Wereldbasisinkomen (UNO-inkomen), een 25 jaar oud idee

Midden in de jaren negentig is een documentaire gemaakt over het wereldbasisinkomen, een plan van Pieter Kooistra. Wat kunnen we nu nog met zijn plan?

Pieter Kooistra bedacht ruim dertig jaar geleden het UNO-inkomen ofwel het wereldbasisinkomen. Hij schreef hierover twee boeken: Voor, als basisinkomen voor alle mensen in 1983,  en in 1993 over sociocratie en basisinkomen Het ideale eigenbelangEen UNO-Marshallplan voor alle mensen.

Zie ook een documentaire  uit 1997:  Het ideale eigenbelang.

Zie voor meer informatie over Pieter Kooistra dit bericht uit 2011 op de website van de Vereniging Basisinkomen en de website van het Veerhuis te Varik, waar zijn kunst en zijn gedachtegoed in ere gehouden wordt. Zie ook een boekbespreking uit 1993.

Het plan van Pieter Kooistra wordt in zeer grote hoofdlijnen uiteengezet in de eerder genoemde film, maar dat biedt weinig inzicht in de uitwerking. Het plan is, naast de boeken van Pieter Kooistra zelf, duidelijker beschreven door Lisinka Ulatowska in “Het jaar 2000, Kruispunt van de mensheid. Nieuwe wegen door een wereldbasisinkomen voor alle mannen, vrouwen en kinderen”, 1995 en door Marleen Brutyn in een PDF-document van 14 pagina’s Voor een Vreedzame economie, het UNO-Wereld Marshallplan, 2013.

 

Uitgangspunt en plan

Een belangrijk uitgangspunt van Pieter Kooistra gaat over het begrip werk:
We zouden dus het begrip ‘werk’ niet beperkt moeten zien tot ‘betaald werk’ alleen, maar het uitbreiden met ‘onbetaald werk’ in de zin van vrijwilligerswerk voor anderen. Sterker nog, we zouden het zelfs moeten uitbreiden tot elk bezigzijn, dus ook het ‘onbetaalde werk’ voor zichzelf in de studie- of hobbysfeer.
Dat is voor degenen die nu vertrouwd zijn met het begrip basisinkomen geen verassende opvatting, maar hij noteerde dat dertig jaar geleden al. En ook:
Door de verregaande automatisering van de productie zijn wij één van de (bevoorrechte) samenlevingen, die zijn burgers voor het eerst in de geschiedenis kunnen voorzien van de primaire levensbehoeften (voedsel, kleding, woning, veiligheid). De basisprijs hiervan zou de overheid iedereen zonder enige tegenprestatie maandelijks kunnen uitkeren. Onze andere behoeften zouden we gedifferentieerd naar aanleg en voorkeur zelf moeten kunnen bepalen. 

In het plan van Pieter Kooistra krijgt IEDERE wereldbewoner (,man, vrouw, kind) jaarlijks een gegarandeerd en gelijk inkomen van 250 UNO-dollars.
Hij gaat ervan uit, dat de echte levensbehoeften van iedere wereldburger geïnventariseerd kunnen worden in een centraal computersysteem.
Hij stelt voor een centrale UNO-bank op te richten, die op grond van deze inventarisatie ieder die dat wenst een basisinkomen verschaft, dat deels in deze behoeften kan voorzien.

Als de VN op grond van voorafgaande inventarisatie het aantal wereldbewoners kent en dus ook het totaal bedrag aan tegoeden en weet wat te bestellen en bij welke bedrijven, kan er door de UNO-bank een overeenkomstige hoeveelheid extra geld gecreëerd worden. Het kan beschouwd worden als een waardevaste schepping van geld, mogelijk gemaakt door de beslissing van dat jaar in de extra wereldeconomie op grond waarvan de extra productie en consumptie in evenwicht zijn. Ieder land heeft een aandeel in die extra gecreëerde koopkracht gebaseerd op het aantal inwoners.

Door de inventarisatie vooraf zijn geen voor-investeringen nodig, dus er zijn ook geen rentekosten.

De individuele wereldburger krijgt in feite zelf geen geld in handen. De overdracht gebeurt via de levering van duurzaam geproduceerde goederen en het is de VN die beslist welke bedrijf deze duurzaam geproduceerde goederen mag leveren aan de consument-wereldburger.

Om dit te organiseren wordt elk gezin minstens eens jaar door de 2 UNO-werkers bezocht, die voor die buurt zijn aangesteld. In een persoonlijk gesprek wordt overlegd hoe hun persoonlijk UNO-tegoed het beste besteed wordt. Daaraan kunnen overigens weel voorwaarden worden gesteld, gezond, ecologisch verantwoord e.d.)
Het resultaat kan alleen het gevolg zijn van het consent (sociocratische besluitvorming) van de 3 betrokken partijen : de persoon zelf als consument, de vertegenwoordiger van de betrokken gemeenschap en de vertegenwoordiger van de gehele mensheid (UNO).
Een aantal gemeenschappen vormen samen een buurt van circa 1.000 personen, waarin basisgroepen van circa 10 volwassenen bestaan.
De besluitvorming wordt in 8 lagen geschakeld zoals bij sociocratische kringen: 10 buurten vormen samen een wijk, 10 wijken een stad of regio, enz. via provincie, staat (of staatsdeel) en statenblok naar de hele wereldgemeenschap.

Centraal principe in dit plan is dat iedere wereldburger er bij wint en, in tegenstelling met wat in bijvoorbeeld een herverdelingsplan om het basisinkomen te financieren het geval zou zijn, er niemand iets afgenomen wordt, m.a.w. dat het beantwoordt aan het all win of ieder wint principe.
Pieter besteedde veel aandacht aan de geldschepping. Daaraan heeft ook Jan Tinbergen adhesie betuigd.

Hoe kunnen we hier vandaag naar kijken

Met de ogen van nu zien we een groot aantal haken en ogen aan dit plan, vooral voor wat betreft de uitwerking.
Als de wereldgemeenschap dat echt zou willen, is er natuurlijk geld genoeg om iedere wereldburger een bedrag te geven waar hij/zijn  in zijn/haar omgeving van rond kan komen.
Maar zowel bij  het functioneren van die wereldgemeenschap als bij de uitwerking van het plan vallen wel wat kanttekeningen te maken:

  • de individuele wereldburger krijgt zelf geen geld in handen, dus er is geen sprake van basisinkomen volgens de meest gangbare definities. Dat hoeft niet erg te zijn, we kunnen het gewoon UNO-inkomen noemen!
  • De overdracht gebeurt via de levering van duurzaam geproduceerde goederen en het is de VN die beslist welke bedrijf deze duurzaam geproduceerde goederen mag leveren aan de consument-wereldburger. Dat wijze van regulering mogelijk zou zijn, kunnen we ons vandaag aan de dag moeilijk meer voorstellen. Het zou goed zijn de bedoelingen van Pieter nader te analyseren en te zien of die realiseerbaar zijn in een minder regulerend systeem!
  • De geloofwaardigheid van de VN als krachtige organisatie is de laatste 30 jaar niet toegenomen en ook statenblokken als de EU krijgen minder voor elkaar.
    Is er een manier van invoeren mogelijk waarbij minder geleund wordt op deze instituties?
  • Er is sprake van geldschepping en gesteld wordt dat dit waardevast is. Of dit economisch helemaal goed is uitgedacht is de vraag. In de discussie van vandaag over geldschepping zien we enerzijds dat banken dat bijna onbeperkt doen, anderzijds dat economen waarschuwen voor inflatie.
  • Er wordt een gigantische organisatie opgebouwd door de VN met circa 30 miljoen medewerkers. Is dat nodig, werkbaar en wenselijk? Kan dit anders?
  • Het jaarlijkse huisbezoek bij iedereen, is dat een idee waar we echt warm van worden?
  • De systematische opbouw van de besluitvorming via sociocratische kringen, hoe regel je dat in een wereld vol instabiliteit, waarin heel groepen niet met anderen samen wensen te werken en ook nog eens grote migratiestromen plaatsvinden?
    Of moeten we maar beginnen op die plekken waar de instabiliteit wel meevalt?
  • In het plan wordt veronderstel dat geen grote bureaucratie nodig is omdat via de toenemende automatisering alles eenvoudig verwerkt kan worden. Zijn we nu nog zo optimistisch over het goed werken van digitale informatiesystemen als Pieter Kooistra circa 30 jaar gelden dacht?

Deze opsomming, die ongetwijfeld geamendeerd en/of aangevuld kan worden, geeft genoeg reden tot twijfel aan de haalbaarheid van het oorspronkelijke plan.

Vraag is natuurlijk wel of we de goede elementen er niet uit kunnen pikken en het onderwerp breder dan per land apart op de agenda te krijgen.

Het UNO-inkomen en het Veerhuis in Varik

In het Veerhuis in Varik aan de Waal (waar Pieter Kooistra lang gewoond heeft) krijgen projecten en werkgroepen een plek om het gedachtegoed van Pieter Kooistra, waaronder het UNO-inkomen, invulling te geven.
In samenwerking met andere organisaties wordt geijverd voor een wereldbasisinkomen en onderzocht in theorie en praktijk welke mogelijkheden bestaan om een basisinkomen te implementeren. Het Veerhuis wil een internationaal verzamelpunt te zijn van vernieuwende ideeën op het gebied van supplementaire economie. Hierbij gaat het om het openen van nieuwe economische perspectieven, naast en in aanvulling op de huidige economie¸ waardoor mensen zelf hun levensomstandigheden kunnen verbeteren.
Overwogen wordt om activiteiten op te starten expliciet gericht zijn op het UNO-inkomen en een adequate aanpassing daarvan aan de wereld waarin we nu leven.

Reyer Brons (redactie), 13-1-2017

Deze tekst is mede tot stand gekomen dankzij bijdragen van Christina Lambrecht en Pieter Prior. Ook is dank verschuldigd aan Lisinka Ulatowska, Marielle Jansen, Marleen Brutyn en Henry Mentink  voor commentaar op een eerdere ontwerp-versie.

 

Het bericht Wereldbasisinkomen (UNO-inkomen), een 25 jaar oud idee verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Wat zou je doen wanneer je morgen een basisinkomen krijgt?

Wat zou je doen wanneer je morgen een basisinkomen krijgt?
Een exploratief onderzoek naar de handelingsperspectieven van burgers die een basisinkomen krijgen, uitgevoerd door OnsBasisinkomen / Stichting MIES

De in Groningen gevestigde Stichting MIES (Maatschappij voor Innovatie van Economie en Samenleving) heeft onder het label OnsBasisinkomen een interessant exploratief onderzoek uitgevoerd.
Circa 600 mensen hebben de vraag beantwoord ‘‘Wat zou je doen wanneer je morgen een basisinkomen krijgt?’ Dit gebeurde geheel vrijwillig op basis van een bezoek aan de website OnsBasisinkomen hebben beantwoord. Hierbij merken de onderzoekers zelf op  dat de onderzoekspopulatie op basis van het feit dat burgers zich zelf hebben kunnen aanmelden als gevolg van autoselectie naar alle waarschijnlijkheid niet representatief is voor de Nederlandse bevolking in haar geheel.
Met deze beperking in het achterhoofd blijft toch sprake van een heel interessant onderzoek. Onderzoeker Joop Roebroek gaat uitvoerig in op de methode, de beperkingen en de conclusies die wel getrokken kunnen worden.
Zie voor meer informatie de speciale pagina op de website van MIES waar ook een korte en een lange versie van het onderzoekrapport uit 2015 als PDF gevonden kunnen worden.

In het kort de hoofdconclusies:

  • De uitkomsten stroken in elk geval in het geheel niet met de populaire tegenwerpingen tegen het introduceren van een basisinkomen, dat het burgers lui zou maken en de lust zou ontnemen om maatschappelijk actief te zijn. Integendeel. Het verkrijgen van een basisinkomen biedt burgers blijkbaar direct en indirect veel ruimte en inspiratie om actief betrokken te blijven bij de samenleving. Meer nog, om die betrokkenheid ook naar een hoger niveau te tillen.
  • Het beeld van de maatschappelijke participatie na ontvangst van basisinkomen is veelkleurig.
    Twee derde van de respondenten verwijst naar activiteiten in termen van ‘op zoek gaan naar werk of een baan’, ‘werk zoeken dat bij mij hoort’, ‘dingen doen die er toe doen’, ‘een onderneming starten’, ‘maatschappelijke waarde creëren’, ‘vrijwilligerswerk of mantelzorg doen’ en ‘studeren en een opleiding volgen’. Slechts een enkeling noemt ‘niets doen’, ‘vakantie vieren’ of ‘reizen’.

.
Lees meer op de bovengenoemde site van MIES.

Reyer Brons (redactie), 8-1-2017

Het bericht Wat zou je doen wanneer je morgen een basisinkomen krijgt? verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

De I-alles – Robert Reich over het basisinkomen

Waarom we een algemeen basisinkomen nodig zullen hebben

Stel je een klein apparaatje voor dat de I-alles heet. Je kunt het nog niet krijgen, maar als de technologie zich zo snel blijft ontwikkelen als nu, dan is de I-alles bij ons voor je er erg in hebt.

Met een combinatie van intelligent rekenen, 3-D productie, kraken van big data en moderne biotechnologie, gaat dit machientje alles kunnen wat je wilt en geeft het je alles wat je nodig hebt.

Er zit maar een klein addertje onder het gras. Zoals de economie nu in elkaar steekt, zal niemand het kunnen kopen, omdat er geen betaalde banen over blijven. Immers, de I-alles…. gaat alles doen.

We stevenen veel sneller op de I-alles af, dan de meeste mensen zich realiseren. Zelfs nu maken we al meer en meer met minder en minder mensen.

Internet-verkoop is bezig miljoenen mensen in de detailhandel overbodig te maken. Diagnose-apps zullen honderdduizenden in de gezondheidszorg vervangen. Zelfrijdende auto’s en vrachtwagens zullen 5 miljoen chauffeurs overbodig maken.

Onderzoekers schatten dat bijna de helft van alle banen in de V.S. de kans maken in de komende twintig jaar geautomatiseerd te worden.

Dit is niet persé slecht. De economie waar we op af koersen zou miljoenen mensen meer vrije tijd kunnen bieden om te doen wat ze willen, in plaats van te doen wat ze moeten om de kost te verdienen.

Maar om dit te laten werken, zullen we een manier moeten verzinnen om het geld opnieuw te verdelen, van de paar mensen die de I-alles ontwerpen en bezitten, naar de rest van ons, die de I-alles willen kopen.

Een antwoord: een algemeen basisinkomen – mogelijk gefinancierd uit de winsten van zulke arbeid vervangende innovaties, of misschien zelfs een inkomstenstroom uit de onderliggende auteursrechten

Het idee van een algemeen basisinkomen is historisch niet zo radicaal als het kan klinken. Het heeft steun gehad van mensen van zowel links als rechts. In de jaren zeventig stelde President Nixon een soortgelijk idee voor, voor de V.S. en dat werd zelfs aangenomen door het Huis van Afgevaardigden.

Het idee krijgt weer aantrekkingskracht, deels door de snelheid van de technologische verandering. Ontmoetingen met directies van technologische bedrijven sterken mij in de gedachte dat een algemeen basisinkomen uiteindelijk onontkoombaar is.

Sommige conservatieven geloven dat het beter is dan andere vormen van publieke ondersteuning, omdat een algemeen basisinkomen mensen niet opdraagt waar ze hun ondersteuning aan moeten besteden en dat het niet stigmatiseert omdat iedereen rechthebbend is.

In de afgelopen jaren is gebleken dat mensen geld geven als een manier om armoede te bestrijden feitelijk werkt. In onderzoek na onderzoek blijkt dat mensen niet stoppen met werken en het niet verzuipen.

De belangstelling voor het basisinkomen groeit, met regeringen die er over in discussie zijn, van Finland tot Canada, van Zwitserland tot Namibië. Een liefdadigheidsinstelling, “Give Directly” gaat een onderzoek naar een basisinkomen opstarten in Kenya, door voor meer dan 10 jaar inkomen te leveren aan een aantal van de armste en kwetsbaarste huishoudens op de planeet. Om dan streng de resultaten te evalueren.

Als nieuwe technologieën werkgelegenheid verdringen, is de kwestie voor de toekomst hoe het beste economische veiligheid voor allen moet worden geschapen.

Een algemeen basisinkomen zal vrijwel zeker een deel van de oplossing zijn.

Robert Reich, vertaling: Tom van Doormaal, 3 januari 2017
Robert Reich was minister van arbeid in de VS in toen Clinton president was.

Bron http://robertreich.org/post/151111696805, zie ook een video

Het bericht De I-alles – Robert Reich over het basisinkomen verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Lorenz Curve en Gini Index voor basisinkomen

Als we het over het basisinkomen hebben, hebben we het vaak ook over de verdeling van het inkomen, over bestaanszekerheid, over vrijheid en over rechtvaardigheid. Maatstaf daarvoor is vaak de gelijkheid van inkomen. Die gelijkheid kan in een grafiek worden weergegeven met een Lorenz Curve. Voorbeeld daarvan is die van het CBS.

De groene lijn geeft aan waar het inkomen volkomen gelijk verdeeld is over alle Nederlandse huishoudens. De blauwe lijn geeft aan hoe het belastbaar inkomen verdeeld is over de huishoudens, en de rode lijn hoe het besteedbaar inkomen verdeeld is over de huishoudens.

Wat de grafiek laat zien is hoeveel procent van de Nederlandse huishoudens, op de horizontale lijn, hoeveel van het Nederlandse inkomen krijgen, zoals weergegeven op de verticale lijn. Hoe verder de lijn van de groene lijn af is, hoe ongelijker de verdeling van het inkomen. De Gini Index voor beide verdelingen zijn 40 en 32 voor respectievelijk de belastbare inkomens en de besteedbare inkomens.

Hoe zit dat bij het basisinkomen? Om te beginnen is het grote verschil dat bij het basisinkomen gaat om een individueel inkomen en niet om een inkomen per huishouden.

In de bovenstaande grafiek gaat het om zeven en een half miljoen huishouden die voor ruim een derde bestaan uit eenpersoons huishoudens en voor bijna tweederde uit meerpersoons huishoudens. Ik schat ruim twaalf miljoen mensen.

In de volgende grafiek gaat het om de verdeling van individuele inkomens waarbij alle zestien en een half miljoen inwoners meetellen. Ouderen, middelbaren en jongeren, van nul tot honderd. Omdat kinderen apart meetellen, is er een groot aantal mensen zonder inkomen.

Lorenz Curve Basisinkomen

In de grafiek met het basisinkomen staan vier verschillende lijnen. De eerste lijn is net als hierboven de groene lijn voor een gelijke verdeling van het inkomen. De tweede lijn geeft het inkomen na de verdeling van het basisinkomen weer. De derde lijn is de verdeling van het belastbaar inkomen over de individuen. De vierde lijn is het belastbaar inkomen geschoond voor overdrachtsinkomens als bijstand, AOW, uitkeringen weduwen en wezen wet, etc.

Het zal duidelijk zijn dat de buitenste lijn de verdeling van het inkomen is zonder sociale voorzieningen. Dan zijn de inkomens het meest ongelijk verdeeld. De Gini Index is in dat geval 62.

De volgende lijn geeft de verdeling van het belastbaar inkomen weer van alle individuele inkomens weer met de overdrachtsinkomens. Door die overdrachtsinkomens wordt de verdeling minder ongelijk. De Gini Index is 56.

Voegen we het basisinkomen toe dan wordt de inkomensverdeling nog gelijkmatiger. Let wel, er wordt alleen gewerkt met toevoeging van basisinkomen en betaling van inkomstenbelasting. Zaken als hypotheekrenteaftrek, arbeidstoeslag en ander voordelen en subsidies worden niet meegenomen.

Conclusie

De Gini Index als weergave van de ongelijkheid van de inkomensverdeling is niet direct bruikbaar om die van huishoudens met individuen te vergelijken. Dat is appels met peren vergelijken.

Wat wel aangetoond wordt, is dat het verschil tussen de Gini Index van het opgeschoonde inkomen en het inkomen met basisinkomen, studie-inkomen en kindinkomen na aftrek van belastingen groter is (62-41=21) dan die van het verschil tussen de Gini Index van het belastbaar inkomen en het besteedbaar inkomen (40-34=6). Zelfs relatief is het verschil groter (30%>15%).

Johan Horeman, 3 januari 2017

Dit artikel is mede geschreven in reactie op het eerdere bericht Basisinkomen tegen de armoede en de ongelijkheid (november 2016)

Het bericht Lorenz Curve en Gini Index voor basisinkomen verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Basisinkomen: oogmerken, arbeidsmarkteffecten en financiering

Discussie over basisinkomen wordt vaak vertroebeld doordat verschillende oogmerken (zoals ont-bureaucratisering, vergroting vrijheid, inkomensverzekering en emancipatie) een rol spelen.
Bijgaand opmerkingen bij vele verstandige woorden her en der over het basisinkomen (en onderzoek daartoe), namelijk over oogmerken, arbeidsmarkteffecten en financiering.
Ook de beelden van de effecten op de arbeidsmarkt en over het al dan niet haalbaar zijn van de financiering verschillen per deelnemer aan de discussie.

Oogmerken voor het basisinkomen

Het basisinkomen wordt vanuit diverse invalshoeken benaderd waardoor discussie wordt vertroebeld. Gemakshalve zou men vier oogmerken bij dit instrument kunnen onderscheiden.
De eerste is terugdringing van overheidsregulering (bureaucratie) ten gunste van marktwerking, zoals bij Robin Fransman voorop staat. Ook al is minder bureaucratie mij sympathiek zal meer marktwerking inkomensverschillen vergroten, waardoor misschien meer inkomensgroei wordt behaald maar ten koste van sociale spanningen.

Een ander oogmerk is het vergroten van de individuele vrijheid, zoals bij Rutger Bregman. Ook dit is een mooi doel maar vrijheid van handelen bestaat al in de vorm van het zelfstandig ondernemen terwijl ondernemerschap met overheidssteun door het basisinkomen bijdraagt tot concurrentievervalsing.
Nog een motief is inkomensverzekering. Zo heeft Zweden in de jaren zeventig voorgesteld om aan iedere nieuwgeborene een bedrag te schenken die na 18 jaar wordt uitgekeerd en een soortgelijke fondsvorming bestaat in Alaska. Mij spreekt dit weinig aan want weinig is zeker op lange termijn.
Ten slotte is er emancipatieoogmerk: het basisinkomen als een hulpmiddel voor de individuele en sociale ontwikkeling van mensen in de loon- en uitkeringssituatie. Mij spreekt motief aan maar wat betekent het voor alle andere arbeidsmarktinstrumenten met vergelijkbaar doel (minimumloon, arbeidsbemiddeling, loonsuppleties, gesubsidieerde banen etc).
Onze werkgroep Economie van PvdA Duurzaam motiveert dat vele maatschappelijk relevante goederen en diensten nu onvoldoende geprijsd zijn en dus niet worden gerealiseerd, zoals in kunst en cultuur, ambacht en hergebruik, duurzame innovaties en in lokale economie. Uiteraard lopen dergelijke motieven wat door elkaar waardoor bezwaren uit verschillende hoeken opduiken. Een heldere lijn over wat wordt beoogd met het basisinkomen is wellicht raadzaam.

Arbeidsmarkteffecten

Praktische bezwaren tegen het basisinkomen hangen vooral samen met de potentiele negatieve arbeidsmarkteffecten, namelijk dat banen worden verdrongen door “beunhazen”; oudjes onder ons herinneren zich wellicht discussies over invoering van basisinkomen door middel van werken met behoud van uitkering en terugploegen van uitkeringen begin jaren tachtig van de vorige eeuw. Twee varianten komen in de huidige discussie vaak terug.
Een variant is dat basisinkomen wordt van bruto loon afgetrokken door belastingkorting als een uitkeringsgerechtigde een in dienst wordt genomen. Dit idee lijkt op het “terugploegen van uitkeringen” in overheidsdienst dat eerst gemeentelijk is ingevoerd en vervolgens landelijke is opgeschaald onder de naam van Melkert banen. Nu wijzen wij deze af omdat er te weinig reguliere banen uit voortkwamen. In de particuliere sector is deze variant niet ingevoerd omdat men vreesde (mijn inziens terecht) dat werkgevers de werknemers zouden ontslaan om de uitkeringsgerechtigden in dienst te nemen, belastingvoordeel innen en dan weer te ontslaan.
Een ander variant is dat de uitkeringsgerechtigden het basisinkomen als een soort “rugzakje” kunnen gebruiken om een baan te zoeken of te ondernemen. Mij lijkt dit een mooie variant van het werken met behoud van uitkering (in enkele gemeenten al beproefd in de jaren tachtig) mits met bescherming op de arbeidsmarkt, zoals strakkere ontslagregelingen en boetes voor concurrentievervalsing, maar een juridisch dichtgetimmerd stelsel is geen sinecure.
Alle betere varianten zijn uiteraard bijzonder welkom in discussie want gevolgen van het basisinkomen voor de arbeidsmarkt verdienen aandacht. Misschien is het huidig beleid in enkele gemeente –oogje dichtknijpen voor gedrochten van de participatieweg- zo slecht nog niet.

Financiering

Na vele discussies over de financiering van het basisinkomen acht ik de financiering niet het grootste invoeringsprobleem want er verandert weinig ten opzichte van het huidige stelsel van kinderbijslag, bijstand en AOW (tenzij men hoge uitkeringen wil). Het wegnemen van belastingvrijstellingen die ongelijkwaardigheid qua inkomen en omzet vergroten of milieuvervuiling stimuleren zijn voldoende om het verschil met het basisinkomen te dekken.

Wellicht belangrijker dan het overheidsbalans zijn de gedragseffecten als gevolg van het basisinkomen, bijvoorbeeld dat een deel van werknemers het basisinkomen verkiest boven zwaar en ongezond werk waardoor de overheidskosten stijgen (ook al gaan deze werknemers op inkomen achteruit) of omgekeerd dat het basisinkomen innovaties stimuleert waarmee economisch impuls wordt gegenereerd.

Tot slot

“Geen gezeik, iedereen rijk”: daar voel ik veel voor. Als men onderzoek wil (laten) doen of een boek schrijven dan zijn de genoemde aspecten relevant. Inventarisaties zijn her en der al te vinden.

Yoram Krozer, 31 december  2016

Het bericht Basisinkomen: oogmerken, arbeidsmarkteffecten en financiering verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Pers strooit gemakzuchtig met de term basisinkomen

De laatste dagen, zo  net voor je jaarwisseling verschijnen er in de pers weer veel koppen met de term basisinkomen. Maar meestal dekt de vlag de lading niet.
Zie een aantal links naar dit soort berichten onderaan deze pagina

Basisinkomen is pas basisinkomen als het voor iedereen is, individueel, zonder voorwaarden in de sfeer van inkomen, vermogen of tegenprestatie en hoog genoeg om van te leven.

Vanzelfsprekend voldoen experimenten niet aan de eis dat het voor iedereen is. Dat is een beperking die acceptabel is als het experiment is ingebed in een onderzoek om waar te nemen wat de effecten zijn van een basisinkomen.
Maar de experimenten waar nu het meest over geschreven wordt (Finland en een aantal Nederlandse gemeenten) voldoen ook niet aan de meeste andere eisen.
Ze zijn in elk geval ook niet hoog genoeg om van te leven zonder verdere aanvullingen. De Vereniging Basisinkomen ziet bedragen beneden de € 1.400 niet als een volwaardig basisinkomen, hooguit als een stap in de richting.

De experimenten bij de Nederlands gemeenten met regelarme bijstand zijn zo ingebed in een complex van voorwaarden dat je je af kunt vragen of dit echt een stap in de goede richting is. Veel zal van de concrete uitwerking af hangen.
Ook het Finse experiment is niet zo onvoorwaardelijk als het lijkt, blijkt uit deze link.
Het is dus beter om in alle gevallen te spreken over experimenten met een mindere gereguleerde bijstand. Regelarme bijstand is vaak al te veel eer!

Iets meer algemeen dan de recente koppen zien we dat de term basisinkomen wordt inderdaad vaak gebruikt voor ideeën die niet voldoen aan de criteria (voor iedereen, individueel, onvoorwaardelijk, hoog genoeg).

Een paar voorbeelden per criterium:

  • Bij de experimenten in gemeenten wordt, zoals hiervoor gemeld, niet voldaan aan het criterium voor iedereen. Men beperkt zich toch een kleine groep, die dan vooral uit bijstandstrekkers bestaat.
    Breed geaccepteerd is overigens dat voor kinderen andere bedragen kunnen gelden dan voor volwassenen, en dat regelingen nodig zijn rondmigratie.
  • Veel actuele voorstellen (bijvoorbeeld van de Vrijzinnige Partij en van de Jonge Democraten) zijn zo laag dat aanvullingen per huishouden (of voor alleenstaanden) nodig zijn. Dat staat op gespannen voet met het criterium individueel.
  • Ook aan  het criterium onvoorwaardelijk wordt vaak niet voldaan.
    Zie als voorbeeld de gemeentelijke experimenten die zeer sterk zijn ingebed aan in een complex van regels
    Een ander voorbeeld is het participatie-inkomen, dat alleen beschikbaar is voor mensen die een aantoonbare tegenprestatie leveren of een opleiding volgen.
    Een derde voorbeeld is de beperking tot wie het nodig heeft, wat betekent dat er een toets moet zijn op inkomen en/of vermogen.
  • Ook aan het criterium hoog genoeg (minstens € 1.400) wordt vaak getornd, soms met de betaalbaarheid als overweging, soms als eerste stap naar een volwaardig basisinkomen.
    Een bedrag van circa € 800 of minder (ongeveer de AOW voor samenwonenden) zou je een beperkt basisinkomen kunnen noemen, een bedrag rond de € 1.1.00 een bescheiden basisinkomen (bijvoorbeeld petitie basisinkomen2018).

 

Tenslotte een aantal recente links naar artikelen met misleidende koppen:

  • Finse werklozen krijgen basisinkomen, RTL Nieuws-28 dec. 2016
    Is een basisinkomen doelmatiger dan een uitkering, en wordt de ontvanger van zo’n inkomen meer gemotiveerd om te werken?

Het bericht Pers strooit gemakzuchtig met de term basisinkomen verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Dood door schuld, te voorkomen door invoering van basisinkomen

Armen leven in ons land ongeveer 7 jaar korter dan rijken.
Met het gevoerde beleid heeft de overheid verzuimd armoede te voorkomen. Goedbeschouwd zouden de regeringsleiders dus kunnen worden aangeklaagd voor “dood door schuld.”
Simpele oplossing: de invoering van een Universeel Basisinkomen dat hoog genoeg is voor een onbekommerd bestaan. Dit idee wint onder de bevolking steeds meer veld, maar de leiders van de politieke partijen houden de boot af.

“Negen van de tien Brazilianen denken dat hun rijkdom, of het gebrek daaraan, vooral door God wordt bepaald”, las ik onlangs in De Volkskrant. “De belangrijkste Braziliaanse pinksterkerken preken het welvaartsevangelie: Wie maar genoeg in God gelooft, zal daarvoor worden beloond met geluk, gezondheid en rijkdom.”

Hoeveel mensen in ons land er zo over denken weet ik niet, maar het komt mij voor dat het er veel minder zullen zijn. Professor Peter van Hoesel schreef eens de column “Toeval bestaat”, waarin hij de status van armoede en rijkdom voor een belangrijk deel aan toeval wijt. Ik ben dat roerend met hem eens, zij het dat het overheidsbeleid ook een belangrijke vinger in de pap heeft.

Dat laatste heeft ertoe geleid dat in ons land een samenleving is ontstaan met grote ongelijkheid van inkomens en vermogens. Kim Putters, de directeur van het Sociaal Cultureel Planbureau, schreef begin deze maand in zijn opiniestuk “Een lege schoen” dat het armoedecijfer in ons land gesteld kan worden op 7% van de bevolking, dus rond 1,2 miljoen  mensen. Gaan we uit van het bestaansminimum, dan zijn er 800.000 armen, waarvan driekwart er langer dan drie jaar onder gebukt gaat, lijdend aan “langdurige armoede”.

Nauw verwant met mensen in armoede is de categorie “laagopgeleiden”. Het besteedbaar inkomen hangt vaak daarmee samen. Leven in Nederland laagopgeleiden tot 7 jaar korter  dan hun hoogopgeleide landgenoten, dan mag worden aangenomen dat armen in ons land ongeveer 7 jaar korter leven dan rijken. Korter leven betekent eerder dood  en met het gevoerde beleid heeft de overheid zich daar schuldig aan gemaakt. Goedbeschouwd zouden de regeringsleiders dus kunnen worden aangeklaagd voor “dood door schuld.”

Er is een heel simpele oplossing voor het voorkomen van armoede: de invoering van een UBI, een Universeel Basisinkomen dat hoog genoeg is voor een onbekommerd bestaan. Hoewel dit idee onder de bevolking steeds meer veld wint blijkt dat de leiders van de politieke partijen de boot willen afhouden, ondanks de hoopvolle resultaten die wereldwijd met kleinschalige  experimenten zijn bereikt. De achterban slaagt er hooguit in bij een enkele partij de belofte tot verder experimenteren af te dwingen.

De kiezer die zich half maart 2017 wil uitspreken vóór het UBI heeft dus weinig keuze. Het burgerinitiatief “Basisinkomen2018” is door de Tweede Kamer afgewezen omdat het onderwerp al besproken was, vanwege de op een zijspoor gerangeerde initiatiefnota die was ingediend door Norbert Klein van de Vrijzinnige Partij. Een sprankje hoop gloort verder slechts bij het zien van bekende namen als Sjir Hoeijmakers bij D66, Ewald Engelen bij de Partij voor de Dieren, Bram van Ojik bij GroenLinks en Matthijs Pontier bij de Piratenpartij. En het PvdA-congres moet nog beslissen over een motie waarin gevraagd wordt een verzorgingsstaat te ontwerpen rond het basisinkomen.

Een schrale oogst!  Maar hoop doet leven. Hoop voor 2017 en volgende jaren!

Amersfoort, Joop Böhm, 29 december 2016

Zie voor de standpunten m.b.t. het basisinkomen van de bekendste politiek partijen Nederlands politieke partijen: standpunten over het basisinkomen

Het bericht Dood door schuld, te voorkomen door invoering van basisinkomen verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Korte berichten over Basisinkomen uit Noord-Nederland

Willem Gielingh

Het Noorden van Nederland is zeer actief met het geven van voorlichting over het Basisinkomen. Hieronder een kleine opsomming van de afgelopen maand.

Marum, 02 november

PvdA-fractie Marum (West Groningen) laat zich informeren over het basisinkomen. Regelmatig wordt er een actueel thema besproken in de fractie en op deze avond mocht Willem Gielingh in gesprek gaan met de PvdA-fractie. Een enkeling had zich ingelezen en kwam met serieuze vragen en opmerkingen, anderen kwamen op deze avond pas voor het eerst in aanraking met het begrip basisinkomen. Het was een meer dan zinvolle bijeenkomst.

Veendam, 24 november

VWO-scholieren ontmoeten Frans Kerver. Die scholieren hadden zich daar op het Winkler Prins College goed voorbereid en naast twee wethouders waren er ook raadsleden. Met het College-tour format werd Frans ondervraagd over zijn jaar lang genieten van een basisinkomen van € 1.000,- per maand. Robin Ketelaars en Willem Gielingh waren tevens uitgenodigd.


Groningen, 6 december

Willem Gielingh, Rutger Bregman

Tijdens een bijeenkomst van de Studium Generale, was Rutger Bregman te gast.

Meer dan 360 mensen, allemaal voorstander van een OBi, hadden een zeer boeiende avond. Achteraf nog even nababbelen met de inleider.

 

Groningen, 9 december

In Wadapartja in Groningen kwamen een 4-tal PvdA-leden (bestuursleden, raadsleden en een ex-burgemeester) bij elkaar om zich voor te bereiden op een bijeenkomst (30 januari 2017) waar burgers uit de gemeenten Bellingwolde en Vlagtwedde (Oost Groningen) kennis kunnen maken met het basisinkomen. Willem Gielingh was gevraagd hierbij aanwezig te zijn, omdat het de bedoeling is dat hij een inleidende presentatie zal gaan verzorgen. Duidelijk werd nog maar weer eens dat de regio (gewesten en afdelingen) meer met het basisinkomen hebben dan hun partijleiders in Den Haag. Verheugend dat men zich daar niet te veel van aantrekt en gewoon door wil gaan met naar de toekomst te kijken.

 

Groningen, 20 december

In Wadapartja werd Willem Gielingh door een extern adviseur van de gemeente Leeuwarden bijgepraat over de verkennende werkzaamheden van de door de gemeente ingestelde klankbordgroep. Een half jaar eerder is in de gemeenteraad immers een motie aangenomen om te komen tot een onderzoek naar de mogelijkheid tot het houden van een pilot rond het OBi. Naast deze externe adviseur (econoom) en samen met de directeur van Europese Culturele Hoofdstad 2018, een hoogleraar van de RUG, de drie indieners van de motie, ondersteunende griffiemedewerkers en ondergetekende namens de VBi wordt er hard gewerkt aan een experimenteer voorstel. Een experiment overigens dat in niets lijkt op wat 4 grote steden van plan zijn met die regelarme bijstand en waar ook nog een groot aantal andere gemeenten iets mee willen doen. Neemt niet weg dat het een en ander haalbaar moet zijn en dat vereist veel studie. Er wordt op 19 januari 2017 verder vergaderd en het doel is om B&W en de gemeenteraad eind maart, begin april een advies te kunnen overleggen.

 

Assen, september-december

Hierbij volsta ik met de mededeling dat het BT (basisteam) Assen een tomeloze inzet heeft op meerdere gebieden en allerlei fronten. Of het nou gaat om brieven schrijven naar politici, het willen meedenken over de website of het ontwikkelen van PR-materiaal. Chapeau voor dit team! Ik zou zeggen: hou ze in de gaten!

 

December 2016, door Willem Gielingh, vice-voorzitter

Het bericht Korte berichten over Basisinkomen uit Noord-Nederland verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Van de voorzitter – December 2016

Alexander de Roo

Na D66 kiest ook GroenLinks meer basisinkomen. Nu de PvdA nog 

Uw voorzitter mocht namens 250 GroenLinks leden uit 100 afdelingen spreken over een serieuze, landelijke  proef met het basisinkomen ( 40 miljoen €) om de gedragseffecten van het basisinkomen te onderzoeken. 80 % stemde voor. Het amendement om basisinkomen in te voren haalde onverwachts 47 %. Meer info klik hier. hier

De PvdA gaat zich op 14 en 15 januari bezig houden met haar programma en daar een basisinkomen motie voorliggen dankzij onze onvermoeibare Hans Lindeijer.

 

Redactie website Basisinkomen.nl is aangetreden

Reyer Brons

Florie Barnhoorn

Het bestuur is blij dat Reyer Brons bereid is om als eindredacteur van onze website te fungeren en dat Florie Barnhoorn tot de redactie van onze website is toegetreden, dit is een flinke ontlasting van de werkzaamheden van Robin Ketelaars die vanaf 2005 de berichtgeving op de website voor zijn rekening nam. Robin blijft de website technisch onderhouden.

Het bericht Van de voorzitter – December 2016 verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

De penningmeester maakt ook wel eens een foutje

De komende maanden wil de vereniging veel initiatieven ontplooien aan de vooravond van de landelijke verkiezingen in maart. Om deze te financieren heeft de vereniging meer geld nodig. Als penningmeester heb ik de afgelopen dagen daarom oproepen verstuurd aan leden die in afgelopen jaar (jaren) nog geen contributie hadden betaald.

De vereniging rekent erop dat alle leden naar draagkracht bijdragen met hun contributie.

Soms gebeurt het dat ik leden onterecht herinner om hun contributie te betalen omdat door een foutje hun betaling niet verwerkt was in mijn overzicht. Ik doe mijn best om dat zoveel mogelijk te voorkomen. Als het toch gebeurt neemt u mij dat dan niet al te zeer kwalijk.

U kunt voor de betaling van de contributie[1] en uw eventuele donatie[2] gebruik maken van de nieuwe rekening die de vereniging in 2016 geopend heeft bij Triodos. Vanwege het duurzame karakter van deze bank hebben we als bestuur besloten om het komende jaar geleidelijk over te gaan met onze betalingen en ontvangsten naar Triodos.
Het rekeningnummer is NL52TRIO 0391 2270 68 ten name van Vereniging Basisinkomen te Zeist. De oude rekening bij ING (NL28 INGB 0001 8909 19 ) zal in de loop van 2017 opgeheven worden.

Ik wens u en uw dierbaren fijne feestdagen en hoop op een gul gebaar van uw kant.

Marten Kramer
Penningmeester

[1] http://basisinkomen.eu/betaalpagina-lidmaatschap-vereniging-basisinkomen/

[2] http://basisinkomen.eu/donatie-aan-vereniging-basisinkomen/

Het bericht De penningmeester maakt ook wel eens een foutje verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.