UBI-Vault, een verdeelsysteem voor basisinkomen

Er wordt gewerkt aan een systeem om in potentie iedereen wereldwijd een basisinkomen te verschaffen, door gebruik te maken van een blockchain. Hilde Latour en Roland Sassen schreven het volgende over hun project UBI-Vault.

Ons doel is om geld voor een basisinkomen in te zamelen en dan dat geld automatisch te verdelen onder alle deelnemende individuen (verder ‘burgers’ genoemd).  Met zo een verdeelsysteem is het makkelijker voor organisaties, instanties en particulieren om te besluiten een regelmatige basisinkomen-donatie te doen.
Wij zijn (met ondersteuning van Trent McConaghy) een verdeelsysteem aan het bouwen voor een basisinkomen.

Je kunt zo een verdeelsysteem op de “gewone” manier maken met een bankrekening en een computer programma dat het geld naar bankrekeningen van burgers stuurt. Maar hoe veilig is dat? In juli van dit jaar werd de VBS Mutual Bank  beroofd van $ 114 miljoen door de bankiers zelf! Het vertrouwen in deze sector is niet groot. Sinds ongeveer tien jaar worden in veel landen geldransacties verzorgd door mobile money platforms, die een omzet hadden van $ 1 miljard per dag in 2017.
UBI-Vault speelt hierop in door een systeem te bouwen dat ook onafhankelijk van banken is.

We maken we gebruik van een bestaande, functionerende blockchain infrastructuur op het internet, Ethereum. De blockchain is bekend geworden van de digitale munt Bitcoin. Bij de tweede generatie van blockchain, Ethereum, gaat het niet om speculeren of betalen met digitaal geld maar om kleine slimme software programma`s (smart contracts) waarmee je allerlei nuttige dingen kunt doen. Met de Ethereum blockchain techniek kun je zulke smart contracts uitvoeren op virtuele machines.

 Op dit publiek toegankelijke netwerk maken we een centrale kluis (de UBI-Vault) vanwaar uit het geld automatisch, met speciale computer programma`s  naar de burgers verstuurd wordt.
Telefoon-providers kunnen hun klanten een extra rekening aanbieden voor het basisinkomen. Het geld uit de UBI-Vault wordt geheel automatisch naar deze rekening gestuurd.

Veiligheid

Een groot voordeel van de (Ethereum) blockchain infrastructuur is dat deze heel erg lastig is te frauderen. Verder zijn mobiele telefoons in eerste instantie goed genoeg ter beveiliging, later kunnen multi-factor authenticatie en biometrie gebruikt worden tegen identiteitsfraude.
Op het blockchain netwerk wordt er gebruik gemaakt van cryptocurrency, digitaal geld, de telefoon-provider kan naar wens (tegen betaling uiteraard) terug wisselen naar een lokale munt.
Net zoals het terug wisselen kunnen derden nu ook andere nieuwe blockchain diensten op de mobiele telefoon gaan aanbieden. Zelfs belastingdiensten kunnen hiervan  gaan profiteren, aldus  PWC.

Wie krijgt er geld?

In eerste instantie willen we geld aan burgers in arme landen sturen. De UBI-Vault haalt elke maand een verdeellijst op met arme landen en telefoonnummers die daarbij horen. Meldt een burger zich bij de UBI-Vault aan met haar mobiele telefoon en is haar telefoonnummer uit het bereik van die lijst dan geeft ze haar nieuwe UBI-rekeningnummer aan en is ze als UBI-ontvanger geregistreerd.
Op lange termijn gaat iedereen een basisinkomen krijgen!

Hoeveel geld krijgen ze?

Op de verdeel-lijst staat ook wat burgers in welk land nodig hebben voor eten en behuizing. Elke week wordt er uit de pot aan burgers betaald, zit er minder in de pot dan wordt dat verdeeld.

Waar komt het geld vandaan?

Mogelijk bronnen:

  • AI DAO: Automatisering maakt het de mens makkelijker, de winst daarvan kan gebruikt worden voor een basisinkomen. Een bedrijf zonder eigenaar heet een AI DAO: Nature 2.0 The Cradle of Civilization Gets an Upgrade. Zie ook Basisinkomen op Blockchaingers Hackathon Groningen.
  • Prive-personen: wanneer 10% van de mensen elke maand een € 70 donatie doen is de armoede op aarde verleden tijd.
  • Rijke mensen: Een idee om rijke mensen te laten deelnemen aan de nieuwe economie is een loterij systeem voor miljonairs. Die wordt ook gebouwd, natuurlijk weer op de veilige en transparante blockchain. Meer ideeën welkom!
  • Overheden: Stort een gedeelte van het ontwikkelingshulp-budget in de UBI-Vault. Je weet dan zeker dat het bij de burgers aankomt.
  • Bedrijven: Wanneer een bedrijf sponsort aan de UBI-Vault mag dat bedrijf ons logo voeren!

 

Planning

In december is er naar verwachting een eerste werkzame versie van de UBI-Vault klaar. Deze maand (november)  starten we een crowdfunding campagne om de programmering te financieren, maar jullie kunnen nu al een donatie sturen naar UBI-Vault, alvast bedankt!

Zodra ons systeem werkt vragen we jullie de pot te vullen!

Behalve donaties zijn we op zoek naar medewerkers en mededenkers, je kunt ons een bericht sturen vanaf de site UBI-Vault of mailen naar info@ubi-vault.com

Hilde Latour en Roland Sassen, november 2018

Zie ook eerdere publicaties over basisinkomen en blockchain op de VBi-site en het artikel The Biggest Misconception in Blockchain.

Het bericht UBI-Vault, een verdeelsysteem voor basisinkomen verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Eerste Basisinkomen-rotonde in Nederland – Assen (Drenthe)

Het is het Basisteam Assen gelukt om een grote rotonde op de ring van Assen te adopteren!

Voor het eerst in Nederland zien nu duizenden automobilisten per dag dat er een vereniging is die voor het onvoorwaardelijk basisinkomen strijdt.

Het had overigens wel wat voeten in aarde. Anderhalf jaar geleden is het BT Assen al in gesprek gegaan met de gemeente Assen. Begin dit jaar heeft het BT Assen toen maar een nieuwe, drukke rotonde gekraakt, om druk op de ketel te zetten. De borden hebben daar toen toch nog enige weken gestaan, voordat de gemeente ze verwijderde.[1]

Maar nu is het dan zover. Met dank aan de volharding van het BT Assen.

Je kunt natuurlijk nog steeds om de rotonde heen, maar niet meer om het basisinkomen!

Met de 4 borden op elke aantakkende weg worden automobilisten er dagelijks aan herinnerd: BASISINKOMEN.NL

Het betreft de rotonde op de Europaweg-Noord ter hoogte van Ter Aard. Het is een drukke ringweg met woonwijken ten noorden en ten zuiden van de ring en tevens de ontsluiting naar een industriegebied.

Chapeau voor VBi Team Assen

Duizenden voertuigen passeren hier dagelijks deze rotonde, waardoor het begrip basisinkomen voor menigeen een niet weg te denken realiteit wordt.

[1] https://www.assercourant.nl/algemeen/528339/basisteam-basisinkomen-assen-kraakt-rotonde-overcingellaan.html

Het bericht Eerste Basisinkomen-rotonde in Nederland – Assen (Drenthe) verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Eerste Basisinkomen-rotonde in Nederland – Assen (Drenthe)

Het is het Basisteam Assen gelukt om een grote rotonde op de ring van Assen te adopteren!

Voor het eerst in Nederland zien nu duizenden automobilisten per dag dat er een vereniging is die voor het onvoorwaardelijk basisinkomen strijdt.

Het had overigens wel wat voeten in aarde. Anderhalf jaar geleden is het BT Assen al in gesprek gegaan met de gemeente Assen. Begin dit jaar heeft het BT Assen toen maar een nieuwe, drukke rotonde gekraakt, om druk op de ketel te zetten. De borden hebben daar toen toch nog enige weken gestaan, voordat de gemeente ze verwijderde.[1]

Maar nu is het dan zover. Met dank aan de volharding van het BT Assen.

Je kunt natuurlijk nog steeds om de rotonde heen, maar niet meer om het basisinkomen!

Met de 4 borden op elke aantakkende weg worden automobilisten er dagelijks aan herinnerd: BASISINKOMEN.NL

Het betreft de rotonde op de Europaweg-Noord ter hoogte van Ter Aard. Het is een drukke ringweg met woonwijken ten noorden en ten zuiden van de ring en tevens de ontsluiting naar een industriegebied.

Chapeau voor VBi Team Assen

Duizenden voertuigen passeren hier dagelijks deze rotonde, waardoor het begrip basisinkomen voor menigeen een niet weg te denken realiteit wordt.

[1] https://www.assercourant.nl/algemeen/528339/basisteam-basisinkomen-assen-kraakt-rotonde-overcingellaan.html

Het bericht Eerste Basisinkomen-rotonde in Nederland – Assen (Drenthe) verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Verslag filmavond TransitieCinema, Den Haag, 2 november 2018

transitiecinema

 

 

Verslag van de filmavond georganiseerd door basisteam Den Haag-Zoetermeer op vrijdag 2 november 2018 in samenwerking met stichting TransitieCinema. Het thema van de avond was ‘A Basic Income for All!’

 

 

Namens de Vereniging voor Basisinkomen was Michael Willé (lid van het basisteam Den Haag-Zoetermeer) aanwezig. Hij nam zitting in het panel voor de Q&A.

Het doel van de avond was naar aanleiding van de film ‘A Basic Income for All!’ (https://www.youtube.com/watch?v=8zNEG5FXv8I) een discussie te beginnen over het hoe en waarom van het onvoorwaardelijk basisinkomen (OBI). De avond was in drie delen opgesplitst. In het eerste deel keken we naar de genoemde film, in deel twee kreeg het publiek gelegenheid tot het stellen van vragen aan Harro Boven (Ambassadeur Basisinkomen 2018 en initiatiefnemer van Moedig Voorwaarts – hervorming belastingstelsel voor de Jonge Democraten, zie: http://www.moedigvoorwaarts.nu/) en Michael Willé (basisteam VBi Den Haag-Zoetermeer). Gedurende het laatste gedeelte kregen de deelnemers aan de avond de gelegenheid om een verkiezingspamflet te maken over hoe je het basisinkomen kunt opnemen in een verkiezingsprogramma op lokaal niveau. Deze opdracht is vrij opvallend te noemen, omdat er geïmpliceerd werd dat de deelnemers allen voor het basisinkomen zouden zijn. In elk geval zag men het nut van een maatschappij in transitie met een basisinkomen wel in. De enige vraag zou alleen kunnen zijn hoe.

transitiecinemaDe film is bij leden van het VBi over het algemeen wel bekend. Het is de Belgische documentaire van Panorama van Alina Kneepkens en Jozef Devillé uit 2014, waarin een beeld wordt gegeven van een maatschappij met een dusdanige verandering van de arbeidsmarkt waardoor een basisinkomen als noodzakelijk wordt beschouwd. De levensbeschouwelijke idealen van meer vrijheid door het wegnemen van armoede en de daaruit voortkomende stress hebben een duidelijke BIEN/ VBi signatuur.

Tijdens de Q&A kwam meer naar voren dat het niet zozeer ging om de vraag waarom het basisinkomen ingevoerd zou moeten worden , maar hoe (betaalbaarheid). Verder ging het ook om het imago van het basisinkomen in het politieke spectrum van de tegenstellingen tussen links en rechts en over het nut van experimenteren in Nederland of andere delen van Europa of de wereld. Daarnaast kwamen er vragen over wat er gebeurt met de lonen en prijzen van producten en diensten.

Harro Boven legde het accent voornamelijk op belastingvoorstellen nodig voor een basisinkomen van 600 – 1200 euro voor ieder individu (afhankelijk van de woonsituatie) en 300 euro voor een kind. Het doel is direct een einde te maken aan de armoede in Nederland en het sociale stelsel te versimpelen. Daarnaast is het zo dat werken ten alle tijden moet lonen (in plaats van het tegenovergestelde in het huidige stelsel) en dat werknemers met hun basisinkomen individueel een sterkere onderhandelingspositie innemen op de arbeidsmarkt. Michael heeft vooral geprobeerd in de geest van de film naar voren te brengen dat werk meer is dan alleen de koppeling aan een baan, en beantwoordde de vragen die over experimenten met de bijstand gingen, dat deze ook echt bijstandsexperimenten zijn en geen basisinkomen zoals door de Vereniging bedoeld.

transitiecinemaBij de workshop probeerden de deelnemers op losse en informele basis het gesprek over een basisinkomen voort te zetten. Niet iedereen had ideeën over hoe het basisinkomen zou kunnen worden opgenomen in een verkiezingsprogramma. De accenten konden dan ook enorm verschillen. Één groepje had het over de invoering in combinatie met een Timebank (https://timebank.cc); een andere groep heeft het meer over de transitie met basisinkomen naar een ander politiek model, waarbij niet gesproken wordt over tegenstellingen, maar wat ons verbindt. En zo waren er allerlei ideeën die de deelnemers, maar ook ons basisteam kan inspireren.

Voor het basisteam Den Haag-Zoetermeer is het zeker een goed idee om met organisaties als Stichting Transitie, maar ook de Timebank.cc in contact te blijven voor een breder maatschappelijk draagvlak en voor het integreren van het onvoorwaardelijk basisinkomen met andere nieuwe transitiemodellen. De volgende filmavond van TransitieCinema is op 14 december over de energietransitie.

Datum: vrijdag 2 november 2018
Tijd: 19:30 – 20:30 (film); vanaf 20:30 Q&A en workshop.
Locatie: Het Nutshuis in Den Haag (Riviervismarkt 5, Den Haag)
Thema: ‘A Basic Income for All!’, organisatie: Stichting TransitieCinema   (https://www.facebook.com/events/519995275143441/).
Voertaal: Engels

Het bericht Verslag filmavond TransitieCinema, Den Haag, 2 november 2018 verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Verslag filmavond TransitieCinema, Den Haag, 2 november 2018

transitiecinema

 

 

Verslag van de filmavond georganiseerd door basisteam Den Haag-Zoetermeer op vrijdag 2 november 2018 in samenwerking met stichting TransitieCinema. Het thema van de avond was ‘A Basic Income for All!’

 

 

Namens de Vereniging voor Basisinkomen was Michael Willé (lid van het basisteam Den Haag-Zoetermeer) aanwezig. Hij nam zitting in het panel voor de Q&A.

Het doel van de avond was naar aanleiding van de film ‘A Basic Income for All!’ (https://www.youtube.com/watch?v=8zNEG5FXv8I) een discussie te beginnen over het hoe en waarom van het onvoorwaardelijk basisinkomen (OBI). De avond was in drie delen opgesplitst. In het eerste deel keken we naar de genoemde film, in deel twee kreeg het publiek gelegenheid tot het stellen van vragen aan Harro Boven (Ambassadeur Basisinkomen 2018 en initiatiefnemer van Moedig Voorwaarts – hervorming belastingstelsel voor de Jonge Democraten, zie: http://www.moedigvoorwaarts.nu/) en Michael Willé (basisteam VBi Den Haag-Zoetermeer). Gedurende het laatste gedeelte kregen de deelnemers aan de avond de gelegenheid om een verkiezingspamflet te maken over hoe je het basisinkomen kunt opnemen in een verkiezingsprogramma op lokaal niveau. Deze opdracht is vrij opvallend te noemen, omdat er geïmpliceerd werd dat de deelnemers allen voor het basisinkomen zouden zijn. In elk geval zag men het nut van een maatschappij in transitie met een basisinkomen wel in. De enige vraag zou alleen kunnen zijn hoe.

transitiecinemaDe film is bij leden van het VBi over het algemeen wel bekend. Het is de Belgische documentaire van Panorama van Alina Kneepkens en Jozef Devillé uit 2014, waarin een beeld wordt gegeven van een maatschappij met een dusdanige verandering van de arbeidsmarkt waardoor een basisinkomen als noodzakelijk wordt beschouwd. De levensbeschouwelijke idealen van meer vrijheid door het wegnemen van armoede en de daaruit voortkomende stress hebben een duidelijke BIEN/ VBi signatuur.

Tijdens de Q&A kwam meer naar voren dat het niet zozeer ging om de vraag waarom het basisinkomen ingevoerd zou moeten worden , maar hoe (betaalbaarheid). Verder ging het ook om het imago van het basisinkomen in het politieke spectrum van de tegenstellingen tussen links en rechts en over het nut van experimenteren in Nederland of andere delen van Europa of de wereld. Daarnaast kwamen er vragen over wat er gebeurt met de lonen en prijzen van producten en diensten.

Harro Boven legde het accent voornamelijk op belastingvoorstellen nodig voor een basisinkomen van 600 – 1200 euro voor ieder individu (afhankelijk van de woonsituatie) en 300 euro voor een kind. Het doel is direct een einde te maken aan de armoede in Nederland en het sociale stelsel te versimpelen. Daarnaast is het zo dat werken ten alle tijden moet lonen (in plaats van het tegenovergestelde in het huidige stelsel) en dat werknemers met hun basisinkomen individueel een sterkere onderhandelingspositie innemen op de arbeidsmarkt. Michael heeft vooral geprobeerd in de geest van de film naar voren te brengen dat werk meer is dan alleen de koppeling aan een baan, en beantwoordde de vragen die over experimenten met de bijstand gingen, dat deze ook echt bijstandsexperimenten zijn en geen basisinkomen zoals door de Vereniging bedoeld.

transitiecinemaBij de workshop probeerden de deelnemers op losse en informele basis het gesprek over een basisinkomen voort te zetten. Niet iedereen had ideeën over hoe het basisinkomen zou kunnen worden opgenomen in een verkiezingsprogramma. De accenten konden dan ook enorm verschillen. Één groepje had het over de invoering in combinatie met een Timebank (https://timebank.cc); een andere groep heeft het meer over de transitie met basisinkomen naar een ander politiek model, waarbij niet gesproken wordt over tegenstellingen, maar wat ons verbindt. En zo waren er allerlei ideeën die de deelnemers, maar ook ons basisteam kan inspireren.

Voor het basisteam Den Haag-Zoetermeer is het zeker een goed idee om met organisaties als Stichting Transitie, maar ook de Timebank.cc in contact te blijven voor een breder maatschappelijk draagvlak en voor het integreren van het onvoorwaardelijk basisinkomen met andere nieuwe transitiemodellen. De volgende filmavond van TransitieCinema is op 14 december over de energietransitie.

Datum: vrijdag 2 november 2018
Tijd: 19:30 – 20:30 (film); vanaf 20:30 Q&A en workshop.
Locatie: Het Nutshuis in Den Haag (Riviervismarkt 5, Den Haag)
Thema: ‘A Basic Income for All!’, organisatie: Stichting TransitieCinema   (https://www.facebook.com/events/519995275143441/).
Voertaal: Engels

Het bericht Verslag filmavond TransitieCinema, Den Haag, 2 november 2018 verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

100WEEKS – Temporary cash for permanent change – update

100WEEKS-update

Het gaat goed met de vrouwen en hun families, die 100WEEKS in Rwanda steunt door wekelijks een klein geldbedrag over te maken, zegt Theo Heutinck, hun ervaring kan bijdragen aan een betere onderbouwing van de haalbaarheid van een basisinkomen. Hierbij een update na de eerste 23 weken!

In het voorjaar van 2018 berichtte de Vereniging Basisinkomen uitgebreid over de oprichting en werkzaamheden van 100WEEKS. Het doel van de organisatie is armoedebestrijding in ontwikkelingslanden door geld te geven zonder daaraan voorwaarden te verbinden via ‘mobile money’ (gelddistributie door middel van een mobiele telefoon). Hieronder een update over het project in Rwanda. De vrouwen hebben gedurende 23 weken elke week acht euro overgemaakt gekregen. Het team in Rwanda heeft met ze gebeld om te vragen hoe dit hun levens heeft veranderd. Naar aanleiding van die gesprekken is deze update samengesteld.

Vrouwen slapen beter
Vooral geestelijk heeft het 100WEEKS-programma een enorme impact gehad. De vrouwen hebben minder zorgen. 70% van de vrouwen geeft aan hierdoor beter te slapen dan bij de start van hun 100 weken.

Ze eten goed en zijn nu verzekerd
Verder zorgen de vrouwen ook beter voor zichzelf en hun gezin. Voor het programma begon had slechts 80% van de vrouwen een ziektekostenverzekering. Inmiddels hebben alle vrouwen zich verzekerd. Ook is er een kleine stijging in het aantal vrouwen dat toegang heeft tot schoon drinkwater (van 65 tot 75%) en kunnen alle vrouwen nu elke dag meer dan één maaltijd op tafel zetten. (Dit lukte eerder slechts twee derde.)

Dit is nog maar het begin
De vrouwen staan aan het begin van hun 100 weken. De teams zien meestal dat deelnemers aan het 100WEEKS-programma eerst zorgen dat ze de basis op orde hebben: eten, een dak boven hun hoofd en de kinderen naar school. Daarna gaan ze investeren in hun toekomst. Ze schaffen bijvoorbeeld vee aan, zodat ze van inkomsten verzekerd blijven nadat het 100WEEKS-programma is afgelopen.

Iedere donateur in Nederland, die het project in Rwanda steunt, ontving onlangs van één van de oprichters, Gitte Büch, het hiernaast afgebeelde grafische overzicht van de ontwikkelingen met foto’s van alle deelnemende vrouwen.

10 november 2018

Foto: 100WEEKS

Het bericht 100WEEKS – Temporary cash for permanent change – update verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Welke veronderstelde effecten van basisinkomen kunnen we experimenteel toetsen?

Om tot betere experimenten te kunnen komen en een beeld te hebben bij n voorgenomen experimenten, is een aanpak gemaakt met 9 punten.
In dit artikel checken we welke van de door  Peter van Hoesel genoemde veronderstellingen het beste voor experimentele toetsing  in aanmerking komen.

Dit artikel past als stap 3 in een reeks artikelen over experimenten, die begonnen is met de tekst Hoe komen we tot een goede aanpak van experimenten met basisinkomen?

Als punt 1 is genoteerd waar we het over hebben:
Een basisinkomen is een periodiek bedrag voor iedere burger, dat voldoende is om volwaardig van te leven, zonder dat daar een verplichting tegenover staat en ongeacht het inkomen, vermogen of de samenstelling van het huishouden.
Onvoorwaardelijk basisinkomen heeft de volgende kenmerken: universeel, individueel, onvoorwaardelijk en hoog genoeg om een volwaardig bestaan te kunnen leiden.

In het tweede punt heeft Peter van Hoesel Een beleidstheorie voor het basisinkomen geformuleerd met 14 veronderstellingen.
Onderstaand worden deze veronderstellingen kort samengevat en wordt aangegeven hoe nader onderzoek op dit punt zou kunnen plaatsvinden, al dan niet door middel van experimenten.

  1. Basisinkomen zorgt voor onvoorwaardelijke bestaanszekerheid voor iedere burger.

In een experiment kun je dat slechts ten dele in beeld krijgen. Hoogstens kun je nagaan of mensen in de experimentele groep zich op dat punt prettiger voelden en vervolgens weer onprettiger na afloop van het experiment.
Mogelijk kan deze veronderstelling beter kan worden getoetst in diepte-interviews, groepsdiscussies e.d., eventueel aangevuld met een enquête onder een representatieve steekproef van burgers (opinieonderzoek).
De hoogte van het BI is daarbij uiteraard een belangrijke variabele: bij welk niveau wordt voldoende zekerheid ervaren?

  1. Basisinkomen leidt tot een drastische inperking van de bureaucratie in vergelijking met het huidige stelsel van sociale zekerheid.

Het beste is om te beginnen om met behulp van methoden die worden gebruikt bij onderzoek naar administratieve lasten, schattingen te maken van de kosten op microniveau, waarna je dat kunt uitvergroten naar macroniveau. Het gaat daarbij vooral om kosten die door burgers en bedrijven worden gemaakt, maar je kunt dat ook toepassen voor de overheidsinstellingen die zich bezighouden met de uitvoering van de bureaucratie. Daarnaast kun je op macroniveau zoeken naar begrotingsposten aan de kant van de overheid die betrekking hebben op de bureaucratie.
Vervolgens zul je moeten simuleren wat de administratieve lasten zouden zijn bij de belastingdienst of de SVB als zij het basisinkomen moeten regelen.
Experimenten lijken ons niet zinvol.

  1. Het individuele karakter van basisinkomen zal leiden tot vermindering van het aantal eenpersoonshuishoudens.

Aangezien bij experimenten waarschijnlijk slechts relatief beperkte groepen betrokken kunnen worden zal dit effect daarmee niet kunnen worden aangetoond. Wellicht zou een experiment op een redelijk groot gebied (denk bijvoorbeeld aan Texel) nog wel wat laten zien van dit effect, mits het experiment lang genoeg loopt.
Je kunt ook in dit geval beter werken met eerdergenoemde diepte-interviews en groepsdiscussies. Ook hierin kan een opinieonderzoek helpen om de omvang hiervan voor de gehele populatie te schatten.

  1. Basisinkomen gaat niet gepaard met armoedevaleffecten.

Of basisinkomen de armoedeval opheft, is een zaak van het ontwerp. Maak je het hoog genoeg, dan kan dat. Bij een laag basisinkomen zullen sommige toeslagen overeind moeten blijven, inclusief de daarin ingebouwde armoedeval.
In experimenten kan waarschijnlijk wel worden aangetoond dat mensen minder geremd worden door armoedeval-effecten. Het zal wel lastig zijn dit vervolgens te kwantificeren naar macroniveau.

Er is al wel het nodige bekend over armoedeval-effecten op macroniveau. Via macrosimulatie kun je op basis daarvan wel berekenen wat het effect zou zijn van een BI. Van belang is daarbij in welke mate toeslagen alsnog zullen zorgen voor enige armoedeval-effecten.

  1. Basisinkomen vergroot per saldo de arbeidsparticipatie.

Dit leent zich bij uitstek voor experimenten. De uitkomsten daarvan kunnen vervolgens worden voorgelegd aan grotere groepen burgers, waarna ze kunnen worden uitvergroot naar macroniveau.
Daarnaast kan gebruik worden gemaakt van de grote hoeveelheid bestaande kennis op dit gebied.

  1. Basisinkomen zorgt voor evenwichtiger arbeidsverhoudingen.

Dit leent zich deels ook wel voor experimenten, met name waar het gaat om het al of niet aanvaarden van onaantrekkelijk werk of lage beloningen, mits het gebeid waar het experiment plaats vindt groot genoeg is.
Hoe het BI invloed heeft op CAO’s of de rol van ondernemingsraden zal via kwalitatieve simulatie moeten worden onderzocht (denk bv. aan groepsdiscussies of rollenspelen). Experimenten zijn daarvoor te kleinschalig

  1. Basisinkomen zorgt voor meer arbeidssatisfactie.

Dit leent zich niet zo makkelijk voor experimenten, omdat het vinden van arbeid waar je je ook na enige tijd prettig bij voelt heel wat tijd kost. Als een experiment lang genoeg duurt valt er op dit punt wel een en ander vast te stellen.
Kwalitatieve simulatie is een meer aangewezen onderzoekmethode. Verder is er op dit gebied enorm veel bestaande kennis die kan worden geraadpleegd, waarmee de uitkomsten van kwalitatieve simulatie goed kunnen worden opgeschaald naar de gehele populatie

  1. Basisinkomen voorkomt nutteloze arbeid.

Ook dit zal pas na verloop van tijd kunnen worden vastgesteld.
Ook op dit gebied is kwalitatieve simulatie een meer aangewezen methode.
Veel bestaande kennis is er niet op dit gebied, dus een vertaling naar het macroniveau is lastig.
Een opinieonderzoek over dit onderwerp beweegt zich waarschijnlijk op glad ijs.

  1. Basisinkomen maakt een evenwichtiger inkomensverdeling mogelijk.

Dit is uitsluitend te onderzoeken via macrosimulaties, gekoppeld aan microsimulaties (Nibud). Experimenten zijn hiervoor veel te beperkt, of ze zouden een half land als bereik moeten hebben.

  1. Basisinkomen zorgt voor meer levensgeluk.

Dit valt via experimenten goed na te gaan, ook bij beperkte experimenten zal dit goed kunnen worden vastgesteld.
Via de aanpak zoals bij SCP-onderzoeken kan dit vervolgens vrij makkelijk worden opgeschaald naar de gehele populatie.

  1. Basisinkomen bevordert de gezondheid.

In experimenten kan dit tot op zekere hoogte wel worden aangetoond.
Daarnaast kwalitatieve simulatie, vervolgens op te schalen via macrosimulatie. Er is veel bestaande kennis over de relatie tussen arbeidssatisfactie en ziekte, dus dat kan hierbij ook worden gebruikt.

  1. Basisinkomen is niet mogelijk zonder tevens het beleid op diverse aanpalende gebieden van het sociaaleconomisch beleid fors aan te passen.

Bij experimenten is het slecht denkbaar dat bijvoorbeeld het belastingstelsel hierop wordt aangepast. Of er zou een experiment ontworpen moeten worden waarin dat expliciet gebeurt, maar dan hoeft dat als zodanig niet meer getoetst te worden.
Ook hier moet het gaan om macrosimulaties, waar zinvol gekoppeld aan kwalitatieve simulatie en microsimulaties.
Daarnaast zou opinieonderzoek kunnen laten zien welke wensen er op dit punt leven bij de bevolking.

  1. Er zijn voldoende financieringsbronnen beschikbaar om basisinkomen te betalen, mits er voldoende politieke wil is om die bronnen ook aan te boren.

Dit is geen voer voor experimenten. Dit kan alleen worden bekeken vanuit macrosimulaties.
Ook hierbij zou opinieonderzoek ondersteunend kunnen zijn.

  1. Invoering van basisinkomen zal bijdragen aan een herstel van vertrouwen van burgers in de overheid en omgekeerd.

Vertrouwen zal nauwelijks kunnen worden beïnvloed door experimenten.
Kwalitatieve simulatie en opinieonderzoek zijn wel geschikt.
Verder is er op dit gebied de nodige bestaande kennis die kan worden gebruikt voor een schatting op populatieniveau.

Het voorgaande samenvattend concluderen we dat vooral de volgende veronderstellingen goed getoetst kunnen worden via ex perimenten:
– arbeidsparticipatie (5)
– levensgeluk (10)
– gezondheid (11)

Niet of slechts beperkt toetsbaar via experimenten zijn de volgende veronderstellingen:
– bestaanszekerheid (1) (alleen voor het effect op levensgeluk)
– vermindering bureaucratie (2)
– minder éénpersoonshuishoudens (3)
– armoedeval (4) (wel kan getoetst worden of mensen minder geremd worden)
– evenwichtiger arbeidsverhoudingen (6) (deels bij een grootschalig experiment)
– arbeidssatisfactie (7) (alleen bij langdurige experimenten)
– nutteloze arbeid (8)
– evenwichtiger inkomensverdeling (9)
– aanpalend beid (12)
– financierbaarheid (13)
– vertrouwen (14)

Conclusie.

Experimenten kunnen zinvol zijn, maar we moeten hier niet te veel van verwachten. Van de veertien veronderstellingen zijn er slechts drie echt geschikt om te toetsen via experimenten, en vier slechts in beperkte mate.
Experimenten gericht op deze veronderstellingen kunnen heel zinvol zijn, want het zijn belangrijke punten, maar om al dan niet over te gaan tot invoering van basisinkomen zijn ook heel andere exploraties en overwegingen nodig dan experimenten en de uitkomsten daarvan. Zie als voorbeeld van een bredere verkenning daartoe het Voorstel voor een onderzoekprogramma in hoofdlijnen m.b.t. de invoering van een basisinkomen (NPI, 2017).

Reyer Brons & Peter van Hoesel, 8 november 2018

Dit artikel past in een reeks artikelen over experimenten, die begonnen is met de tekst Hoe komen we tot een goede aanpak van experimenten met basisinkomen?
Het tweede artikel betrof Een beleidstheorie voor het basisinkomen.
Zie ook een ander artikel waarin op andere gronden de zinvolheid van experimenten wordt gerelativeerd: Over zin en onzin van pilots met het basisinkomen.

Het bericht Welke veronderstelde effecten van basisinkomen kunnen we experimenteel toetsen? verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Welke veronderstelde effecten van basisinkomen kunnen we experimenteel toetsen?

Om tot betere experimenten te kunnen komen en een beeld te hebben bij n voorgenomen experimenten, is een aanpak gemaakt met 9 punten.
In dit artikel checken we welke van de door  Peter van Hoesel genoemde veronderstellingen het beste voor experimentele toetsing  in aanmerking komen.

Dit artikel past als stap 3 in een reeks artikelen over experimenten, die begonnen is met de tekst Hoe komen we tot een goede aanpak van experimenten met basisinkomen?

Als punt 1 is genoteerd waar we het over hebben:
Een basisinkomen is een periodiek bedrag voor iedere burger, dat voldoende is om volwaardig van te leven, zonder dat daar een verplichting tegenover staat en ongeacht het inkomen, vermogen of de samenstelling van het huishouden.
Onvoorwaardelijk basisinkomen heeft de volgende kenmerken: universeel, individueel, onvoorwaardelijk en hoog genoeg om een volwaardig bestaan te kunnen leiden.

In het tweede punt heeft Peter van Hoesel Een beleidstheorie voor het basisinkomen geformuleerd met 14 veronderstellingen.
Onderstaand worden deze veronderstellingen kort samengevat en wordt aangegeven hoe nader onderzoek op dit punt zou kunnen plaatsvinden, al dan niet door middel van experimenten.

  1. Basisinkomen zorgt voor onvoorwaardelijke bestaanszekerheid voor iedere burger.

In een experiment kun je dat slechts ten dele in beeld krijgen. Hoogstens kun je nagaan of mensen in de experimentele groep zich op dat punt prettiger voelden en vervolgens weer onprettiger na afloop van het experiment.
Mogelijk kan deze veronderstelling beter kan worden getoetst in diepte-interviews, groepsdiscussies e.d., eventueel aangevuld met een enquête onder een representatieve steekproef van burgers (opinieonderzoek).
De hoogte van het BI is daarbij uiteraard een belangrijke variabele: bij welk niveau wordt voldoende zekerheid ervaren?

  1. Basisinkomen leidt tot een drastische inperking van de bureaucratie in vergelijking met het huidige stelsel van sociale zekerheid.

Het beste is om te beginnen om met behulp van methoden die worden gebruikt bij onderzoek naar administratieve lasten, schattingen te maken van de kosten op microniveau, waarna je dat kunt uitvergroten naar macroniveau. Het gaat daarbij vooral om kosten die door burgers en bedrijven worden gemaakt, maar je kunt dat ook toepassen voor de overheidsinstellingen die zich bezighouden met de uitvoering van de bureaucratie. Daarnaast kun je op macroniveau zoeken naar begrotingsposten aan de kant van de overheid die betrekking hebben op de bureaucratie.
Vervolgens zul je moeten simuleren wat de administratieve lasten zouden zijn bij de belastingdienst of de SVB als zij het basisinkomen moeten regelen.
Experimenten lijken ons niet zinvol.

  1. Het individuele karakter van basisinkomen zal leiden tot vermindering van het aantal eenpersoonshuishoudens.

Aangezien bij experimenten waarschijnlijk slechts relatief beperkte groepen betrokken kunnen worden zal dit effect daarmee niet kunnen worden aangetoond. Wellicht zou een experiment op een redelijk groot gebied (denk bijvoorbeeld aan Texel) nog wel wat laten zien van dit effect, mits het experiment lang genoeg loopt.
Je kunt ook in dit geval beter werken met eerdergenoemde diepte-interviews en groepsdiscussies. Ook hierin kan een opinieonderzoek helpen om de omvang hiervan voor de gehele populatie te schatten.

  1. Basisinkomen gaat niet gepaard met armoedevaleffecten.

Of basisinkomen de armoedeval opheft, is een zaak van het ontwerp. Maak je het hoog genoeg, dan kan dat. Bij een laag basisinkomen zullen sommige toeslagen overeind moeten blijven, inclusief de daarin ingebouwde armoedeval.
In experimenten kan waarschijnlijk wel worden aangetoond dat mensen minder geremd worden door armoedeval-effecten. Het zal wel lastig zijn dit vervolgens te kwantificeren naar macroniveau.

Er is al wel het nodige bekend over armoedeval-effecten op macroniveau. Via macrosimulatie kun je op basis daarvan wel berekenen wat het effect zou zijn van een BI. Van belang is daarbij in welke mate toeslagen alsnog zullen zorgen voor enige armoedeval-effecten.

  1. Basisinkomen vergroot per saldo de arbeidsparticipatie.

Dit leent zich bij uitstek voor experimenten. De uitkomsten daarvan kunnen vervolgens worden voorgelegd aan grotere groepen burgers, waarna ze kunnen worden uitvergroot naar macroniveau.
Daarnaast kan gebruik worden gemaakt van de grote hoeveelheid bestaande kennis op dit gebied.

  1. Basisinkomen zorgt voor evenwichtiger arbeidsverhoudingen.

Dit leent zich deels ook wel voor experimenten, met name waar het gaat om het al of niet aanvaarden van onaantrekkelijk werk of lage beloningen, mits het gebeid waar het experiment plaats vindt groot genoeg is.
Hoe het BI invloed heeft op CAO’s of de rol van ondernemingsraden zal via kwalitatieve simulatie moeten worden onderzocht (denk bv. aan groepsdiscussies of rollenspelen). Experimenten zijn daarvoor te kleinschalig

  1. Basisinkomen zorgt voor meer arbeidssatisfactie.

Dit leent zich niet zo makkelijk voor experimenten, omdat het vinden van arbeid waar je je ook na enige tijd prettig bij voelt heel wat tijd kost. Als een experiment lang genoeg duurt valt er op dit punt wel een en ander vast te stellen.
Kwalitatieve simulatie is een meer aangewezen onderzoekmethode. Verder is er op dit gebied enorm veel bestaande kennis die kan worden geraadpleegd, waarmee de uitkomsten van kwalitatieve simulatie goed kunnen worden opgeschaald naar de gehele populatie

  1. Basisinkomen voorkomt nutteloze arbeid.

Ook dit zal pas na verloop van tijd kunnen worden vastgesteld.
Ook op dit gebied is kwalitatieve simulatie een meer aangewezen methode.
Veel bestaande kennis is er niet op dit gebied, dus een vertaling naar het macroniveau is lastig.
Een opinieonderzoek over dit onderwerp beweegt zich waarschijnlijk op glad ijs.

  1. Basisinkomen maakt een evenwichtiger inkomensverdeling mogelijk.

Dit is uitsluitend te onderzoeken via macrosimulaties, gekoppeld aan microsimulaties (Nibud). Experimenten zijn hiervoor veel te beperkt, of ze zouden een half land als bereik moeten hebben.

  1. Basisinkomen zorgt voor meer levensgeluk.

Dit valt via experimenten goed na te gaan, ook bij beperkte experimenten zal dit goed kunnen worden vastgesteld.
Via de aanpak zoals bij SCP-onderzoeken kan dit vervolgens vrij makkelijk worden opgeschaald naar de gehele populatie.

  1. Basisinkomen bevordert de gezondheid.

In experimenten kan dit tot op zekere hoogte wel worden aangetoond.
Daarnaast kwalitatieve simulatie, vervolgens op te schalen via macrosimulatie. Er is veel bestaande kennis over de relatie tussen arbeidssatisfactie en ziekte, dus dat kan hierbij ook worden gebruikt.

  1. Basisinkomen is niet mogelijk zonder tevens het beleid op diverse aanpalende gebieden van het sociaaleconomisch beleid fors aan te passen.

Bij experimenten is het slecht denkbaar dat bijvoorbeeld het belastingstelsel hierop wordt aangepast. Of er zou een experiment ontworpen moeten worden waarin dat expliciet gebeurt, maar dan hoeft dat als zodanig niet meer getoetst te worden.
Ook hier moet het gaan om macrosimulaties, waar zinvol gekoppeld aan kwalitatieve simulatie en microsimulaties.
Daarnaast zou opinieonderzoek kunnen laten zien welke wensen er op dit punt leven bij de bevolking.

  1. Er zijn voldoende financieringsbronnen beschikbaar om basisinkomen te betalen, mits er voldoende politieke wil is om die bronnen ook aan te boren.

Dit is geen voer voor experimenten. Dit kan alleen worden bekeken vanuit macrosimulaties.
Ook hierbij zou opinieonderzoek ondersteunend kunnen zijn.

  1. Invoering van basisinkomen zal bijdragen aan een herstel van vertrouwen van burgers in de overheid en omgekeerd.

Vertrouwen zal nauwelijks kunnen worden beïnvloed door experimenten.
Kwalitatieve simulatie en opinieonderzoek zijn wel geschikt.
Verder is er op dit gebied de nodige bestaande kennis die kan worden gebruikt voor een schatting op populatieniveau.

Het voorgaande samenvattend concluderen we dat vooral de volgende veronderstellingen goed getoetst kunnen worden via ex perimenten:
– arbeidsparticipatie (5)
– levensgeluk (10)
– gezondheid (11)

Niet of slechts beperkt toetsbaar via experimenten zijn de volgende veronderstellingen:
– bestaanszekerheid (1) (alleen voor het effect op levensgeluk)
– vermindering bureaucratie (2)
– minder éénpersoonshuishoudens (3)
– armoedeval (4) (wel kan getoetst worden of mensen minder geremd worden)
– evenwichtiger arbeidsverhoudingen (6) (deels bij een grootschalig experiment)
– arbeidssatisfactie (7) (alleen bij langdurige experimenten)
– nutteloze arbeid (8)
– evenwichtiger inkomensverdeling (9)
– aanpalend beid (12)
– financierbaarheid (13)
– vertrouwen (14)

Conclusie.

Experimenten kunnen zinvol zijn, maar we moeten hier niet te veel van verwachten. Van de veertien veronderstellingen zijn er slechts drie echt geschikt om te toetsen via experimenten, en vier slechts in beperkte mate.
Experimenten gericht op deze veronderstellingen kunnen heel zinvol zijn, want het zijn belangrijke punten, maar om al dan niet over te gaan tot invoering van basisinkomen zijn ook heel andere exploraties en overwegingen nodig dan experimenten en de uitkomsten daarvan. Zie als voorbeeld van een bredere verkenning daartoe het Voorstel voor een onderzoekprogramma in hoofdlijnen m.b.t. de invoering van een basisinkomen (NPI, 2017).

Reyer Brons & Peter van Hoesel, 8 november 2018

Dit artikel past in een reeks artikelen over experimenten, die begonnen is met de tekst Hoe komen we tot een goede aanpak van experimenten met basisinkomen?
Het tweede artikel betrof Een beleidstheorie voor het basisinkomen.
Zie ook een ander artikel waarin op andere gronden de zinvolheid van experimenten wordt gerelativeerd: Over zin en onzin van pilots met het basisinkomen.

Het bericht Welke veronderstelde effecten van basisinkomen kunnen we experimenteel toetsen? verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Duitse discussie over basisinkomen (Freiburg & Flensburg)

 

Freiburg

 

 

Duitsland heeft in de jaren tachtig en negentig geen uitgebreide en felle discussie gehad over het basisinkomen zoals in Nederland en Finland. Misschien is daarom de huidige discussie zo fanatiek. De vakbonden zijn er faliekant tegen. Maar steeds meer groepen en mensen omarmen het idee. Ook doet de nieuwe politieke partij Bündnis Grundeinkommen mee aan de verkiezingen om op deze manier aandacht te vragen.

 

Bestuursleden Hilde Latour en Alexander de Roo waren op 11 en 12 oktober in Freiburg in Zuid-Duitsland. Op de eeuwenoude universiteit was een soort mini BIEN (Basic Income Earth Network) conferentie met een 50 tal deelnemers uit de hele wereld. Centraal staat het idee van de Belgische voorvechter van het basisinkomen Philip van Parijs dat er een Eurodividend moet komen. Een gedeeltelijk basisinkomen voor alle inwoners van de 28 landen van de EU. Brussel moet dit ook financieren. Het was een goede open discussie over de voor- en nadelen van dit idee.

Hilde Latour gaf een presentatie over hoe machines/robots, die eigendom van zichzelf zijn, een bijdrage kunnen leveren aan de financiering van het basisinkomen. Dit is een revolutionair idee waar met enthousiasme over werd gediscussieerd.

Alexander de Roo vertelde over het Nederlandse systeem waarbij iedereen tussen een minimum en modaal inkomen volkomen vast zit. Een familie met net iets meer dan het minimuminkomen ( 2 kinderen en huurhuis) heeft er niets aan om €11.000 bruto per jaar meer te verdienen. Hiervan blijft slechts €500 netto over doordat alle toeslagen vervallen. Een behoorlijk basisinkomen is beter te financieren met een huishoudtoeslag. Bijvoorbeeld €650 basisinkomen, €600 huishoudtoeslag voor elk huishouden en kinderbijslag naar €300.

Freiburg

 

 

Op 24 oktober nam Alexander deel aan een zeer goed bezochte bijeenkomst (200 mensen) in het gemeentehuis van het Noord-Duitse Flensburg. De SPD burgemeester Simone Lange had ons uitgenodigd om op haar verjaardag te vertellen. Olivier schetste het beeld dat slechts 15% van de mensen in Duitsland met plezier naar hun werk gaat. Een basisinkomen gaat heel veel creatieve energie losmaken, tot meer innovatie leiden. Duitsland is niet erg goed op dit vlak. Alexander verhaalde over de Nederlandse discussie van de jaren negentig en nu, van de recente petities voor de Tweede Kamer en van de gemankeerde experimenten in een aantal gemeenten. In Duitsland nog nul experimenten, behalve het zeer succesvolle meingrundeinkommen.de dat door crowdfunding al 234 mensen één jaar lang een basisinkomen heeft gegeven. Suzanne (actief in de vakbeweging) was bang dat een basisinkomen tot afschaffing van het sociale stelsel zou leiden, doordat rechtse politieke krachten er mee aan de haal gaan …

Het bericht Duitse discussie over basisinkomen (Freiburg & Flensburg) verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Strategische opties voor de invoering van basisinkomen

Invoeren van basisinkomen kan in één keer met een grote stap, of meer geleidelijk door zaken aan te passen of iets naast het bestaande te ontwikkelen. Onderstaand wordt verkend welke de opties daarbij zijn, met hun sterke en zwakke kanten.

Basisinkomen is een prachtig idee om de bestaanszekerheid en de vrijheid van mensen te vergroten. Er zijn veel voordelen en positieve effecten van de verwachten, zie bijvoorbeeld een groeiend overzicht op de VBI-website met argumenten vòòr en een beleidstheorie met veronderstellingen over positieve effecten.
Volgens Varoufakis, is het niet alleen een prachtig idee, maar een absolute noodzaak.

Een maatschappij  met basisinkomen is op veel punten heel anders dan de wereld die we nu kennen, denk bijvoorbeeld aan de sociale zekerheid, het belastingstelsel en de arbeidsmarkt. Als we overtuigd zijn dat dat veel beter is, moeten we nog wel de vraag beantwoorden hoe we daar komen. Onderstaand worden zeven strategische opties besproken hoe dat geregeld zou kunnen worden, welke wegen we daarvoor kunnen inslaan.
In een later artikel komt aan de orde hoe we het draagvlak voor elkaar kunnen krijgen om die omwenteling te realiseren.

De eerste optie hieronder gaat uit van vervanging van het huidige stelsel in één klap door een stelsel met basisinkomen. De andere opties gaan uit van een geleidelijke overgang.
Bij de meeste  opties is besluitvorming met/door een overheid cruciaal. Alleen de laatste  optie is de rol van de overheid alleen faciliterend of zelfs afwezig.

  1. Invoering Basisinkomen in één klap

Deze optie veronderstelt dat we op een datum in een niet al te verre toekomst, bijvoorbeeld per 1 januari 2022, basisinkomen invoeren. Tegelijk zullen dan veel aanpassingen moeten plaatsvinden in de sociale zekerheid en het belastingstelsel,  waarschijnlijk ook in het arbeidsrecht en waarschijnlijk op nog veel meer gebieden.
We moeten het uiteraard ook vooraf eens zijn over de hoogte van het basisinkomen. Op dit moment horen we onder voorstanders bedragen van circa € 600 tot circa € 2.000 per maand, dus die eensgezindheid is er vandaag nog niet.
Wellicht zijn vooraf ook nog experimenten nodig om onzekerheden in gedragseffecten van de mensen beter in te kunnen schatten. Dan is 1-1-2022 wellicht veel te snel.
Uiteraard moet ook duidelijk zijn hoe precies wordt omgegaan met vraagstukken rond nationaliteit, woonland en migratie, maar dat probleem speelt uiteraard ook bij opties voor geleidelijke invoering.

Groot voordeel van deze benadering is dat we in één klap van de ingewikkeldheid van het huidige stelsel af kunnen. Bij geleidelijk invoering zal het huidige stelsel lange tijd deels in tact moeten blijven, met de kans dat het totaal alleen maar nog ingewikkelder wordt.

Bezwaar is dat we heel veel dingen van te voren heel precies moeten regelen, terwijl we niet alles goed kunnen voorzien. Er kan van alles mis gaan omdat achteraf blijkt dat het toch niet goed genoeg is uitgezocht.
De situatie van veel mensen verandert in één keer drastisch. Hoe ze zich dan zullen gedragen is matig voorspelbaar. Met zulke grote omwentelingen is er geen ervaring, dus de onvoorspelbaarheid is groot. Gedegen onderzoek kan dat verkleinen, maar niet helemaal wegnemen.
Uiteraard is dit probleem minder groot bij de keuze voor een laag basisinkomen dan bij een hoog basisinkomen.
Bij keuze voor deze optie is de kans aanwezig dat achteraf toch aanpassingen nodig zullen zijn.

  1. Stapsgewijs over de hele linie invoeren

Een voorbeeld van zo’n aanpak is het bijvoorbeeld per 1-1-2020 invoeren van een basisinkomen voor iedereen van € 100 per maand. Dat kan dan bijvoorbeeld jaarlijks opgehoogd worden met steeds weer € 100 per maand. Pas later hoeft beslist te worden wat de uiteindelijk hoogte wordt.
Elk jaar moeten beperkte aanpassingen  worden aangebracht in de sociale zekerheid en het belastingregime, met als uitgangspunt dat de som van basisinkomen, uitkeringen en belastingfaciliteiten voor de inkomens tot ongeveer het modale inkomen  niet kleiner wordt.
Intussen mogen geen andere wijzigingen in het stelsel aangebracht worden buiten de aanpassingen richting basisinkomen.
Uiteraard is ook een sneller invoeringspad denkbaar, of een pad waarbij slechts eens in de twee jaar een verhoging plaats vindt zodat er tijd is om de gevolgen van de voorgaande stap goed te evalueren.

Effect van deze aanpak is dat de gevolgen van de stelselwijzigingen pas geleidelijk merkbaar worden. Extreme gevolgen zullen zich niet voordoen, bij ongewenste effecten is bijsturing mogelijk.
Het betekent natuurlijk wel dat veel van de bezwaren van het huidige stelsel nog geruime tijd overeind blijven. Het risico bestaat dat het stelsel gecompliceerder wordt doordat de component basisinkomen er bij komt en de afbraak van het oude stelsel in het begin weinig zal betekenen. Met grotere stappen is dit risico uiteraard kleiner.
Dit betekent ook dat er een risico is dat wel met deze aanpak wordt gestart, maar dat (bijvoorbeeld door een andere politieke constellatie) deze halverwege wordt gestopt, of zelfs wordt terug gedraaid.

  1. Voer basisinkomen in voor specifiek groepen en breid die geleidelijk uit

Een zeer eenvoudig voorbeeld is om bijvoorbeeld vanaf 1-1-2021 iedereen die 18 jaar wordt een basisinkomen te geven en dat voor het gehele leven zo te laten. Dan is over circa 80 jaar het basisinkomen over de hele linie ingevoerd.
Een andere benadering die zo nu en dan de veel publicitaire aandacht krijgt, is om de AOW om te vormen tot basisinkomen en de leeftijd voor toetreding geleidelijk te verlagen. Of die verlaging heel snel gaat of in een traag tempo, valt nader te bezien.

Beide benaderingen hebben het voordeel van de eenvoud: leeftijd is een grootheid die gemakkelijk is vast te stellen en die weinig ruimte biedt voor oneigenlijk gebruik.
Bezwaar is natuurlijk dat de scheidslijn vreemde (wellicht zelfs onrechtvaardige) verschillen tussen mensen aanbrengt die bijvoorbeeld op de arbeidsmarkt heel rare effecten kan hebben. Niet bij een voorzichtige start, maar wel als die scheidslijn ergens tussen de leeftijd van 30 en de 50 jaar ligt!
Dat is mogelijk niet goed voor het draagvlak om de invoering door te zeten.

Een iets complexere variant is om heel specifieke doelgroepen aan te wijzen. Voorbeelden hiervan zijn gehandicapten, jonge alleenstaande moeders, kunstenaars en recent zijn zelfs zelfs raamprostituees genoemd. Deze benadering heeft twee extra problemen. In de eerste plaats is vaststellen wie tot de doelgroep horen meestal niet eenvoudig, ook omdat dat in de tijd kan veranderen. In de tweede plaats biedt deze aanpak geen garantie dat op den duur iedereen tot een doelgroep behoort die mee doet. Een lastig begaanbare weg.

  1. Pas de bestaande regelingen aan in de richting van het basisinkomen

Veel bestaande regelingen in de sociale zekerheid en in het belastingstelsel zijn niet individueel en hebben als voorwaarde dat een tegenprestatie wordt gevraagd of dat er geen (of onvoldoende) andere middelen (inkomen of vermogen) aanwezig zijn. Basisinkomen is wel individueel en onvoorwaardelijk.
Een aanpak is om al die regelingen aan te pakken en meer individueel te maken en/of de voorwaarden te schrappen of te verzachten. Voor de uitkeringen is vrij duidelijk hoe dat zou kunnen, bij het belastingstelsel moeten dan specifieke kortingen, toeslagen en aftrekposten omgezet worden in een belastingvrije grondslag voor iedereen, die uitbetaald wordt in het geval dat er geen ander inkomen is.

Technisch is deze aanpak goed uitvoerbaar en waarschijnlijk is ook goed te overzien wat voor elk van de regelingen de effecten zijn qua kosten. Dat kan in hoge mate budgettair neutraal, het schrappen van de voorwaarden bij de bestaande regelingen kost weinig of niet veel (en levert zelfs een besparing op in de kosten van de uitvoeringsapparaten).
Fasering is denkbaar als er gedragsveranderingen verondersteld worden die slecht voorspelbaar zijn qua omvang.
De facto zie je dat (in elk geval sommige gemeentelijke) uitvoeringsinstanties voor de uitkeringen deze koers inslaan via een soort gedoogbeleid.

Voordeel van deze aanpak is dat je betrekkelijk snel het bestaande stelsel kunt vereenvoudigen. Nadeel is dat de kans groot is dat de weerstanden toenemen nadat de meest gemakkelijk te  veranderen regelingen zijn aangepakt en dat daarna het draagvlak voor de voortgang ontbreekt.

  1. Voer experimenten of pilots uit en breid deze geleidelijk uit

Een methode om maatschappelijke veranderingen door te voeren kan ook zijn het uitvoeren van experimenten of pilots en het uitbreiden van het bereik daarvan (uitrollen) over grotere groepen of gebieden. Een experiment lijkt meestal bedoeld om uit te zoeken of iets succesvol is of niet, bij een pilot is eigenlijk al besloten dat iets moet gebeuren, maar wordt dit eerst uitgeprobeerd om van de fouten te leren voordat de brede invoering plaatsvindt.
In Nederland wordt Texel wel genoemd als relatief goed afgrensbaar gebied voor een experiment. Voor een experiment in de hele EU is Estland als voorbeeld genoemd.
Maar er zijn zowel in Nederland als wereldwijd veel meer voorbeelden van experimenten of aanzetten daartoe.

Het opzetten van een goed experiment is nog niet zo eenvoudig en ook de politieke constellatie rond een experiment is niet altijd stabiel in de tijd, zie recente ontwikkelingen in Finland en Ontario.
Het is daarom niet zeker dat kiezen voor experimenten en pilots leidt tot uiteindelijke invoering.
Maar het is zeker de moeite waard te werken aan goed doordachte experimenten, al was het maar om de zwakheden van het huidige stelsel bloot te leggen.

 

  1. Geef ruimte voor individuen om over te stappen naar een stelsel met basisinkomen

Een geheel andere variant is het ontwerpen van een compleet stelsel met basisinkomen naast het huidige stelsel, waarbij mensen kunnen kiezen of ze over willen gaan naar dat stelsel.
Daarbij moet dan wel duidelijk worden of dat een definitieve keuze is, dan wel dat men bijvoorbeeld na x jaar weer terug kan.
Een  dergelijk systeem waar men vrijwillig voor kan kiezen, kan gestart worden als experiment, maar eventueel ook als definitieve regeling.
Voordeel van een dergelijke benadering is dat bijna als vanzelf een schat aan informatie los kan komen over de effecten van gemaakte keuzes, zowel voor het individu als maatschappelijk.

Nadeel is dat de kans groot is dat de keuzes bepaald worden door inschattingen of men er financieel beter van wordt of niet. Dat stelt hoge eisen aan een verstandig ontwerp van het alternatieve stelsel. Maar dan nog bestaat de kans dat de keuzemogelijkheid, zeker als die zo nu en dan herzien kan worden, tot hogere maatschappelijke kosten zal leiden. 

  1. Bouw Iets volledig nieuws naast het bestaande

Alle voorgaande benaderingen veronderstelleen een flinke regie die eigenlijk alleen door overheden gevoerd kan worden.
We zien inmiddels veel initiatieven opduiken waar naast de overheidsregelingen iets wordt opgezet, waarbij overigens niet persé is uitgesloten dat overheden daar een faciliterende of stimulerende rol in spelen.
Een kleinschalig voorbeeld zijn crowd-fundings acties om tijdelijk basisinkomen voor enkele uitgelote personen te kunnen regelen. In Groningen is zo’n initiatief gestopt, in Duitsland loopt het nog steeds.
Er zijn ook initiatieven waarbij deelnemers geacht worden iets aan inleg te betalen en of producten moeten verkopen. Bij deze initiatieven kun je soms de vraag stellen of het wel onvoorwaardelijk basisinkomen mag heten, maar in sommige gevallen kan het ook zijn dat er vooral een verdienmodel voor de initiatief nemers zelf achter zit. Zie hier een artikel met onderaan een lijstje met mogelijk dubieuze initiatieven.

Voor de serieuze initiatieven is de term burgerfonds wellicht een goede aanduiding. Een enigszins klassiek voorbeeld is het al decennia draaiende  Alaska Permanent Fund, wat overigens wel beperkt is qua regionaal bereik!
Betrekkelijk nieuw is dat deze initiatieven gecombineerd worden met blockchaintechnieken en/of cryptomunten.  Soms wordt verwacht dat systemen  kunnen worden ingezet die producten of diensten leveren en de netto-opbrengsten voor iedereen beschikbaar stellen (AI DAOs: Artificially Intelligent, Decentralized Autonomous Organisations). Gedacht wordt daarbij aan een automatisch systeem, decentraal, er komen geen mensen aan te pas, behalve voor onderhoud van servers, pr en administratie. Wat er gebeurt wordt bepaald door computer programma`s, zogenaamde smart contracts. Deze zijn publiek zichtbaar, evenals de transacties.
Of het zinvol is met cryptomunten te werken dan wel met ‘normaal’ geld, is punt van discussie onder degenen die zich bezighouden met deze ontwikkelingen.
Voor dit soort initiatieven zijn grenzen en overheden niet persé nodig. Iedereen kan meedoen, uiteraard mits de faciliteiten om internet te bereiken, voorhanden zijn.
Er draaien al een paar systemen in deze geest, waarbij periodiek eenheden met nog een zeer kleine waarde naar alle deelnemers gaan. Op de website van de VBi is een specifieke categorie gemaakt om te kunnen berichten over deze ontwikkelingen.

Het is lastig om bij dit soort initiatieven het kaf van het koren te scheiden.
Enerzijds is de vraag of de initiatieven echt gericht zijn op het verspreiden van basisinkomen, of dat  het een verdienmodel is voor de initiatiefnemers. Goed opletten voordat je ergens mee in zee gaat!
Anderzijds is de vraag of deze initiatieven voldoende volume kunnen ontwikkelen om een serieuze aanpak te worden.

 

Voorlopige conclusie

Het bovenstaande is een poging zeven opties voor invoering van basisinkomen objectief te beschrijven, met hun sterke en zwakke kanten.
Vermoedelijk bestaat er weinig overeenstemming tussen de voorstanders van basisinkomen wat de beste optie is. Dat betekent dat de keuze in feite aan de politiek of het toeval over gelaten wordt.

Waarschijnlijk is er op dit moment in Nederland de meeste steun voor optie 3, met ouderen als eerste doelgroep. Dat leidt nu al her en daar tot gedoogconstructies zoals genoemd in optie 4.
Ook zie ik redelijk veel belangstelling voor experimenten (optie 5).
Zelf ben ik het meest geporteerd voor een combinatie van 2 en 4, waarbij enerzijds onvoorspelbare gedragseffecten gemitigeerd worden en anderzijds vrij snel een flinke vereenvoudiging in de huidige systematiek kan worden doorgevoerd.
Maar we moeten ondertussen goed opletten of blockchain de mogelijkheden van optie 7 realistisch maakt, dan wel dat zich grote sponsors aandienen voor burgerfondsen.

Reyer Brons, 4 november 2018
foto Pixabay

Het bericht Strategische opties voor de invoering van basisinkomen verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.