Fins experiment – een beroerde afwijking van een universeel basisinkomen

Ondanks de stellige uitspraken van de zittende coalitie, zal het basisinkomen in Finland niet verdwijnen van de politieke agenda. Hervorming van het sociale stelsel speelt een belangrijke rol bij de komende verkiezingen.

Het Finse basisinkomens-experiment uitgevoerd in 2017 en 2018 betrof noch een universeel noch een fatsoenlijk basisinkomen. 2.000 willekeurig gekozen werklozen namen deel aan het project. Ze kwamen uit verschillende delen van het land, wat wel goed is. Iemand van het dunbevolkte Lapland, waar banen niet aan bomen groeien, kreeg hetzelfde bedrag als iemand die uit het hoofdstedelijk gebied komt.
Het doel van de overheid met het experiment was om te zien of € 560  per maand zou leiden tot mensen die een baan aannemen (of ondernemer worden). De verwachting dat een werkloze een baan zou vinden als hij of zij dat wilde, in een land met 7,6% werkloosheid (augustus 2018), is een tamelijk onrealistisch benadering.

Het onderzoeksteam achter het experiment, geleid door Olli Kangas, was gefrustreerd door het smalle bereik van het experiment, en een ideaal follow-up-experiment zou in Kanga’s ogen een experiment met meer dan 10.000 personen zijn waaronder zo’n 2.000 freelancers, zelfstandigen en ongeveer 2.000 werkende armen. Zo’n experiment, zegt Kangas in een interview, zou een beter onderzoek zijn om te zien of een basisinkomen mensen activeert.

En jawel, degenen die zich verzetten tegen een basisinkomen kregen wat ze verwachtten. In het eerste rapport is aangegeven dat het basisinkomen niet tot een toename van de werkgelegenheid had geleid. Deze conclusie is wel erg simplistisch.

Gelukkig heeft het onderzoeksteam een ​​beoordeling van de deelnemers toegevoegd mbt het welzijn. Verhoogd welzijn was een eenduidig ​​resultaat van het experiment. Daar tegenover is de conclusie dat het project niet tot meer werkgelegenheid heeft geleid, tamelijk dubbelzinnig. Er was een lichte toename van de werkgelegenheid, maar niet groot genoeg om het statistisch significant te maken. Maar er waren dus positieve signalen die moeten worden benadrukt. En hierbij is de looptijd van het experiment cruciaal, omdat twee jaar te kort is om dingen te ontwikkelen. Dat is sterk benadrukt in de besprekingen van het eerste rapport van het project, gepresenteerd op 8 februari 2019.

Het basisinkomen blijft op de politieke agenda staan

Het basisinkomen zal na het experiment niet verdwijnen van de politieke agenda.
De huidige minsister van Financiën Petteri Orpo kan dat wel zeggen en hopen (Finnish finance minister: ‘Case closed’ for universal basic income), maar dat zal niet gebeuren.
De komende grote hervorming van het stelsel van sociale voorzieningen zal hiervoor zorgen. Ook de parlementsverkiezingen van 14 april 2019 zijn van belang. Verschillende partijen pleiten voor een of andere vorm van basisinkomen. De Groene Liga en de Linkse Alliantie (GroenLinks en SP van Finland) hebben een onvoorwaardelijk basisinkomen op hun agenda staan, terwijl sommige andere partijen modellen met verschillende gradaties van conditionaliteit voorstellen. Dus, in die zin, heeft dit verre van volmaakte basisinkomen-experiment invloed gehad. Het basisinkomen is  niet vergeten, hoewel ook niet breed omarmd.

De Centrumpartij, de partij van premier Juha Sipilä die het basisinkomen-experiment  heeft geïnitieerd heeft een schema gepresenteerd onder de naam basisinkomen. Omdat het conditionaliteit bevat, is het evenwel geen echt basisinkomen. Maar er zijn kenmerken van een basisinkomen, dat is natuurlijk een positief teken op de lange termijn.
Het leidende idee in het model van de Centrum Partij is dat autoriteiten mensen niet zullen classificeren op basis van de reden waarom ze beperkte middelen hebben. Ook moeten mensen meer keuzevrijheid krijgen over wat voor soort diensten ze willen.

Slot

Hoewel het bedrag van het basisinkomen klein was, slechts € 560 per maand, de onvoorwaardelijkheid had positieve effecten tot ver buiten de geldwaarde.

Een korte samenvatting van het rapport:
Volgens de analyse van de onderzoeksgegevens was het welzijn van de basisinkomen ontvangers duidelijk beter dan die van de controlegroep. De mensen in de testgroep  ondervonden significant minder problemen in verband met gezondheid, stress en concentratievermogen dan die in de controlegroep. Volgens de resultaten  in de testgroep hebben zij ook aanzienlijk meer zelfvertrouwen in hun eigen toekomst en hun vermogen om invloed te hebben op maatschappelijke problemen dan de controlegroep.

Vivan Storland, februari 2019
vertaling Alexander de Roo

Enkele nuttige bronnen:

Het bericht Fins experiment – een beroerde afwijking van een universeel basisinkomen verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Geplaatst in obi.