Pleidooi II voor een stelsel Basisinkomen in Nederland

Mijn-idee-isBij de invoering van basisinkomen ontstaat ruimte voor een echte debureaucratisering, om de  betutteling en beknotting van burgers door de overheid weg te nemen en het leger van ambtenaren dat hier opzit, voor ander zinvoller werk te doen omscholen.
Inkomen via betaald werk zal in de toekomst aan belang gaan inboeten. Basisinkomen is hard nodig om de burger de middelen te verschaffen zijn inkomen ‘op te krikken’. Het basisinkomen is een instrument om te kunnen blijven besteden en zo de productiecijfers, de economie in stand te houden.
De onvermijdelijkheid van het basisinkomen moet heel Nederland helpen een fundamenteel andere kijk op arbeid/werk te krijgen.

Dit is een vervolg op het eerdere PLEIDOOI van Eric Binsbergen uit september 2015 (Pleidooi voor invoering van een basisinkomen in Nederland.
Eric houdt zich aanbevolen voor suggesties om dit pleidooi te versterken (e.binsbergen@kpnmail.nl)

Samen met mijn vrouw geniet ik via de AOW een basisinkomen. Ons huishouden (geen kinderen meer in huis) heeft voor twee personen een vaste grond onder de voeten van tenminste ± €1500 per maand.
Zo’n vaste grond onder de voeten is mijn doel voor alle bewoners  in ons land: een STELSEL BASISINKOMEN dus, vanaf het 18e jaar met de mogelijkheid -zonder verplichte tegenprestatie- individueel/ maatschappelijk bezig te zijn met

  • (opnieuw) naar school te gaan, te studeren en/of daarbij
  • een betaalde (deel)baan te gaan doen/houden en/of daarbij
  • huisman/vrouw zijn, mantelzorger, vrijwilliger, in deeltijd
  • te ‘hobbyen’, reizen te maken, cursussen te volgen en daarbij
  • alleen te wonen of een woning te delen: gezin, groep/vrienden.

Dit staat mij voor ogen en daarvoor heb ik mij eind 2014 aangesloten bij de landelijke Vereniging Basisinkomen en in Amsterdam een gezelschap opgericht als onderdeel van die landelijke vereniging. Om de twee maanden komen wij bijeen in het Amsterdamse, in het Huis van de Wijk Rivierenbuurt. Ons gezelschap telt een 20-tal deelnemers. Activiteiten:

De laatste tijd is het basisinkomen landelijk en internationaal  veel ter sprake gekomen. Zwitserland (referendum), Finland (start  groot experiment), Nederland (artikelen Rutger Bregman c.s. in de Correspondent, de door de landelijke vereniging georganiseerde expertmeetings over de financiële haalbaarheid van een basisinkomen, het burgerinitiatief Basisinkomen2018, het plan basisinkomen van de sector Uitkeringsgerechtigden van de FNV). Alleen: CPB/SER/WRR, Universiteiten, de Hilversumse media en de Nederlandse politiek wijzen het basisinkomen bijna categorisch naar de prullenbak (zie onder andere de behandeling door de 2e Kamer van Norbert Klein’s initiatiefnota basisinkomen en Rutte’s antwoord op Marjan Thieme’s basisinkomensvraag tijdens de algemene beschouwingen).

Recentelijk is wel door de regering besloten bij maximaal 25 gemeenten experimenten goed te keuren ter zake van de zogenaamde ‘regelloze’ bijstand. Die experimenten betreffen maar een klein deel van onze bevolking, zijn minimaal onvoorwaardelijk en het gehele huidige stelsel sociale zekerheid blijft in takt. Voor de zoveelste keer vindt een magere en tegelijk complexe poging plaats dit stelsel aan te passen, in plaats van onze sociale zekerheid met al zijn wetten, regels, toetsen etc., inclusief het eraan verbonden beleidsmatige en uitvoerende ambtenarenapparaat, werkelijk op de schop te nemen. Pas dan ontstaat ruimte voor een echte debureaucratisering, om de  betutteling en beknotting van burgers door de overheid weg te nemen en het leger van ambtenaren dat hier opzit, voor ander zinvoller werk te doen omscholen. Misschien wel naar de zorg toe? Is er geen schreeuwend tekort aan een luisterende oor voor de eenzamen onder ons, handen aan het bed, of om mensen die ondanks het basisinkomen toch in de schulden terecht komen, bij te staan en op weg te helpen naar een betere plek in de samenleving, in hun gezin?

Overigens, ‘overtollige’ ambtenaren die anders aan de slag moeten of zonder betaald werk komen te zitten, wijzen duidelijk naar het  probleem van vandaag de dag van forse structurele werkeloosheid. Wij moeten erkennen dat het genoemde aantal van 500.000 werkelozen, feitelijk 3,5x hoger is (DNB Bulletin februari 2016): ZZP-ers die meer betaald werk willen en niet-werkenden die een betaalde baan zoeken. Er is dus een enorm overschot van aanbod voor betaald werk. Maar ondanks dit overschot is er totaal geen sprake van afname van productiviteit. Robotisering, de hele it en automatisering, geeft werkgevers instrumenten in handen – zowel in de industrie als in de dienstensector – steeds meer betaalde vaste en flex banen weg te strepen zonder dat cijfers over productiviteit dalen. Inkomen via betaald werk zal in de toekomst aan belang gaan inboeten. Het basisinkomen is dus hard nodig de burger de middelen te verschaffen zijn inkomen ‘op te krikken’.  Het basisinkomen als instrument om te kunnen blijven besteden en zo de productiecijfers, de economie in stand te houden.

Deze onvermijdelijkheid van het basisinkomen moet heel Nederland helpen een fundamenteel andere kijk op arbeid/werk te krijgen. Er is een mentale hersenspoeling nodig. Betaald en niet-betaald werk staan naast elkaar en niet onder/boven elkaar. Afhankelijk van meer of minder slagen van die mentale omschakeling zal invoering van een basisinkomenstelsel rust en energie bij burgers brengen, door het besef van het hebben van vaste grond onder de voeten en ruimte voor werken aan eigen zingeving zonder verplichting van de staat tot tegenprestatie. Minder (gezondheids-)zorgkosten?

Mijn idee is dat gekozen moet worden voor een bedrag tussen de €1000 en €1500 per maand, afhankelijk van welke belastingvrije voet wordt gehanteerd. Het basisinkomen geschiedt met behoud van mogelijk een wat ruimere kinderbijslag en een ingroeiregeling voor jeugdigen vanaf 18 jaar naar die €1000/1500, toe tot aan hun 23/25ste jaar. Zo’n nieuw onvoorwaardelijk, meer of minder belastingvrij basisinkomenstelsel is haalbaar voor de in ons land wonende burgers met een Nederlands paspoort. Over Poolse arbeiders, asielzoekers, hier werkende Amerikanen, buitenlandse studenten, Hollandse pensionado’s aan de Costa Bravo, spreek ik nu niet. Er is hiervoor verdieping nodig in bestaande EU-regels en internationale wetgeving.

Het uitkeren van een basisinkomen aan iedere Nederlandse ingezetene is een relatief simpele, niet-fraudegevoelige handeling: via ons individueel Burgerservicenummer. Er zal enkel onderscheid in uit te keren basisinkomen bedragen zijn op grond van leeftijd. Welke instantie de uitbetaling gaat uitvoeren (Belastingdienst, SVB) kan later worden vastgesteld.
Het financiële gat dat ontstaat door uitbetaling van een basisinkomen, is berekend – na aftrek van uitgaven aan AOW/ANW, Bijstand, allerlei toeslagen etc. – op zo’n 25 a 30 miljard (Zie pagina 12 uit mijn eerdere PLEIDOOI).
Dit financiële gat vraagt om ruimere interpretatie van de 3% EU-norm voor overschrijding van landsbegrotingen. Andere extra steunmaatregelen zijn liefst maatregelen die ook effect hebben op een duurzamer Nederland en/of tegenwicht bieden tegen het huidige ongebreidelde kapitalisme. Denk aan verhoging individuele vermogensbelasting en milieubelastingen/heffingen.

Ik sluit af met twee kanttekeningen:
Het basisinkomen is onvoorwaardelijk, de staat vraagt geen enkele tegenprestatie, of toch een beetje? Iets in de trant van het leveren van een bijdrage aan de maatschappij door alle rangen en standen, kleuren, achtergronden en leeftijden heen? Ik wil in dit verband verwijzen naar de idee van ‘burgerbanen’ en/of dat elke burger iets in een openbaar CV meldt omtrent zijn bijdrage aan de maatschappij, over wat en wanneer. De definiëring van die bijdrage is aan de burger.

In algemene zin zal gelden dat de burger er met die €1000/1500 moet zien uit te komen, door creatief te zijn met huisvesting, een betaald baantje te nemen als dat lukt, of niet (helemaal) te stoppen met werken, of van vermogen/eventuele pensioen te genieten etc.
Toch zullen er ook in dit nieuwe stelsel vanwege een veelheid van oorzaken ‘tekortkomers’ blijven. Voor deze groep moet een kwalitatief met meerdere disciplines opgetuigd, goed op elkaar afgestemd, rechtvaardig vangnet komen op lokaal niveau om het basisinkomen zo nodig aan te vullen. De huidige bestaande schuldhulpverlening dient in dit nieuwe vangnet te worden opgenomen, tezamen met ambtenaren uit het ‘verdwenen’ sociale zekerheidsstelsel.

Eric Binsbergen,oktober 2016

NB. Voor het gemak van de lezer hierbij een link naar het Financieel overzicht basisinkomen, van Harry Ebbink, behorende bij mijn eerdere PLEIDOOI.

Geplaatst door Reyer Brons (redactie)

Het bericht Pleidooi II voor een stelsel Basisinkomen in Nederland verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Geplaatst in basisinkomen, obi.