Tien arbeidsmarkt-sprookjes; Waar blijft dat basisinkomen?

arbeidsmarktsprookjes

arbeidsmarktsprookjesMet 120.000 vacatures en ruim 600.000 werklozen is iedereen in Nederland moet aan de slag’ een loze kreet. Zojuist verscheen het boek Waar blijft die baan?: tien sprookjes over de arbeidsmarkt van Renzo Verwer. Over de sprookjes en de werkelijkheid. Hieronder een fragment uit het slothoofdstuk:

 (…)

Arbeidsmarktdeskundigen houden vast aan de vervangingsprognoses die doen alsof elke gepensioneerde vervangen wordt door een nieuwe Nederlandse professional. Het is de logica van gisteren; zelfs een totaal economisch herstel betekent niet vanzelf herstel van de werkgelegenheid. We willen nu eenmaal goedkoop produceren.Volhouden dat de arbeidsmarkt (met te veel aanbod, te weinig vraag) bij groei zich automatisch herstelt is hetzelfde als zeggen dat de markt van postzegels en munten zich automatisch herstelt.Terwijl er nu simpelweg meer postzegels en munten en minder verzamelaars/kopers zijn.

Conclusies

  1. We moeten beseffen dat onze economie is uitgegroeid, al heel lang eigenlijk. De koek wordt kleiner.We moeten die herverdelen, wellicht via een basisinkomen.
  2. We moeten ongemakkelijke waarheden onder ogen zien. Dat er geen fulltime baan voor iedereen is, dat niet iedereen hoogopgeleid kan zijn, dat arbeidsmigra- tie grote nadelen kent, dat re-integratie op de huidige manier amper werkt. Of we moeten bezuinigen of niet bezuinigen, of tewerkstelling goed is of fout, ik weet het ook niet. Ik heb die waarheden niet in pacht.
  3. Het idee van werk voor iedereen blijkt onhaalbaar, zelfs in tijden van hoge economische groei.We kunnen inzien dat het mooi is dat we zo efficiënt zijn dat niet iedereen betaald hoeft te werken.Vinden we die situatie niet mooi, dan moeten we stoppen met huichelen. Dan moeten we stoppen met automatiseren als de genoemde reden daarvoor is ‘dat machines en robots noodzakelijk zijn omdat we mensen tekort komen’.Want dát is een leugen. Er zullen mensen werkloos blijven. De definitief onvrijwillig werkloze, ik voorzie een nieuwe term en een serie artikelen in de media.
  4. De middenklasse wordt al kleiner, zo erkende ook het CPB in 2014.Veel mensen vallen terug in inkomen en functie, maar het bijpassende woord ‘neerwaartse mobi- liteit’ (in tegenstelling tot opwaartse) wordt angstvallig vermeden. Er zal een grotere structurele werkloosheid komen, ruim boven de grofweg 300.000 die we de laatste twintig jaar hadden. Oxford-studies van de laatste jaren spreken over een structurele werkloosheid tot 2030 van 7 procent van de beroepsbevolking (voor Nederland zou dat zo’n 600.000 werklozen betekenen). Het aantal langdurige werklozen (langer dan 2 jaar) is in Nederland tussen 2002 en 2013 van bijna 70.000 naar 235.000 gegaan.Wie eenmaal lang aan de kant staat, blijft daar meestal.
  5. Als we doorgaan zoals het nu gaat, zal de samenleving ingrijpend veranderen. Nabij is een alles-of-niets-maatschappij: een aantal mensen gaat het behoorlijk goed tot zeer goed, de rest zit rond minimumloon of lager en moet het doen met de hoop verder te komen. Een hoop die de boven ons gestelden altijd aan zullen wakkeren. Met positieve berichtjes als:‘0,1 procent groei’, ‘minder faillissementen in mei ten opzichte van vorige jaren’ en:‘een kleinere krimp’,‘werkloosheid neemt met 10.000 af’,‘supermarkten meldden meer bestedingen’, ‘minder werkloosheidsstijging dan verwacht: economisch herstel’ en natuurlijk:‘inkomen neemt af, export neemt toe’. Het is staatspropaganda: privé merken we er niets van.
  6. De geestelijke gezondheidszorg zal het nog drukker krijgen.Werkloosheid, flexibel werken en armoede zijn immers een enorme veroorzaker van psychische stress. Nu al melden GGZ-instellingen dat veel patiënten hiermee kampen.
  7. Er zullen grotere klassenverschillen komen.Armoede en voedselbanken zullen in elke stad, elke wijk vanzelfsprekend zijn. Niet iedereen zal op vakantie kunnen, een auto kunnen rijden, zijn kinderen naar goede scholen kunnen doen. Het is een taboe, maar je plek kennen is nog niet zo slecht. Ik ben geen voorstander van honger, maar wel van verschillen.We hoeven niet allemaal een diploma, we zijn niet allemaal slim, we moeten dus ook niet streven naar gelijkheid. Jarenlang was het streven dat zoveel mogelijk mensen hoogopgeleid moesten zijn. Nu de studiebeurs wordt afgeschaft en plaatsmaakt voor een leenstelsel wordt die doelstelling officieel losgelaten. Dat is prima, want meer mensen hoog opleiden is geen oplossing voor werkloosheid en andere problemen.Veel banen zijn bezigheidstherapie. Het doel van werk moet zijn: echte waarde creëren.We hebben handen aan het bed nodig, schoonmakers, technici, goede onderwijzers. Alles waar op de laatste decennia bezuinigd is en wat matig betaald wordt. Meer kantoorpersoneel, meer managers zijn niet nodig.

Zal dit allemaal gebeuren?

De belangen van werkgevers én werknemers zijn te groot, verandering zal tergend langzaam gaan en mogelijk te laat komen. Economie en maatschappij gaan totaal niet om mensen, maar om wat Pim Fortuyn ‘de dans om het gouden kalf, de afgoderij van het getal’ noemde. De gevestigde politieke partijen zijn druk met hun rekenmodelletjes tot ver achter de komma. Helemaal aan het einde van de agenda staat de terugkeer van de menselijke maat in leefgemeenschappen, onderwijs en gezondheidszorg die Fortuyn zo hartstochtelijk bepleitte.

(…)

Auteur: Renzo Verwer : http://waarblijftdiebaan.wordpress.com

Fragment uit: Waar blijft die baan: tien sprookjes over de arbeidsmarkt  http://vrijheidmaaktarbeid.nl/blog/tien-sprookjes-de-arbeidsmarkt/

Boekinformatie:  Auteur Renzo Verwer. Uitgeverij Tiem, 2014,  ISBN/EAN: 9789079272549

onder andere verkrijgbaar bij http://www.blz.nl/artikel/renzo-verwer/waar-blijft-die-baan/9789079272549

 

Het bericht Tien arbeidsmarkt-sprookjes; Waar blijft dat basisinkomen? verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Bestaat het basisinkomen al?

In de Vrije Tribune– een social medium-  heeft ene “Bart” nov 6, 2014 een artikel gepubliceerd met de titel  “Basisinkomen bestaat al: het minimumloon”[1] Het is moeilijk overzichtelijk en geordend op deze stelling van “Bart” te reageren. Hij gebruikt namelijk termen die totaal verschillend zijn als synoniemen. Dit is misleidend. Ook vermeng hij de bespreking

[continue reading…]

Het bericht Bestaat het basisinkomen al? verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Keek op de afgelopen Basisinkomenweken (week 44, 2014)

poster-week-van-het-basisinkomen

tegenlichtHet spijt mij niet eerder de draad op te hebben kunnen pakken van wat als een wekelijkse update reeks is begonnen. Verschillende oorzaken zijn daarvoor aan te wijzen.  Graag zou ik nog terugkijken op de 7e internationale week van het basisinkomen eind september, de Tegenlicht uitzending “Gratis geld” en de daaropvolgende Tegenlicht Meetup’s. Om te voorkomen te veel in het nabije verleden te blijven hangen beperk ik mij tot het volgende palet.

Terugblik op de 7e internationale week van het basisinkomen

Dankzij de inzet van veel VBi leden zijn er op vrijwel elke dag van deze week manifestaties geweest, die goed bezocht waren en tot nieuwe contacten leidden. De Tegenlicht uitzending “Gratis geld” was zeker het hoogtepunt in deze week. De titel wekt echter wat kriebels bij mij op, omdat het bij het realiseren van een basisinkomen helemaal niet om gratis geld gaat, maar om het recht op een deel van wat alles wat de aarde en het heelal ons schenkt en door onze voorouders aan welvaart mogelijk is gemaakt. Verademend vond ik de Meetup in Pakhuis De Zwijger in Amsterdam, omdat daar direct al door de inbreng van de eindredacteur van “Gratis geld” het geheel in een bredere context werd geplaatst van het zoeken naar mogelijke oplossingen voor de problemen rond de sociale zekerheid.

SP revisited

spanning27 oktober was het thema van “Stand.nl” dat de vermogensbelasting verhoogd zou moeten worden. Een voorstel dat de SP een dag eerder in “Buitenhof” had gedaan. Het is mij niet gelukt in de uitzending te komen om duidelijk te maken wat een verhoging van o.a. de vermogensbelasting vanuit het perspectief van het Onvoorwaardelijk Basisinkomen (OBi)  betekent.  De SP heeft het  zeker niet vanuit dit perspectief voorgesteld. Op de discussie die is losgebarsten na de publicatie van het interview met Paul Ulenbelt in SPANNING (een uitgave van het wetenschappelijk bureau van de SP, jaargang 16, nummer 8, september 2014) waarop ik in mijn vorige mededelingen ben ingegaan, is in de tussentijd ook een column verschenen op SARGASSO van de hand van een van onze leden naar aanleiding van dit interview. Vervolgens heeft de Paul Ulenbelt nu een integrale reactie gegeven in het laatst verschenen nummer van SPANNING bladzijde 14 en 15. Zijn betoog is een herhaling van eerder genomen standpunten en een samenraapsel van verschillende – mijns inziens zelfs in een foutieve context geplaatste – citaten van o.a. Rutger Bregman en een wat chaotische afwisseling van niet gestaafde en foutieve beweringen over “het basisinkomen” en kritiek op het huidige kabinetsbeleid. Toch neem ik de gelegenheid te baat nog eens te proberen tot een open uitwisseling te komen door de heer Ulenbelt en de SP de volgende reactie op zijn integrale reactie te sturen. Hopelijk gaat hij en zijn partij hierop in voor hun eerstvolgende Partijraad, die naar verluidt ook – al of niet gedeeltelijk – aan “het basisinkomen” zal zijn gewijd en laten ze het er niet bij zitten, zoals na het gesprek dat enkelen van ons in 2013 met Sadet Karabulut hadden (o.a. over het door Michiel van Hasselt en Alexander de Roo opgestelde stappenplan met de focus op de groep Nederlanders tussen de 18 en 66 jaar).

“Ik citeer”en antwoord:

  1. “De SP wil zekerheid bieden. Hiervoor hebben we (o.a. de SP) de bijstand, AOW, uitkeringen voor nabestaanden en voor werkeloosheid en arbeidsongeschiktheid.” 

    Hier streven we hetzelfde na. Dit willen we echter bereiken met een middel waarmee vernederende en repressieve voorwaarden en controles of je daar wel aan voldoet overbodig zijn, door deze basisvoorziening onvoorwaardelijk te laten zijn.

  2. “Een basisinkomen doet dat niet. De voorstanders ervan willen juist van deze uitkeringen af en ook van de kinderbijslag, huurtoeslag en zorgtoeslag”

Nogmaals: bij wie zou Paul Ulenbelt te rade zijn gegaan om te weten te komen hoe het basisinkomen in elkaar steekt of kan steken? Waarom niet de koppen bij elkaar gestoken in plaats van sprookjes te vertellen. Laten we gezamenlijk uitwerken welk basisinkomen haar doel wel bereikt, namelijk proberen te voorkomen dat er nog mensen zijn die het hoofd net (niet) boven water kunnen houden?

  1. “De SP wil het geld dat we met ons allen hebben gelijk verdelen en tot meer gelijkheid komen. Een basisinkomen doet dit niet. Dat is bedoelt voor iedereen. Ook voor hen die het niet nodig hebben. Het gelijk verdelen van geld over mensen die het wel en niet nodig hebben kun je niet socialistisch noemen.”


Inderdaad de voorstanders van een onvoorwaardelijk basisinkomen zijn niet voor een achterhaald socialisme. Wel voor een echte solidariteit die stigmatisering uit de wereld helpt doordat iedereen een zelfde basisinkomen krijgt waarmee en waarnaast iedereen ook kan doen wat hij/zij zelf wil, bijvoorbeeld: bijverdienen op wat voor manier dan ook of niet.

  1. “Het idee van een basisinkomen is simpel: Stop al het geld van de uitkeringen en toeslagen in een pot en verdeel die pot gelijk over alle inwoners van Nederland. Dan krijg je een basisinkomen van 700 Euro per maand. Je hoeft geen groot rekenwonder te zijn om te zien dat het verdelen van de pot uitkeringen over alle mensen leidt tot een lagere uitkering voor mensen, die deze echt nodig hebben. Alle berekeningen die zijn gemaakt komen er op uit dat de hoogte van het basisinkomen onder of net boven de armoede grens ligt. Een dergelijk basisinkomen is te laag. Te veel om dood te gaan, maar te weinig om fatsoenlijk van te leven.” 

    Wat zijn we het toch gedeeltelijk eens Paul. Zó een basisinkomen is veel te laag. Wie streeft er eigenlijk zo’n basisinkomen na? De mensen die voor een onvoorwaardelijk basisinkomen (OBi) zijn in ieder geval niet. Die zijn voor een basisinkomen zonder voorwaarden in de zin van een verplichtte tegenprestatie en toetsen, individueel en hoog genoeg om sober als volwaardig lid van de samenleving te kunnen leven. Hoe bepaal je de armoedegrens? Europees is deze in bepaald op 60% van het nationale mediane netto aequivalent inkomen(Resolutie 2008/2034(INI)van 9 oktober 2008 ter bevordering van deelname aan de samenleving door iedereen en het bestrijden van armoede, inclusief armoede onder kinderen in de EU en de resolutie 2010/2039(INI) van20 oktober 2010 aangaande  de rol die is weggelegd voor het minimuminkomen bij de bestrijding van armoede en het bevorderen van deelname aan de samenleving door iedereen in Europa). Hoe deze wordt bepaald in Nederland is moeilijker te achterhalen doordat er met verschillende maatstaven wordt gemeten en naar verschillende maatstaven wordt gehandeld. Door het CBS worden als maatstaf de lage inkomensgrens gebruikt, door het SCP  het niet-veel-maar-toereikendcriterium. Waarop het rijk de normbedragen baseert is mij niet duidelijk. In prijzen van het jaar 2012 bedroeg de lage inkomensgrens voor een alleenstaande 11 850 euro netto (CBS Armoedesignalement 2013). Per maand kwam dit neer op 990 euronetto. Volgens het niet-veel-maar-toereikendcriterium op 1042 euro netto per maand. Dit komt aardig in de richting van wat de VBi onder een OBi verstaat. Wat de juiste cijfers voor 2014 zijn kan ik niet achterhalen. Vraag het gewoon aan de mensen die de uitkeringen krijgen. Alleenstaanden bijstandsgerechtigden krijgen per 1 juli van dit jaar 645,76 netto per maand. Per definitie is de bijstand dus al niet genoeg. Bovendien bereikt deze ook niet eens ieder die daar recht op heeft. Over het bedrag wat daarbij past zou ieder mens minstens over moeten kunnen beschikken. Of dit nu via een minimuminkomen of anderszins bereikt wordt. Een OBi maakt sommige  andere voorzieningen en bepalingen waaronder een minimuminkomen overbodig. Dit laatste betekent echter niet dat iedereen niet ook het recht heeft op een fatsoenlijk salaris voor de diensten die hij/zij daarvoor beloofd heeft te leveren.

  2. “Ulenbelt rekent voor dat het verhogen van een basisinkomen zoals hij het voorstelt met 100 Euro per maand – als die aan iedere Nederlander gegeven worden – 20 miljard Euro per jaar kost, terwijl je daarmee de 666000 armste Nederlanders ook een uitkering zou kunnen geven waarvan ze rond kunnen komen.” 

    Hoe hij een en ander precies berekent en waar hij de verschillende getallen vandaan haalt is mij onduidelijk. Ook vertelt hij niet waar hij die extra 20 miljard Euro vandaan wil halen. Juist met betrekking tot deze vraag zouden we elkaar kunnen vinden. Ja, we moeten meer opbrengen bij het invoeren van een OBi dan we op het ogenblik aan de uitkeringen en de daarbij behorende controle-instanties, die daarmee tot het verleden kunnen gaan behoren, besteden.

  3. “De SP wil in tegenstelling tot dit kabinet dat mensen werken om te leven in plaats van andersom en is voor een inkomensafhankelijke zorgpremie, gratis onderwijs, een rem op de 24-uurs-economie en tegen het idee dat mensen met een baan zich voor een schijntje suf moeten werken.” 

    We zijn het alweer gedeeltelijk eens, Paul. Mensen zijn niet verplicht te leven om te werken. Andersom wens ik iedereen. Gratis onderwijs ook prima. Een rem op de 24 uurs economie? Laat dat de mensen toch zelf bepalen. Of bedoel je een betere verdeling van werk en banen? Tot nu toe is dit niet met de pogingen daartoe gelukt. Verwacht jij ook niet dat na invoering van een OBi meer mensen parttime zullen gaan werken en er dus meer parttime banen vrij komen? Inkomensafhankelijke zorgpremies lijken mij ook goed, net zo goed als inkomensafhankelijke belasting en vermogensbelasting en een belasting op onttrokken waarde (BOW), respectievelijk consumptie (BTW) evenals een belasting op productie met behulp van machines.

Hoe een OBi dat hoog genoeg is – dus boven de armoedegrens ligt – bekostigd gaat worden, dus welke rijksuitgaven gestopt gaan worden ten gunste van dat OBi en welke nieuwe bronnen ervoor aangeboord zullen gaan worden, is een vraag die alleen in samenspraak met alle burgers beantwoord kan worden. Dat het kan staat voor veel mensen als een paal boven water. Het gaat er om of we het met elkaar willen om echt solidair met onze medemens te zijn en of we de moed op kunnen brengen die stap te zetten, die best wel wat zal kosten en grenzen zal stellen aan overmatige hebzucht, maar waarschijnlijk voor veel mensen soelaas zal bieden niet alleen met betrekking tot het bevrijd worden van armoede, maar ook met betrekking tot het bevrijd worden de overmatige prestatiedwang, de daarmee samenhangende stress en wat daar het gevolg van kan zijn, het bevrijd worden van vernederende en repressieve voorwaarden, waaraan moet worden voldaan. Laten we de koppen bij elkaar steken en een en ander uitwerken

De top van de SP (en die van andere partijen) mag het niet toejuichen, de leden van de meeste partijen die wij spreken staan echter vierkant achter het idee van een Onvoorwaardelijk Basisinkomen. Ik hoop dat hun stem doordringt tot de eerstvolgende partijraad die de SP hierover gaat houden.

Adriaan Planken

PS: ik zal het antwoord op Paul Ulenbelt opnieuw naar hem, de redactie van Spanning, de SP top en de SP kamer fracties sturen. (Intussen een uitnodiging van Paul Ulenbelt ontvangen om te komen praten op 11 november a.s.)

Het bericht Keek op de afgelopen Basisinkomenweken (week 44, 2014) verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

D66 wil onderzoek naar de effecten van een basisinkomen

d66congres

d66congresOp zaterdag 1 november 2014, heeft  in het congrescentrum Brabanthallen, ‘s-Hertogenbosch Congres 100. van D66 plaatsgevonden.
Tijdens dit congres is een motie aangenomen om onderzoek te laten plaatsvinden over het basisinkomen. Het betreft onderstaande motie:

 

Onderzoek naar de effecten van een basisinkomen

Het D66 congres op 1 november 2014 bijeen te .s-Hertogenbosch constaterende dat:

  • een zich versnellend proces van automatisering in de (nabije) toekomst een belangrijk deel van de huidige werkgelegenheid kan doen verdwijnen;
  • er geen garantie bestaat dat de verdwenen banen vervangen zullen worden door nieuwe;
  • er in ons huidige sociale zekerheidssysteem sprake is van een armoedeval, regelzucht, en dure en buitensporige controlemaatregelen;

voorts constaterende dat:

  • eerdere experimenten met onvoorwaardelijke geldoverdrachten voornamelijk positieve effecten laten zien op de werkinzet, de gezondheid en het welzijn van mensen;

overwegende dat:

  • D. vertrouwt op de eigen kracht van mensen en vindt dat werken moet Ionen;
  • D66 een partij is die vooruit denkt;
  • een systeem met een basisinkomen hierbovengenoemde en andere problemen kan oplossen;
  • er mogelijk ook negatieve effecten van een systeem met een basisinkomen zijn;
  • enkel testprojecten ons een beter beeld kunnen geven van de verhouding tussen de positieve en negatieve effecten van zo’n systeem;
  • de kosten van een goed opgezet testproject gering zijn;

verzoekt de Tweede Kamerfractie van D66 om:

  • zich in te zetten voor onderzoek naar de gedrags- en welzijnseffecten van een systeem met een basisinkomen in de vorm van een testproject;

en gaat over tot de orde van de dag.

Het bericht D66 wil onderzoek naar de effecten van een basisinkomen verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

De Euro heeft de oude wisselkoersen niet nodig

martin-wolf

martin-wolfHet interview met Martin Wolf In de Volkskrant van 18 oktober 2014[1]  naar aanleiding van zijn boek (The shifts and the shocks, Allen Lane 2014 [2]) was voor mij het zoveelste bewijs dat het denken over de monetaire ordening niet verder komt dan clichés en de economie van de leerboekjes. In het hele interview kan ik geen enkel nieuw inzicht ontwaren.
Dat de banken zichzelf niet kunnen ordenen en dat de bank feitelijk een betrouwbare nutsbedrijf behoort te zijn is een waarheid als een koe, maar als de interviewer dan “probeert” er een overheidsinstelling van te maken schrikt Wolf zich kapot maar komt niet verder dan een oude reflex, nl. dat de sociaaldemocraten niets weten van bankieren.
Zijn terugverlangen naar flexibele wisselkoersen dus ieder zijn eigen landje is dan ook een volstrekt armoedebod, dat hij nergens ook maar enigszins overstijgt.
De problemen van de euro en van Europa zijn uiteraard niet gering, de huidige ordening schiet tekort dat is duidelijk en de zgn. “oplossingen” die voorlopig aan de orde zijn, blijken politiek niet houdbaar c.q. verkoopbaar. Dat de invoering van de Euro niet als een fata morgana kon worden ingevoerd is intussen duidelijk. Maar dat de oude wisselkoersen hiervoor een oplossing zouden zijn is een illusie en hooguit een gepasseerd station. Er is immers sprake van één interne markt, die ons een flinke welvaartssprong heeft opgeleverd en daar hoort één munt bij.
De flexibiliteit die de wisselkoers bood, werkte goed in een tijd van schaarste immers door de hogere wisselkoers werden de prijzen van Duitse producten hoger en die van Franse lager de prijsverhoudingen veranderden gewoon, zij pasten zich aan aan de productiviteit zoals dat heette. In een wereld van overproductie(capaciteit), zou de aanpassing van de wisselkoers in Duitsland tot werkeloosheid hebben geleid, door minder export en in Frankrijk zou de inflatie wat afgeremd zijn en de export zou wat meer ruimte hebben gekregen. Je kunt het ook anders zeggen de Duitsers zouden wat afgeremd zijn en de Fransen zouden wat opgejaagd zijn geworden.

Zonder die aanpassingsmogelijkheden (via de wisselkoers) leiden betalingsbalansverschillen nu in het land van overschot (Duitsland) tot (overheids)overschotten en in het land van het tekort tot (overheids)tekorten. In de huidige ordening betekent dat in Duitsland belastingverlagingen en in Frankrijk kortingen op de sociale uitkeringen. Het lijkt er dus op dat Frankrijk door Duitsland “afgeknepen” wordt, logisch stuiten we hier dus op politieke grenzen, zeker in vergelijking tot het voor-euro tijdperk.

Om in de wereld van de Euro met dit soort (wisselende) welvaartsverschillen om te kunnen gaan, op een wijze die recht doet aan ieders autonomie en levenskeuzes, is rücksichtlose aanpassing aan de Duitsers natuurlijk geen begaanbare weg, hoe zeer die ook door landen als Nederland en Duitsland zelf wordt gepropageerd. Er is echter een andere mogelijkheid die de trucmatige aanpassing via de wisselkoers overstijgt en werkt via het economisch systeem, het productiesysteem zelf. Het probleem immers dat steeds zal terugkeren is de ongelijke ontwikkeling van de productiviteit in de landen van de Euro c.q. van Europa. Om in deze omstandigheden steeds een “level playing field” te houden is het dus nodig om die productiviteitsverschillen a.h.w. van de samenleving af te romen. Op zo’n wijze heb je dan niet alleen een gemeenschappelijke markt van (eind) producten maar ook van de productiefactoren (arbeid) zelf.

Dit “afromen” is mogelijk door de “plaatsgebonden” productiefactor i.c. de arbeid op gelijke welvaartsniveaus te brengen. Dat kan door de plaatsgebonden onderhoudskosten (het onderhoud van arbeid) uit de kosten van de productiefactor arbeid te elimineren. Afhankelijk van het welvaartsniveau van het betreffende land, worden de kosten van levensonderhoud afgescheiden van de arbeidskosten die als loon worden verdiend c.q. betaald.
Die afgescheiden kosten van levensonderhoud worden als basisinkomen door de staat betaald aan iedere lid van de samenleving en zodoende uit de loonkosten gehaald. Door de aanpassing van het basisinkomen aan het welvaartsniveau, kunnen enerzijds de kosten voor de ondernemers in heel de wereld gelijk blijven terwijl toch de welvaartsongelijkheid via een gedifferentieerd basisinkomen aan de samenleving wordt doorgegeven.

Het Duitse basisinkomen kan dan bv. €14.000,- zijn, het Franse € 10.000,- en het Poolse €4.000,-, waardoor dus de Poolse vrachtautochauffeur met een “achterstand” van €6.000,- op zijn Franse collega begint en hierdoor dus ook de als oneerlijk gevoelde concurrentie van de Pool wordt voorkomen.
In de huidige impasse zou dat betekenen dat de Franse loonkosten ten opzichte van de Duitse een wat kleinere “subsidie” krijgen en dat de Duitse arbeiders gaan er dan qua koopkracht € 4.000,- op vooruit, precies het bedrag dat nodig is om het verschil in welvaart van de loonkosten af te romen.
Om deze verhoging van het basisinkomen te betalen, moeten de Duitse ondernemers de belastingen dwz. hun prijzen verhogen. Deze prijsverhoging wordt via een BOW (belasting op de onttrokken waarde) opgelegd aan de bedrijven al naargelang zij beslag leggen op grondstoffen en energie. Ook ten aanzien van het milieu werkt dit positief.

Loonbelasting en verdere lasten op de lonen horen in dit systeem niet thuis. De Duitse loonkosten hoeven niet omhoog terwijl de Duitse arbeider wel meer krijgt. Een dergelijk systeem dat de welvaart(sgroei) meteen aan de samenleving ten goede laat komen zorgt er bovendien voor dat door verhoging (en ev. verlaging) van het basisinkomen onvrijwillige werkeloosheid tot het verleden gaat horen.
Een economisch systeem dat werkt via een systeem van OBi (onvoorwaardelijk basisinkomen), geeft bovendien aan de mensen bestaanszekerheid en aan de samenleving creativiteit. Het bevrijdt de arbeid en de arbeider uit het huidige systeem waarin zij beiden zitten opgesloten, dat immers de arbeider vastpint op zijn baan(tje) en het werken lastig maakt door het aan alle mogelijke voorwaarden te binden.
Nu robots ons werk en onze baantjes alsmaar meer zullen gaan overnemen, zorgt een dergelijk systeem ervoor dat wij die robots als onze bevrijders eerder dan als onze concurrenten kunnen zien. Wij geven hun het werk en behouden zelf het “inkomen” dat zij genereren. Ook zaken als onderbesteding etc. zullen dan niet meer als problemen worden gezien.
Maastricht, 19 oktober 2014 Leon Segers, econometrist

Het bericht De Euro heeft de oude wisselkoersen niet nodig verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

De Euro heeft de oude wisselkoersen niet nodig

martin-wolf

martin-wolfHet interview met Martin Wolf In de Volkskrant van 18 oktober 2014[1]  naar aanleiding van zijn boek (The shifts and the shocks, Allen Lane 2014 [2]) was voor mij het zoveelste bewijs dat het denken over de monetaire ordening niet verder komt dan clichés en de economie van de leerboekjes. In het hele interview kan ik geen enkel nieuw inzicht ontwaren.
Dat de banken zichzelf niet kunnen ordenen en dat de bank feitelijk een betrouwbare nutsbedrijf behoort te zijn is een waarheid als een koe, maar als de interviewer dan “probeert” er een overheidsinstelling van te maken schrikt Wolf zich kapot maar komt niet verder dan een oude reflex, nl. dat de sociaaldemocraten niets weten van bankieren.
Zijn terugverlangen naar flexibele wisselkoersen dus ieder zijn eigen landje is dan ook een volstrekt armoedebod, dat hij nergens ook maar enigszins overstijgt.
De problemen van de euro en van Europa zijn uiteraard niet gering, de huidige ordening schiet tekort dat is duidelijk en de zgn. “oplossingen” die voorlopig aan de orde zijn, blijken politiek niet houdbaar c.q. verkoopbaar. Dat de invoering van de Euro niet als een fata morgana kon worden ingevoerd is intussen duidelijk. Maar dat de oude wisselkoersen hiervoor een oplossing zouden zijn is een illusie en hooguit een gepasseerd station. Er is immers sprake van één interne markt, die ons een flinke welvaartssprong heeft opgeleverd en daar hoort één munt bij.
De flexibiliteit die de wisselkoers bood, werkte goed in een tijd van schaarste immers door de hogere wisselkoers werden de prijzen van Duitse producten hoger en die van Franse lager de prijsverhoudingen veranderden gewoon, zij pasten zich aan aan de productiviteit zoals dat heette. In een wereld van overproductie(capaciteit), zou de aanpassing van de wisselkoers in Duitsland tot werkeloosheid hebben geleid, door minder export en in Frankrijk zou de inflatie wat afgeremd zijn en de export zou wat meer ruimte hebben gekregen. Je kunt het ook anders zeggen de Duitsers zouden wat afgeremd zijn en de Fransen zouden wat opgejaagd zijn geworden.

Zonder die aanpassingsmogelijkheden (via de wisselkoers) leiden betalingsbalansverschillen nu in het land van overschot (Duitsland) tot (overheids)overschotten en in het land van het tekort tot (overheids)tekorten. In de huidige ordening betekent dat in Duitsland belastingverlagingen en in Frankrijk kortingen op de sociale uitkeringen. Het lijkt er dus op dat Frankrijk door Duitsland “afgeknepen” wordt, logisch stuiten we hier dus op politieke grenzen, zeker in vergelijking tot het voor-euro tijdperk.

Om in de wereld van de Euro met dit soort (wisselende) welvaartsverschillen om te kunnen gaan, op een wijze die recht doet aan ieders autonomie en levenskeuzes, is rücksichtlose aanpassing aan de Duitsers natuurlijk geen begaanbare weg, hoe zeer die ook door landen als Nederland en Duitsland zelf wordt gepropageerd. Er is echter een andere mogelijkheid die de trucmatige aanpassing via de wisselkoers overstijgt en werkt via het economisch systeem, het productiesysteem zelf. Het probleem immers dat steeds zal terugkeren is de ongelijke ontwikkeling van de productiviteit in de landen van de Euro c.q. van Europa. Om in deze omstandigheden steeds een “level playing field” te houden is het dus nodig om die productiviteitsverschillen a.h.w. van de samenleving af te romen. Op zo’n wijze heb je dan niet alleen een gemeenschappelijke markt van (eind) producten maar ook van de productiefactoren (arbeid) zelf.

Dit “afromen” is mogelijk door de “plaatsgebonden” productiefactor i.c. de arbeid op gelijke welvaartsniveaus te brengen. Dat kan door de plaatsgebonden onderhoudskosten (het onderhoud van arbeid) uit de kosten van de productiefactor arbeid te elimineren. Afhankelijk van het welvaartsniveau van het betreffende land, worden de kosten van levensonderhoud afgescheiden van de arbeidskosten die als loon worden verdiend c.q. betaald.
Die afgescheiden kosten van levensonderhoud worden als basisinkomen door de staat betaald aan iedere lid van de samenleving en zodoende uit de loonkosten gehaald. Door de aanpassing van het basisinkomen aan het welvaartsniveau, kunnen enerzijds de kosten voor de ondernemers in heel de wereld gelijk blijven terwijl toch de welvaartsongelijkheid via een gedifferentieerd basisinkomen aan de samenleving wordt doorgegeven.

Het Duitse basisinkomen kan dan bv. €14.000,- zijn, het Franse € 10.000,- en het Poolse €4.000,-, waardoor dus de Poolse vrachtautochauffeur met een “achterstand” van €6.000,- op zijn Franse collega begint en hierdoor dus ook de als oneerlijk gevoelde concurrentie van de Pool wordt voorkomen.
In de huidige impasse zou dat betekenen dat de Franse loonkosten ten opzichte van de Duitse een wat kleinere “subsidie” krijgen en dat de Duitse arbeiders gaan er dan qua koopkracht € 4.000,- op vooruit, precies het bedrag dat nodig is om het verschil in welvaart van de loonkosten af te romen.
Om deze verhoging van het basisinkomen te betalen, moeten de Duitse ondernemers de belastingen dwz. hun prijzen verhogen. Deze prijsverhoging wordt via een BOW (belasting op de onttrokken waarde) opgelegd aan de bedrijven al naargelang zij beslag leggen op grondstoffen en energie. Ook ten aanzien van het milieu werkt dit positief.

Loonbelasting en verdere lasten op de lonen horen in dit systeem niet thuis. De Duitse loonkosten hoeven niet omhoog terwijl de Duitse arbeider wel meer krijgt. Een dergelijk systeem dat de welvaart(sgroei) meteen aan de samenleving ten goede laat komen zorgt er bovendien voor dat door verhoging (en ev. verlaging) van het basisinkomen onvrijwillige werkeloosheid tot het verleden gaat horen.
Een economisch systeem dat werkt via een systeem van OBi (onvoorwaardelijk basisinkomen), geeft bovendien aan de mensen bestaanszekerheid en aan de samenleving creativiteit. Het bevrijdt de arbeid en de arbeider uit het huidige systeem waarin zij beiden zitten opgesloten, dat immers de arbeider vastpint op zijn baan(tje) en het werken lastig maakt door het aan alle mogelijke voorwaarden te binden.
Nu robots ons werk en onze baantjes alsmaar meer zullen gaan overnemen, zorgt een dergelijk systeem ervoor dat wij die robots als onze bevrijders eerder dan als onze concurrenten kunnen zien. Wij geven hun het werk en behouden zelf het “inkomen” dat zij genereren. Ook zaken als onderbesteding etc. zullen dan niet meer als problemen worden gezien.
Maastricht, 19 oktober 2014 Leon Segers, econometrist

Het bericht De Euro heeft de oude wisselkoersen niet nodig verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Denkt de SP zo over sociale zekerheid en het basisinkomen?

spanning

spanningIn het laatste verschenen nummer van SPANNING, een uitgave van het wetenschappelijk bureau van de SP (jaargang 16, nummer 8, september 2014) staat een vrij groot interview met Paul Uhlenbelt onder de titel  “Een basisinkomen voor iedereen: sympathiek idee of verwerpelijk voorstel?” Het is de moeite waard om te lezen. Alleen al om de huidige visie van de SP op het sociale klimaat. De laatste zin is:”Werkende mensen hebben recht op een groter deel van ‘de taart’, maar daar is klassenstrijd voor nodig. Als iedereen een basisinkomen krijgt, dan kun je dat wel vergeten.”

Het is jammer dat de heer Uhlenbelt vervalt in extremen. Zo benadrukt hij dat het basisinkomen vooral een liberaal idee zou zijn – wat overigens door de geschiedenis van dit idee (zie ook hier) wordt tegengesproken -. Dan stelt hij een hoogte[1] van het basisinkomen voor van 1800 euro (geen idee hoe hij op dat bedrag komt), daarna suggereert hij echter dat het basisinkomen niet meer dan een paar honderd euro per maand zou bedragen en weer verderop stelt hij dat volgens de “meest riante” berekening een basisinkomen hoogstens 700 euro zou kunnen bedragen, waarmee je het armoedeprobleem niet kan oplossen.

Zijn argumenten tegen een basisinkomen zijn:

  1. de solidariteit wordt verlaagd omdat de vakbonden daarmee buitenspel worden gezet. Vakbonden zouden met het bestaan van een basisinkomen immers niet meer serieus genomen worden door de werkgevers, en mensen met flexibele jobs zijn vaak slecht georganiseerd en ondervertegenwoordigd in de vakbonden;
  2. de lonen zouden omlaag gaan, omdat mensen immers al een financiële steun in de rug hebben;
  3. de positie van werkenden zou ondermijnd worden, want mensen met flexibele jobs zijn vaak slecht georganiseerd en ondervertegenwoordigd in de vakbonden;
  4. de invoering van het basisinkomen zou funest zijn voor het systeem van sociale zekerheid doordat het basisinkomen niet genoeg zou zijn om van te leven en de werkenden dan juist wel aannemen dat ieder individu genoeg krijgt en zij zich dus geen zorgen hoeven te maken om de mensen zonder baan;
  5. het zet de mensen die niet mee kunnen komen genadeloos aan de kant.

Als socialist gaat Paul Uhlenbelt uit van het principe dat je een samenleving met zijn allen opbouwt en daarom is hij voor het in stand houden van het prachtige systeem van de sociale zekerheid dat door de vakbeweging is bevochten. ”Iedereen heeft recht op een menswaardig bestaan en daarom moet de overheid garant staan voor goede sociale voorzieningen. Daartegenover staat dat iedereen ook de plicht heeft om naar vermogen bij te dragen aan de samenleving. Het idee van bijdragen aan de samenleving mis ik in het idee van het basisinkomen. Tegen de achtergrond van de werkeloosheid lijkt het basisinkomen een sympathieke oplossing. Je hoeft er niets voor te doen. Je krijgt het zo in het schoot geworpen. Wie gaat er nog werken als het basisinkomen hoog genoeg is? Wie gaat dan al het werk doen dat gedaan moet worden om de samenleving draaiende te houden?”  

Paul Uhlenbelt, heb je toevallig de film “Basisinkomen – een cultuurimpuls” bekeken? Want deze laatste zinsnede lijkt er letterlijk uit overgenomen. En jouw antwoord op de vraag wie er nog gaat werken, is: “Ik niet. Ik zou mijn tuin niet meer uitkomen”. Geen probleem, Paul. Dat mag. De meesten mensen antwoorden echter: “Ik zou mijn droom gaan najagen en écht iets gaan betekenen voor de samenleving.” Jij zegt: “Je werk is niet alleen een bron van privé-inkomsten, het is ook jouw bijdrage aan de samenleving.”  Zouden de meesten mensen dit op het ogenblik zo voelen? Dat zij hun bijdrage aan de samenleving leveren door hun werk? Je zegt ook: “Alsof sommige linkse voorstanders van het basisinkomen het recht op luiheid bepleiten. Het recht op niet meedoen.” Met wie heb jij over het basisinkomen  gesproken? Waarschijnlijk niet met voorstanders van een Onvoorwaardelijk Basisinkomen dat bestemd is voor iedereen, individueel, zonder verplichte tegenprestaties, zonder partnertoets, zonder vermogenstoets en dat hoog genoeg is om sober van te kunnen leven en als volwaardig burger aan de samenleving deel te kunnen nemen.

De meeste tegenargumenten die jij aanvoert berusten op speculatie.

De resultaten van alle experimenten (zoals dit project in India) die wij tot nog toe kennen – feiten dus – wijzen op het tegengestelde: meer solidariteit, betere hygiëne, meer mensen volgen onderwijs, de volksgezondheid en het ondernemerschap nemen toe. En zeg nu zelf: waar vind je meer solidariteit dan tussen mensen die zonder voorwaarden iets aan elkaar geven?

Jouw standpunt is: “Je moet daarentegen het minimumloon verhogen, de bijstandsuitkering, het werk beter verdelen. Meer werkgelegenheid creëren”. Is dat laatste niet al sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw de leus? Zijn we daar ooit in geslaagd? Is dit niet gewoon fictie? Wat gebeurt er in de praktijk met de minimumlonen en de uitkeringen?

Hoe demotiverend zijn momenteel de voorwaarden om een uitkering te mogen ontvangen! Je wordt daardoor niet gestimuleerd om activiteiten te ontplooien, nee, je wordt er juist door begrensd. Hoeveel mensen zouden zich niet vrijer voelen met een onvoorwaardelijk basisinkomen, om zich op hun eigen manier in te kunnen zetten voor de samenleving? Zoveel mensen die zich nu met veel moeite inzetten, en zoveel mensen die er niet (in geld) voor gewaardeerd worden! Denk aan al het vrijwilligerswerk dat mensen doen, inclusief mantelzorg, het huishouden en het opvoeden van kinderen!

Hoeveel mensen zijn er die het hoofd net (niet) boven water kunnen houden? Hoeveel gaan het er worden dankzij onze nog steeds neo-liberale politiek? Hoeveel mensen zonder inkomen worden er met de uitkeringen niet bereikt?

”Iedereen heeft recht op een menswaardig bestaan en daarom moet de overheid garant staan voor goede sociale voorzieningen”,  zeg jij.  Wij zeggen: “Sterker nog: Iedereen heeft het geboorterecht op zijn deel van wat de aarde ons schenkt en van wat er door onze voorouders aan welvaart is voortgebracht.” Laten we dat onderbrengen in een basisinkomen of burgerloon hoe je het ook wilt noemen, als we het maar onvoorwaardelijk aan elkaar geven, zodat iedereen een financieel fundament heeft waar hij of zij steeds weer verder op voort kan bouwen.

“Het geld is er” – zeg je samen met ons – “althans als we wat slimmer belasten”. “ Vermogensbelasting!” Daarover zijn we het eens. De mensen die het nodig hebben door de speciale omstandigheden waarin zij verkeren geven we extra, zodat ze niet dieper in de armoede wegzinken. En daarnaast willen we een geheel nieuw belastingstelsel. Belast de belasting van de aarde, want daar zijn we samen verantwoordelijk voor. Belast het verbruik, de vervuiling, de CO2-uitstoot. Het moet anders, en het kan anders. Als we maar willen.

Met hartelijke groet,

Ad Planken

Basisinkomen actueel sinds 29 september 2014, week 40

[1] http://basisinkomen.eu/, 60 % van het zogenaamde nationale mediaan netto-equivalent inkomen

Het bericht Denkt de SP zo over sociale zekerheid en het basisinkomen? verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Het succes van een burgerinitiatief

Basisinkomen Gratis Geld

Basisinkomen Gratis GeldNa de aflevering “Gratis geld” van Tegenlicht op 21 september 2014 was het onvoorwaardelijk basisinkomen even trending toppic op twitter. Nooit eerder was de belangstelling voor basisinkomen zo groot. De tijd is er meer dan rijp voor. Waar komt dit succes ineens vandaan? En nog belangrijker hoe houden we het onderwerp in de belangstelling?

Het onderwerp basisinkomen is beslist niet nieuw. Er bestaan genoeg historische overzichtendie laten zien dat het basisinkomen al een paar eeuwen onderwerp van gesprek is. In zijn boek Utopia pleitte Thomas More (1478-1535) ervoor om dieven niet te straffen maar juist in hun bestaan te voorzien om zo diefstal te voorkomen. In de crisisjaren ’80 werd basisinkomen het speerpunt van de politieke partij De Groenen en was het een serieuze aanbeveling in het rapport van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR 1985). Midden jaren ’90 zetten de toenmalige ministers Zalm (VVD) en Wijers (D66) het nogmaals op de politieke agenda maar is het door de eindspurt die de economie inzette, om het millennium gunstig af te sluiten, wederom aan de aandacht ontsnapt.

Het ontstaan van een burgerinitiatief
Het basisinkomen is een bedrag dat door de overheid zonder voorwaarden aan iedere burger wordt gegeven om in het onderhoud te voorzien. In de grondwet is vastgelegd dat ieder mens recht heeft op bestaanszekerheid en daarmee is het een mensenrecht. Het bedrag is hoog genoeg om zonder luxe van te kunnen leven. Hoe hoog het gezinsinkomen is en de samenstelling van het gezin is niet relevant. Een belangrijk verschil met een uitkering is dat iedereen gerechtigd is om er naast te werken om het basisinkomen aan te vullen. Controle is niet nodig en het onnodig rondpompen van geld in de vorm van uitkeringen, subsidies en toeslagen is passé.

BasisinkomenTijdens haar feestelijke 20-jarig jubileum in 2011 kondigde de Vereniging Basisinkomen aan dat zij bezig was samen met een aantal Europese lidstaten om voorbereidingen te treffen voor een Europees Burgerinitiatief. In februari 2013 ging het Europees Burgerinitiatief Basisinkomen van start in nagenoeg alle lidstaten van de EU. Het doel was om nu voor eens en voor altijd korte metten te maken met het beeld dat het basisinkomen onbetaalbaar is. Zolang er geen gedegen onderzoek heeft plaatsgevonden blijft de manier waarop het ingericht moet worden en of het betaalbaar is onduidelijk.

De jeugd heeft de toekomst
Het burgerinitiatief, ondersteunt door de Zwitserse film “Grundeinkommen, ein Kulturimpuls” uit 2008 van Daniel Häni en Enno Schmidt, deed flink stof opwaaien. Het bracht in heel Europa actiegroepen op de been om ruchtbaarheid te geven aan het burgerinitiatief en om stemmen te werven. Zelf heb ik nog op het Malieveld gestaan om een menigte toe te spreken. Ondertussen groeide de belangstelling vooral onder jongeren. In oktober 2013, halverwege het campagnejaar, verscheen een artikel bij De Correspondent van Rutger Bregman, een jonge historicus, die zijn voorkeur uitsprak voor een basisinkomen. Hij liet zich inspireren door een experiment uit 2009 in Londen waar 13 daklozen gratis geld kregen om zichzelf daarmee uit het moeras te trekken. De resultaten waren verbluffend. Van de deelnemers hadden na een jaar 11 daklozen een beter bestaan opgebouwd en waren van de straat. Eindelijk kwam 500 jaar na dato de onderbouwing van het idee van Thomas More.

Met de controversiële term “gratis geld” wist Bregman de aandacht op het onderwerp te vestigen en op zichzelf. Eveneens in het campagnejaar meldde Joeri Oltheten zich bij de voorzitter van de Vereniging Basisinkomen met een idee. Deze enthousiaste jonge ondernemer en muzikant wilde speciaal voor het onderwerp basisinkomen muziek schrijven en een filmclip maken. Hij werd met open armen ontvangen. Het nummer “Het goede leven” van Pharao en Yara is inmiddels een feit en werd in mei 2014 feestelijk geïntroduceerd tijdens een gezellige barbecue van de Vereniging Basisinkomen. Daar werden ook opnamen gemaakt door de VPRO voor de aflevering “Gratis geld” van Tegenlicht.

De politiek krijgt zin in basisinkomen

Misschien was een burgerinitiatief nog net even te hoog gegrepen want het benodigde aantal handtekeningen van 1 miljoen in minimaal 7 Europese lidstaten is niet gehaald. Nederland haalde haar quotum met ruim 20.000 stemmen evenals Bulgarije, Slovenië, Kroatië, België en Estland. Totaal heeft het burgerinitiatief bijna 300.000 stemmen binnengehaald en is het onderwerp sinds 2013 niet meer uit de media weg te denken. Ook de politiek begint zich te roeren. De partijen die zitting hebben in de Tweede Kamer durven zich niet te branden aan het onderwerp in tegenstelling tot kleinere politieke partijen.

De Groenen Poster JolandaDe Groenen, waarvoor ik lijsttrekker mocht zijn, grepen de verkiezingen voor het Europarlement in mei 2014 aan om haar speerpunt ‘basisinkomen’ extra te benadrukken. Bij de gemeenteraadsverkiezingen in maart 2014 deed een nieuw opgerichte Basisinkomen Partij van zich horen. Inmiddels proberen diverse kleinere partijen mee te varen op het succes van de groeiende belangstelling voor basisinkomen en buitelen soms over elkaar heen om met het basisinkomen goede sier te maken en kiezers te trekken. Een beetje jammer, want ik geloof in samenwerken en de handen ineen slaan in plaats van elkaar de loef af te steken.

Participatiesamenleving
Niet alleen het burgerinitiatief heeft het onderwerp basisinkomen een impuls gegeven ook het feit dat de overheid terugtreedt en in rap tempo de verzorgingsstaat afbouwt en doordat de crisis de bodem van de schatkist laat zien waardoor duidelijk is geworden waar de gaten vallen in onze samenleving. De burger moet zelfredzaam worden met schrijnende voorbeelden van bejaarden die ineens moeten verhuizen enmantelzorgende AOW’ers die gekort worden omdat ze af en toe als verzorger bij iemand blijven overnachten.

Mensen die door de crisis merken dat hun werkloosheid uitzichtloos wordt en ineens aangewezen zijn op de bijstand waardoor ze hun huis en soms zelfs hun pensioen moeten opeten. ZZP-ers in de zorg die door onduidelijke regels ineens hun werk niet meer in zelfstandigheid mogen doen waardoor ze verplicht inactief worden en op kosten van de samenleving achter de geraniums belanden. Mensen die getroffen worden door onduidelijke regels die elke vorm van redelijkheid te buiten lijken te gaan en sommigen tot fraudeur maakt om aan de uitzichtloze situaties te ontsnappen. Of ten einde raad van een flat springen omdat de toekomst een donker gat is geworden. Feit is dat door de terugtredende overheid en de crisis de armoede is toegenomen, ook in Nederland.

loesjeDe toekomst begint vandaag
Steeds meer mensen zien de toekomst somber in en vragen zich af of de arbeidsmarkt ooit wel weer aantrekt? Waarom heren en dames politici treedt de overheid terug maar geeft de burger geen instrumenten om zelfredzaam te kunnen zijn? Bij zijn aantreden als Minister-President beloofde Mark Rutte de regeldruk te verminderen, maar het tegendeel is gebeurd. Hoe kunnen wij zelf sturen als de regels onduidelijk en complex zijn en de hulpmiddelen afwezig? Nu de regering wakker wordten begint te beseffen dat onze arbeidsmarkt nooit meer zal worden wat het geweest is en dat de toekomst van arbeid er totaal anders uit gaat zien, zal zij met oplossingen moeten komen. Het onvoorwaardelijk basisinkomen is een heel mooi instrument om onze economie klaar te stomen voor de 21ste eeuw.

De urgentie is er. De wens van heel veel burgers is er. De bereidheid van heel veel actieve mensen is er. De initiatieven zijn er. De aandacht in de pers en op social media is er. Nu is de regering aan zet om als eerste stap een onderzoek naar de haalbaarheid en de implementatievoorwaarden te laten uitvoeren. Waarom wachten tot een volgend burgerinitiatief? Waarom nog langer wachten? De toekomst is NU.

Meer inspiratie nodig kijk eens hier op de site of bij http://basisinkomen.nu

Jolanda Verburg http://jolandaverburg.blogspot.nl/2014/10/het-succes-van-een-burgerinitiatief.html

Het bericht Het succes van een burgerinitiatief verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.