eerste Nederlander met een basisinkomen, toe aan zijn laatste maand, die wordt opgevolgd de een vrouw Anna van Dalen), en nog twintig andere personen.
De gespreksleider had een Iphone in de hand en na elke twee of vijf minuten ging er een vrolijk klinkend alarmpje af en kreeg op de rij af (wij zaten in een aangename grote – wel een beetje warm vanwege het prachtige weer- kamer in een ovale kring)
de volgende spreker het woord. Voor vragen stellen was weinig tijd, gebeurde een enkele keer, maar was ook lang niet altijd nodig. Na elke spreekbeurt een applausje.

Het inhoudelijk gedeelte werd afgesloten met een ‘pitch’ van drie genomineerden als winnaar voor een door ‘basisinkomen2018’ uitgeschreven prijsvraag: wie weet het beste plan voor een project om de idee van het basisinkomen in Nederland te verspreiden
en aan de man/vrouw te brengen.
De eertste pitch betrof een idee voor een video/soort You Tube filmpje over het basisinkomen, dat speciaal mensen/kijkers oproept met elkaar de dialoog over ons onderwerp aan te gaan, naar aanleiding van en op basis van beelden uit dat filmpje.
De tweede pitch die mij het meeste aansprak, betrof een afstudeerprojekt van een Rotterdamse studente (communicatie?) die digitaal een nieuwe instelling heeft opgericht (met een website en een facebookpagina), zijnde de VERLICHTINGSDIENST, als
pendant van onze BELASTINGDIENST. Deze dienst verstrekt aan belangstellenden verlichtingsdienst formulieren die door deelnemers digitaal kunnen worden ingevuld om in aanmerking te komen voor de maandelijkse verlichtingssom van €1000.
Ik hoorde van de studente dat zij op de website/facebook inderdaad al diverse ingevulde formulieren van deelnemers heeft ontvangen.
De derde pitch ging over een omvangrijk projekt, zijnde een campagne voor verspreiding onder de bevolking van het basisinkomenidee om zo het aantal voorstanders ervoor enorm op te schroeven: i.p.v. 50.000 ondertekenaars een klapper maken naar
de twee miljoen of zo.
De ‘basisgroep2018′ besloot in zijn oneindige wijsheid van de drie genomineerden niet een winnaar aan te wijzen maar alle drie tot winnaar te verklaren en elke genomineerde de prijs van €500 uit te reiken. Er werden volop foto’s gemaakt en die zullen
ongetwijfeld op de website van de groep ‘basisinkomen2018′ te zien zijn.

Hierna vond het diner plaats, ik telde twee tafels met ieder zo’n 12 personen, dus 20 – 25 in totaal. Aan ‘mijn’ tafel voerde het gesprek over onderwerp basisinkomen niet de boventoon, wel zaken als de nieuwe tijd die aanstaande is (en waarvan natuurlijk
het basisinkomen een essentieel onderdeel uitmaakt), nieuw horizonnen, nieuwe inrichting van onze maatschappij, nieuwe politiek en de durf en moed die daarvoor nodig zijn, de angsten die overwonnen moeten worden. Pas daarbij Socrates wijze regel
toe als geheim tot verandering: geef niet af op het oude, maar bouw op het nieuwe. Allemaal geluiden die de hele middag op velerlei wijze werden geuit, al gaat het misschien niet zo vlug, muziek zit er wel in, in al die nieuwe dingen die ons te wachten staan,
de robotisering als zegen i.p.v. ramp bijvoorbeeld. Maar de handen moeten wel uit de mouwen gestoken worden, op verjaardagen, borrels, partijtjes, gesprekken met vrienden en vriendinnen: hoort zegt het voort van het basisinkomen. Verzin ludieke acties,
verzin iets om aandacht te genereren over het basisinkomenidee en alles wat er mee samenhangt, de derde dinsdag van september komt er weer aan: kom naar het Binnenhof.
Overigens, ook andere zaken kwamen aan de orde, wat meer bij de grond om zo te zeggen: de enorme aantallen slakken in de diverse tuinen/buitengoederen en die kwijt te raken ( in een emmer bijeen rapen, overgieten met kokend water en daarna terug
in de natuur als overblijfsels), de drinkwaterkwaliteit, aantallen kinderen/kleinkinderen, raadsels wel of geen oplossing?
Van tafel twee weet ik niets, zal ook wel prima zijn verlopen.
Om negen uur zat de maaltijd erop en ving ik -na een sigaret- de reis naar huis aan. Onderweg begreep ik dat Ronaldo eindelijk iets van zijn machtige voetbalkunde had vertoond en thuis heb ik vol genoegen en de nodige spanning de laatste wedstrijd
voor Zweden van Ibrahimovic gevolgd, geëindigd in een verdiende zege voor buurland Belgie.

Tot slot: neem kennis van het boekje van Reinier Castelein dat ik hierboven al heb genoemd. Kijk eens op de website www.verlichtings-dienst.nl Er is meneer Hendrik Toet die ideeën heeft over een andere economie www.vrijeeconomie.nl Er is een mevrouw
die binnenkort met een boek uitkomt ‘ontdek de kracht van tekentaal’: www.joseevanderstaak.nl En de beweging X die een nieuwe partij gaat oprichten, misschien met een nieuwe naam. En er is natuurlijk onze eigen website onvoorwaardelijk basisinkomen
rivierenbuurt amsterdam, die van basisgroep Amsterdam, die van de ‘basisinkomen2018 en onze landelijke vereniging. En vanavond is er in de Balie ook een discussieavond over ons onderwerp met allerlei (3) hoogleraren die zich over een basisinkomen
gaan uitspreken en voorzover ik nu weet gaat niemand van ons daarheen`: schande, noch zijn wij gevraagd als spreker daar op te treden. Er mankeert toch wel iets aan onze naamsbekendheid in het Amsterdamse, maar daarover weer een andere keer.

Kortom, leden/deelnemrs basisteam Amsterdam steek de handen uit de mouwen, verdiep je, lees en google. Na onze krachtsinspanning vanwege het symposium is nieuw elan weer geboden, te beginnen in september. Jullie horen nog welke datum.

Prettige zomer en wellicht tot een volgend keer,
Eric Binsbergen (e.binsbergen@kpnmail.nl)

Het bericht Verslag Eric Binsbergen juni 2016 verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Basisinkomen maakt arbeid goedkoper en vooral flexibeler

Auteur: S. de Beter

Flexibele arbeidIn de aanloop naar het Zwitserse referendum op 5 juni jl. over de invoering van het basisinkomen aldaar, werd veel geschreven over de voor en tegens van deze maatschappelijke innovatie.

Zeit Online geeft een mooi overzicht, en mocht de Duitse taal problemen geven, dan biedt De WereldMorgen of de Vereniging Basisinkomen een goed alternatief.  Ik beperk mij hier tot de discussie over het effect op de arbeidsmarkt. Een zwak argument tegen heb ik teveel gehoord, terwijl een krachtig argument vóór onvoldoende aan bod is gekomen. Laten we eerst dat tegenargument afhandelen.

 Dan wil niemand meer werken!

Luie kikkerDe bewering dat bij een gegarandeerd inkomen (te)veel mensen niet meer willen werken, lijkt mij in strijd met de menselijke natuur. Iedereen wil graag een paar keer met vakantie, maar alleen als ze de rest van het jaar mogen werken. Mensen met een uitkering – dus met een soort basisinkomen – sparen kosten noch moeite om aan een baan te komen, totdat ze eindelijk beseffen dat er op de arbeidsmarkt voor hen geen plek is. En wat te denken van al die mensen die – noodgedwongen – met pensioen gaan of in de WIA terecht komen? Velen komen dan in een flinke dip terecht, want hebben het gevoel dat ze niet meer meetellen. Kortom, ook bij een gegarandeerd basisinkomen wil bijna iedereen blijven werken.

Althans, wanneer aan bepaalde basisvoorwaarden wordt voldaan. Want wat de meeste mensen niet meer willen is de moderne vorm van slavernij: voortdurend tijdelijke aanstellingen, vijf of zes dagen beschikbaar voor de baas, ‘vrije tijd’ die opgaat aan woon-werk verkeer en ‘bereikbaarheid’, stress op het werk, of nutteloze werkzaamheden die van hogerhand (management) of buitenaf (overheid) worden opgelegd. En terecht, want ‘die armoe’ is in de 21e eeuw niet meer nodig, dankzij robots, slim organiseren én een basisinkomen.

 Dubbele dualiteit op de arbeidsmarkt

In analyses over de arbeidsmarkt worden zowel werknemers als werkgevers teveel over één kam geschoren. Vooral economen hebben de neiging de arbeidsmarkt op te vatten als een stelsel van communicerende vaten die via het loonmechanisme met elkaar in verbinding staan. Kort door de bocht: tekorten of overschotten op de ene deelmarkt worden na verloop van tijd opgeheven door instroom vanuit of uitstroom naar andere deelmarkten.

De realiteit is een tikkeltje anders. Aan de aanbodkant is er een steeds hoger schot tussen insiders en outsiders. Insiders hebben een vaste aanstelling met een redelijk omschreven functie die ze uitoefenen tot hun pensioen of – als ze pech hebben – tot de volgende ontslagronde. Outsiders – meestal jongeren, herintreders of mensen met een vlekje – hebben voortdurend tijdelijke aanstellingen, met relatief lage lonen,.

Los van allerlei nuances is er aan de vraagkant een duidelijk onderscheid tussen sectoren waar de meeste bedrijven voldoende geld hebben om hoge lonen te betalen, en sectoren die arbeidsintensief en laag-productief zijn, of om andere redenen last hebben van hoge loonkosten. Bij de eerste categorie kun je denken aan high-tech bedrijven, bepaalde overheidsorganisaties, grote banken en accountantskantoren, en andere bedrijven die zich relatief dure insiders kunnen veroorloven. Bij de andere groep gaat het om zorg- en onderwijsinstellingen, horeca, detailhandel e.d., die – mede onder druk van bezuinigingen in de collectieve sector – voortdurend goedkope outsiders moeten inschakelen om de dienstverlening nog enigszins op peil te houden.

Problemen aan de vraagzijde

(voor werkgevers)

Tweedeling aan de aanbodkant (werknemers)
outsiders insiders
Te weinig doorstroming A B
Te hoge loonkosten C D

 Wet Werk en Zekerheid schiet tekort

Dat deze dubbele dualiteit op de arbeidsmarkt te weinig wordt onderkend, blijkt onder meer uit de Wet Werk en Zekerheid (WWZ). Met deze wet, die op 1 juli 2016 zijn laatste fase ingaat, wil de regering ervoor zorgen dat outsiders op de arbeidsmarkt (A en C in de matrix) meer kans hebben om insiders (B en D) te worden, dus de benodigde zekerheden krijgen. Werkgevers willen juist meer flexibilisering, zodat ze de in hun ogen overbodige en ongeschikte insiders eerder kunnen lozen (B), of de loonkosten kunnen verlagen (D). Verdedigers van de WWZ, zoals Paul de Beer c.s., betogen dat de flexibilisering te ver is doorgeschoten en grote nadelen heeft, niet alleen voor werknemers maar ook voor de innovatiekracht die werkgevers willen realiseren. Werknemers die voortdurend het risico lopen om – eventueel tijdelijk – weggestuurd te worden, zullen immers niet investeren in kennis en competenties die vooral voor hun werkgever belangrijk zijn.

De Beer c.s. lijken te weinig oog te hebben voor de dubbele dualiteit op de arbeidsmarkt. Sommige outsiders willen helemaal geen insider worden, zeker zolang zij zich nog niet willen settelen. En voor sommige bedrijven en sommige werkzaamheden is het helemaal geen probleem om met tijdelijke aanstellingen te werken. Niet alle vormen van innovatie hebben last van flexibele arbeidskrachten. Silicon Valley is toonaangevend op het gebied van computer- en informatietechnologie mede dankzij ‘flexibel arbeidsmarktgedrag’ van hooggekwalificeerde medewerkers. Door snel van bedrijf te wisselen helpen die technologische kennis te verspreiden, en zorgen ze ervoor dat bedrijven met elkaar verbonden raken.

Het hoofdprobleem van de huidige arbeidsmarkt is aan de ene kant dat werknemers niet voldoende zekerheden (voor categorie A) of inkomen (C) krijgen op het moment dat die nodig hebben, bijvoorbeeld om eigen huis te kopen of een gezin te stichten. Aan de andere kant zitten veel werkgevers opgescheept met arbeidskrachten in vaste dienst die te duur (categorie D) of te weinig flexibel zijn (B). Het basisinkomen biedt zowel zekerheid – mits levenslang gegarandeerd – als een minimaal inkomen, met als gevolg dat de arbeidsmarkt voor alle partijen beter gaat functioneren.

Dat geldt zelfs voor werknemers die ogenschijnlijk in een ideale positie verkeren. Leeft u even mee met een willekeurige werknemer uit categorie B?

 Zonder basisinkomen zit ik in een gouden kooi

Al enige tijd heb ik het niet meer naar mijn zin op het werk, wat tot gevolg heeft dat mijn creativiteit en ambitie op een laag pitje staan. Ik ben daar niet blij mee en mijn werkgever evenmin. Hij zou mij graag ‘inruilen’ voor iemand die ’s morgens wèl fluitend naar zijn werk gaat. Maar als ik gewoon mijn werk blijf doen en mij niet misdraag, kan hij mij niet ontslaan. Terecht! Zolang ik geen andere uitdagende baan kan vinden die mij vergelijkbare arbeidsvoorwaarden biedt, blijf ik dus zitten waar ik zit. Want ik pas ervoor om vrijwillig weg te gaan, omdat ik dan geen recht heb op WW en word overgeleverd aan de bijstand met alle vernederende plichten en controles die daar bij horen. Zelfs als ik het op een akkoordje zou kunnen gooien met mijn werkgever, zodat ik een redelijke transitievergoeding – beter bekend als vertrekpremie – krijg, dan zal ik mij wel driemaal bedenken. Zeker wanneer er sprake is van opgroeiende kinderen en een huis dat ‘onder water staat’.

Ik ben niet bepaald de enige die in dit lastige parket zit, maar is het natuurlijk een luxe probleem vergeleken met de andere categorieën op de arbeidsmarkt (A, C en D)..

 

Met een basisinkomen zijn werknemer én werkgever beter af

Zal invoering van het basisinkomen enig verschil maken? Als ik dan ontslag neem, heb ik wellicht voldoende geld voor een basisbestaan, maar veel extra uitgaven – die ik gewend ben – kan ik mij dan niet meer veroorloven. Tenzij ik voor twee, drie of vier dagen een baan kan krijgen.

Dat gaat je niet lukken, hoor ik u zeggen. Als je eerder geen – fulltime – baan kon vinden, dan zal die andere baan er zeker niet zijn op parttime basis. Er zijn echter twee grote verschillen. Vanwege het gegarandeerde basisinkomen heb ik minder problemen met een tijdelijke aanstelling, en kan ik genoegen nemen met een lager uurloon. Het basisinkomen maakt mij dus een stuk aantrekkelijker voor mijn toekomstige werkgever.

Overigens geldt dat ook voor mijn huidige werkgever, in het geval ik ervoor kies om te blijven maar dan voor minder dagen. Ik kan mij dan beperken tot de werkzaamheden die mij nog wel voldoende arbeidsvreugd geven; de andere dagen kan ik besteden aan mijn gezin, mijn hobby’s, of aan een opleiding die mijn kansen op een andere baan aanzienlijk vergroot.

Wat schiet uw werkgever daarmee op, zult u tegenwerpen. Voor de overige dagen moet hij een ander in dienst nemen, en die doet dat niet voor niets. Klopt, maar dankzij zijn basisinkomen zal ook die ander genoegen kunnen nemen met minder ontslagbescherming of een lager loon. Zoals een hoge werkloosheid een neerwaartse druk op het loonniveau uitoefent, zo zal ook de invoering van het basisinkomen de lonen onder druk zetten; merkwaardig dat economen hierover zwijgen. Het grote verschil is dat nu werkgever én werknemer er beter van worden, en dat de koopkracht op peil blijft.

 Wordt de rekening bij de belastingbetaler gelegd?

Tegenstanders van het basisinkomen wijzen erop dat het onbetaalbaar is. Patrick van Schie, directeur van het wetenschappelijk bureau van de VVD, zegt het zo: “Als het al betaalbaar zou zijn, kan het uitsluitend bestaan doordat één deel van de samenleving zwoegt om een ander deel van de samenleving aan een voortdurende vakantie te helpen.” Een typisch populistisch VVD-argument, dat als demagogische prietpraat kan worden bestempeld. Dat ‘werkend Nederland’ netto zo weinig overhoudt, komt vooral doordat inkomen uit arbeid meer, en andere inkomens steeds minder worden belast. In de periode 2000-2011 is het aandeel van de loonbelasting in het BNP gestegen van 6 tot 8 procent, terwijl het aandeel van de vennootschapsbelasting daalde van 4 naar 2 procent, aldus Heleen Mees die toch niet op socialistische gevoelens kan worden betrapt. De effectieve belastingdruk op de grootste niet-financiële ondernemingen is gedaald van ruim 28 procent in 2004 tot minder dan 10 procent in 2011. De financiering van het basisinkomen wordt een stuk makkelijker als de belastingontwijking door bedrijven wordt aangepakt.

De rekening voor de belastingbetaler valt bovendien reuze mee omdat vrijwel alle bestaande uitkeringen kunnen worden geschrapt. Ook de hele poppenkast van loonkostensubsidies, activerend arbeidsmarktbeleid, huur- en zorgtoeslagen wordt door de invoering van een basisinkomen overbodig. Het gaat dan niet alleen om de directe uitgaven die met deze overdrachtsinkomens zijn gemoeid. Er zijn ook diverse indirecte kosten, die door economen onder transactiekosten worden gerekend. Heel veel functies die nu bij het UWV, Belastingkantoor en Sociale Dienst worden uitgeoefend, in de vorm van controleren, monitoren, beleid maken, managen enz., hebben we straks niet meer nodig, zodat de collectieve uitgaven een stuk lager worden. Een recent onderzoek naar de effecten van het Mincome-project, een Canadees experiment in de jaren ’70, laat verder zien dat – zeer opmerkelijk – de medische kosten behoorlijk omlaag gingen na invoering van het basisinkomen, wat eveneens tot lagere belastingen of premies leidt.

Er is nog een ander effect dat in de discussie te weinig aan bod komt: het basisinkomen maakt het grijze en zwarte circuit minder aantrekkelijk. De meeste mensen in de bijstand, of met een andere uitkering, zijn zeer creatief in het vinden van klusjes die hen extra inkomen, sociale contacten, structuur, eigenwaarde en zelfs status geven, kortom ongeveer alles wat een officiële baan zo aantrekkelijk maakt. Maar de uitkeringsinstantie mag dat allemaal niet weten, want dan worden ze gekort en beboet, en dus gaan ze ‘ondergronds’. Dat ze op die manier geen bijdrage leveren aan de Schatkist, is slechts één probleem. Veel groter is het gevaar dat ‘misdaad loont’, met alle negatieve consequenties voor de rest van de samenleving. Een basisinkomen daarentegen zorgt ervoor dat iedereen in alle openheid kan experimenteren met bezigheden die later eventueel commercieel aantrekkelijk kunnen worden. Het creëert als het ware allerlei broedplaatsen van innovatie en ondernemerschap. Niet zo vreemd dus dat juist in Silicon Valley sommige ondernemers voor een basisinkomen pleiten.

 Werken voor de gemeenschap

De sceptische lezer zal wellicht tegenwerpen dat niet iedereen in staat is zijn eigen werk te creëren of op de arbeidsmarkt emplooi te vinden, ter aanvulling op het basisinkomen. Helemaal mee eens, en daarom ben ik zeker geen tegenstander van experimenten met baangaranties en basisbanen. In plaats van een uitkering te verstrekken, zou de gemeente mensen die langdurig zonder werk zitten een arbeidsovereenkomst moeten aanbieden, zo is het voorstel. Als werkgever dient zij te zorgen voor geschikte werkplekken, binnen of buiten de overheidssector. Ik vrees echter dat het leidt tot een enorme bureaucratische rompslomp en het rondpompen van heel veel geld als de overheid gaat proberen werkgevers over te halen om mensen in dienst te nemen die ze eigenlijk niet nodig hebben. Ik zie meer in gemeenschapsprojecten die in maatschappelijke behoeften voorzien en de sociale cohesie versterken, en die zodanig zijn georganiseerd dat ook kwetsbare leden van de samenleving bij de uitvoering worden ingeschakeld. Die gemeenschapsprojecten kunnen beter door commerciële bedrijven en sociale ondernemingen worden ontwikkeld en uitgevoerd, want die doen dat creatiever en sneller dan de overheid. De lokale overheid hoeft alleen elk dorp of wijk een budget te geven, dat besteed moet worden aan gemeenschapsprojecten. en ervoor te zorgen dat alle bewoners kunnen stemmen over allerhande voorstellen van individuen en collectieven – al of niet in de vorm van commerciële bedrijven – die hun project willen financieren uit dit budget. Vanwege de goedkope arbeid die door het basisinkomen beschikbaar komt, kunnen deze arbeidsintensieve gemeenschapsprojecten toch relatief goedkoop blijven.

 Uitdagingen voor de vakbeweging

Zoals gezegd is het onvermijdelijk dat de lonen zullen dalen bij invoering van het basisinkomen. Vooral aan de onderkant zal de arbeidsmarkt flinke verschuivingen laten zien. Door verlaging van de loonkosten wordt het voor werkgevers veel minder aantrekkelijk om robots aan te schaffen of buitenlandse werknemers in te schakelen. In de stijgende vraag naar arbeidskrachten zal echter alleen worden voorzien als het werk voldoende aantrekkelijk wordt; het basisinkomen dwingt de werkgever goede werkomstandigheden te creëren. Bovendien zal een discussie losbarsten over rechtvaardige beloningen, bijvoorbeeld waarom een vuilnisman minder verdient dan een bankier. Als de vakbonden dit creatief aanpakken, ligt er hier een mooie taak voor de vakbeweging, om verder te gaan dan het verdedigen van verworven rechten.

Tot slot de vraag die iedere keer weer wordt gesteld: hoe hoog moet het basisinkomen worden, en dient te worden gedifferentieerd naar leeftijd of andere criteria? Om dit soort vragen te beantwoorden heb je geen referendum of CPB-analyse nodig, maar een brede maatschappelijke discussie, liefst zonder commissies met louter academici. We moeten vooral allerlei proefprojecten opzetten, om te kunnen profiteren van de heilzame werking van ‘trial and error’.Ik geef Gradus gelijk als hij stelt dat buitenlandse experimenten weinig zeggen over de Nederlandse situatie, maar dat pleit er juist voor om in eigen land proef te draaien, met verschillende financiële en organisatorische constructies. Als we dit goed aanpakken, kunnen we eindelijk een echt gidsland worden

S. de Beter m.m.v. Henk Natjes en Len Kuba

 

P.S. “maar het CPB heeft toch berekend ………………..”

Tja, het schijnt onvermijdelijk te zijn en begint inmiddels op een nieuw soort Dutch Disease te lijken: zodra het over vraagstukken met een economisch tintje gaat, kun je er zeker van zijn dat – vroeg of laat – het CPB erbij wordt gehaald. Ook door Gradus die bijna terloops vermeldt dat volgens CPB-berekeningen een basisinkomen gelijk aan de helft van het sociaal minimum (circa 750 euro) 350.000 banen kost, “op basis van een empirisch model voor Nederland” voegt hij er volledigheidshalve aan toe. Ik kan mij niet aan de indruk onttrekken dat Gradus – mede op basis van die CPB-studie – al een standpunt heeft ingenomen, en zich nu verdienstelijk probeert te maken door andere economen te bestrijden die wèl iets in een basisinkomen zien, in dit geval Bart Nooteboom.

Hoewel ik die CPB-voorspellingen als één grote poppenkast beschouw en altijd moet denken aan de keizer die geen kleren droeg, voelde ik mij moreel verplicht naar de betreffende CPB-publicatie te kijken. Ik hoefde gelukkig niet verder te gaan dan de CPB-site, want het bleek geen doorwrochte studie over het basisinkomen te zijn. In de publicatie van slechts 18 pagina’s worden tal van maatregelen onder de noemer ‘fiscaal participatiebeleid’ onderzocht. Dat is nu het handige van die macro-economische modellen: je stopt allerlei maatregelen of plannen in, en er rolt altijd iets uit. En dat schrijven ze zelfs op, ook als het indruist tegen het gezond verstand en de realiteit. Zo blijkt uit hun studie het volgende: “Het invoeren van een basisinkomen heeft een averechts effect. Dit geeft tweede verdieners een financiële prikkel om te stoppen met werken en deze groep reageert daar relatief sterk op.”. Ik stel mij voor dat een van de drie CPB-auteurs ’s avonds thuis komt, en als volgt reageert als zijn partner vraagt of hij die dag nog iets interessants heeft meegemaakt. “Ja”, zegt hij dan, “uit ons model blijkt dat jij gaat stoppen met werken als een gegarandeerd basisinkomen van 750 euro wordt ingevoerd”. Waarop zij – of hij – gevat reageert: “Natuurlijk, schat, ik hang mijn master-diploma Fiscale Economie aan de wilgen, neem afscheid van mijn uitdagende baan met leuke collega’s en een inkomen van ruim 2000 euro, want met dit fantastische basisinkomen ga ik weer lekker thuis zitten in onze Vinex-wijk waar overdag iedereen weg is of met de kinderen bezig, ik ga gewoon een hobby zoeken en zorg iedere avond dat het eten – en de pantoffels – voor je klaar staan”

Reageren?  s.debeter@gmail.com

Het bericht Basisinkomen maakt arbeid goedkoper en vooral flexibeler verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Boekbespreking: Dick Pels – A Heart for Europe

Hart voor Europa

Het EuropeA-heart-for-Europe-cover-1-212x300se beschavingsideaal staat voor de oneindige zoektocht naar een meer vredelievende, zachtaardige, ontspannen, minder gevaarlijke maatschappij. Een maatschappij waarin mensen niet langer bang zijn voor elkaar, voor hun instituties, of voor zichzelf. Maar op dit moment bevindt Europa zich midden in een ‘perfect storm’ van populistisch nationalisme, Russisch revanchisme, neoliberale financiële ellende, religieus geïnspireerd terrorisme en vluchtelingenchaos. Die op elkaar gestapelde uitdagingen maken het urgent om onze Europese idealen van vrede, vrijheid, democratie, duurzaamheid en het goede leven opnieuw uit te vinden. In dit boek doet Dick Pels een dappere poging om de oorspronkelijke passie van het Europese project nieuw leven in te blazen. Het idee van een beschaafd Europees patriottisme moet worden gered van de angstpolitiek die wordt bedreven door rechtse én linkse nationalisten.

Inhoud:

  1. Europe’s Embattled Soul
  2. The Conquest of Social Fear
  3. The Nationalist International
  4. European Freedom
  5. European Democracy
  6. The European Good Life
  7. The Language of Europe
  8. Europatriotism

 

In hoofdstuk 6: The European Good Life noemt hij op blz. 102 en 104 het basisinkomen als te overwegen optie. Hij refereert daarbij aan een suggestie van Philippe van Parijs om iedere burger van de EU een basisinkomen van € 200 te verschaffen, bijvoorbeeld te financieren via een Tobin-taks op financiële transacties.

Over de auteur:

Dick Pels is socioloog en freelance publicist. In vorige levens was hij Professor of Sociology & Communications aan Brunel University, London, voorzitter van de links-liberale denktank Waterland en (van 2010 to 2013) directeur van Bureau de Helling, het wetenschappelijk bureau van Groen Links. Zie www.dickpels.nl

Het boek is te bestellen en als PDF gratis te downloaden via zijn website. http://dickpels.nl/?p=768

Reyer Brons, 2 juli 2016

Het bericht Boekbespreking: Dick Pels – A Heart for Europe verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.