Hoe wordt tegen het ubi aangekeken in drie invloedrijke politiek filosofische stromingen?

politiek filosofische stromingen

Het libertarianisme

Zoals Van Parijs (1992) noteert in de inleiding van zijn baanbrekende werk Arguing for Basic Income: Ethical Foundations for a Radical Reform [Argumenten voor een Basisinkomen: Ethische grondslagen voor een radicale hervorming], kan een ubi heel goed verdedigd worden op basis van alternatieve theorieën over rechtvaardigheid. In libertaire verantwoordingen worden herverdelende maatregelen, gefinancierd door middel van belastingheffing doorgaans afgekeurd, op grond van het feit dat personen de vrijheid moeten hebben om hun (rechtmatig verkregen) privé-bezit naar eigen goeddunken te bezitten en erover te beschikken; de meer praktische consequentie van deze ethische claim is dat vrije markten zelfvoorziening stimuleren en daardoor leiden tot hogere productiviteit en betere efficiëntie. Toch is het ubi verenigbaar met de libertaire gedachte op basis van het feit dat elk individu binnen een politieke gemeenschap een gelijk recht heeft op de natuurlijke hulpbronnen, die eigendom zijn van de gemeenschap. Bovendien heeft hij of zij recht op een vergoeding voor het particulier eigendom van dergelijke hulpbronnen, omdat in die zin privatisering het gevolg is van historisch onrecht (ibid; Carter, 2012). Een uitbreiding van dit argument houdt in dat alle opbrengst het product is van “een complexe interactie tussen natuurlijke hulpbronnen, geërfde technologie, het wettelijk kader en het gewoonterecht en de specifieke inbreng van kapitaal en arbeid” (Van Parijs, 1996: 17), waarvan sommige (met uitzondering van arbeid en rechtmatig verkregen kapitaal) met recht beschouwd moet worden als sociale activa. Deze factoren zijn – voor zover dit juist is – onderworpen aan dezelfde redenering betreffende het recht van individuen op compensatie voor hun persoonlijke toeëigening. Dit is echter waarschijnlijk nog steeds een tamelijk klein deel van de productie, aangezien arbeid en kapitaal het grootste deel van de toegevoegde waarde vormen en deze vrijwel onmogelijk te bepalen is.

Egalitarisme

De libertaire rechtvaardiging voor een ubi is dus sterk – vooral in combinatie met de argumentering dat het rechtstreeks gefinancierd zou moeten worden uit de baten van hulpbronnen – maar zoals Van Parijs (1991: 15-16) erkent, dat heeft hoogstens betrekking op “weliswaar een robuust recht, [doch] een zielig kleine toelage”. Om een ruimer ubi te billijken, moeten we ook pleidooien in overweging nemen, die een breder begrip dan de libertaire interpretatie van vrijheid aanreiken … ‘echte vrijheid’.

Het egalitaire gedachtegoed gaat van het idee uit, dat iets van normatieve waarde – bijvoorbeeld hulpmiddelen, welvaart, kansen of ‘echte vrijheid’ – voor de hele bevolking gelijk moet zijn (Dworkin, 1981a; 1981b). De moeilijkheid voor voorstanders van een ubi uit de egalitaire hoek is dat, hoewel een uniforme betaling aan iedereen voldoet aan de criteria van gelijkheid in een enge ‘procedurele’ betekenis – door elk individu een identiek recht op de betaling toe te kennen – het tekort lijkt te schieten in het verdedigen van meer complexe vormen van gelijkheid, wat inhoudt dat verschil met verschil behandeld moet worden. Het kan bijvoorbeeld nodig zijn, dat het recht op toelagen van de overheid (en hun hoogte) gevarieerd moet zijn afhankelijk van verschillende bruto-inkomensniveaus van individuen en hun specifieke behoeften. In het geval van de eerste (verschillende bruto-inkomensniveaus) lijkt het ubi ongelijkheid in de hand te werken, aangezien uniforme betalingen netto inkomens minder effectief dan gerichte betalingen gelijk zullen maken. Dit geldt ook voor toegang tot hulpmiddelen. Wat het laatste betreft (specifieke behoeften), zelfs als het ubi een effectief middel zou zijn voor de herverdeling van inkomen en daarmee een grotere gelijkheid van hulpbronnen zou bevorderen – zoals beweerd wordt, bijvoorbeeld vanwege verbeterde ‘doel-efficiëntie’ en het wegnemen van armoede- en werkloosheidsvallen, die onevenredig veel invloed hebben op de armen, zoals hieronder wordt besproken – volgt hieruit niet dat een ubi een effectief middel zou zijn om welvaart of kansen te nivelleren, aangezien mensen met meer uitgebreide behoeften (bijvoorbeeld door een handicap) in het nadeel zouden zijn. Daarnaast is het egalitarisme over het algemeen gericht op het compenseren van de mogelijkheden van individuen om een bepaald niveau van inkomen of welzijn te realiseren bij “onverdiende pech”: begiftigd zijn met weinig aangeboren talenten, slechte ouders en onaangename persoonlijkheden, die lijden door ongelukken en ziekte, enzovoort” (Anderson, 1999). Het erkent dat arbeidsinspanning moet worden erkend en beloond. Vandaar dat er overeenstemming is over de opvatting van gelijkheid, die zegt dat middelen en welzijn moeten verschillen in verhouding tot ‘verdiensten’; dit idee lijkt in strijd te zijn met het onvoorwaardelijke (en niet-wederkerige) karakter van een ubi.

Ondanks deze bezwaren is er toch ook een aansprekende egalitaire reden voor het ubi, zoals Guy Standing (2002) verzekert in Beyond the New Paternalism: Basic Security as Equality [Meer dan het nieuwe paternalisme: basiszekerheid en gelijkheid]. Een goed uitgangspunt bij de vaststelling van deze bewering is Rawls‘ (1971) invloedrijke A Theory of Justice [Een theorie over rechtvaardigheid]. Rawls heeft overtuigend betoogd dat afwijkingen van gelijkheid billijk zijn als ze dienen om de positie van de kwetsbaarsten te verbeteren. Standing neemt een aangepaste versie van dit criterium over, waarmee hij aantoont dat een ubi de zekerheid verbetert van de armsten en ‘minst vrijen’ in de samenleving zonder paternalistische controle op te leggen of bureaucratische beoordelingsmacht toe te passen. Hier moet aan toegevoegd worden, dat de egalitaire verdediging van een ubi alleen lijkt te gelden als deze wordt ingevoerd samen met en niet als een alternatief voor een aantal gerichte uitkeringen. Volgens Baker (1992) zou het ook een systeem vereisen voor het compenseren van verschillen met betrekking tot werkinspanning en verdienste; dit zou inderdaad noodzakelijk zijn om de voor het ubi gefinancierde steun te behouden, omdat dit door middel van productieve activiteiten zou zijn, die in staat zijn om een ‘sociaal overschot’ te genereren – maar ook om redenen van gelijkgerechtigdheid.
“Het egalitarisme is over het algemeen gericht op het compenseren van de mogelijkheden van individuen om een bepaald niveau van inkomen of welzijn te realiseren bij ‘onverdiende pech.’”

Communitarisme

De hiervoor gegeven motiveringen kunnen worden gekarakteriseerd als ‘liberaal individualistisch’, in die zin dat ze de vrijheid, het welzijn en de rechten van individuen als hun voornaamste doel beschouwen. Voor communitaristen – die de samenleving als geheel als hun favoriete eenheid van analyse beschouwen – is het maximaliseren van de optelsom aan welvaart op individueel niveau misschien niet de beste indicatie voor maatschappelijk welbevinden (Bell, 2016). Zoals Bell (ibid.) toegeeft, werd de communautaire kritiek op het liberalisme “niet zozeer ingegeven door filosofische betrokkenheid als wel door bepaalde dringende politieke belangen, namelijk de negatieve sociale en psychologische effecten samenhangend met de atomistische tendensen van moderne liberale samenlevingen”. Volgens Pearce (2015) staan communitaristen wantrouwend ten opzichte van het ubi juist omdat het de potentie heeft om collectieve en maatschappelijke instellingen en sociale banden te verzwakken: het wordt gezien als een (verdere) afname van het concept van wederkerigheid waarop de sociale zekerheid traditioneel gebaseerd is en – al dan niet terecht – wordt het geassocieerd met conservatieve agenda’s van bezuinigingen op de uitgaven voor sociale voorzieningen, het ‘laissez-faire‘ arbeidsmarktbeleid en de uitholling en privatisering van openbare diensten.

De gevolgen van deze kritiek zijn vrij ingrijpend en beknotten de politieke haalbaarheid van een ubi vrijwel zeker ernstig – want hoewel het politiek filosofische concept van communitarisme voor de leek misschien tamelijk onbekend is, zijn de ideeën, die het uitdraagt dat niet. Dwars door het links-rechts spectrum komen we de wijdverspreide opvatting tegen dat ‘rechtvaardigheid’ vereist, dat rechten gepaard gaan met plichten, waarvan misschien wel de meest zwaarwegende plicht berust op degenen, die in staat zijn om te werken.

Betekent dit dat communitaristen onwrikbaar gekant zijn tegen een ubi? Niet noodzakelijk; bij een aantal voorstanders van het ubi zijn de beginselen, die ten grondslag liggen aan een ubi, helemaal niet onverenigbaar met de wens om het gemeenschapsleven te koesteren en een meer samenhangende en harmonieuze samenleving te creëren (bijvoorbeeld Santens, 2015). In ieder geval zou een ubi de afhankelijkheid van mensen aan loonarbeid verkleinen, waardoor ze meer tijd kunnen besteden aan maatschappelijke taken. Van Parijs (2004) heeft opgemerkt, dat het geïndividualiseerde karakter van een ubi kan helpen om het geïsoleerde bestaan, waarin mensen gevangen zitten (door het opleggen van een inkomenstoets en voorwaardelijkheden op gezinsniveau), open te breken en zo gezinsvorming te bevorderen. De meeste pleitbezorgers van het basisinkomen verzetten zich ook tegen de visie van een ubi als een alternatief voor de publieke dienstverlening, die verdedigd wordt door middel van andere afzonderlijke beweegredenen.

Uit: Stand van zaken rond het universeel basisinkomen in Groot Brittannië. Is de tijd rijp voor invoering?
Vertaling van Assessing the Case for a Universal Basic Income in the UK

Auteur Dr. Luke Martinelli, onderzoeker bij het Institute for Policy Research (IPR), Universiteit van Bath, september 2017

Vertaling: Florie Barnhoorn, oktober 2018

Het bericht Hoe wordt tegen het ubi aangekeken in drie invloedrijke politiek filosofische stromingen? verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

0. UBI: Introductie en samenvatting

stand van zaken

The Lake, University of Bath

 

Onderstaand stuk bevat een korte introductie en samenvatting van de ‘Stand van zaken rond het universeel basisinkomen (ubi) in Groot-Brittannië’, de vertaling van ‘Assessing the Case for a Universal Basic Income in the UK‘, een rapport van de hand van Dr. Luke Martinell. Het is een uitgebreide analyse met daarbij de vraag of de tijd (al) rijp is voor invoering van het ubi in Engeland. Dr. Martinelli is onderzoeker bij het Institute for Policy Research (Instituut voor Beleidsonderzoek) aan de Universiteit van Bath. De komende dagen zal ik (FB) om de dag een hoofdstuk presenteren uit de vertaling van dit rapport. Een overzichtspagina met alle links naar de verschillende hoofdstukken en een voorwoord van Reyer Brons, hoofdredacteur van deze site, is hier te vinden. Een pdf van de vertaling kan hier gratis gedownload worden. Wil je een ePub voor je e-reader stuur dan een bericht via het contactformulier naar de redactie.

 

 

De afgelopen jaren is het universeel basisinkomen (ubi) van de marge van het academische debat opgeschoven naar de reguliere podia en werd het besproken als een serieuze beleidsoptie. Dit rapport gaat over de opmerkelijke opkomst van het idee en onderzoekt waarom dat zo gelopen is; het werpt een objectieve blik op fundamentele vragen die spelen rond de wenselijkheid van een ubi, waarbij de bestaande theoretische en empirische literatuur over de waarschijnlijke effecten van een ubi in kaart wordt gebracht; het beoordeelt de haalbaarheid en bekijkt of het een realistisch voorstel zou zijn voor het Verenigd Koninkrijk (VK); en het geeft verschillende opties met betrekking tot beleidsontwerp en invoeringsstrategieën in overweging. Wij doen dit door de bestaande literatuur en secundaire gegevens te bespreken en deze te combineren met ons eigen werk op het gebied van microsimulatie bij het IPR, het Instituut voor Beleidsonderzoek van de Universiteit van Bath (Martinelli, 2017a; 2017b).

Het rapport is als volgt opgebouwd: hoofdstuk 1 begint met het definiëren van wat een ubi is en geeft een samenvatting van de theoretische en normatieve argumenten, die voor het concept pleiten. Het tweede deel van hoofdstuk 1 biedt een inleiding op het ubi in de vorm van een reeks voorstellen en duidt enkele nauw aan het begrip verwante beleidslijnen. Het derde deel biedt een overzicht van belangrijke hedendaagse debatten en onderzoekt de aard van het bewijs waarop ubi-voorstanders en critici hun argumenten baseren. Daarbij laten we zien dat ons werk op het gebied van microsimulatie enkele belangrijke bijdragen kan leveren aan beleidsdebatten rond het basisinkomen, in een situatie waar direct empirisch bewijs niet voorhanden is.

In hoofdstuk 2 onderzoeken we recente ontwikkelingen, die aangeven dat het ubi op de beleidsagenda gestegen is en proberen we te begrijpen waarom het idee recentelijk meer gewicht gekregen heeft. Het eerste deel van hoofdstuk 2 geeft een overzicht van de huidige opleving, die aantoont dat het ubi een ware volksbeweging op gang heeft gebracht. In de volgende paragrafen worden twee belangrijke (en gerelateerde) redenen onderzocht voor de toegenomen interesse voor het instrument: de steeds duidelijker wordende tekortkomingen en tegenstrijdigheden, die inherent zijn aan de moderne welvaartsstaat (tweede deel), en de voortdurend veranderende structuur van de arbeidsmarkt – toenemende loonpolarisatie, de groei van precaire en onzekere werkgelegenheid, en zelfs het schrikbeeld van technologische werkloosheid – waarvoor het ubi een oplossing lijkt te hebben (derde deel). We stellen vast dat steun voor het ubi niet berust op de meer extreme aannames over een ‘toekomst zonder werk’, maar wel verdedigd kan worden op basis van meer prozaïsche argumenten.

Hoewel een breed scala aan groepen aandringt op verandering, blijven beleidsmakers er terecht van overtuigd dat een ubi niet de meest optimale oplossing is – of zelfs maar een passende oplossing. De rest van het rapport behandelt de voornaamste debatten. Dan zijn we bij hoofdstuk 3 aangekomen waarin we de zorgen memoreren van tegenstanders uit het hele politieke spectrum. Zij menen dat het ubi onbetaalbaar is – een onderwerp dat we in het eerste deel van hoofdstuk 3 bespreken. Het probleem is complex en gaat verder dan een eenvoudige vraag naar fiscale middelen of de belastingniveaus, die nodig zijn om een ubi te financieren; het houdt ook nauw verband met de verdelingseffecten van ubi-regelingen, uitbetaald op verschillende niveaus en variërend wat betreft de interactie met bestaande verzorgingsstaatarrangementen. Deze vraagstukken stellen we in het tweede deel aan de orde. Anders gezegd, betaalbaarheid en verdelingseffecten kunnen niet los van elkaar gezien worden; in plaats van te beweren dat het ubi sowieso onbetaalbaar is, is een meer rake typering van de tegenpartij, dat een betaalbaar ubi niet toereikend is en een adequaat ubi onbetaalbaar. We onderzoeken de gronden voor deze bewering door te kijken naar microsimulatiestudies van de fiscale- en verdelingseffecten van alternatieve ubi-regelingen in het VK. Voor regelingen, die de talloze inkomensafhankelijke uitkeringen (‘volledige schema’s’) zouden moeten vervangen, laten we zien dat dergelijke regelingen ofwel leiden tot een onaanvaardbare achteruitgang voor huishoudens (waaronder enkele kwetsbare groepen, die nog dieper in armoede zakken) of gewoon te veel kosten. We vergelijken de consequenties van dergelijke regelingen met alternatieven (‘gedeeltelijke schema’s’), die de bestaande waaier van inkomensafhankelijke uitkeringen in tact laten. In het laatste deel van hoofdstuk 3 concluderen we, dat de inrichting van een beleid met een basisinkomen afhankelijk is van een compromis tussen drie belangrijke doelen: voorzien in behoeften, beheersing van kosten en de vermindering van de negatieve effecten van inkomenstoetsing; gedeeltelijke regelingen zijn beter in staat om te zorgen voor aanvaardbare verdelingsresultaten, maar blijven in gebreke wat betreft de bredere doelstellingen van het ubi – met inbegrip van een drastische vermindering van de bureaucratische complexiteit en het minimaliseren van armoede- en werkloosheidsvallen. Op die gebieden zijn ze minder doeltreffend dan volledige regelingen.

De verwijzing naar armoede- en werkloosheidsvallen sluit aan bij een ander fundamenteel vraagstuk in discussies over het beleid inzake een basisinkomen (die ook raakt aan de betaalbaarheid): de mate waarin het ubi zal resulteren in een uitbreiding of inkrimping van het arbeidsaanbod. Het is duidelijk dat een uittocht uit de arbeidsmarkt het beleid onhoudbaar kan maken, door het opdrogen van een primaire financieringsbron (loonheffingen). Maar de gevolgen van een ubi voor de arbeidsmarkt zijn in hoge mate aanvechtbaar en worden gekenmerkt door theoretische onduidelijkheid en een relatief gebrek aan valide empirisch bewijs. We onderzoeken deze kwesties in het eerste deel van hoofdstuk 4. Het gaat om de relatieve sterkte van oorzakelijke effecten, die mogelijk niet in dezelfde richting wijzen, en afhangen van individuele- en huishoudkarakteristieken en de details van de ubi-regeling in kwestie. In het tweede deel bespreken we de verwachte weerslag van het ubi op de lonen en voorwaarden in relatie met ander arbeidsmarktbeleid. Nadat we tot nu toe grotendeels theoretische literatuur hebben doorgenomen, analyseren we in het derde deel van hoofdstuk 4 een aantal specifieke ubi-regelingen, op basis van informatie uit Finland en het VK, met behulp van empirisch microsimulatiebewijs. Wij stellen dat gedeeltelijke regelingen (in de zin als hierboven beschreven) niet in dezelfde mate de verbeterde werkprikkels kunnen leveren als volledige regelingen, zoals ubi-voorstanders beloven, maar dat zelfs bij volledige regelingen de meerderheid van de mensen te maken krijgt met een afname van financiële prikkels om te werken.

Hoofdstuk 5 tenslotte behandelt de netelige kwesties van politieke haalbaarheid en implementatie. In het eerste deel introduceren we theorieën over de hervorming van de verzorgingsstaat, die aangeven dat elke ‘echte’ ubi-regeling noodzakelijkerwijs voortbouwt op concreet beleid, de instituties, die voorhanden zijn en de bestaande politieke en economische structuren. Het tweede deel onderzoekt de vooruitzichten en obstakels voor samenwerking tussen potentiële begunstigden van een ubi ten behoeve van een vitale achterban en coalities met draagvlak. In dit verband is het nodig de haalbaarheid van verschillende ubi-voorstellen te bekijken onder verwijzing naar gangbare beleidstrajecten en electorale trends in het VK, wat we in de derde sectie doen. Hoewel we twijfelen aan de waarschijnlijkheid van een sterke vereniging van belangen rond een financieel aantrekkelijk ubi in het VK, presenteren we een aantal mogelijke implementatietrajecten, die redelijkerwijs haalbaar lijken onder de huidige omstandigheden.

Originele titel: Assessing the Case for a Universal Basic Income in the UK

Auteur/onderzoeker: Dr. Luke Martinelli, Institute for Policy Research (IPR) / Instituut voor Beleidsonderzoek, Universiteit van Bath / Verenigd Koninkrijk

Oorspronkelijke uitgave: september 2017

Vertaling: Florie Barnhoorn, oktober 2018

Foto: Copyright David P. Howard, hergebruik toegestaan onder cc-by-sa/2.0

Wordt vervolgd op 23 oktober 2018

Download een gratis pdf van de vertaling!

 

Het bericht 0. UBI: Introductie en samenvatting verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

groot succes jongerenfolder BT Amsterdam

De flyer van het Basisteam Amsterdam kreeg veel positieve reacties  op de bijeenkomst met alle  basisteams. Besloten is deze folder landelijk te gaan verspreiden.
Op de bijeenkomst is verder met name is gesproken over de samenhang tussen onze basisinkomen promotie en die andere grote zaken als de klimaatakkoorden tegen de opwarming van de aarde, of wel de noodzakelijke energietransitie en CO2-reductie.

Groot succes op de bijeenkomst van het bestuur landelijke vereniging met de basisteams. Na uitdeling daar door Harry en mij tijdens de pauze van onze kersverse jongerenfolder, kregen wij unaniem en van iedereen te horen dat de folder zeer geslaagd is, hij er prima uitziet en de tekst precies de beoogde groep jongeren zal moeten aanspreken. Ook gingen er stemmen op deze folder landelijk te gaan verspreiden en de de Vereniging de taak van productie op zich moet nemen, hetgeen onmiddellijk door het bestuur is beaamd.
Ik heb vanochtend even kortgesloten met Martin, onze vormgever en producent, Wilma, de tekstschrijver, en Emy en Steven, mede inspirators, en allen zijn aangenaam getroffen en steunen de landelijke uitgave van harte. Dus onze folder gaat landelijk, waarvan akte.

Overigens, de bijeenkomst zelf had behalve die folder ook verder nuttige en leerzame kanten. Met name is gesproken over de samenhang tussen onze basisinkomen promotie en die andere grote zaken als de klimaatakkoorden tegen de opwarming van de aarde, of wel de noodzakelijke energietransitie en CO2-reductie. Bij die grote zaken hoort ook herstel van ons haperend financieel en bancaire stelsel: weg met die voortdurende enorme schommelingen in beurskoersen, dan weer hoog dan weer laag, financiële crises afgewisseld met oplevingen, corruptieve tendenzen bij onze systeembanken (witwassen criminele gelden), zonder controle scheppen van geld via huishypotheken, etc. Dus zoals Klaas van Egmond van Ons Geld ons voorhield op de Donut D Day:
de blauwe Postbank terug, of wel er moet een Burgerbank komen, naast de huidige privé systeembanken.

Basisinkomen – Klimaat/Energietransitie – Financieel/Bancair stelsels – Gezondheid – Huisvesting – Voeding – Leefstijl – Bureaucratie …………. alles is met elkaar verbonden, maar dat wisten we al, alleen moeten wij er wat meer aan gaan doen en enige inniger samenhang en afstemming op elkaar om meer kracht te ontplooien is wel aan te bevelen.

Ook is over de experimenten basisinkomen gesproken en wat we daarvan vinden en mee moeten. Graag komen er experimenten die wat breder kijken dan alleen of zij effectief zijn wat betreft uitstroom naar betaald werk. Het gaat ook om samenhang met zingeving, welbevinden, gezondheid etc bij deelnemers aan die experimenten.
Geeft de zekerheid van een gegarandeerd inkomen -ook zonder tegenprestatie te vragen en al duurt zoiets maar maximaal 2 jaar- toch ook positieve effecten bij deelnemers op meer vlakken dan enkel het krijgen/vinden van een betaalde baan. Het experiment dat in Nijmegen plaatsvindt, scoort en meet  ook op die bredere vlakken, vertelde ons het basisteam uit de stad van Karel de Grote.

Ook is ter sprake gekomen om het kopje basisteams op de landelijke website van de Vereniging wat meer te gaan gebruiken door de basisteams om elkaar te informeren over zaken die in de verschillende teams aan de orde komen. Stuur berichten van de basisteams door aan de webmasters van de website die dan die berichten daar plaatsen kunnen.
Wij moeten dan dat item basisteams op de website meer raadplegen en bezoeken en er ons voordeel mee doen.

Tenslotte, onze insteek van lid zijn van politieke partijen in de regio (Amsterdam) wordt door meer basisteams gedeeld, m.n. Friesland heeft basisteamers met sterke banden in Groen Links, waar nog wel wat meer misschien uit kan voorkomen: een breed experiment basisinkomen/armoede bestrijding. Houdt die lijnen open, misschien zouden wij moeten proberen binnen de PvdA een werkgroep basisinkomen te formeren, zo stelde Hans Lindeyer uit Eindhoven voor. Gaat wellicht aan gewerkt worden.

Eric Binsbergen, oktober 2018

Zie ook het verslag van deze bijeenkomst door Els Roumen, secretaris van het VBi-bestuur.

Het bericht groot succes jongerenfolder BT Amsterdam verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Kort verslag bijeenkomst 14 oktober 2018 over en met de Basisteams

De Basisteams binnen de Vereniging Basisinkomen timmeren allemaal op hun eigen manier aan de weg. Sommigen flyeren en hebben soms ergens een kraam. Anderen wijzen de  lokale politiek op experimenten waarbij ook naar andere aspecten gekeken moet worden dan alléén uitstroom naar werk. Via onze website kunnen ze met elkaar communiceren

Aanwezig waren naast belangstellenden en bestuursleden, leden van de Basisteams Amsterdam, Rotterdam, Den Haag-Zoetermeer, Drachten, Eindhoven, Leeuwarden en Nijmegen

De Basisteams timmeren allemaal op hun eigen manier aan de weg.

Basisteam Den Haag-Zoetermeer zoekt vooral veel aansluiting met organisaties, zoals ZZP netwerk. Tevens hebben ze tafelgesprekken gevoerd over Basisinkomen, maar ook over thema’s als werk, welzijn en samenleving.

Basisteam Amsterdam flyert en heeft een mooie eigen flyer voor de jeugd gemaakt, om jeugdigen directer aan te spreken. Op deze flyer zullen de facebook-linken aangepast worden zodat de flyer door alle Basisteams gebruikt kan worden. Verder worden leden van Basisteam Amsterdam lid van politieke partijen, om van binnen uit het idee Basisinkomen op de politieke agenda te krijgen.

Basisteam Rotterdam zit op dit moment in een dipje, heeft nog maar één lid. Er wordt ter plekke aansluiting gezocht met Basisteam Amsterdam voor het ondernemen van gezamenlijke activiteiten.

Basisteam Eindhoven probeert ook door lidmaatschap van een politieke partij, specifiek PvdA, het onderwerp Basisinkomen op de agenda te krijgen, probeert binnen de PvdA een werkgroep Basisinkomen van de grond te krijgen.

Basisteam Nijmegen maakt veel gebruik van actieve social media. Ook hebben zij veel wijkcentra actief bezocht, maken zij gebruik van het levensloop bordspel en hebben zij met een kraam bij de Radboud Universiteit gestaan.

Basisteam Drachten sluit zich aan bij het voornemen van Basisteam Nijmegen om iets te gaan organiseren over duurzaamheid, gelijkheid en milieu. Uiteraard in relatie tot Basisinkomen.

Basisteam Leeuwarden was druk met een voorstel tot een echt experiment basisinkomen, maar dit heeft het politiek op het laatste nippertje niet gered.

Willem Gielingh vertelt dat Basisteam Assen een rotonde heeft geadopteerd!

Onze penningmeester, Marten Kramer, heeft het voornemen om het Basisteam Utrecht weer vlot te trekken.

Tip voor de Basisteams: op de website van de Vereniging is een gedeelte voor de activiteiten van de Basisteams. Stuur berichten van jouw Basisteam door aan de webmaster, de redactie, één van de bestuursleden of via het contactformulier.  Lees ook regelmatig wat de andere Basisteams doen, zodat je elkaar niet alleen informeert en inspireert, maar eventueel ook gezamenlijk iets kunt ondernemen.

Jan Atze Nicolai gaf inleiding tot de discussie: lokale beïnvloeding politiek.
Op dit moment lopen, zoals bekend, enkele zogenaamde experimenten Basisinkomen, wat in feite experimenten socialere bijstand zijn. Belangrijkste factor die gemeten wordt is uitstroom naar werk. Wel wordt door de onderzoekers ook het welzijn en de gezondheid van de deelnemers gemeten, maar de resultaten hiervan zouden, voor zover bekend, niet meegenomen worden bij de eindconclusies. Interessant was het voornemen van de gemeente Terneuzen om enkele gezinnen een Basisinkomen te geven, door dit niet te betalen uit de Bijstand, met de daarbij behorende regels van de Participatiewet, maar dit te verstrekken als een gift. Dit idee heeft het uiteindelijk niet gehaald, omdat Den Haag hier een stokje voor stak.

Discussie: hoe staan wij tegenover deze zogenaamde experimenten Basisinkomen?
Enkele reacties: zelfs een slecht experiment kost geld, energie, schept verwachtingen en kan dus ook teleurstellen. Als om de één of andere reden deze experimenten mislukt heten te zijn, zal dat in de pers breed uitgemeten worden en zullen veel mensen het bericht meekrijgen ‘het kan dus niet’.
Als voorstander van een Basisinkomen kun je aangeven dat er vooral gekeken moet worden naar het welzijn en welbevinden van mensen. Nieuwsgierig zijn naar de resultaten van elk experiment en daarna de krenten uit de pap halen.
Elk experiment met de naam Basisinkomen kun je zien als PR waarde.
Als Vereniging wel duidelijk blijven over wat wij zien als onvoorwaardelijk Basisinkomen en ‘wij zijn voor invoering van een Basisinkomen, niet per sé voor experimenten’.

Aansluitend op de Donutdday:
Basisinkomen in relatie tot milieu, CO-2 uitstoot, mensenrechten, duurzaamheid, ons geldsysteem, omvallende banken, economische crisis, financiële crises, welzijn, welbevinden, politiek enz. Basisteams willen hier graag mee aan de slag.
Jan Atze stelt voor dat het Bestuur een discussiestuk hierover zal schrijven en te zijner tijd een discussie organiseren.

Tips voor de Basisteams: attendeer lokale politiek op het feit dat bij experimenten naar andere aspecten gekeken moet worden dan alléén uitstroom naar werk. Mogelijkheid om een experiment te beginnen zoals gemeente Terneuzen wilde, dus als ‘gift’. Lid worden van een politieke partij met het doel daar het Basisinkomen op de agenda te krijgen. Op de agenda houden van Basisinkomen tot het is ingevoerd. Via onze website, kopje Basisteams VBi met elkaar wat meer communiceren.

Rondvraag:
Basisteam Den Haag zal op 4 en 5 mei aanwezig zijn op het Malieveld tijdens de herdenkings- en bevrijdingsfeesten. Wie wil hen steunen? Rotterdam wil in ieder geval helpen, maar meer steun is altijd welkom.

Vraag van Willem Gielingh:
wie heeft net zoals Els Roumen (secretaris) al een tattoo op de arm ‘basic income’ ?

Els Roumen, Secretaris Vereniging Basisinkomen, oktober 2018

 

Zie ook een verslag van Eric Binsbergen, Basisteam Amsterdam

Het bericht Kort verslag bijeenkomst 14 oktober 2018 over en met de Basisteams verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Over zin en onzin van pilots met het basisinkomen

Hebben we nieuwe pilots of experimenten nodig om aan te tonen dat een onvoorwaardelijk basisinkomen een goed idee is? Nee, wat we nodig hebben is erkenning en de bereidheid om te delen wat we al weten. Nieuwe pilots maken de weg alleen maar langer.

Een interessante zienswijze op experimenten met varianten op basisinkomen verscheen op de site van BIEN: The problem with basic income pilots.

Volgens auteur Jonathan Brun zijn de meeste experimenten fout omdat de insteek is om de groep armste burgers te helpen, in plaats van bezig te zijn met invoering over de breedte, dus voor alle burgers. Dat de keuze voor een basinkomen-variant, zoals een negatieve inkomstenbelasting, vooral de groep armste burgers uit de armoede helpt doet niets af aan het universele principe dat iedere burger zich altijd zeker moet weten van een onvoorwaardelijk basisinkomen.

Dan nu de vraag: Hebben we eigenlijk nieuwe pilots nodig om aan te tonen dat een onvoorwaardelijk basisinkomen (OBI) een goed idee is? Of is wat we nodig hebben erkenning dat de informatie die we hebben al voldoende is en de bereidheid om daarmee tot actie over te gaan?
In het tijdgewricht van ‘erkenning en bereidheid’ lijken we momenteel niet te leven.

De meeste beslissers over het basisinkomen lijken op dit punt te kijken zonder te zien en te horen zonder te luisteren. Want het hoofdargument voor een OBI pilot (en tegen een brede invoering) lijkt wel te zijn dat we eerst willen zien hoe ‘de burger’ omgaat met een OBI. ‘Hangt straks niet half Nederland met een biertje op de bank?’. Menig stemming-makend filmpje over bijvoorbeeld een gecompliceerde man die niet wil werken klopt deze gedachte op tot een onterecht spookbeeld.

Want hoe het OBI daadwerkelijk uitpakt in Nederland weten we allang omdat bijvoorbeeld de AOW functioneel al als een soort van langlopende OBI pilot toereikend kan worden geanalyseerd.
(Overigens wordt deze ‘pilot’ door een meerderheid in de Tweede Kamer nu al door drie kabinetten steeds verder ingeperkt door de leeftijdsgrens voor de AOW steeds verder omhoog te schuiven.)

We weten allang hoe massaal onze gepensioneerden doorwerken (en gelukkig maar, anders liep Nederland vast) als oppas, mantelzorger, vrijwilliger, betaald, kunstenaar, idealist enzovoort. Stemming-makende filmpjes over golfende gepensioneerden dankzij hun aanvullende pensioenen moeten in dit perspectief worden gezien als niet van toepassing.

Het basisinkomen lijkt weliswaar meer te zijn gaan leven in de samenleving, maar de meeste beslissers en grote beïnvloeders, zoals politici en CEO’s, bewegen, overwegend geld gedreven, een tegengestelde kant op. Je kunt spreken van een toenemende polarisatie rond het OBI.

Die polarisatie in de samenleving is veel breder dan het OBI en baart mij zorgen. Het wonder dat nodig is en als dat nog op tijd is (ik hoop dat niet de wal het schip zal keren), is juist een OBI dat de hoognodige kanteling kan geven in onze krakende Europese samenleving. Een OBI kan voorkomen dat we verder afglijden in de armen van populisten, demagogen en ‘stille’ profiteurs, het OBI kan dit proces zelfs keren.

Financiële onzekerheid onder burgers is een splijtzwam in onze samenleving. Steeds meer burgers zoeken begrijpelijk een toevlucht bij ieder die hen maar wil helpen. Bedenk: ‘Een volk dat voor tirannen zwicht zal meer dan lijf en goed verliezen, dan dooft het licht’ (Van Randwijk).

OBI pilots zijn volgens mij dus volstrekt niet nodig. Zij lijken eerder een vertragingsstrategie die tegenstanders goed uitkomt. Het is een verspilling van kostbare tijd. Het is één minuut voor twaalf.

Een fasering voor de beheerste invoering van een OBI, zoals om maatregelen te kunnen treffen bij neveneffecten, noem ik geen OBI pilot maar verstandig beleid, zoals om de samenleving ruimte te geven voor de gestage cultuurverbetering die een OBI met zich meebrengt. Die fasering kan bijvoorbeeld bestaan uit een brede invoering waarbij de AOW verandert in een basisinkomen en de leeftijd gaandeweg wordt verlaagd.

Hoe dicht bij een daadwerkelijk basisinkomen zijn we nu eigenlijk met de overvloedige hoeveelheid aan al beschikbare kennis over pilots inclusief de AOW als impliciete pilot?

Denk je voor een antwoord in hoe je de kans inschat dat het parlement instemt om de AOW te vervangen door een basisinkomen vanaf 65 jaar en om daarna gefaseerd elk jaar deze leeftijd met één jaar te verlagen. (Dan nog zou een volledige OBI invoering bijna vijftig jaar duren… )

Met het antwoord op deze vraag krijg je een goed idee van hoe ver het OBI nog verwijderd is van een brede invoering. Toch geloof ik in wonderen en in de vonk die leeft bij beslissers. Beste beslissers, nieuwe pilots maken die weg langer en staan los van de kernvraag die gaat over beschaving. Laat die nieuwe pilots dus zitten en voer met de ampele en beschikbare kennis een ‘moreel beraad’ over de vraag: Moeten we een basisinkomen invoeren? Schrijf de geschiedenis zoals je graag wordt herdacht.

Frans Vrijmoed, oktober 2018

Zie ook andere artikelen over experimenten op deze website.

 

Het bericht Over zin en onzin van pilots met het basisinkomen verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Over zin en onzin van pilots met het basisinkomen

Hebben we nieuwe pilots of experimenten nodig om aan te tonen dat een onvoorwaardelijk basisinkomen een goed idee is? Nee, wat we nodig hebben is erkenning en de bereidheid om te delen wat we al weten. Nieuwe pilots maken de weg alleen maar langer.

Een interessante zienswijze op experimenten met varianten op basisinkomen verscheen op de site van BIEN: The problem with basic income pilots.

Volgens auteur Jonathan Brun zijn de meeste experimenten fout omdat de insteek is om de groep armste burgers te helpen, in plaats van bezig te zijn met invoering over de breedte, dus voor alle burgers. Dat de keuze voor een basinkomen-variant, zoals een negatieve inkomstenbelasting, vooral de groep armste burgers uit de armoede helpt doet niets af aan het universele principe dat iedere burger zich altijd zeker moet weten van een onvoorwaardelijk basisinkomen.

Dan nu de vraag: Hebben we eigenlijk nieuwe pilots nodig om aan te tonen dat een onvoorwaardelijk basisinkomen (OBI) een goed idee is? Of is wat we nodig hebben erkenning dat de informatie die we hebben al voldoende is en de bereidheid om daarmee tot actie over te gaan?
In het tijdgewricht van ‘erkenning en bereidheid’ lijken we momenteel niet te leven.

De meeste beslissers over het basisinkomen lijken op dit punt te kijken zonder te zien en te horen zonder te luisteren. Want het hoofdargument voor een OBI pilot (en tegen een brede invoering) lijkt wel te zijn dat we eerst willen zien hoe ‘de burger’ omgaat met een OBI. ‘Hangt straks niet half Nederland met een biertje op de bank?’. Menig stemming-makend filmpje over bijvoorbeeld een gecompliceerde man die niet wil werken klopt deze gedachte op tot een onterecht spookbeeld.

Want hoe het OBI daadwerkelijk uitpakt in Nederland weten we allang omdat bijvoorbeeld de AOW functioneel al als een soort van langlopende OBI pilot toereikend kan worden geanalyseerd.
(Overigens wordt deze ‘pilot’ door een meerderheid in de Tweede Kamer nu al door drie kabinetten steeds verder ingeperkt door de leeftijdsgrens voor de AOW steeds verder omhoog te schuiven.)

We weten allang hoe massaal onze gepensioneerden doorwerken (en gelukkig maar, anders liep Nederland vast) als oppas, mantelzorger, vrijwilliger, betaald, kunstenaar, idealist enzovoort. Stemming-makende filmpjes over golfende gepensioneerden dankzij hun aanvullende pensioenen moeten in dit perspectief worden gezien als niet van toepassing.

Het basisinkomen lijkt weliswaar meer te zijn gaan leven in de samenleving, maar de meeste beslissers en grote beïnvloeders, zoals politici en CEO’s, bewegen, overwegend geld gedreven, een tegengestelde kant op. Je kunt spreken van een toenemende polarisatie rond het OBI.

Die polarisatie in de samenleving is veel breder dan het OBI en baart mij zorgen. Het wonder dat nodig is en als dat nog op tijd is (ik hoop dat niet de wal het schip zal keren), is juist een OBI dat de hoognodige kanteling kan geven in onze krakende Europese samenleving. Een OBI kan voorkomen dat we verder afglijden in de armen van populisten, demagogen en ‘stille’ profiteurs, het OBI kan dit proces zelfs keren.

Financiële onzekerheid onder burgers is een splijtzwam in onze samenleving. Steeds meer burgers zoeken begrijpelijk een toevlucht bij ieder die hen maar wil helpen. Bedenk: ‘Een volk dat voor tirannen zwicht zal meer dan lijf en goed verliezen, dan dooft het licht’ (Van Randwijk).

OBI pilots zijn volgens mij dus volstrekt niet nodig. Zij lijken eerder een vertragingsstrategie die tegenstanders goed uitkomt. Het is een verspilling van kostbare tijd. Het is één minuut voor twaalf.

Een fasering voor de beheerste invoering van een OBI, zoals om maatregelen te kunnen treffen bij neveneffecten, noem ik geen OBI pilot maar verstandig beleid, zoals om de samenleving ruimte te geven voor de gestage cultuurverbetering die een OBI met zich meebrengt. Die fasering kan bijvoorbeeld bestaan uit een brede invoering waarbij de AOW verandert in een basisinkomen en de leeftijd gaandeweg wordt verlaagd.

Hoe dicht bij een daadwerkelijk basisinkomen zijn we nu eigenlijk met de overvloedige hoeveelheid aan al beschikbare kennis over pilots inclusief de AOW als impliciete pilot?

Denk je voor een antwoord in hoe je de kans inschat dat het parlement instemt om de AOW te vervangen door een basisinkomen vanaf 65 jaar en om daarna gefaseerd elk jaar deze leeftijd met één jaar te verlagen. (Dan nog zou een volledige OBI invoering bijna vijftig jaar duren… )

Met het antwoord op deze vraag krijg je een goed idee van hoe ver het OBI nog verwijderd is van een brede invoering. Toch geloof ik in wonderen en in de vonk die leeft bij beslissers. Beste beslissers, nieuwe pilots maken die weg langer en staan los van de kernvraag die gaat over beschaving. Laat die nieuwe pilots dus zitten en voer met de ampele en beschikbare kennis een ‘moreel beraad’ over de vraag: Moeten we een basisinkomen invoeren? Schrijf de geschiedenis zoals je graag wordt herdacht.

Frans Vrijmoed, oktober 2018

Zie ook andere artikelen over experimenten op deze website.

 

Het bericht Over zin en onzin van pilots met het basisinkomen verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

AOW als basisinkomen? – symposium Wetenschappelijk Bureau 50PLUS

Basisinkomen voor ouderen is een interessant idee,  maar er  is in Den Haag nog weinig draagvlak voor is.
Het lijkt er bovendien op dat in de samenleving men verder is met de wens om dit te omarmen dan in de politieke stolp in Den Haag.

Op 29 september 2018 organiseerde door het Wetenschappelijk Bureau 50PLUS in Utrecht het symposium ‘AOW als basisinkomen?’, 

Gepresenteerd werden de bevindingen van de Werkgroep Uniform Onvoorwaardelijk Basisinkomen van de fractie van 50PLUS.
De werkgroep concludeerde dat een garantie inkomen een goed voorstel zou zijn om de periode tussen werkloosheid op oudere leeftijd en het ingaan van de AOW te overbruggen. Een garantie inkomen zou moeten voorkomen dat iemand onder het bestaansminimum zakt.

Het tweede voorstel was van  Professor Harrie Verbon, hoogleraar Tilburg School of Economics and Management:  ‘Een voorstel
voor en basisinkomen voor ouderen’.
Iedereen ouder dan 60 (of 65) jaar krijgt individueel recht op BIO, bijvoorbeeld € 1.000,- per maand, waarbij er rekening wordt gehouden met
verblijfgeschiedenis en de samenlevingsvorm. De belangrijkste elementen zijn dat men mag doorwerken als men dat wil (= recht), maar dat zij
ook mogen stoppen met werken als zij dat zouden willen.

Geconcludeerd werd dat zowel het garantie inkomen als het basisinkomen voor ouderen blijken realistische, haalbare scenario’s zijn. Corrie van Brenk (Tweede Kamerlid voor 50PLUS) vindt het basisinkomen voor ouderen een interessante theorie maar constateert ook dat er in Den Haag nog weinig draagvlak voor is. Het lijkt er bovendien op dat in de samenleving men verder is met de wens om dit te omarmen dan in de politieke stolp in Den Haag.
De organisatie vindt dat een bredere discussie wenselijk is om dit soort haalbare initiatieven en varianten van een basisinkomen maatschappelijk onder de aandacht te brengen. 50PLUS zou  het voortouw nemen in deze discussie en het onderwerp waar mogelijk agenderen.

 

oktober 2018

Meer informatie:
Link naar het volledige verslag van het symposium (PDF)
Link naar 50PLUS buigt zich over thema Basisinkomen
Link naar animatie film Basisinkomen voor Ouderen
Link naar PowerPoint presentatie Harrie Verbon
Link naar Paper Basisinkomen Harrie Verbon (PDF)

Het bericht AOW als basisinkomen? – symposium Wetenschappelijk Bureau 50PLUS verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Slogans, motto’s en leuzen over het basisinkomen

Basisinkomen , bestaanszekerheid en vrijheid  
Basisinkomen is een mensenrecht
Basisinkomen, een inkomen waar je op kunt bouwen!
Basisinkomen, een fundamenteel recht  
Vrijheid, gelijkheid, basisinkomen
Zie verder in totaal 40 slogans, motto’s en leuzen

Eerder deed ik, na een suggestie van Carlijn van Tijen, een oproep leuzen, moto’s of slogans voor het basisinkomen te bedenken.
Inmiddels heeft dat 40 Nederlandstalige suggesties opgeleverd, plus 3 Engelse naast de al bestaande Engelstalige motto’s van de basisinkomen-weken sinds 2008.
Johan Horeman heeft met een deel van de leuzen een proefpeiling in een FNV-groep gehouden. De daaruit volgende voorkeuren staan hieronder op 1 – 13.

  1. Basisinkomen is een mensenrecht
  2. Onvoorwaardelijk basisinkomen is betaalbaar
  3. Vrijheid, Gelijkheid, Basisinkomen!
  4. Basisinkomen, een inkomen waar je op kunt bouwen!
  5. Basisinkomen, bestaanszekerheid en vrijheid
  6. Basisinkomen = inkomenszekerheid + vrijheid
  7. Basisinkomen: participatie door allen
  8. Basisinkomen in Europa
  9. Basisinkomen, als basis voor de toekomst
  10. Basisinkomen, een inkomen waar je op kunt rekenen!
  11. Basisinkomen, basis voor de toekomst
  12. Basisinkomen – geld om te leven
  13. Basisinkomen: een antwoord op de crisis, weg naar de toekomst
  14. Basisinkomen, een fundamenteel recht
  15. Ieder mens is een basisinkomen waard
  16. Basisinkomen, het fundament van vrijheid
  17. Basisinkomen: voor vrijheid en eenvoud
  18. Een basisinkomen is toch een mensenrecht?
  19. Basisinkomen  is niet links of rechts maar vooruit
  20. Basisinkomen is niet naar links, niet naar  rechts, het is vooruitgang
  21. Tijd voor de Maatschappij – stop met elkaar opjagen voor het grootgeld
  22. Basisinkomen voor sociale rechtvaardigheid, individuele vrijheid, netto welvaart en welzijn
  23. De broodnodige inkomensbasis voor een werkelijke samen-leving.
  24. Basisinkomen voor een inclusieve samenleving
  25. Basisinkomen: door vredelievende, zorgende mensen voor elkaar
  26. Een regelarme overheid via een maximaal eenvoudig Basisinkomen voor alle Nederlanders die in Nederland wonen
  27. Zonder basisinkomen geen toekomst
  28. Deel de rijkdom
  29. Basisinkomen, deel de rijkdom
  30. Basisinkomen deelt de rijkdom
  31. Sociale zekerheid binnen het kapitalisme
  32. Bij een flexibele arbeidsmarkt hoort een basisinkomen
  33. Dat ieder met zo’n basis, weer eigen baas is
  34. Basisinkomen, makkelijker kunnen we het niet maken
  35. Basisinkomen, daar kun je mee uitkomen
  36. Basisinkomen, een inkoppertje
  37. Wegen naar het basisinkomen
  38. Bouwen aan de sociale samenhang in Europa
  39. Een veiligheidsnet voor het leven
  40. Basisinkomen wereldwijd beschikbaar

 

En in het Engels, waaronder vanaf punt 4 de leuzen van de basisinkomen-weken:

  1. Share the wealth!
  2. Humanity Claims Universal Basic Income
  3. Universal Basic Income a Humanity Claim
  4. 2008 – “Social security in capitalism”
  5. 2009 – “Basic Income: An answer to the crisis: road to the future”
  6. 2010 – “Basic Income: Participation for all”
  7. 2011 – “Basic Income in Europe“
  8. 2012 – “Ways to Basic Income“
  9. 2013 – “Basic income a human right“
  10. 2014 – “Building social cohesion in Europe”
  11. 2015 – “UBI: A Safety Net for Life“
  12. 2016 – “Basic Income goes Worldwide“
  13. 2017 – “Unconditional Basic Income is affordable!”
  14. 2018 – “Basic Income: an income you can count on!”

Opgemerkt zij dat een paar van de Nederlandse leuzen een letterlijke vertaling zijn van motto’s van eerdere BI-weken, maar daardoor die niet erg passen als leus voor de VBi  of de brede Nederlandse beweging voor basisinkomen.

Er is een subtiel verschil tussen een leus, een motto en een slogan.
Voor mij te subtiel. Maar wellicht kunnen anderen daar wel goed mee uit de voeten.

Zelf heb ik de volgende voorkeursvolgorde:

5. Basisinkomen , bestaanszekerheid en vrijheid
1. Basisinkomen is een mensenrecht
4. Basisinkomen, een inkomen waar je op kunt bouwen!

Tijdens een bespreking in het bestuur van de VBi bleek daar vooral de volgende 4 slogans aan te slaan:

14. Basisinkomen, een fundamenteel recht
1. Basisinkomen is een mensenrecht
3. Vrijheid, gelijkheid, basisinkomen
5. Basisinkomen, bestaanszekerheid en vrijheid

Hiermee is een flinke verzameling ontstaan waar uit geput kan worden indien dat nuttig is. Bijvoorbeeld gedrukt op reclamemateriaal of als wisselende slogan op de website. Of op een kalender met elke maand of elk week weer een ander motto.

Het lijkt me niet nodig en zelfs riskant om één motto te kiezen met het doel dat altijd en overal te gebruiken.

Nieuwe suggesties en reacties zijn welkom!

Reyer Brons, oktober 2018

 

Het bericht Slogans, motto’s en leuzen over het basisinkomen verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Basisinkomen in Italië? Nee hoor gewoon bijstand!

Basisinkomen én belastingverlaging in Italië: Europa maakt zich zorgen staat er te lezen op welingelichtekringen.nl, blijkbaar toch niet genoeg welingelicht![1] Net zo als nu.nl die het ook niet weet te duiden.[2] Of ze dat nou express doen of per ongeluk, het klopt in ieder geval niet.

Het lijkt erop dat Italië het eerste land wordt dat daadwerkelijk een basisinkomen invoert. 780 euro per maand zou elke Italiaan gaan ontvangen. Daar bovenop komt er een belastingverlaging. Ondertussen maakt Europa zich grote zorgen over het gesmijt met geld door een land dat nog altijd aan de rand van de afgrond staat.

Niets is minder waar, er komt echt geen basisinkomen in Italië, dit gaat over minimumloon en bijstand, niet over basisinkomen.

Het is geen basisinkomen
In Italië is er altijd al verwarring geweest over het basisinkomen, ook al ten tijde van het eerste ECI [3], toen hebben die italianen ook de boel aardig vertraagd omdat zij zich eigenlijk verwarden met een minimum inkomen. Er is geen minimumloon Italië, dus alle beetjes zijn meegenomen, en dit Redditto di Cittadanza is dus hetgeen nu wordt ingevoerd.[4]

Het inkomen van het staatsburgerschap (Redditto di Cittadanza) wordt integendeel alleen verstrekt aan diegene die zich in een noodsituatie bevinden en alleen op voorwaarde dat men een baan aanvaardt die door de arbeidsbureaus wordt voorgesteld. Na maximaal 3 afgewezen voorstellen wordt het inkomen niet meer uitbetaald. Het minimuminkomen van staatsburgers bestaat al in de meeste Europese landen en het heeft geen zin om te vragen of het kan werken. Het werkt al.

In januari 2017 hadden 22 van de 28 EU-lidstaten (uitzonderingen hierop vormden Denemarken, Italië, Cyprus, Oostenrijk, Finland en Zweden) een nationaal minimumloon.[5]

Wat is het dan wel?
Het is niet echt een basisinkomen (Reddito di Base [7]), maar een financiële tegemoetkoming voor werklozen en mensen met een laag inkomen. Voor een alleenstaande komt die neer op € 780  per maand, wat overeenkomt met de armoederisicodrempel in Italië. Een belangrijk punt dat de Vijfsterrenbeweging heeft binnengehaald.
€ 17 miljard wordt daarvoor per jaar uitgetrokken, volgens berekeningen van professoren zou dat lang niet genoeg zijn.
In ruil voor hun ‘basisinkomen’ moeten werklozen zich wel “werkwillig” tonen, en ingaan op werkaanbiedingen van de werkgelegenheidscentra, waarvan ze er drie zouden moeten krijgen op een periode van 2 jaar.
Hoe dat praktisch precies allemaal uitgevoerd zal worden, valt af te wachten. Verder komt er ook een vereenvoudiging van de belastingen. Er zouden nog twee belastingtarieven gelden: 15% en 20%. [6]

3 oktober 2018

NOTEN

Het bericht Basisinkomen in Italië? Nee hoor gewoon bijstand! verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Basisinkomen in Italie? Nee hoor gewoon bijstand!

Basisinkomen én belastingverlaging in Italië: Europa maakt zich zorgen staat er te lezen op welingelichtekringen.nl, blijkbaar toch niet genoeg welingelicht![1] Net zo als nu.nl die het ook niet weet te duiden.[2] Of ze dat nou express doen of per ongeluk, het klopt in ieder geval niet.

Het lijkt erop dat Italië het eerste land wordt dat daadwerkelijk een basisinkomen invoert. 780 euro per maand zou elke Italiaan gaan ontvangen. Daar bovenop komt er een belastingverlaging. Ondertussen maakt Europa zich grote zorgen over het gesmijt met geld door een land dat nog altijd aan de rand van de afgrond staat.

Niets is minder waar, er komt echt geen basisinkomen in Italië, dit gaat over minimumloon en bijstand, niet over basisinkomen.

Het is geen basisinkomen
In Italië is er altijd al verwarring geweest over het basisinkomen, ook al ten tijde van het eerste ECI [3], toen hebben die italianen ook de boel aardig vertraagd omdat zij zich eigenlijk verwarden met een minimum inkomen. Er is geen minimumloon Italië, dus alle beetjes zijn meegenomen, en dit Redditto di Cittadanza is dus hetgeen nu wordt ingevoerd.[4]

Het inkomen van het staatsburgerschap (Redditto di Cittadanza) wordt integendeel alleen verstrekt aan diegene die zich in een noodsituatie bevinden en alleen op voorwaarde dat men een baan aanvaardt die door de arbeidsbureaus wordt voorgesteld. Na maximaal 3 afgewezen voorstellen wordt het inkomen niet meer uitbetaald. Het minimuminkomen van staatsburgers bestaat al in de meeste Europese landen en het heeft geen zin om te vragen of het kan werken. Het werkt al.

In januari 2017 hadden 22 van de 28 EU-lidstaten (uitzonderingen hierop vormden Denemarken, Italië, Cyprus, Oostenrijk, Finland en Zweden) een nationaal minimumloon.[5]

Wat is het dan wel?
Het is niet echt een basisinkomen (Reddito di Base [7]), maar een financiële tegemoetkoming voor werklozen en mensen met een laag inkomen. Voor een alleenstaande komt die neer op € 780  per maand, wat overeenkomt met de armoederisicodrempel in Italië. Een belangrijk punt dat de Vijfsterrenbeweging heeft binnengehaald.
€ 17 miljard wordt daarvoor per jaar uitgetrokken, volgens berekeningen van professoren zou dat lang niet genoeg zijn.
In ruil voor hun ‘basisinkomen’ moeten werklozen zich wel “werkwillig” tonen, en ingaan op werkaanbiedingen van de werkgelegenheidscentra, waarvan ze er drie zouden moeten krijgen op een periode van 2 jaar.
Hoe dat praktisch precies allemaal uitgevoerd zal worden, valt af te wachten. Verder komt er ook een vereenvoudiging van de belastingen. Er zouden nog twee belastingtarieven gelden: 15% en 20%. [6]

3 oktober 2018

NOTEN

Het bericht Basisinkomen in Italie? Nee hoor gewoon bijstand! verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.