Actief burgerschap versus het universeel basisinkomen

Actief Burgerschap
Joop Böhm wilde een gesprek aangaan met een hoogleraar Actief Burgerschap – die onlangs in Trouw liet optekenen, dat we maar moesten stoppen met onze dromen over een basisinkomen – maar hij belandde al snel op een dood spoor. Hieronder zijn relaas.

Op 25 januari j.l. las ik een artikel in Trouw waarin Bijzonder hoogleraar Monique Kremer mij tegen de haren instreek met de opmerking: “Laten we ophouden te fantaseren over een basisinkomen voor iedereen, wat onbetaalbaar en onwenselijk is, maar inzetten op basisbegeleiding en basisbanen.” Zo’n uitspraak, gedaan door een hoogleraar, vind ik bijzonder. Zij zal toch ook, net als ik, weten dat er talloze wetenschappers zijn die van het tegendeel overtuigd zijn?

Natuurlijk staat het iedereen vrij zijn of haar mening te geven, maar ik vreesde dat de lezers van Trouw onvoorwaardelijk geloof zouden hechten aan haar uitspraak. Dat geldt ook voor politici die zouden kunnen denken dat zij er hun beleid op kunnen baseren. Zo’n boude bewering is dus gevaarlijk.

“Mag ik u vragen waar u uw inzichten op hebt gebaseerd?” soebatte ik om nadere uitleg, “Ook de lezers van Trouw hebben er naar mijn mening recht op te weten waar u uw wijsheid op stoelt.”

Haar hartelijke reactie kwam al na enkele uren. Ik zal me beperken tot de hoofdzaken. “De materie lijkt me te complex om met een paar zinnen af te doen”, geeft ze te kennen in een e-mail van 25 januari j.l. Ze volgt de interessante discussies al jaren en is bekend met de experimenten die er op verschillende plekken in de wereld zijn geweest. Dan vervolgt ze met:

“Vooralsnog is mij niet helder waar het universeel basisinkomen een antwoord op is. Omdat er in de toekomst geen werk meer is? Dat is zelden goed onderbouwd (zie ook onze WRR publicatie De robot de baas). Omdat het de vervelende wetten en regels en bureaucratie in de bijstand doet wegnemen? Dat kan mijns inziens ook op andere manieren opgelost worden. Omdat het de armoede doet afnemen? Dan moet het een zeer hoog bedrag worden als u weet dat een alleenstaande moeder meer dan 2000 Euro ontvangt om haar hoofd boven water te houden. Sterker nog: een universeel basisinkomen (dus ook voor mij) zal tot meer ongelijkheid leiden. Ik ben er dus niet van overtuigd waar het universeel basisinkomen een antwoord op moet geven en of het dan echt goed uitpakt.”

Daarna volgt een alinea waarin ze experimenten met de bijstand en ‘earned income credits’ of belastingmaatregelen bepleit, maar ze voegt er zelf al aan toe: “Dat heeft niets te maken met een universeel basisinkomen voor iedereen.”

Als reactie op haar mailtje stuurde ik enthousiast nog diezelfde dag een e-mail terug met de volgende strekking:

Sedert februari 2009 zet ik me in voor het promoten van het Universeel Basisinkomen (UBI). Tot die tijd had ik me niet beziggehouden met politiek en ging ik er vanuit dat ik dat aan de vakmensen kon overlaten. Toen echter kwam ik tot het besef dat de politiek een volslagen verkeerde keuze maakte: Men brengt mensen in financiële nood (dat maakt werkwillig) en probeert ze dan met een peperdure inefficiënte bureaucratische lappendeken aan sociale wetten uit de misère te redden. Dat moet anders, bedacht ik mij.

Met een UBI, hoog genoeg voor een onbekommerd bestaan, voorkomt men dat mensen in de problemen komen! Voorkomen is beter dan genezen. Dat is véél effectiever! En het bespaart mensen onnodig leed. En het voorkomt de armoedeval. En het maakt de financieel zwakkere partner (meestal een vrouw) minder afhankelijk. En het geeft mensen de vrijheid en de gelegenheid werk te zoeken dat hen interesseert en dat hen werkplezier geeft, ook al zou het  wellicht wat minder opleveren aan geldelijk gewin.

Maar er zijn nog veel meer redenen aan te dragen die pleiten voor invoering van een UBI. Al 500 jaar geleden wist Thomas More dat je mensen geld zou moeten geven om te voorkomen dat ze het zullen pakken. Door als democratische overheid ervoor te zorgen dat mensen over een UBI beschikken kan men criminaliteit voorkomen. Daardoor krijgt de politie meer tijd om ervoor te zorgen dat misdaad niet langer loont en de rechterlijke macht krijgt meer tijd om het rustiger aan te doen. Een 24-uurige werkweek is dan niet langer een utopie.

Belangrijk is ook dat de volksgezondheid erop vooruit gaat. Nu leven arme mensen blijkens het Sociaal Cultureel Planbureau zeven jaar korter dan hun welvarender landgenoten (zie bijvoorbeeld ook hier). Dat verschil kan dan beduidend kleiner worden. Maar één van de belangrijkste redenen om het in te voeren vind ik toch dat de schrijnende ongelijkheid ermee kan worden gecorrigeerd. Wat ik daarmee bedoel kunt u lezen in het stukje dat ik er op 21 november 2017 over heb geschreven: Universeel basisinkomen corrigeert ongelijkheid.

Ik zou zo nog wel even door kunnen gaan, maar ik wil niet onnodig veel tijd van u vragen.

Hopelijk ben ik erin geslaagd u van het belang van een UBI te doordringen. En wat de betaalbaarheid betreft. Guy Standing vindt dat dat een kwestie is van het stellen van prioriteiten en ik zeg hem dat na. Bovendien levert een UBI extra koopkracht op waarmee het de economie stimuleert. En – dat zou ik haast nog vergeten – doordat het armoede voorkomt en decimeert kan de overheid besparen op de kosten van armoedebestrijding, schuldhulpverlening en schuldsanering.

Kortom: Kijken we naar alle revenuen die het oplevert dan is het voor mij zonneklaar dat we ons niet de vraag moeten stellen of het UBI moet worden ingevoerd, maar wanneer!

Met deze tekst had ik gehoopt een discussie op gang te brengen met Monique Kremer, Bijzonder hoogleraar Actief Burgerschap. Maar wat er kwam? Taal noch teken. Jammer, “but it’s all in the game”.

Joop Böhm.
Amersfoort, 11 februari 2018.

Het bericht Actief burgerschap versus het universeel basisinkomen verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Geplaatst in basisinkomen, obi.