Brieven aan een Paralleluniversum 13. Satan’s listige streken

satan
Dit is de dertiende aflevering van de feuilleton Brieven aan een Paralleluniversum van de Duitse schrijfster Petra Keup. De eerste verscheen op 8 oktober 2017. Sindsdien publiceer ik iedere zondagochtend een hoofdstuk uit deze roman. De brieven zijn geschreven door Maximiliane Wonder-Licht, een ‘klant’, en gericht aan Valentin Graumann, de directeur van een instantie, die ‘Hartz-IV’, zeg maar de Duitse sociale bijstand, uitkeert.

 

Betreft: “Olé”
– Satan’s listige streken

 

Beste O-man Graumann,

satan Herinnert u zich nog, dat in 1984 de commerciële televisie haar intrede deed in onze destijds nog halve republiek?
Plotseling stond er in de tv-gids Sat-An. Of het de naam van de zender was, of de titel van een televisieprogramma, waaronder de programma’s van de satellietontvangst vermeld stonden, weet ik niet meer zo precies. In ieder geval zocht niemand er iets kwaads achter. Pas na maanden viel het iemand op, dat het vernuft achter al deze vernieuwingen in de ruimte wellicht wat al te duidelijk bij name genoemd werd.
Uiteindelijk viel alles met Sat. 1 – of was het 3sat? – op de juiste plaats.
Satan was nu in ieder geval effectief gecastreerd en voorzien van één of ander nummer. Ondertussen hielden miljoenen mensen van hem en stond de deur, met dank aan de vele commerciële satellietprogramma’s, wagenwijd open voor de afstomping van het volk. Tenslotte is hersenloos regeren, zoals men weet, veel beter en zodoende kunnen er middernachtelijke compromissen, waaruit ook uw Dienst is ontstaan, op een bierviltje gesloten worden.[1]

Dit is overigens geen nieuw woord van mij, maar van het hoofd van uw Federale Dienst voor Werk.[2]

In de taal schuilt waarheid en magie, soms ook een hoop onzin. Per slot van rekening kreeg de mens zijn vermogen, de dingen bij hun naam te noemen, van God alleen, doch spoedig daarop nam men meer vrijheid. Dat er dan ook echt een zender met de naam GOD-TV bestaat, moet een daad van verblinding geweest zijn, maar misschien heeft zelfs God galgenhumor.
Een Satan zo te castreren is al een lelijke daad. Uw Dienst heeft zich echter ook een uitzonderlijk lange naam gegeven. Arbeidsgem… … van de Die … voo … Arb … distr O … en d … stad O …[3]

Tenslotte wil iedereen, die betrokken is, ook plechtig vermeld worden. Dat men bij een dergelijke naam vroeger of later naar een afkorting verlangt, kan ik echt begrijpen. Vooral als je bedenkt, hoe vaak op een dag deze naam uitgesproken en opgeschreven moet worden. De één of andere slimmerik is onder invloed van het hierboven beschreven door God gezonden vermogen, op de afkorting ARGE gekomen en zo is daar een Dienst met slechte intenties uit geboren.
Wat ik echter opmerkelijk vind, is dat allen, behalve u, zoals u mij in ons persoonlijk gesprek immers nadrukkelijk meedeelde, dit alleen maar beamen kunnen. Maar u onderschat uw jonge medewerkers hier enorm, want deze geven zich natuurlijk alle denkbare moeite, om de naam van uw Dienst recht te doen. In ieder geval mag je toch wel echte prestatiebereidheid in een, niet per se typische, prestatiemaatschappij verwachten.

satan Dus sturen deze prestatiegerichte medewerkers dan mensen zoals ik voor een keuring naar de gezondheidsdienst. Ik dacht altijd, dat men de kwaliteit van het vlees van halve varkenskarkassen veterinair keurt in het slachthuis, dat men na een ongeluk de schade aan een auto keurt, of dat men een balans goed- of afkeurt voordat men een bedrijf koopt. Maar mij naar een keuring sturen … ?
De geest van uw Dienst toont zich natuurlijk niet alleen in een slechte betalingsmoraal, maar ook door de taal. In overheidsinstellingen leefde altijd al een bepaalde taalgeest met een zeer eigenzinnige creativiteit. De creatieve taalgeest van een ambtelijke instantie leeft allereerst van ontmenselijking. Niet de mens staat centraal, maar statistische gegevens. In uw geval zijn dat de “hulpbehoeftigen” of “bijstandsgezinnen” of “sociale parasieten”. Op een bepaalde manier kan je dat nog door de vingers zien, want het is natuurlijk ondoenlijk om miljoenen burgers als individuen te beschouwen …

Kijk eens, wat ik in een encyclopedie vond:

Ambtelijk jargon ook officiële-, administratieve-, bureaucratische taal: de vaktaal van ambtenaren. Het wordt gekenmerkt door:
– het streven naar uiterste nauwkeurigheid, wat zich vertaalt in samengestelde constructies (Afdeling Klantenreacties);
– vorming van nieuwe algemene benamingen (klant, hulpbehoeftige);
– sterke abstractie (bijstandsgezin);
– wollig taalgebruik met geringe verstaanbaarheid (wetenschappelijk onderzoek heeft vastgesteld, dat de burger 25% begrijpt van de brieven die door een overheidsinstantie verzonden zijn).[4]

Taalnormering, of standaardisatie: het vastleggen van definities en naamgevingen, en de poging om deze vastlegging in het taalgebruik af te dwingen.
Rechtsgeleerden doen dat al sinds de oudheid en het Duitse Normeringscomité heeft dat in 1917 voor de techniek in Duitsland gedaan. Het is de neiging van veel vaktaal, vooral van ambtelijk jargon.[5]
(Voorbeeld: Hartz IV, ook als men de taalgeest, die men daarmee oproept, nu begrijpelijkerwijs liever kwijt dan rijk is om het imago op te poetsen.)

satanTaalsturing, sturing van de taal; d.w.z. manipulatie, controle van mensen door middel van taal. Vaak gaat sturing vooraf aan manipulatie of gaat zij hand in hand met haar (propaganda). Spraaksturing met manipulatieve opzet maakt gebruik van bewust gestuurde verschuivingen in de betekenis, en van eufemismen, vaak door vorming van nieuwe woorden of complex samengestelde woorden.

Eufemein (Oudgrieks), eufemisme, minder onaangename, vriendelijker bewoordingen: de eufemistische (verzachtende) omschrijving, maakt vaak deel uit van een metafoor, een onrealistische definitie en interpretatie, vaak een middel voor taalsturing en manipulatie[6]
voorheen “bijstandstrekker” tegenwoordig “klant”, vroeger “uitkeringsgerechtigde werkloze” nu “hulpbehoeftige”.

Propaganda (Latijn: propagare) ter verbreiding – de poging, de publieke opinie voor de eigen mening te winnen en de daarvoor gebruikte middelen; een specifiek geval van taalsturing en manipulatie. (Voorbeeld: “Vroeger of later krijgen wij jullie”.)[7]

Het woord, in 1622 met de pauselijke bul geïntroduceerd, werd tot in de 20e eeuw als een algemene term voor politieke, religieuze en commerciële publiciteit gebruikt. Tegenwoordig wordt politieke propaganda vaak op één lijn geplaatst met commerciële reclame; als algemene term voor beide werd ‘omgekeerde’ reclame (Sombart 1928) of ‘reclame’ (Buchli 1962) voorgesteld, terwijl religieuze propaganda in het taalgebruik wegviel.[8]

satan Nu beste O-man-Graumann, ik wil u bij dit alles niets kwaads in de schoenen schuiven. Al die woordgedrochten en de ijzige invloed van uw ambtelijke abstracties getuigen vaak alleen maar van een slechte stijl. Ik gun met liefde sommige van deze creatieve taalvirtuozen in uw Dienst eens een schrijfcursus bij de Volkshogeschool, want taal is magisch en in uw magie is zoveel betekenis onbegrijpelijk achter een sluier verborgen. Als echter eenvoudig begrijpen van taal voor ons allemaal het hoogste doel zou zijn, zou ik, de schrijfster van deze brieven, misschien ook binnenkort een bookmaker zijn en niet eentje die weddenschappen op paarden aanneemt.
Wat mij een beetje troost is dat alle jargon van uw Dienst niet alleen op mij een negatieve invloed heeft, maar ook afbreuk doet aan u. U hebt daar ook last van, dat de hele wereld “Hartz IV” tegen u zegt en u daarmee tot een plaatsvervangend medewerker van een criminele aanbieder van seksreizen bestempeld.[9]

Ja, taal is wonderbaarlijk! Maar de media haasten zich om u te helpen en zorgen direct al voor de nieuwe taalregeling. Ze leggen over de oude gewoon een sluier en passen haar aan de moderne tijdgeest aan.[10]

“Het oude stuk, men speelt het weer …”!

O-man Graumann, wij begrijpen elkaar,
uw Maximiliane Wonder-Licht

Een overzicht van alle gepubliceerde hoofdstukken is hier te vinden.
Vertaling: Florie Barnhoorn

Wordt vervolgd op zondag 7 januari 2018


1. In het Duits heeft men één woord voor middernachtelijke compromissen op een bierviltje: Mitternachtsbierdeckelkompromisse. Zo noemde de toenmalige hoofdbestuurder van de Federale Dienst voor Werk de Hartz-IV-wetten in een interview.↩

2. Ik vraag mij af of de schrijfster bij de beschrijving van de figuur van Valentijn Grauman, Frank-Jürgen Weise (1951), Duits legerofficier en manager, voor ogen heeft gehad. Wie zal het zeggen. Hij was van 2004-2017 hoofdbestuurder van de Bundesagentur für Arbeit (Federale Dienst voor Werk), tegenwoordig ook vaak aangeduid met ‘Jobcenter‘, de uitvoerder van Arbeitslosengeld II, afgekort ALG II, maar meestal ‘Hartz IV‘ genoemd.↩

3. In het Duits staat hier: Arbeitsgem… der Ag… fü… Arb… Ol… und d… Stadt O… (Arbeitsgemeinschaft – afgekort ARGE – der Agentur für Arbeit [naam district] und der Stadt [naam stad]; deze instelling is min of meer vergelijkbaar met de diensten voor Werk en Inkomen van de gemeenten en het UWV in Nederland.) De schrijfster verwijst naar een lokale vestiging van de Bundesagentur für Arbeit in stad ‘O’, zie bijvoorbeeld https://www.arbeitsagentur.de.↩

4. Het Duits kent één woord voor de Afdeling Klantenreacties: Kundenreaktionsmanagement.↩

5. Deutsches Institut für Normung (DIN) is de Duitse nationale normeringsinstantie. De eerste DIN-norm verscheen in 1918. De afkorting was eerder ook bekend als Das Ist Norm en Deutsche Industrie-Norm(en). In 1920 verscheen de bekende norm voor papierformaten: DIN 474, bijvoorbeeld DIN-A4.↩

6. Een eufemisme is een stijlfiguur waarmee iets mooier, vriendelijker en/of minder onaangenaam wordt voorgesteld dan het in werkelijkheid is. Vaak gaat het om het in andere, minder confronterende bewoordingen weergeven van zaken waarop een algemeen taboe rust. Het gebruik van eufemismen wordt met andere woorden sterk bepaald door gevoelswaarde (connotatie).↩

satan

Paus Gregory XV
ca. 1622-1623

7. Sturing van anderen; taal wordt gebruikt om gedrag van anderen te beïnvloeden – dat is een sociale taalfunctie; zie http://juflara.weebly.com/taal.
Propaganda is een vorm van communicatie waarbij door de belanghebbende partij wordt getracht aanhangers voor haar gedachtegoed te winnen door het bespelen van de publieke opinie. Dit wordt bewerkstelligd door het bewust verspreiden van eenzijdige en/of verzonnen informatie.↩

8. Werner Sombart (1863 – 1941) was een Duits econoom en socioloog. Hanns Buchli: 6000 Jahre Werbung. Geschichte der Wirtschaftswerbung und Propaganda. Berlin: de Gruyter (6000 jaar reclame. Geschiedenis van reclame en propaganda).↩

9. Doelt de schrijfster op het sexschandaal dat in de zomer van 2005 bij Volkswagen (VW) aan het rollen kwam? De Raad van Bestuur – waaronder de directeur Personeel Peter Hartz – werd beschuldigd van het organiseren van sexreisjes. Naar hem werden de als Hartz-concept bekendstaande hervormingen in de arbeidsmarkt vernoemd, die in de vroege jaren 2000 onder het bewind van bondskanselier Gerhard Schröder tot stand kwamen. De maatregelen werden in vier pakketten geïmplementeerd. Hartz I en Hartz II werden van kracht 1 januari 2003, Hartz III volgde op 1 januari 2004. Het meest bekende en drastische pakket Hartz IV trad in werking op 1 januari 2005. Het begrip Hartz-IV is in Duitsland zeer bekend geworden. Hierdoor werd het Duitse systeem van werkloosheidsuitkeringen voor langdurige werklozen (Arbeitslosenhilfe) en het systeem van sociale uitkeringen (Sozialhilfe) samengevoegd en vastgesteld op het laagste niveau van deze twee uitkeringen.↩

10. Op 1 augustus 1998 werd de spelling van het Duits gewijzigd. Deze spellingshervorming was enigszins controversieel. In 2006 kwam er een herziening van de spellingherziening, waarin enkele spellingsveranderingen werden teruggedraaid.↩

Het bericht Brieven aan een Paralleluniversum 13. Satan’s listige streken verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

De Radicale Rol van het Basisinkomen

inkomenszekerheid

 

De belangrijkste winst van een universeel basisinkomen is de versterking van de democratie, doordat een fundamenteel recht van burgers, namelijk dat op inkomenszekerheid, door de invoering ervan gewaarborgd is, betoogt Louise Haagh.

Veel misverstanden over het basisinkomen ontstaan, doordat er te hoge verwachtingen gewekt worden over wat het kan of zou moeten doen. Ruth Lister heeft deze ambivalentie onlangs duidelijk verwoord in een artikel in de Compass serie. Wat mij [L.H.] betreft, ik zie dat het basisinkomen een aantal fundamentele problemen, die in onze instituties spelen, aan de orde stelt. Het aanpakken van deze problemen zal bijdragen aan het oplossen van een reeks hedendaagse kwesties – maar dat hangt ook af van andere ontwikkelingen.

Net als Lister werd ik door het idee van een universeel basisinkomen aangetrokken, omdat het essentiële vragen opwerpt. Op grond waarvan ondersteunt de welvaartsstaat individuen? Wat zou de functie van de verzorgingsstaat in de huidige samenleving moeten zijn?

Ik vraag me af, waarom opvattingen over het garanderen van een inkomen op bestaansniveau de morele vooringenomenheid en het klassenbewustzijn van een voorbije eeuw hebben overleefd, terwijl die vragen niet gesteld worden bij de universele en onvoorwaardelijke beschikbaarheid van andere sociale verworvenheden. De sleutel ligt in het woord ‘inkomen’. Mensen zouden zich terecht zorgen moeten maken, als zij de indruk krijgen dat het de bedoeling is om inkomen uit arbeid uit te bannen. Als sommige voorstanders van het basisinkomen zeggen, dat zij de inkomens willen loskoppelen van werk, zouden zij eigenlijk moeten benadrukken dat zij inkomen en werk gedeeltelijk van elkaar willen scheiden. Dit zou het gemakkelijker maken om in te zien dat wij naar inkomenszekerheid op een zelfde manier kunnen kijken als naar publieke diensten, zoals gezondheidszorg en onderwijs, overheidstaken die nu ook al gewaarborgd zijn. Door een gegarandeerd inkomen kan iedereen meedoen in de maatschappij. Inkomenszekerheid voor allen zal een besef van basale gelijkheid en gemeenschapszin geven.

inkomenszekerheidDit grondidee – dat door een basisinkomen inkomenszekerheid bereikt kan worden voor iedereen – wordt weergegeven in het logo van het Basic Income Earth Network. Het laat het zijaanzicht van een trap zien. De vloer is het breedste deel van de constructie. Deze basis wordt door iedereen gedeeld. Mensen kunnen groeien als de basis van hun fysieke bestaan zeker gesteld is. Sommige reiken verder en klimmen hoger dan anderen. Zij kunnen hun basisinkomen aanvullen met andere inkomsten en daarbij een scala aan dingen ondernemen. Deze voorstelling van inkomensgarantie verschilt niet echt heel veel van hoe we omgaan met andere kansen die we van de samenleving krijgen, zoals onderwijs dat aanvankelijk gratis gegeven werd, ongeacht de maatschappelijke inbreng van de ouders

Inkomen en werk

De invoering van een basisinkomen betekent dus niet dat er een muur wordt opgetrokken tussen inkomen en werk. Een financiële compensatie biedt veel voordelen als erkenning van een bijdrage. Omdat geld een neutraal ruilmiddel is, dat sociale onderhandelingen over contractuele voorwaarden – belangrijk om verwachtingspatronen in goede banen te leiden – mogelijk maakt. Het basisinkomen moet in deze zin niet begrepen worden als een vervanging van inkomen uit arbeid, maar als bron van bestaanszekerheid. Naast ruilmiddel en betaalmiddel als tegenprestatie voor de erkenning en inzet van iemands arbeid en tijd, heb je geld gewoon nodig om te leven. Een beschaafde maatschappij maakt onderscheid tussen de verschillende functies van geld. Een basisinkomen – een instrument waar al lang naar uitgekeken wordt – is hier een onderdeel van. Het basisinkomen is een vloer, niemand zou daar doorheen moeten zakken. Door belastingaftrek en belastingvrije toeslagen ontvangen burgers met verschillende inkomens al een basisbedrag. Het universele basisinkomen gaat in principe niet over het herverdelen van geld, maar over de vloer waarop die verdeling plaats vindt.

Het opnieuw doordenken van voorwaarden en verplichtingen zal niet leiden tot vermindering van maatschappelijke deelname, zoals Lister en anderen terecht vrezen. Heroverweging van de toegangsvoorwaarden voor de sociale zekerheid moet antwoord geven op een noodzakelijke vraag: hoe kunnen we participatie stimuleren en blijvend ondersteunen? De bureaucratische verzorgingsstaat van vandaag heeft de verantwoordelijkheid voor deze zaken grotendeels op de schouders van het individu gelegd, waardoor de samenleving en beleidsmakers moeilijke vragen over de ontwikkeling van effectiever onderwijs en betere beroepsmogelijkheden konden ontlopen. Vanuit dit oogpunt is de belangrijkste verandering, die een hervorming door middel van een basisinkomen met zich mee zal brengen, de afschaffing van verplichtingen en voorwaarden voor essentiële inkomensondersteuning.

Prikkels en straf

Voorwaarden verbonden aan inkomenssteun hebben als doel om te stimuleren, maar er is een dunne lijn tussen prikkelen en straffen, wanneer de dreiging van het verlies van bestaansmiddelen permanent aanwezig is en bestaanszekerheid afhankelijk is gemaakt van aanvaarding van iedere aangeboden baan. Het huidige beleid is niet ontworpen om vooral kwetsbare groepen te straffen, maar dat kan wel het gevolg zijn. Het debat over het beleid gaat met recht over de vraag hoe de armoedeval verkleind kan worden, waarbij gedoeld wordt op het gebrek aan motivatie om een eigen inkomen te verwerven als de prijs voor de intrekking van de steun aan het noodzakelijke levensonderhoud te hoog is. Deze voorstelling van zaken betreffende de armoedeval laat echter buiten beschouwing dat er naast directe inkomsten uit arbeid ook andere redenen zijn die mensen motiveren. Het gaat om meer dan geld alleen bij de armoedeval. De armoedeval, door verschuiving van inkomsten, zet ook de bestaanszekerheid op het spel. Er is veel onderzoek gedaan, dat aantoont dat angst voor het verlies van bestaanszekerheid op korte termijn gedrag oproept, dat louter gericht is op zelfbehoud, terwijl de mogelijkheid om op de lange termijn te kunnen denken, juist gedrag stimuleert dat duurzaam is en gericht op zelfontplooiing. In Working-Life, Well-Being and Welfare Reform [Werk, Welzijn en Hervorming van de Sociale Zekerheid] presenteer ik nieuwe feiten en argumenten met betrekking tot dit onderwerp. Het tegenwoordige beleid van onze instituties motiveert mensen op de korte termijn – met een wortel en een stok. Het doel zou moeten zijn om iemand in staat te stellen om lange termijn doelen te ontwikkelen. Dat is goed voor individuen, gezinnen en de samenleving als geheel.

Hoe gaan we om met het risico dat een aantal mensen er voor zal kiezen om hun bijdrage aan de samenleving te leveren door een bescheiden bestaan op grond van een basisinkomen op te bouwen – iets wat zij nu niet kunnen doen zonder negatieve consequenties. Het is ontegenzeggelijk waar, dat dit een aantal netelige ethische kwesties opwerpt. Ik denk echter niet dat deze uniek zijn voor het basisinkomen. Het zijn maatschappelijke discussies die met enige regelmaat terugkeren. Veel instituties, die mensen voorbereiden op de arbeidsmarkt, hebben ook andere zelfstandige en nuttige functies. Het produceren van meer marktinkomsten is niet het enige doel van een basisinkomen. Dat is ook niet het enige doel van het openbaar onderwijs. Als iemand besluit om huisvrouw of huisman te worden, kunnen we waarschijnlijk nog steeds denken, dat de opleiding die zij hebben ontvangen, op de één of andere manier goed van pas zal komen. Er zijn mensen die riskante sporten beoefenen. De meerderheid – geen liefhebbers van deze vorm van vermaak – is verplicht om financieel bij te dragen aan de kosten die gemaakt moeten worden om deze mensen te verzekeren. Gevangenissen zijn duur. Er zijn met andere woorden veel terreinen, gefinancierd met behulp van publiek geld, die geen directe productieve waarde voor de markt hebben, maar die we wel waarderen. Als we inzien dat het bieden van bestaanszekerheid de belofte op leefbare gemeenschappen inhoudt, zullen we het basisinkomen op de juiste waarde schatten. Het is belangrijk om te bedenken, dat de prikkel om geld te verdienen en vooruit te komen niet per definitie wordt weggenomen na hervormingen door middel van een basisinkomen.

De lat hoog leggen

Er gaan in Groot-Brittannië steeds meer stemmen op voor een beleid dat mensen motiveert om de lat hoger te leggen en langer onderwijs te volgen. Er is een grote behoefte aan het opleiden van nieuwe verpleegkundigen en dokters en om de zorg een echte professionele status te geven. Er is gebrek aan systemen die nieuwe vormen van sparen aanmoedigen, ook zijn nieuwe manieren voor financiering van de zorg broodnodig. Deze problemen kunnen niet één-op-één door een basisinkomen opgelost worden. Sommige vereisen veranderingen in de regelgeving om hogere salarissen te bedingen en de status van de beroepen in de zorg te verhogen.

Een basisinkomen kan evenwel een rol spelen bij de vereiste institutionele veranderingen. Een basisinkomen kan een persoon doen besluiten om langer onderwijs te volgen of weer een opleiding te gaan doen om daarmee de kans om langer deel uit te maken van het arbeidsproces te vergroten. Een basisinkomen is een vloer die het mogelijk maakt om te sparen voor de lange termijn en kan – samen met andere regelgeleide veranderingen – deel uitmaken van een herziening van de sociale zekerheid op een manier die een bredere welvaartsbasis mogelijk maakt en ondersteunt.

Dit brengt me terug bij de zorgen van Lister. Sommigen denken, dat het basisinkomen afbreuk zal doen aan onze houding tegenover werk. Ik zie het basisinkomen niet – als idee of in de praktijk – als contraproductief aan een goede werkethiek. Het is deze gedachtegang die in de eerste plaats ontkracht moet worden. Waarom blijven we de twijfelachtige aanname maar herhalen, dat mensen niet willen werken zodra ze bestaanszekerheid hebben? Het afzwakken of bij voorkeur opheffen van voorwaarden die nu de toegang tot inkomenszekerheid belemmeren, is slechts een kleine stap om een reeks meer ingewikkelde problemen aan te pakken, evenzogoed kan het een belangrijke stap zijn.

Lokale gemeenten in de Europese landen experimenteren met het verwijderen van toegangseisen voor de sociale zekerheid, omdat ze vinden dat deze niet werken. Het is echter belangrijk om veranderingen in systemen voor inkomensondersteuning te bekijken in samenhang met beleid, dat zorg draagt voor beroeps- en spaarmogelijkheden op de lange termijn. Stimulering van beleid op deze gebieden is ook nodig, omdat de bestaande systemen daar niet in slagen. Als we het basisinkomen plaatsen in deze driehoekige context, maakt het deel uit van een proces dat leidt tot economische instituties die beter toegerust zijn om verschillende taken in de samenleving op zich te nemen, met name ten behoeve van langlopende stimuleringsmaatregelen.

Als dit goed gedaan wordt, is de kans groot dat er een meer planmatig stimuleringsstelsel ontstaat, dat participatie beter kan waarborgen dan nu het geval is. Atkinson’s zorg over een tegenprestatie, die Lister ook benadrukt, is inderdaad belangrijk, maar het stellen van voorwaarden is misschien niet de beste oplossing vanwege de morele implicaties en dure handhavingsproblemen. Atkinson probeert te veel doelen te bereiken in een enkel beleid. In Policy and Politics [Beleid en Politiek] en Basic Income Studies [Studies naar het Basisinkomen] heb ik betoogd dat er geen principiële of praktische redenen zijn om het basisinkomen te zien als in strijd met complexere verzorgingsstaatarrangementen die – zoals in de Scandinavische landen – de ontwikkeling van mensen doelgerichter nastreven.

Een feministisch kader

Moeten feministen zich terecht zorgen maken bij de komst van een universeel basisinkomen? Nogmaals, mijn antwoord is hetzelfde. Het is niet realistisch om te verwachten dat alle problemen, die vrouwen in de moderne samenleving ondervinden, opgelost zullen worden door hervormingen die de introductie van een basisinkomen met zich mee zal brengen. De bestaanszekerheid die het basisinkomen biedt, zal voor sommige groepen en situaties gunstiger uitpakken dan voor andere. Maar omdat vrouwen gemiddeld meer en complexere vormen van onzekerheid ervaren dan mannen, zullen vooral vrouwen er op vooruit gaan. Het basisinkomen kan echter de problemen, die vrouwen ondervinden bij het verkrijgen van meer zeggenschap over hun werk en tijd, niet oplossen. Dat zijn sociale problemen waar regelgeving en collectief gedragen risicospreiding voor nodig is. Echt betaalbare kinderopvang, een meer evenwichtig verwachtingspatroon ten aanzien van werkbelasting en een afgewogen benadering van gender gerelateerde problemen op de arbeidsmarkt, zijn zaken die gecoördineerde oplossingen vereisen.

Dit brengt me ten slotte op een aantal argumenten die pleiten voor een overgang naar een meer duurzame vorm van sociale zekerheid voor de basis van de samenleving. Ik ben het met Lister eens dat de opkomende automatisering niet het principiële uitgangspunt moet zijn om te komen tot hervormingen door middel van de invoering van een basisinkomen. Ik zou zelfs nog verder willen gaan en er aan toevoegen: ook de toenemende onzekerheid, waar veel beroepssectoren mee te kampen krijgen, is niet de belangrijkste reden waarom overgangsvormen naar een basisinkomen verantwoord zijn. Het universeel basisinkomen kan een antwoord zijn op grote veranderingen in ons tegenwoordige systeem. Alleen het basisinkomen heeft, doordat het de bestaanszekerheid garandeert, een afdoend antwoord op de onzekerheid veroorzaakt door meer complexe en snel veranderende modellen van werkgelegenheid. Veel groepen echter – waaronder vakbonden – verwerpen deze redenering omdat het iets van onverschilligheid zou uitstralen.

Het basisinkomen heeft inderdaad functies waarvan bij een crisis een dempende werking kan uitgaan. Maar zijn rol op de lange termijn is van grotere betekenis. Zelfs als er sprake zou zijn van een terugslag in de vrijhandel, is het ongetwijfeld waar dat wereldwijde structuren van werkgelegenheid een ingewikkelde en blijvende verandering zullen ondergaan. In deze zin is een basisinkomen geen vervanging voor een groeiende behoefte aan een meer proactief ontwikkelingsbeleid en regulerende maatregelen op het niveau van de staat. Het basisinkomen is in potentie een vitale bron van democratische druk om dit soort reacties uit te lokken. Technologie kan ingezet worden voor de ontwikkeling van alternatieve vormen van werk voor mensen, bijvoorbeeld in de zorg, of ten behoeve van gezondheidsbevordering en milieubeheer. Een basisinkomen doet dat niet direct, maar het kan een indirecte rol spelen door een eerlijker machtsevenwicht in de samenleving te creëren. Het belangrijkste argument voor de invoering van een universeel basisinkomen, de vloer van ons toekomstige sociale stelsel, is democratisering.

Daarom zouden vakbonden het basisinkomen niet moeten zien als een bedreiging van hun macht om het toekomstige werk vorm te geven. Het basisinkomen kan helpen bij het vinden van nieuwe collectieve vormen van werk, organisatie en het delen van risico’s. Het kan een heroverweging van rechten in relatie tot welzijn en werk in bredere zin ondersteunen. De kwaliteit van de arbeid staat niet los van de kwaliteit en beschikbaarheid van zorg in de samenleving, om één voorbeeld te noemen. De huidige uitvoering van de sociale zekerheid, gericht op de beheersing van het individu in zijn contacten met de arbeidsmarkt, isoleert individuen en versplintert de samenleving. Het basisinkomen heeft de mogelijkheid om nieuwe, meer directe relaties tussen burgers onderling aan te moedigen en een meer evenwichtige relatie tussen burgers en de staat te realiseren.

Dit artikel werd op 2 maart 2017 gepubliceerd in Social Europe als Basic Income’s Radical Role.
Auteur: Louise Haagh

Louise Haagh is lector Politieke Wetenschappen aan de Universiteit van York, redacteur van het wetenschappelijke tijdschrift Basic Income Studies en vice-voorzitter van BIEN (Basic Income Earth Network)

Vertaling: Florie Barnhoorn

Het bericht De Radicale Rol van het Basisinkomen verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Bezwaren basisinkomen – 6: Grenzen en migratie

Alleen Nederland is te klein voor het basisinkomen.
Basisinkomen bevordert immigratie, o.a. van economische vluchtelingen.
Basisinkomen werkt discriminerend voor buitenlanders die hier willen komen.
Basisinkomen bevordert ongewenste emigratie.

In het kader van het project basisinkomen van het NPI werk ik aan een verzameling bezwaren tegen het basisinkomen. Ik heb er circa 50 verzameld en gerubriceerd in 11 thema’s, zie  Bezwaren en weerstanden tegen het basisinkomen en de invoering daarvan.
Iedereen wordt van harte uitgenodigd deze bezwaren aan te vullen, ook de toelichting daarbij en uiteraard de weerlegging of relativering.

Het thema Grenzen en migratie is inmiddels voorlopig af. De overige thema’s volgen in een rustig tempo.
Zie hieronder voor de tekst onder dit thema. Voor bijstellingen in de toekomst zie de tekst op de NPI-site.

Korte melding van de bezwaren:

 

Uitwerking

Alleen Nederland is te klein voor het basisinkomen

Toelichting
Invoering kan eigenlijk alleen op wereldschaal, en dat krijgen we nooit voor elkaar!
Ook Europees basisinkomen zou niet werken: óf je geeft elke Europeaan hetzelfde, maar dan kan het niet gefinancierd worden in de armere staten, óf je maakt het staatsafhankelijk, maar dan houd je uitkeringstoerisme en ongelijkheid.
Doe je het toch alleen in Nederland, dan zijn complexe regelingen nodig voor grensverkeer zoals emigratie en immigratie.
Een basisinkomen is kortom niet goed per land of regio in te voeren.Het moet in één keer om internationale en interregionale effecten tegen te gaan.

Weerlegging
Het mooist zou natuurlijk zijn als basisinkomen wereldwijd of in een heel of een half werelddeel wordt ingevoerd.
Er is dan niets op tegen om de hoogte per land afhankelijk te maken van het welvaarts- en/of het prijspeil van dat land.
Er zullen dan uiteraard wel regelingen getroffen moeten worden wat er gebeurt bij migratie.
Dat is nu overigens ook al het geval – er zijn overgangstermijnen bij immigratie voordat men van de voorzieningen van een land mag gebruiken en er zijn regelingen over wat wel en niet meegenomen kan worden bij emigratie. Daar kunnen ook afspraken over gemaakt worden met andere landen. Dat kan en moet zo blijven.
Dit soort regelingen is inderdaad een inbreuk op de eenvoud van het basisinkomen als stelsel, maar we moeten ons realiseren dat het slechts een klein deel van de mensen treft en dat is dus geen goede redenen om het ook voor de anderen maar ingewikkeld te maken.
Overigens heeft invoeringing van basisinkomen binnenslands naar verwachting veel positieve effecten, ongeacht wat er in het buitenland gebeurt. Zodra zulke effecten zichtbaar worden stimuleert dit invoering van een basisinkomen in het buitenland.

Basisinkomen bevordert immigratie, o.a. van economische vluchtelingen.

Toelichting

Basisinkomen bevordert immigratie, o.a. van economische vluchtelingen.
We worden immers nog aantrekkelijke voor economische vluchtelingen.
Dat leidt tot een instroom aan migranten, welke het systeem uiteindelijk onhoudbaar zal maken en de verdraagzaamheid jegens immigranten zal verlagen.

Weerlegging
Of ons land aantrekkelijker wordt voor economische vluchtelingen dan we nu al zijn, hangt helemaal af van hoe we het precies regelen. Daarbij is er ook nu al een groot onderscheid tussen economomische vluchtelingen en zogenaamde statushouders.
Er zijn overgangstermijnen bij immigratie voordat men van de voorzieningen van een land mag gebruiken en er zijn regelingen over wat wel en niet meegenomen kan worden bij emigratie.

Basisinkomen werkt discriminerend voor buitenlanders die hier willen komen

Toelichting
Basisinkomen werkt discriminerend voor buitenlanders die hier willen komen
Het basisinkomen maakt het vrijwel onmogelijk voor mensen uit het buitenland om hier te werken en/of wonen. Het ontmoedigt immigratie, omdat immigranten hier weinig zullen verdienen maar wel veel belasting zullen moeten afdragen. De migranten die hier komen kunnen daarnaast makkelijker geëxploiteerd worden, omdat het minimumloon is afgeschaft en andere arbeidsrechten niet zijn vastgelegd.
Het basisinkomen discrimineert niet-Nederlanders op een negatieve manier; het drijft niet-Nederlanders en Nederlanders uit elkaar en verergert daarbij immigratie- en integratieproblematiek

Weerlegging
Ook dit bezwaar gaat uit van een bepaalde manier van invoeren van het basisinkomen. Dat kan natuurlijk best anders.
Als buitenlanders die hier komen weken nog geen recht op basisinkomen hebben gedurende een overgangsperiode, kan de werkgever die hen graag wil daar extra loon voor betalen en/of kunnen we daar een speciale belastingkorting voor introduceren, Hoeft niet ingewikkeld en fraudegevoelig te zijn!
Als aldus geregeld basisinkomen remmend werkend op illegale economische vluchtelingen, is dat een bijkomend voordeel!

Basisinkomen bevordert ongewenste emigratie

Toelichting
Met een basisinkomen zal veel talent Nederland uitstromen, omdat talent in het buitenland meer beloond en minder geëxploiteerd wordt
Als we een basisinkomen invoeren zullen veel mensen buiten Nederland gaan wonen en nog steeds een basisinkomen aanvragen, en zo profiteren van zowel de hoge lonen en lage belastingen in het buitenland als van het basisinkomen in Nederland

Weerlegging
Dit bezwaar gaat uit van de veronderstelling dat basisinkomen de beloning op inspanningen kleiner maakt en de belasting van verdiensten hoger.
Er zijn echter legio mogelijkheden de financiering van de meerkosten van basisinkomen geheel of gedeeltelijk anders te regelen (omzet, vermogen, transacties, ontrokken waarde). Bij een verstandige invoering zal dit ook moeten gebeuren om de veronderstelde effecten tegen te gaan.
Ook kunnen eisen gesteld worden aan de woonplaats van degenen die Nederlands basisinkomen ontvangen, zoals dat ook nu het geval is bij een deel van de regelingen voor de sociale zekerheid.
Zie ook de reactie op het bezwaar Alleen Nederland is te klein voor het basisinkomen

Uitleg

Dit is een onderdeel van een (project om te komen tot een) overzicht van bezwaren en weerstanden tegen het basisinkomen en de invoering daarvan. Zie de hoofdpagina op de NPI-site.

Eerder verschenen op de VBI-site de volgende onderdelen:

Reyer Brons, 27-12-2017

Het bericht Bezwaren basisinkomen – 6: Grenzen en migratie verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Brieven aan een Paralleluniversum 12. Afdeling Klantenreacties

suggesties

Dit is de twaalfde aflevering van de feuilleton Brieven aan een Paralleluniversum van de Duitse schrijfster Petra Keup. De eerste verscheen op 8 oktober 2017. Sindsdien publiceer ik iedere zondagochtend een hoofdstuk uit deze roman. De brieven zijn geschreven door Maximiliane Wonder-Licht, een ‘klant’, en gericht aan Valentin Graumann, de directeur van een instantie, die ‘Hartz-IV’, zeg maar de Duitse sociale bijstand, uitkeert.

Suggesties – Ideeën – Wensen
Hier hebt u de mogelijkheid suggesties voor verbetering te doen, kritiek te uiten of een pluim uit te delen:

 

 

Mijn eigen allerliefste man-O-Graumann,

suggesties ik wist toch, dat u ook graag streken uithaalt:

U inspireert me!
U windt me op!
U bent te gek!

Vat het woord ‘gek’ alstublieft niet op in zijn oorspronkelijke betekenis, ik zou mijzelf nooit toestaan om dat te beweren, maar eerder in de ware zin van het woord, want dat houdt beloften in.

Ik heb ideeën, geniale ideeën.
En wensen heb ik natuurlijk ook.
Met u zou ik moeiteloos een cabaret kunnen beginnen.

suggesties Daarnaast bent u nu ook met alle égards in mijn familie opgenomen en dat vind ik niet eens erg meer, nu ik weet dat u humor hebt. Zelfs mijn dochter staat er niet meer helemaal afwijzend tegenover … cabaret vindt ze namelijk waanzinnig.
Dat kunt u wel degelijk als een compliment beschouwen!

Misschien moeten we toch bij gelegenheid eens een wijntje gaan drinken. Mocht het voor u echter te heet onder de voeten worden, zich met een ‘hulpbehoeftige klant’ en wijn te bedwelmen, eten we er een ijsje bij en kunnen we hartstikke koel blijven.

suggestiesQua beroep tekenen zich nu natuurlijk ongelooflijke perspectieven af:
Ideeënmanager bij een ARGE-dienst.
Toverfee in de wachtkamer van een ARGE-directeur en als bijbaan cabaretière.
Mijn sollicitatiedossier is te vinden in uw pc.

 

Zij groet u,

Maximiliane Wonder-Licht,
uw eigen mallerd

Een overzicht van alle gepubliceerde hoofdstukken is hier te vinden.
Vertaling: Florie Barnhoorn

Wordt vervolgd op zondag 31 december 2017

Het bericht Brieven aan een Paralleluniversum 12. Afdeling Klantenreacties verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Boete op samenwonen

AOW

50PLUS wil de AOW-leeftijd terugbrengen naar 65 jaar. Dat is prima te doen, meent Joop Böhm, door de vennootschapsbelasting te verhogen. Nog beter zou zijn om de AOW-uitkering om te zetten in een echt onvoorwaardelijk en universeel basisinkomen. Dan wordt samenwonen een feestje – ook voor ouderen!

Het rapport Langer doorwerken: Keuzes voor nu en later van het Centraal Planbureau toont glashelder aan dat de huidige wijze van verhoging van de AOW-leeftijd voor veel ouderen tot problemen leidt”, schrijft 50PLUS partij in een bericht onder de kop: CPB kritisch over verhoging AOW-leeftijd. De ouderenpartij pleit er daarom voor de AOW-leeftijd terug te brengen naar 65 jaar.
 
Ik denk dat 50PLUS gelijk heeft. Mensen moeten op latere leeftijd niet met problemen worden opgezadeld. Bovendien heeft robotisering ervoor gezorgd dat het bedrijfsleven draait als een tierelier, waardoor de economie uit het slop is getrokken. Het geld dat beschikbaar komt door menselijke arbeid te vervangen door robots kan gebruikt worden om het knelpunt van de oplopende AOW-leeftijd te elimineren!
 
Nu is het zo dat alleen het bedrijfsleven profiteert van de voortschrijdende automatisering. Dat deugt niet. De overheid heeft de baten nodig om het profijt ervan door te sluizen naar de bevolking. Dat vergt een verhoging van de vennootschapsbelasting in plaats van de verlaging die in het regeerakkoord is afgesproken!
 
Nog beter zou het zijn om de AOW van de 65-plussers dan direct maar te vervangen door een onvoorwaardelijk basisinkomen (OBI). Dat tackelt tevens het probleem waar Annemarie van Gaal op duidt in haar column Hugo de Jonge op de bres voor ouderen in De Telegraaf van maandag 11 december 2017.
 
Ze wijst daarin op het wrange feit dat AOW’ers die willen gaan samenwonen, momenteel gekort worden op hun inkomen. “Ze worden niet alleen gekort op hun AOW-uitkering, maar verliezen ook hun zorgtoeslag en in sommige gevallen stopt zelfs het nabestaandenpensioen. Dat belemmert ouderen om te gaan samenwonen”, aldus Mevrouw van Gaal.
 
En in de rubriek Wat u zegt in De Telegraaf van woensdag 13 december 2017 laat Wim Kersten uit Boxmeer weten dat de SP dit ooit “een boete op samenwonen” noemde. Hij wijst er bovendien terecht op dat mevrouw van Gaal helaas geen oplossing biedt “voor mensen die al decennia gewoon ouderwets getrouwd zijn: zij betalen al die tijd al een boete op samenwonen!” Die oplossing, beste Wim, biedt een onvoorwaardelijk basisinkomen (OBI) wel.  Daarbij worden geen voorwaarden gesteld aan hoe men woont. Dat maakt dat ik kies voor een UBI, een Universeel Basisinkomen voor iedereen!

Joop Böhm
Amersfoort, 20 december 2017

Het bericht Boete op samenwonen verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Bezwaren basisinkomen – 3: Economie

Basisinkomen is onbetaalbaar.
Basisinkomen maakt geen gebruik van verfijnde informatie en werkt daardoor log en beperkt doelgericht.
Een basisinkomen veroorzaakt een gigantische inflatie.
Hogere belastingen zijn slecht voor innovatie en bedrijven.
Basisinkomen verslechterd de positie van Nederland op de internationale markt.
Basisinkomen zal de informele economie, zwarte transacties en fraude aanjagen.

In het kader van het project basisinkomen van het NPI werk ik aan een verzameling bezwaren tegen het basisinkomen. Ik heb er circa 50 verzameld en gerubriceerd in 11 thema’s, zie  Bezwaren en weerstanden tegen het basisinkomen en de invoering daarvan.

Iedereen wordt van harte uitgenodigd deze bezwaren aan te vullen, ook de toelichting daarbij en uiteraard de weerlegging of relativering.

Het thema Economie is inmiddels voorlopig af. De overige thema’s volgen in een rustig tempo.
Zie hieronder voor de tekst onder dit thema. Voor bijstellingen in de toekomst zie de tekst op de NPI-site.

Korte melding van de bezwaren:

 

Uitwerking

Basisinkomen is onbetaalbaar

Toelichting
Basisinkomen is onbetaalbaar, wil het voldoende zijn om alle uitkeringen en andere gerichte vormen van overheidssteun kunnen vervangen.
De hoge overdrachtsuitgaven horende bij een basisinkomen zullen de collectieve uitgaven aan bijv. zorg en onderwijs verdringen.
Een laag basisinkomen zal de huidige bureaucratie rond uitkeringen, toeslagen e,d in stand houden en is dus geen zinvolle oplossing.

Weerlegging
Er zijn veel publicaties ter weerlegging van dit bezwaar, zie bijvoorbeeld de VBi-nota Basisinkomen: haalbaar en betaalbaar.
Zie ook Basisinkomen, asociaal of onbetaalbaar?

Om het basisinkomen betaalbaar te maken, kunnen de geldstromen binnen de nationale rekening worden aangepast, zonder daarbij de nationale rekening op te rekken. Als dat in voldoende mate gebeurt ontstaan er geen problemen. De volgende aanpassingen zijn voor de hand liggend of denkbaar:

  • verrekenen basisinkomen met het bestaande loongebouw
  • afschaffen of verkleinen bestaande sociale zekerheid inclusief bijbehorende bureaucratie
  • wijzigen van het belastingstelsel (bv. afschaffen zelfstandigenaftrek; gelijke tarieven voor de drie boxen; verschuiving naar belasting op consumptie)
  • afschaffen overbodig beleid (bv. vele subsidieregelingen; onnodige bureaucratie zoals in de zorg; ontwerpen slim beleid)
  • invoeren maatschappelijke dienstplicht.

Bovendien mag worden verwacht dat er op diverse gebieden besparingen zullen ontstaan, zoals: minder ziekteverzuim, minder fraude, minder criminaliteit, minder milieuschade, minder nutteloze consumptie, minder schuldsanering.

Tenslotte zullen de extra bestedingen van mensen die met het basisinkomen uit de armoede worden getrokken leiden tot meer belastinginkomsten.

Basisinkomen maakt geen gebruikt van verfijnde informatie en werkt daardoor log en beperkt doelgericht

Toelichting
Bezwaar dat o.a. regelmatig door Bas Jacobs wordt genoemd.
Het is beter enkel geld te geven waar dat nodig is. Met een basisinkomen wordt bijvoorbeeld geld gegeven aan niet-werkende vrouwen van goed verdienende mannen.
Er zijn betere en/of minder risicovolle/dure alternatieven om de problemen aan te pakken die het basisinkomen aan zou pakken.

Weerlegging
Dit bezwaar lijkt als belangrijkste doel van basisinkomen de armoedebestrijding te zien. Er zijn echter meer doelen, zoals vergroting van vrijheid en vereenvoudiging van de stelsels voor belasting en sociale zekerheid. Bij die doelen past het om juist minder informatie te gebruiken!
De manier waarop thans via het stelsel van sociale zekerheid de armoede wordt bestreden, is verworden tot een regel- en controle-systeem dat onmenselijke en slecht voorspelbare effecten heeft.

Verfijnde toedeling van inkomensoverdrachten zorgt onder meer voor veel dure bureaucratie, fraude, oneigenlijk gebruik, armoedeval-effecten.
Bij het grootste deel van de mensen die ‘het niet nodig hebben’ kan het worden verrekend met het bestaande loongebouw of belastingstelsel.

Niet werkende partners of huisgenoten krijgen met het basisinkomen een vergoeding voor huishoudelijk werk, opvoeding van kinderen, mantelzorg etc. etc. Zulke huishoudens gaan er financieel inderdaad op vooruit. Of dat ‘niet nodig is’, is voor discussie vatbaar.

Basisinkomen veroorzaakt  inflatie

Toelichting
Door een basisinkomen zal inflatie optreden omdat er geld in de economie wordt gepompt.
Door de extra belastingen die een basisinkomen vereist worden producten duurder, en dan volstaat het ingevoerde basisinkomen niet meer om in de basisbehoeften te voorzien.
Een basisinkomen verstoort de wisselwerking tussen vraag en aanbod op de arbeidsmarkt, omdat mensen in het kiezen van hun baan minder afhankelijk zijn van welke banen gevraagd worden. Dit kan leiden tot grote tekorten van bepaalde soorten productie en daarmee inflatie.
Met een basisinkomen zou een grote groep mensen niets méér hebben dan een basisinkomen, en dat zou zorgen voor inflatie in de prijzen van goederen die enkel voor deze groep van belang zijn (bijv. goedkope huisvesting).

Weerlegging
Of er inflatie optreedt bij invoering van basisinkomen hangt helemaal af van de manier waarop dat gebeurt.
Als je het via geleidelijke herverdeling invoert, is het risico op inflatie beperkte of afwezig. Bij abrupte invoering kunnen we forse effecten optreden, maar dat inflatie het automatische gevolg is, is een onbewezen stelling.
Zie hier een Engelstalig artikel waarin genuanceerd op deze vraag wordt ingegaan: Will basic income cause inflation?
Overigens verscheen eind 2017 het onderzoeksrapport Modeling the Macroeconomic Effects of a Universal Basic Income van het Roosevelt Instituut. De studie kwam tot de slotsom dat een maandelijkse uitbetaling van $ 1.000 aan iedere Amerikaanse volwassene de economie in een tijdspanne van 8 jaar met grofweg $ 2,5 biljoen zou doen toenemen!

Hogere belastingen zijn slecht voor innovatie en bedrijven

Toelichting
Hogere belastingen zijn slecht voor innovatie en bedrijven

Weerlegging
Dit bezwaar gaat er onuitgesproken vanuit dat basisinkomen hogere belastingen vraagt. Of dat zo is hangt er maar helemaal vanaf hoe je het invoert.
Overigens is ook de uitspraak dat hogere belastingen slecht zijn voor innovatie twijfelachtig. Er zijn economen die stellen dat juist hoge kosten van welke aard dan ook, een prikkel zijn voor innovatie, terwijl lage kosten juist een prikkel zijn om niet te investeren in te innovaties.

Basisinkomen verslechterd de positie van Nederland op de internationale markt

Toelichting
De belastingen die nodig zijn voor een basisinkomen zullen bedrijven het land uit drijven.
Met een basisinkomen zullen prijseffecten optreden (zowel in salarissen als in producten) waardoor we minder goed kunnen concurreren met andere landen

Weerlegging
Ook dit bezwaar gaat onbewezen uit van hogere belastingen bij invoering van basisinkomen.
Een voor de hand liggende oplossing is dat basisinkomen niet alleen in Nederland wordt ingevoerd, maar ook in omliggende landen, De kans dat dat gebeurt is zeer groot. Op dit moment vertonen de stelsels van sociale zekerheid in de Noord-West Europese landen grote overeenkomsten, zonder dat dat door een internationaal orgaan is afgedwongen!
Overigens betekent een basisinkomen een maatschappij die veel minder krampachtig functioneert dan nu het geval is. Dat is een positief punt voor het vestigingsklimaat.

Per saldo hoeft het bedrijfsleven overigens geen hogere lasten te dragen als de nationale rekening niet of slechts beperkt wordt opgerekt.
Overigens betalen grote bedrijven veel minder belasting dan kleine, het zou niet verkeerd zijn om daar wat aan te doen

Basisinkomen zal de informele economie, zwarte transacties en fraude aanjagen

Toelichting
Door verhoogde belastingen zal zwart werken met een basisinkomen veel aantrekkelijker worden
Door hogere (inkomsten)belastingen zullen er meer mensen belastingfraude plegen (o.a. zwart werken).
Als de extra kosten die basisinkomen met zich meebrengt, deels moeten worden opgebracht door hogere BTW, zal ook een groter deel van de omzet buiten het zicht van de fiscus blijven om BTW-afdracht te ontlopen.

Weerlegging
Belastingontduiking is helaas wijd verbreid, zowel bij minst bedeelden (waar het zwart werk of fraude heet) als bij de meer vermogenden (waar men naast fraude ook vaak in staat is de regelgeving te beïnvloeden en/of creatief naar de eigen hand te zetten).

Vrijwilligerswerk zal inderdaad worden gestimuleerd. Dat gaat buiten de nationale rekening om, dus dit zal tot het meten van enige kwantitatieve krimp leiden. Daar staat tegenover dat deze gratis productie wel bijdraagt aan de welvaart.
Zwart werk wordt deels juist minder gestimuleerd, omdat je (een deel van) je huidige uitkering verliest als je wit werkt. Met een basisinkomen vervalt deze prikkel.
Illegale arbeiders worden minder aantrekkelijk voor werkgevers, omdat zij geen basisinkomen hebben. Bij legale arbeiders kan het basisinkomen worden verdisconteerd in het salaris.
Crimineel werk wordt minder gestimuleerd, als de noodzaak om geld te verdienen vervalt voor mensen die moeilijk normaal werk vinden.

Uitleg

Dit is een onderdeel van een (project om te komen tot een) overzicht van bezwaren en weerstanden tegen het basisinkomen en de invoering daarvan. Zie de hoofdpagina op de NPI-site.

Eerder verschenen op de VBI-site de volgende onderdelen:

 

Reyer Brons, 20-12-2017

Het bericht Bezwaren basisinkomen – 3: Economie verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Woord van de voorzitter: Kerstgedachten

Antoinette overhandigt de petitie aan Kamerlid Andre Bosman ( VVD). Achter haar van links naar rechts: de Kamerleden Krol (50PLUS), van Dijk ( PvdA), Wassenberg (PvdD), Wayenberg (D66) en Voortman ( GroenLinks)

2017 was een bijzonder jaar voor het basisinkomen.

Bekende Nederlanders als Antoinette Hersenberger en Annemarie van Gaal hebben zich voor het basisinkomen uitgesproken. Dat is winst.

Op een avond over basisinkomen in het kleine Overijsselse plaatsje Hardenberg was de zaal te klein. De zaal met 350 mensen was helemaal vol. Rutger Bregman is de grote trekker. Het basisinkomen leeft.

Bij de landelijke verkiezingen slaagden we als vereniging erin om bij GroenLinks en D66 openingen richting het basisinkomen te laten opnemen in de verkiezingsprogramma’s. Helaas is dit in de kabinetsformatie niet verzilverd. Toch is er beweging in politiek Den Haag. 50PLUS heeft zich nadrukkelijk achter de Radar petitie geschaard. Ook de SP is aan het bewegen. Kamerlid Jasper van Dijk vroeg het debat aan over de Radar petitie. De SP wijdt geen enkel woord aan het basisinkomen in hun programma, maar zij scharen nu achter de lokale experimenten zoals in Amsterdam. Ook Denk heeft zich voor experimenten uitgesproken. Bij de PvdA leeft het basisinkomen ook, met name op lokaal vlak.

De vakbond CNV vakmensen heeft 17 interne discussie bijeenkomsten georganiseerd. Daar tekent zich een lichte meerderheid voor het basisinkomen af. Ook de FNV discussieert intern.

Het draagvlak voor basisinkomen onder de bevolking is enorm toegenomen. In de jaren negentig was slechts 20 % voor. Nog maar twee jaar geleden wilde 38% van Nederland een laag basisinkomen en 30 % een hoog basisinkomen. Nu is 78 % voor een basisinkomen voor 55plus en 51 % voor een basisinkomen voor iedereen.

Na drie jaar gesteggel zijn de lokale experimenten met aspecten van het basisinkomen in 10 gemeenten gestart. Mogelijk volgen nog meer gemeenten na de gemeenteraadsverkiezingen van maart 2018. Ook internationaal doet Nederland nu mee in het rijtjes landen waar geëxperimenteerd wordt. De Finse proef loopt sinds januari 2017 en veel deelnemers zijn enthousiast. Hier staan effecten op de arbeidsmarkt centraal. De Canadese proef in Ontario heeft meer verschillende deelnemers en een bredere opzet. Daar kijken ze ook naar gezondheidseffecten en gevolgen voor de gemeenschap.

In september namen we deel aan het 17e BIEN congres in Lissabon. Waren er vroeger alleen academici en activisten. Nu komen er ook politici. We kijken uit naar het 18e BIEN congres in augustus 2018 in Finland. Net als in Nederland wordt daar al 30 jaar gesproken over het basisinkomen. Het draagvlak onder bevolking en politiek is daar groter dan in Nederland.

Als vereniging hebben we de RADAR-uitzendingen van mei en juni helpen vorm geven.

NRC en TROUW publiceerden bijdragen van uw voorzitter. Op 18 September waren we present in Den Haag met de auteurs van drie nieuwe boeken over het basisinkomen en drie Kamerleden. Ook lanceerden we de Rekentool om zelf het basisinkomen te berekenen. In 2018 willen we samen met het NIBUD een verbeterde versie het licht laten zien. Het NIBUD inzicht laten geven in de koopkrachteffecten van het basisinkomen en aan te tonen dat de laagbetaalden er juist op vooruit gaan. Dan kunnen ze er in Den Haag niet omheen.

We gaan ook onze eigen website moderniseren. In september plannen we een grote happening.

Laat 2018 maar komen.

Alexander de Roo

Het bericht Woord van de voorzitter: Kerstgedachten verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

van de penningmeester – december 2017

Het jaar 2017 loopt weer bijna ten einde. De betaling van de contributie voor 2017 loopt beter dan het jaar ervoor qua aantal mensen dat contributie heeft betaald. Echter we zijn er nog niet. De leden die in 2017 nog geen bijdrage hebben overgemaakt wil ik dan ook graag langs deze weg oproepen dat alsnog te doen.

Met je bijdrage maak je de realisatie van het basisinkomen een stap dichterbij. Voor volgend jaar willen we bijvoorbeeld de website en het rekenmodel verder verbeteren. Ook willen we volgend jaar weer stil staan bij Prinsjesdag met een manifestatie in die periode.

Allemaal zaken die veel geld kosten om het te realiseren maar die ook nodig zijn om ons verhaal over de noodzaak van een basisinkomen beter over het voetlicht te krijgen.

En voor de mensen die al wel betaald hebben natuurlijk onze dank dat u ons weer gesteund heeft dit jaar. En als u nog wat geld kunt missen in deze laatste dagen van het jaar dan kunt u ons natuurlijk altijd nog een extra bijdrage geven.

Voor leden die nu gelijk aan de slag willen gaan om hun bijdrage over te maken nog even de gegevens:

  • Het lidmaatschapsbedrag is € 36,- per jaar
  • Mensen met een minimum inkomen betalen € 12,- per jaar.
  • Zij die een inkomen van tweemaal modaal of meer hebben worden verzocht om jaarlijks € 60 over te maken

Wie meer kan bijdragen vragen wij dit zo veel als mogelijk te doen.

Het rekeningnummer van de Vereniging Basisinkomen is: 

IBAN: NL52TRIO 0391 2270 68,  BIC: TRIONL2U

Het rekeningnummer dat de vereniging nog heeft bij de ING bank willen we in 2018 opheffen.

Daarom nog een extra verzoek aan de leden die de ING rekening gebruiken om hun contributie voortaan via de hiervoor genoemde rekening bij Triodosbank te betalen. Wilt u de automatische overboeking daarop aanpassen?

Alvast mijn hartelijke dank voor uw bijdrage.

Ik wens u prettige feestdagen en alvast een goed nieuwjaar.

Marten Kramer

Penningmeester

 

P.S. :  Er loopt nog een tijdelijke actie waarbij nieuwe leden een gratis exemplaar van het boek ‘Gratis Geld’ van Rutger Bregman ontvangen. Wellicht kent u nog iemand die lid wil worden.

 

Het bericht van de penningmeester – december 2017 verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Brieven aan een Paralleluniversum 11. Oh … man, klantenreacties!

klantenreacties
Dit is de elfde aflevering van de feuilleton Brieven aan een Paralleluniversum van de Duitse schrijfster Petra Keup. De eerste verscheen op 8 oktober 2017. Sindsdien publiceer ik iedere zondagochtend een hoofdstuk van deze roman. De brieven zijn geschreven door Maximiliane Wonder-Licht, een ‘klant’, en gericht aan Valentin Graumann, de directeur van een instantie, die ‘Hartz-IV’, zeg maar de Duitse sociale bijstand, uitkeert.

Betreft: “Oh man, Oh man, Oh man”,
– afdeling klantenreacties!

Oh-man Graumann,

klantenreacties Vandaag was ik bij u in huis. Ik zocht een bepaalde kamer en liep eerst een keer verkeerd. Maar als je de verkeerde weg inslaat, bij wijze van spreken op een dwaalspoor raakt, kan je allerlei interessante dingen ontdekken.
Tot nu toe had ik de vreemde vleugels die in de ingangshal van uw huis tegen het plafond hangen alleen heel vluchtig van onderen gezien. Ergens had ik al bedacht dat het kunstwerken moesten zijn. Misschien heeft de kunstenaar gedacht, dat het de “klanten” zou opvrolijken als ze de vleugels ontdekten: “Als ik hier sta, kan het alleen maar omhoog gaan”. Nu zag ik deze vleugels een keer van boven en plotseling kreeg ik heel andere gedachten. Van boven gezien lijken ze een waarschuwing in zich te bergen: een risico voor het vallen van grote hoogte. Ik leunde over de balustrade van de derde verdieping en keek naar beneden in de hal en vroeg me af, wat als …? Dan zouden deze vleugels betekenen, dat een beschermengel ze verloren heeft, omdat hij te laat kwam om iemand van de afgrond te redden in dit huis.

Nadenkend nam ik de trap weer naar beneden, liep met gebogen hoofd door de entreehal en zag weer die gele voetstappen.

klantenreacties Die hebben iets magisch, ARGE, rechts, stap, ARGE, links, stap, ARGE, rechts, stap …, ook verhullen ze een geheimzinnige, vergrotende trap. Niet dat je er ‘erg’, ‘erger’, ‘ergst’ in kan lezen, maar met elke stap zonk mijn hoofd dieper, gingen mijn schouders meer hangen. Plotseling stond ik voor een balie en daar wees men mij de weg. Ik hoefde maar een klein stukje terug en moest de volgende gang naar rechts nemen. Aan het einde nog een keer rechts aanhouden en toen had ik de juiste kamer ook al gevonden. Nadat ik de gele voetstappen achter me had gelaten en bij de hoek weer afsloeg, richtte mijn blik zich eindelijk weer naar boven en het fonkelde mij tegemoet:

Geel: ARGE O – Afdeling Klantenreacties.

klantenreacties Vertel me, meneer Graumann, is er werkelijk al iemand naar beneden gesprongen, dat u nu naar zo’n drastische maatregel grijpt? Afdeling klantenreacties, daarnaast uw logo. In het midden van drie kleurige “O’s”, wijst een groene pijl met een rechte hoek naar boven op “een ARGE”, een rode pijl wijst naar beneden naar “Stad O”. Daarmee is natuurlijk ook beeldend uitgedrukt, dat in de stad O geen enkele klant naar beneden mag vallen, en dat hij alleen met behulp van de ARGE vooruit kan gaan. Per slot van rekening wordt iedereen toch al vanaf zijn vroegste kinderjaren ingeprent: “Rood blijft staan, groen betekent gaan.”

Natuurlijk heb ik mij bediend en hoop dat twintig stuks voorlopig voldoende is, het zijn tenslotte maar DIN-A5-formulieren.[1]

Een overzicht van alle gepubliceerde hoofdstukken is hier te vinden.
Vertaling: Florie Barnhoorn

Wordt vervolgd op zondag 24 december 2017


klantenreacties 1. Meer informatie over dit papierformaat is te vinden op https://de.wikipedia.org/wiki/Papierformat.↩

Het bericht Brieven aan een Paralleluniversum 11. Oh … man, klantenreacties! verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Brokkelt de steun af voor het UBI?

Engelen
Joop Böhm schreef een reactie op de column “Robots” van Ewald Engelen in De Groene Amsterdammer, die meent dat een basisinkomen “een aanval op de verzorgingsstaat” is.
 
In navolging van Rutger Bregman heeft ook Ewald Engelen zijn bedenkingen geuit tegen het Universeel Basisinkomen (UBI). Dat is jammer. Velen zullen bij de verkiezingen voor de Tweede Kamer in maart 2017 op de Partij voor de Dieren hebben gestemd louter omdat Ewald bekend stond als voorstander van het basisinkomen. Want op welke partij had men dan moeten stemmen? Het ontbreken van een antwoord op die vraag tekent de zwakte van onze democratie. 
 
Ewald Engelen ziet in zijn column “Robots” het basisinkomen als een “aanval op de verzorgingsstaat”. “Waarvan moeten we leven als er geen werk meer is?” Vraagt hij zich vertwijfeld af. En dan geeft hij zelf het antwoord: “Van een onvoorwaardelijke en universele, en dus schamele, uitkering.” En hij vervolgt met: “Hier komt mijn argwaan tegen het basisinkomen vandaan: als de grootkapitalisten uit Silicon Valley er voor zijn, kan het nooit in het voordeel van de factor arbeid zijn.”
 
Maar meneer Engelen. Geachte professor. Moet het UBI dan “in het voordeel zijn van de factor arbeid”? Wat bedoelt u daarmee? Moet het niet juist in het voordeel zijn van de mensen in onze samenleving? Als er onvoldoende werkgelegenheid is voor iedereen, zullen we kunnen leven van de opbrengst van het werk dat door robots wordt verzet. Die verrichten hun werk doorgaans beter, sneller en effectiever dan wij. Het struikelblok is dat het profijt van die arbeid de bevolking niet bereikt. Met een hogere winstbelasting zou dat te regelen zijn. Maar in plaats daarvan is in het regeerakkoord de vennootschapsbelasting juist verlaagd!
 
Ik heb vertrouwen in mensen zolang het tegendeel niet is bewezen. Dat geldt ook voor “de grootkapitalisten uit Silicon Valley”. Zij varen er trouwens wel bij wanneer hun afnemers beschikken over een flinke buidel geld. Met een UBI stijgt de koopkracht van de consument aanzienlijk. Dat stimuleert de economie en werkt dus in het voordeel van het bedrijfsleven. Ik ben bang dat u de toekomst te somber inziet, beste heer Engelen. Bovendien zijn er meer redenen om een UBI aan te bevelen. Neem alleen al het uitbannen van armoede. En het nivelleren van de ongelijkheid in de samenleving. Overwin uw argwaan en schaar u aan de zijde van de voorstanders. Daar is dringend behoefte aan!
 
Joop Böhm,
16 december 2017

Het bericht Brokkelt de steun af voor het UBI? verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.