Onvoorwaardelijk Basisinkomen in Filosofisch Perspectief

Veel  filosofen gaan uit van het beeld dat de mens in principe een goed en redelijk wezen is en dat hij verantwoordelijk is voor zijn daden. Mensen zijn in staat om te kiezen voor het goede leven dat bij hun karakter past. Voor zover mensen geneigd zijn tot onrechtmatigheden, kan hun gedag altijd verbeterd worden door opvoeding en via kennis door educatie.

Het idee van een onvoorwaardelijk basisinkomen, actueel gemaakt door Philippe van Parijs, inspireerde mij om na te denken over vrijheid en rechtvaardigheid. Vooral omdat ik merkte dat veel mensen een zogenaamde intuïtieve afkeer hebben van de onvoorwaardelijkheid van een dergelijke herverdeling van inkomen. De moraal als arbeidsethos, is immers: Ieder mens moet werken voor zijn brood.

De term “hardwerkende Nederlander” is regelmatig te horen in discussies in de media over belastingheffing en het recht op sociale voorzieningen. Mensen die een uitkering “genieten” worden steeds impliciet als verdachte klaplopers neergezet. Niet alleen door burgers, maar ook door politici.

Deze opvatting leidde tot het opzetten van een uitgebreid controleapparaat, gericht op de mensen met de laagste inkomens. In dit systeem wordt (in ieder geval in Amsterdam) dankbaar gebruik gemaakt van de “kliktelefoon”, waar iedereen anoniem een vermoeden van misbruik van buren of bekenden kan ventileren.  In Amsterdam is project “zoeklicht” op deze manier opgezet. De naam zegt genoeg. Voor de opsporing worden minstens vijf digitale bestanden gekoppeld, wat niet geoorloofd is. Burgers mogen volgens mij, niet worden ingezet voor controles op andere burgers, omdat hun motivatie meestal dubieus kan zijn. Deze wijze stimuleert een verradersmaatschappij, die ik moreel sterk afkeur. Toen ik in de gemeenteraad van Amsterdam zat, stemde ik tegen dit plan als enige. Daarna werd ik op het matje geroepen van de directeur van deze dienst!

Aan rechten op inkomen van de staat zijn altijd harde voorwaarden verbonden. Op zich is het een logische consequentie dat het voldoen aan deze voorwaarden gecontroleerd wordt. Schadelijk is dat deze voorwaarden niet duidelijk zijn gedefinieerd. Een pikant voorbeeld is de controle op het “samenwonen” van alle mensen die AOW en vooral van hen die bijstand ontvangen. Onder “samenwonend” wordt verstaan “het voeren van een gemeenschappelijk huishouding”. Van beiden wordt dan 300 euro van hun uitkering á 1000,- euro per maand afgetrokken, plus boete! Tekenend voor deze onduidelijkheid is dat deze controles gestopt zijn omdat mantelzorgers onder samenwonend werden meegerekend! En dat was niet de bedoeling.

Dit was dus mijn motivatie om over vrijheid en rechtvaardigheid als filosoof onderzoek te doen. Ik was nieuwsgierig naar de vraag: Hoe werd er in vorige eeuwen over vrijheid en rechtvaardigheid gedacht?

Voor het beantwoorden van die vraag zijn utopieën een rijke bron. De filosofen omschrijven hun ideale maatschappij en geven moreel onderbouwde suggesties om dat doel te bereiken. Zij geven aan welke concepten van vrijheid en rechtvaardigheid en een eerlijke distributie van inkomsten zij wensen. Mijn onderzoek is geïnspireerd door de filosofen Kant, Mill, Berlin en Rawls.

Ik ben begonnen bij de oudste utopie, die van Plato uit 357 voor christus: Magnesia op het eiland Kreta, uitgebreid beschreven in zijn boek “De Wetten”. Tot mijn grote verbazing bleek dit een totaal onbekende utopie te zijn, zelfs onder filosofen. Pikant is dat de zeer beroemde Utopia van Thomas More uit 1516 geïnspireerd is door Magnesia. More geeft nota bene commentaar op de utopie van Plato.

Daarna bestudeerde ik de niet utopisch bedoelde voorstellen voor een rechtvaardiger en vrijere samenleving. Tijdens de Franse Revolutie komt Thomas Paine in 1796 als eerste met een direct uitvoerbaar plan voor een onvoorwaardelijk basisinkomen. Decennia later geven Charlier en Huet daar in 1848 en 1853 weer hun commentaar op. Bij de hedendaagse filosofen koos ik Philippe van Parijs in 1991 en kritiek op hem van Gijs van Donselaar in 2009.

Wat zijn nu de overeenkomsten en verschillen tussen deze zeven filosofen over een al dan niet onvoorwaardelijk basisinkomen. Ik zal proberen om niet in te gaan op de voorstellen om tot uitvoering te komen van de plannen. Dat is nogal lastig omdat dit zeer verweven is met hun ideeën.

Wel zal ik kijken naar de filosofische rechtvaardiging van een herverdeling van inkomens. Hiervoor is het mensbeeld dat ten grondslag ligt aan de vorm van basisinkomen een belangrijke grond voor de geloofwaardigheid en uitvoerbaarheid van de plannen.

Alle zeven filosofen zijn het eens over de rechtvaardigheid van eerlijke verdeling aan iedereen van de producten die de aarde aan mensen geeft, opdat alle mensen op een humaan bestaansminimum kunnen leven.

Het morele doel is om steeds iedereen de ruimte te geven voor zijn eigen opvatting van “het goede leven”, zoals Plato dat noemt. Als start geldt vaak als reden om armoede uit te bannen. Het uitgangspunt is dat er is genoeg op aarde is voor iedereen.

Alle filosofen hebben hun problemen met privé-eigendom en communaal eigendom, waarin het bestaan van ongelijkheden in rijkdom, vooral als er sprake is van geld, een cruciale rol speelt.

Een eerste breuk in de rode draad in de morele concepten van vrijheid en rechtvaardigheid is duidelijk aan te geven rond de verandering van de agrarische samenlevingen door de opkomst in 1800 van de eerste industrieën. Tegelijk met de nieuwe moraal uit de Franse Revolutie: Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap. Problemen uiten zich vooral in de extreme armoede waar de nieuwe soort arbeiders toe gedwongen worden met werkdagen van 14 tot 16 uren. (Paine)

Een tweede breuk vinden we bij Philippe van Parijs. Hij noteert dat aan het einde van de 20ste eeuw de idealen van het socialisme niet meer het beoogde resultaat opleveren in de ogen van veel mensen, zoals we aan de recente verkiezingen hebben kunnen zien.

Van Parijs pleit vurig voor het idee van billijkheid als morele basis voor een eerlijker en humanere samenleving.

Gelijkenissen & Verschillen

Alle filosofen gaan ervan uit dat mensen als vrije individuen geboren zijn. Hun vrijheid moet beschermd worden door wetten die voor iedereen gelijk zijn. De formele vrijheid (wetten) evenals de negatieve vrijheid (veiligheid etc.) zijn duidelijk hetzelfde. De concepten van positieve vrijheid (hoe wordt vrijheid ingevuld) verschillen. De bepalingen van verplichtingen om bijdragen te leveren aan de samenleving, kunnen verscheidene morele grondslagen hebben en beperken in zekere zin de vrijheid van handelen. De uitspraak “vrijheid zonder inkomen bestaat niet, want armoede leidt tot slavernij’ is voor allen waar.

Rechtvaardigheid

Dus alle filosofen gaan ervan uit dat in een rechtvaardige samenleving geen armoede mag voorkomen. Er is genoeg voor iedereen op aarde. Een rechtvaardige verdeling van de middelen, in ieder geval op een leefbaar minimumniveau is dus noodzakelijk. Exploitatie van mensen en ten koste van anderen leven, wordt niet getolereerd. Er zijn wel verschillende opvattingen over de rechtvaardige grondslag van de eerlijke verdeling, zoals bijvoorbeeld naar behoefte, naar werk of inspanning of op grond van het bestaan op zich.

Gelijkheid

In principe moeten alle mensen gelijke rechten hebben en gelijk behandeld worden, volgens allen. In de uitvoering in de praktijk van deze gelijkheid liggen de verschillen, omdat mensen als persoon nooit gelijk kunnen zijn. Proportionele ongelijkheid (zoals bij Plato) is aanvaardbaar omdat gelijke behandeling bestaande ongelijkheden in stand houdt.

Er zijn verscheidene opvattingen over gelijkheid: moet het gaan over gelijkheid van kansen en mogelijkheden of over gelijke uitkomsten. Allen pleiten voor een extra zorg door de staat voor de zwakkeren. Verplicht vrij onderwijs voor alle mensen om zich te verbeteren en te ontwikkelen om zo achterstanden in te lopen is steeds een essentieel onderdeel. Over de opvatting dat gelijkheid weer niet ten koste mag gaan van diversiteit als vrijheidsbeginsel, verschillen de meningen gradueel.

Religie

Vrijheid van godsdienst wordt door allen getolereerd binnen de grenzen van de wetten. Sommige religieuze opvattingen worden gezien als van praktisch nut: als een welkome morele basis van leven. Maar religieuze sektes en orthodoxe geloofsopvattingen, die onderdrukkend zijn voor hun aanhangers, gaan in tegen het ideaal van de vrije mens. Een godsdienst die verkondigt dat ieder mens een vast plaats – ook in armoedige situatie – in de maatschappij heeft, waar hij zich nooit uit kan bevrijden, is niet welkom.

Een prachtig voorbeeld is de woede van Paine, toen een Parijse bisschop in zijn preek debiteerde dat god niet alleen de mens geschapen had, maar ook arm en rijk bepaald had. Pain schreef: Nee, god heeft alleen man en vrouw geschapen.

Werk en vrije tijd

De meeste filosofen vinden het normaal dat iedereen, die kan werken, verplicht is om minimaal voor eigen onderhoud arbeid te verrichten. Vrije tijd is niet alleen om te recupereren, maar vooral belangrijk voor het recht op de eigen ontwikkeling door onderwijs en cultuur, maar ook om te kunnen genieten van het leven. Dit geldt vooral voor de oude utopieën.

Vanaf het begin van de 19e eeuw, wanneer de agrarische wereld verandert in een kapitalistische samenleving en de mogelijkheid voor betaald werk voor de massa afhankelijk wordt van de geboden werkgelegenheid, zien we voor het eerst dat algemene uitkering voor iedereen, zonder dwang tot arbeid voor een “baas”, voorgesteld wordt. Hier bestaan principiële verschillen over de rechtvaardigheid. De vrijheid om zonder betaald werk, van een onvoorwaardelijk basisinkomen te leven, naar eigen morele opvatting van het goede leven, is een terugkomende discussie. Het gaat in tegen de intuïtie van het dan vigerende arbeidsethos.

Mensbeeld

Alle zeven filosofen gaan uit van het beeld dat de mens in principe een goed en redelijk wezen is en dat hij verantwoordelijk is voor zijn daden. Mensen zijn in staat om te kiezen voor het goede leven dat bij hun karakter past. Voor zover mensen geneigd zijn tot onrechtmatigheden, kan hun gedag altijd verbeterd worden door opvoeding en via kennis door educatie. Een mens kan zich op ieder moment herpakken door opnieuw zijn keuzen in vrijheid te bepalen. Ook na een relaps door foute driften zoals hebzucht, een verlangen naar een overmatig hedonistisch leven, spilzucht of het plegen van criminele activiteiten. Het verschil zit hem voornamelijk in de inschatting van de bestendigheid van de menselijke natuur tegen schadelijke verleidingen.

Hier wordt in het bijzonder steeds de zwakte van jongeren gememoreerd. Zij zijn nog niet in staat hun leven te overzien. Dit zou vooral kunnen leiden tot spilzucht en luiheid. Zij moeten beschermd worden tegen verleidelijke situaties zoals bijvoorbeeld de beschikking over veel gratis geld ineens.

Alle filosofen hebben het idee dat mensen niet per se gelukkig worden van rijkdom. Matigheid, beheersing van felle emoties, rechtvaardigheidsgevoel en een moraal van saamhorigheid kunnen tot een goed leven leiden.

Hansje Kalt, 26 september 2017
Inleiding
 filosofisch diner, Amsterdam.
Dit was een eerste in de serie diners die deze herfst worden georganiseerd door Vuurwerk Filosofie en Stichting Vitamine Z
.  onder de titel Het Nieuwe Werken – wanneer wordt werken overbodig?

LITERATUUR:

Citaten uit: Hansje Kalt (2014): Een Onvoorwaardelijk Basisinkomen in Utopisch Perspectief, Over Echte vrijheid & Rechtvaardigheid. Uitgever: de columnist@ruud verdonck.nl
Isbn 978.90.820225-1-3
Zie ook de vermelding op de VBi-website.
Een exemplaar van het boekje kan bij Hansje Kalt besteld worden voor 5 euro per exemplaar plus verzendkosten á 5 euro. Dus totaal 10 euro per exemplaarDit kan per email hjekalt@xs4all.nl of  telefonisch: 020 627 8682 (resp. 06- 1666 0677) of per post: Amstel 53 F boot, 1018 EJ Amsterdam.

—————————

Cuncliffe, John & Erreygers, Guido (2003); Basic Income? Basic Capital!,  Origins and Issues of a Debate: Joseph Charlier, 1848 en Francois Huet, 1853. Blackwell Pyblishing, Oxford UK / Malden USA.

Donselaar, Gijs van (2009) The Right to Exploit, Oxford/NY.

More Thomas (1965) Utopia (1516) Introduction Paul Turner. Penguin Books, London UK.

Paine, Thomas (2012: Agrarian Justice (1796) In: Social Security, Social Insurance History: www.ssa.gov/history/paine4.html.

Plato (1975): The Laws (357 b.c.) Introduction by Trevor Saunders, translation. Penguin Books, London.

Van Parijs, Philippe (1991) Why surfers should be fed. In: Philosophy & Public Affaires, Vol.20, No. 2 1991.

Van Parijs, Philippe (1995a)  Real Freedom for All, What (if anything) can justify capitalism. Oxford University Press. UK

Van Parijs, Philippe (1995b): De solidariteit Voorbij, over de ethische transformatie van de verzorgingsstaat. In: Het Basisinkomen red, R.J. van der Veen & Pels, Van Gennep, Amsterdam.

Geplaatst door Reyer Brons op 10-10-2017

Het bericht Onvoorwaardelijk Basisinkomen in Filosofisch Perspectief verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Geplaatst in basisinkomen, obi.