Brieven aan een Paralleluniversum 5. Nachtmerrie binnenkort werkelijkheid!

paralleluniversum-nachtmerrie
Dit is de vijfde aflevering van de feuilleton Brieven aan een Paralleluniversum van de Duitse schrijfster Petra Keup. De eerste verscheen op 8 oktober 2017. Sindsdien publiceer ik iedere zondagochtend een hoofdstuk van deze roman. De brieven zijn geschreven door Maximiliane Wonder-Licht, een ‘klant’, en gericht aan Valentin Graumann, de directeur van een instantie, die ‘Hartz-IV’, zeg maar de Duitse sociale bijstand, uitkeert.

Betreft: “O”
– zucht: nachtmerrie plus dagdroom is binnenkort werkelijkheid!

Zeer geachte heer Graumann,

paralleluniversum-nachtmerrie U hebt mij niet tegengesproken en daarmee is uw interne dienstinstructie dus een feit. Als pedagogisch onderlegd persoon vind ik het ook altijd erg belangrijk om mensen te confronteren met de gevolgen van hun daden. De mens leert immers van zijn fouten, tenminste dat beelden zijn opvoeders zich graag in. Alleen geschiedenisleraren zien dat misschien anders. De anderen blijven onverstoorbaar geloven in het goede van de mens.
Daar u en uw organisatie zich zo intensief met onze familie-aangelegenheden en ons meest intieme privé-leven wilt bemoeien, heb ik besloten, u regelmatig over onze wederwaardigheden in kennis te stellen.

Vandaag eerst een voor u verheugend bericht: uw plan werkt. Uw medewerkers hebben het warempel voor elkaar gekregen, wij kunnen dag en nacht aan niets anders meer denken dan aan u en uw personeel. Zo gaat dat met je favoriete vijand: daar denk je dag en nacht aan. Daarin lijkt u heel erg op de geliefde. Aan die ene moet je ook dag en nacht denken, in ieder geval zo lang men op hem verliefd is.

paralleluniversum-nachtmerrie Afgelopen nacht maakte mijn dochter mij wakker, omdat ze door een enge nachtmerrie geteisterd werd. Ze droomde van een groot huis, waar we naar binnen moesten gaan, en waar alleen maar mensachtige mieren ijverig bezig waren, alle denkbare plannen te smeden om ons te schaden. Plotseling wilde haar vader de alimentatie niet meer betalen, die ze ooit moeizaam met hem overeengekomen was. Toevallig lag die hoger dan wettelijk voorgeschreven. De mieren brachten hem op het idee dat hij ook minder kon betalen, ja, volgens de wet zelfs verplicht was minder te betalen. Tegelijkertijd organiseerde onze huisbaas een vreugdefeest, omdat hij eindelijk van een jarenlange huurster af was en hij nu bij een volgende huurder een aanzienlijk hogere winst kon opstrijken. Nadat wij dus naar het goedkoopste deel van de stad O verhuisd waren, werden al onze sollicitatiebrieven reeds op grond van het adres van de afzender afgewezen. paralleluniversum-nachtmerrie Mijn dochter werd gedwongen haar carrièreplannen op de vuilnishoop te gooien en toen werd ze met handboeien geketend aan een zeer ijverige mier uit het grote huis. De hoofdmier dwong ondertussen haar moeder steeds weer in schuiflades, maar de laden gingen gewoon niet meer dicht. Eerst was de hoofdmier radeloos, maar opeens haalde zij een mes te voorschijn. Alles wat niet in de lade paste, kapte ze af.

Meneer Graumann, herkent u zichzelf en uw Dienst in deze droom? Onze nachtrust was in ieder geval verdwenen en nu schrijf ik u dus moe en uitgeput.

Ik ga nu, vrij naar Wilhelm Busch, een fles sterke drank leegmaken en mij overgeven aan een dagdroom over mijn toekomstige carrière.[1] Als ik mij uw kantoor lang genoeg met deze goed smakende drank voor de geest geroepen heb, zou ik, milder gestemd, in een niet zo verre toekomst in joggingbroek en op slippers, in een wolk van natuurlijk parfum, bij u kunnen opduiken en zou ik een hulpverlener krijgen, die mij gaat helpen om de juiste motivatie te ontdekken, en wat het belangrijkste is, ik zou eindelijk, zoals Hans Huckebein, in één van uw lades passen. Dan zou u gelukkig zijn en ik zou rust hebben.

paralleluniversum-nachtmerrie
paralleluniversum-nachtmerrie

Genoeg voor vandaag, zij groet u,
Maximiliane Wonder-Licht

Een overzicht van alle gepubliceerde hoofdstukken is hier te vinden.
Vertaling: Florie Barnhoorn

Wordt vervolgd op zondag 12 november 2017


1. Wilhelm Busch (*1832; † 1908) was één van de belangrijkste dichters en tekenaars in Duitsland. Hij geldt als pionier op het gebied van stripverhalen. Eén van zijn bekendste werken is het verhaal over de ontembare raaf – of pechvogel – Hans Huckebein. Zie voor de originele tekeningen hier.

Het bericht Brieven aan een Paralleluniversum 5. Nachtmerrie binnenkort werkelijkheid! verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Terugblik Studiemiddag ‘Basisinkomen verdient rationele afweging’

Het NPI (Netwerk Politieke Innovatie) beoogt eenvoud in het openbaar bestuur. Een verbeterd, minder ideologisch bevangen debat over het basisinkomen zou daar aan kunnen bijdragen. Daartoe werd door het NPI een programma voor onderzoek opgesteld en verspreid. Gedachte daar achter: als we meer kennis hebben, gaan we verstandiger praten.
Het spreekt allemaal niet vanzelf, zo blijkt na onze ontmoeting in Nieuwspoort.

In deze reportage geven we een korte inhoud van de presentaties, waarvan de documentatie op de website van het NPI te vinden is. De verslaglegging is uiteraard niet woordelijk en vrij compact. In ons eigen, cursief commentaar, pogen wij niet zozeer verslag  te doen, als wel perspectieven aan te bieden, waarmee de discussie verder kan worden gebracht. Daarmee zijn wij trouw aan onze opdracht: we willen verandering bewerkstelligen.

De bijeenkomst (Den Haag, Nieuwspoort, 16 oktober 2017) wordt geopend door Peter van Hoesel, voorzitter van het NPI.
Hij onderstreept het doel van de bijeenkomst, namelijk het op gang brengen van een meer rationele discussie over het basisinkomen, waarvoor volgens het NPI meer en beter onderzoek en kennis nodig is.
Hij toont zich verheugd over de drie bijzondere sprekers van deze middag. Te beginnen met het Belgische parlementslid Nele Lijnen die haar boek presenteert dat zij over het basisinkomen heeft geschreven. Daarin beveelt zij onder meer het NPI-onderzoeksvoorstel sterk aan. Vervolgens de directeur-generaal Sociale Zekerheid Bernard ter Haar, die zijn visie  komt geven over het basisinkomen in het licht van de beleidsdoelstelling om iedereen aan het werk te krijgen. Tenslotte senioronderzoeker Egbert Jongen van het CPB die vertelt over reeds uitgevoerd rekenwerk en de mogelijkheden voor verder onderzoek.

De eerste spreker: Nele Lijnen

Nele Lijnen houdt een gloedvol betoog over de merites van het basisinkomen. Zij wijst onder meer op de individuele vrijheid die invoering mee kan brengen, op mogelijk meer creativiteit, productiviteit en levensgeluk. Zij noemt enkele reeds uitgevoerde experimenten, die tonen zien dat deze gevolgen van een basisinkomen plausibel zijn.
Zij besteedt de nodige aandacht aan de financierbaarheid van het basisinkomen, waarbij zij de benadering van Marcel Canoy volgt. Zij betoogt voorts dat het huidige stelsel van sociale zekerheid mensen inactief houdt (de armoedeval) en dat een basisinkomen meer mensen gaat activeren. Zij wijst op het momenteel veelbelovendste experiment op het gebied van het basisinkomen, namelijk het experiment in Finland.
Zij overhandigt haar boek tenslotte aan Bernard ter Haar, ambtelijk vertegenwoordiger van de Staat der Nederlanden. Hij belooft haar het boek te gaan lezen. (Win for Life, Pelckmans Pro, 2017; www.winforlifeboek.be.

Een paar elementen vallen op aan haar betoog. Wij vermelden die, omdat zij ons kunnen inspireren, want de Belgen lijken wel heel anders dan wij, maar zijn toch ook heel verwant. 

  1. Nele Lijnen hoort tot de liberale partij en lijkt ook duidelijk te staan in een liberale en libertaire denktraditie. Dat logenstraft de ideologische verwachting dat voorstanders van een basisinkomen linkse potverteerders zouden zijn, evenzeer de idee dat liberalen harde marktdenkers zijn, die niets op hebben met de “zachtere” resultaten die van een basisinkomen mogen worden verwacht.
  2. Nele Lijnen vindt onderzoek en meer kennis over het basisinkomen van groot belang voor België. Zij steunt het NPI-onderzoeksprogramma onverkort. Ook de experimenten met de bijstandswet in Nederland hebben haar belangstelling, hoewel zij ook twijfelt of daaruit voldoende inzicht over het basisinkomen te halen valt.
    Of in de politieke context in België een positief besluit te verwachten is over het financieren en uitvoeren van een onderzoeksprogramma zoals het NPI voorstelt, is niet helder. Voor de Nederlandse politieke context geldt overigens het zelfde.
  3. Zoals presidentskandidaat Hillary Clinton af zag van het basisinkomen, toen zij de cijfers niet overtuigend rond kreeg, is ook niet helder geworden hoe een verwacht begrotingstekort van 30 miljard in de benadering van Canoy zou moeten worden gedicht. Een Engels rapport zegt: “affordability and distributional effects cannot be separated; rather than claiming UBI is unaffordable per se, a more apt characterisation of opposition is that an affordable UBI would be inadequate, and an adequate UBI would be unaffordable.”
    Het zou kunnen: een betaalbaar basisinkomen is ontoereikend, maar een toereikend basisinkomen is onbetaalbaar. Juist dit spanningsveld is de reden voor ons voorgestelde NPI-onderzoeksprogramma. We weten nog onvoldoende, zowel over de effecten als over de betaalbaarheid.

 

De tweede spreker, Bernard Ter Haar

Bernard ter Haar (DG SZW) houdt een openhartig betoog over het huidige beleid van het ministerie van SZW. Hij toont wat er allemaal gedaan wordt aan de verbinding tussen beroepsbevolking en arbeidsmarkt. Hij geeft impliciet toe dat dit alles tot een enorme bureaucratie en complexiteit heeft geleid, die eigenlijk beteugeld moet worden.
Hij wijst erop dat de groeiende economie voldoende mogelijkheden biedt om veel meer mensen aan het werk te krijgen. Een basisinkomen ziet hij daarbij als een onnodig middel, om niet te zeggen een verkeerd middel dat er vooral toe kan leiden dat er juist minder mensen aan de slag gaan. De dalende arbeidsparticipatie is wel plausibel, maar de zaal interrumpeert met de vraag hoe erg dat zou zijn voor moeders met jonge kinderen.
Dalende arbeidsparticipatie zal een enorm begrotingsgat mee brengen, waarvoor eigenlijk alleen een forse (onwenselijke) belastingverhoging als remedie kan dienen, is zijn repliek. Aanknopingspunten voor onderzoek naar het basisinkomen ziet hij alleen in die zin dat er wat te leren zou zijn van de experimenten die bij sommige gemeenten op gang zijn gekomen

Omdat Ter Haar eerder weg moet, krijgt de zaal meteen na zijn presentatie gelegenheid om met hem in discussie te gaan.
Desgevraagd blijkt hij niet bang voor de gevolgen van robotisering, want alle eerdere fasen van de industriële revolutie hebben niet geleid tot een structurele daling van de werkgelegenheid. Er is weinig reden te denken dat nu massale werkloosheid zal ontstaan.
Hij erkent dat het basisinkomen een middel kan zijn tegen de bureaucratie in de sociale zekerheid, maar dat middel is volgens hem veel te duur. Er zijn andere mogelijkheden om hier wat aan te doen, maar hij wordt niet concreet op dit punt.
Hij toont zich niet toegankelijk voor het pleidooi om onderzoek te doen naar het basisinkomen, anders dan wat zou kunnen worden geleerd van genoemde gemeentelijke experimenten.
Diverse toehoorders, inclusief Nele Lijnen, bestoken hem met allerlei maatschappelijke voordelen van een basisinkomen, maar Ter Haar geeft geen krimp en blijft van mening dat het basisinkomen geen goede benadering is van de arbeidsmarkt en de sociale zekerheid

Op zich was de stelling van Ter Haar geen verrassing voor het NPI. In de voorbereiding was zijn positie redelijk helder gemarkeerd. De omstandigheden waren voor een hoge ambtelijke spreker ook minstens ongemakkelijk: een vers regeerakkoord, nog ontbrekende bewindslieden. Daarom past lof en waardering voor zijn bijdrage.
Toch willen wij, vanuit het perspectief van het NPI, een aantal opmerkingen plaatsen bij zijn betoog, sheets en cijfers.

  1.  Analyses hebben behoefte aan conclusies. In het betoog van Ter Haar vallen die nogal dun en impliciet uit. Zijn voorlaatste sheet telt vier “uitdagingen”, die programmatisch of als forse zelfkritiek kunnen worden gelezen.
    Het lijkt niet vol te houden dat de arbeidsmarktpositie van kwetsbare groepen is verbeterd. Het thema complexiteitsreductie zou topprioriteit moeten zijn. Maar dat is de moeilijkste taak van ons openbaar bestuur. Hoe effectief is eigenlijk het beleid dat focust op werk voor de kwetsbaren? Onderzoek is er weinig en effectiviteit lijkt twijfelachtig.
    Juist daarom wil het NPI, ‘sine ira et studio’, onderzoek naar de mogelijkheid van een basisinkomen. Wat wij onderzocht willen hebben staat in ons onderzoekprogramma en in Win for Life van Nele Lijnen.(p. 156-160.
  2. Het NPI hoopte op meer belangstelling voor het experimentenregime vanuit het beleid voor de sociale zekerheid. SZW experimenteert met enkele proefgemeenten met minder strakke voorwaarden voor de bijstand.
    De praktijk daarvan wordt sterk bepaald door een beschikking hierover, waardoor lokaal vrijwel geen ruimte ontstaat in de relatie tussen Rijk en Gemeenten.
    Het zou waardevol zijn voor het inzicht, als de experimenten meer ruimte zouden verschaffen aan de lokale overheden en de lokale creativiteit.
    Onhelder blijft nu hoe SZW zich zou kunnen instellen op een geleidelijke invoering van een basisinkomen of varianten daarvan.
  3. Volgens het regeerakkoord wil het nieuwe kabinet sleutelen aan proeftijd, loonkostensubsidie en loonkostendispensatie. Hoe precies die beleidsmaatregelen op elkaar zullen worden afgestemd en inwerken, is nog niet helder.
    Maar de teneur lijkt: verkrappen van de inkomens en rechtspositie van arbeidsgehandicapten, teneinde hun financiële prikkel om te werken te vergroten. Dat lijkt een geloof in stimulus-response mechanismen, die misschien voor gezonde mensen en organisaties gelden, maar bij de ‘kwetsbaren’ twijfels oproepen.

 

De derde spreker, Egbert Jongen, CPB

Egbert Jongen vertelt over de berekeningen die het CPB heeft gemaakt m.b.t. het basisinkomen. Steevast bleek daaruit naar voren te komen dat de arbeidsparticipatie met 5% zou gaan dalen na invoering van het basisinkomen. Hij denkt niet dat dit bij nieuw onderzoek anders zou komen te liggen, hoewel hij moet toegeven dat een volwaardige maatschappelijke kosten/baten analyse (MKBA) tot nu toe niet is uitgevoerd.
Hij geeft ook enkele uitkomsten van het Canadese Mincome-project, waarbij overigens niet duidelijk naar voren komt of die al of niet in overeenstemming zijn met genoemde 5% daling van de arbeidsparticipatie.
Interessant is verder dat Jongen van mening is dat de huidige experimenten in binnen- en buitenland nauwelijks de effecten kunnen laten zien van een grootschalig ingevoerd basisinkomen, waarbij onder meer het belastingsysteem op de schop zou moeten gaan.

Tijdens de discussie met de zaal wordt Jongen bestookt met argumenten die proberen de 5% daling van de arbeidsparticipatie aan te pakken, maar hij blijft volhouden dat die 5% min of meer onontkoombaar is.
Wouter Keller betoogt, vanuit de zaal, dat het bestaande systeem van sociale zekerheid een armoedeval tot en met de middeninkomens betekent. Hij krijgt deels gelijk van Jongen:  dat  geldt voor eenoudergezinnen, maar niet voor tweeoudergezinnen.
Veel toehoorders wijzen Jongen op andere maatstaven dan het BNP voor het waarderen van het basisinkomen. Jongen beaamt dat zoiets als ‘bruto nationaal geluk’ best zinvol kan zijn, maar blijkt niet erg happig te zijn op meer onderzoek naar het basisinkomen bij het CPB. Het CPB bedient de politiek, een onafhankelijke onderzoeker is het CPB niet.

Gelet op het inmiddels gevorderde tijdstip zag de middagvoorzitter af van een afsluitend betoog. Tijdens de geanimeerde borrel werd er door velen lang nagepraat en werden er allerlei onderlinge contacten gelegd.

Voor een onderzoeker van het CPB is de ruimte beperkt. De onderzoeker wordt bepaald door zijn opdrachtgever. Dat maakt zijn positie kwetsbaar.
Opmerkelijk voor het NPI is dat het CPB van oordeel is dat 5% verlies aan arbeidsparticipatie onvermijdelijk lijkt te zijn, terwijl de enige basis daarvoor de doorrekening van de partijprogramma’s lijkt te zijn. Maar Jongen vond dat die afnemende arbeidsparticipatie zich altijd zou voor doen. Is het een dominant mensbeeld? (“Mensen zijn lui”.)
Ook de experimenten met de bijstand komen ter sprake. Maar veel nieuw inzicht verwacht Jongen daar niet van. Zie ook hiervoor. Beter onderzoek en andere experimenten zijn nodig.
In de discussie gaf hij toe dat geen MKBA is uitgevoerd over het basisinkomen. Dat zou zinvol kunnen zijn en tot andere uitkomsten kunnen leiden dan de doorrekening van de partijprogramma’s. Maar een opdracht hiertoe zou uit de politiek moeten komen.
Uit de opstelling van Bernard ter Haar is af te leiden dat dit niet voor de hand ligt.

Hoe het NPI met de gebrachte inzichten verder zal opereren, zullen we in rust bespreken. Het scheppen van nieuwe dynamiek moet met een nieuwe regering kunnen lukken.

Tom van Doormaal, Peter van Hoesel, november 2017
Geplaatst door Reyer Brons
Deze terugblik is eerder verschenen op de website van het NPI

De sheets van de drie sprekers op maandag 16 oktober jl. zijn als PDF-document beschikbaar via de website van het NPI:

Het bericht Terugblik Studiemiddag ‘Basisinkomen verdient rationele afweging’ verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Open brief aan de Minister van Justitie en Veiligheid, Ferdinand Grapperhaus

Ferdinand_GrapperhausFerdinand Grapperhaus, nu minister van Justitie en Veiligheid, stelde in een interview dat de ongelijkheid in kansen slecht is voor de rechtsstaat. Volgens Joop Böhm kan meer gelijkheid het beste bereikt worden door de invoering van een universeel basisinkomen.

Geachte heer Grapperhaus, Excellentie,

Allereerst past het mij u te feliciteren met uw recente benoeming tot minister.

In het interview met u van 10 mei 2017 dat is afgedrukt in De Groene Amsterdammer kwam die benoeming al ter sprake. Op de vraag of er een rol in het nieuwe kabinet voor u zou zijn weggelegd, gaf u het diplomatieke antwoord: “Velen zijn geroepen, weinigen zijn uitverkoren. Ik heb in ieder geval wel de roeping om mijn nek uit te steken.” Proficiat! U hebt uw doel bereikt.

Het doel dat ik nog hoop te bereiken is de invoering van een Universeel Basisinkomen (UBI), een basisinkomen, hoog genoeg voor een onbekommerd bestaan, dat door de overheid periodiek en onvoorwaardelijk aan een ieder zal worden uitbetaald. Ik kan u zeggen dat deze open brief aan u deel uitmaakt van mijn strategie om dat doel te bereiken.

Tijdens een debatavond van “Rode Ondernemers in de PvdA” over ‘Ontslagrecht in Beweging’ bood ik u op 18 juni 2013 een UBI-flyer aan waarop u geïnteresseerd reageerde en mij toezegde zich er weer eens in te zullen verdiepen. Blijkens uw uitlatingen in het interview van 10 mei jl. is daar weinig van terecht gekomen. Maar als ik lees dat u zich ergert aan “hoe de politiek versplintert en de polemiek almaar platter wordt, zonder dat er wordt nagedacht over constructieve oplossingen”, dan zie ik toch nog een lichtpuntje.

Ferdinand-Grapperhaus Het Universeel Basisinkomen (UBI) kan namelijk als weinig andere ideeën leiden tot constructieve oplossingen. In de kern draait het volgens u om de verdeling van kansen in de maatschappij en de rol van de overheid daarin. Een UBI biedt daarvoor de oplossing. Mensen kunnen leven van hun UBI en uitzien naar kansen om werk te vinden dat hen boeit en waar hun ambitie naar uitgaat. Het geld dat in ruil voor het werk wordt ontvangen is dan van minder belang dan de voldoening die het werk hen geeft!

U bent ook van mening dat Nederland een democratische rechtsstaat is, maar is dat wel zo? De kiezer kan stemmen op een persoon van de politieke partij van zijn keuze. Maar die partij voert vervolgens een beleid uit dat de belangen behartigt van de achterban en van lobbyisten. Het gezamenlijk belang van de samenleving komt daardoor op de tocht te staan. Ons kiessysteem leidt daardoor tot een nepdemocratie. Het is daarom hard aan vervanging toe!

In een rechtsstaat mag worden verwacht dat de overheid opkomt voor de zwakkere in de samenleving en het gezamenlijk belang van de bevolking. In een welvarende rechtsstaat is er geen armoede en geen behoefte aan voedselbanken en schuldhulpverlening. Er is een UBI waardoor iedere inwoner zich gerespecteerd voelt en zich medeverantwoordelijk voelt voor het reilen en zeilen van de maatschappij.

Artikel 25 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens bepaalt ondermeer “Een ieder heeft recht op een levensstandaard, die hoog genoeg is voor de gezondheid en het welzijn van zichzelf en zijn gezin, waaronder inbegrepen voeding, kleding, huisvesting en geneeskundige verzorging en de noodzakelijke sociale diensten.” Maar de rechterlijke macht bekommert zich er niet om dat er in ons land wel welvaart is, maar dat het vele ingezetenen desondanks aan welzijn ontbreekt.

Ferdinand-Grapperhaus Het belastingstelsel moet gebaseerd zijn op het principe dat iedere burger er naar draagkracht aan meebetaalt. Het huidige belastingstelsel schiet daarin schromelijk tekort. Dat leidt tot grote ongelijkheid die funest is voor onze samenleving. Professor Henk de Vos wijst in zijn artikel ‘Kan het kapitalisme de democratie in stand houden?’ op zijn blog TOEGEPASTE SOCIALE WETENSCHAP ook op de gevaren van die ongelijkheid. Ik bepleit daarom de invoering van een te ontvangen belasting (het UBI) om de schadelijke inkomenseffecten van de te betalen belasting te corrigeren.

Men moet op de overheid kunnen vertrouwen. Gepensioneerden moeten ervan op aan kunnen dat zij het pensioen zullen ontvangen dat hen in het vooruitzicht is gesteld. Hun pensioen, waarvoor tientallen jaren premie is betaald, kan beschouwd worden als ‘uitgesteld loon’. Ik pleit ervoor dat de rechten en plichten van het pensioenstelsel door de overheid van de pensioenfondsen worden overgenomen. Ouderen hebben behoefte aan betrouwbare inkomsten. Hun inkomsten moeten niet afhankelijk zijn van een beleggingsresultaat of van nieuwe regelgeving die hen dupeert met hoge koopkrachtdaling!

Door de pensioenen te baseren op de afgedragen inkomstenbelasting kan een simpel en eerlijk staatspensioen worden gerealiseerd. De overheid betaalt mensen dan vanaf een bepaalde leeftijd een staatspensioen uit dat gebaseerd is op de inkomsten uit hun werkzame verleden, als aanvulling op het UBI waar iedereen recht op heeft.

Ferdinand-Grapperhaus U vertolkt naadloos mijn mening wanneer u zegt: “Volgens mijn definitie komt het erop neer dat een overheid dient te waarborgen dat iedereen aan de samenleving kan deelnemen volgens de beginselen van gelijkheid, vrijheid en rechtvaardigheid. Equality of resources betekent dat iedereen bij geboorte aanspraak heeft op dezelfde kansen en mogelijkheden in de maatschappij”. Maar volgens mij is dat alleen te realiseren door een UBI in te voeren! Of hebt u een beter idee?

Voor de vele zzp’ers, kunstenaars en flexwerkers is de invoering van een UBI een zegen. Het geeft een vaste basis aan hun bestaan. Een UBI zal ook dikwijls kunnen voorkomen dat relaties stranden als gevolg van financiële problemen. Bovendien geeft het de financieel zwakkere partij (vaak de vrouw) steun wanneer een relatie dreigt uiteen te vallen. Het maakt vrouwen tevens minder kwetsbaar bij dreigend intimiderend machtsmisbruik. Het UBI is vooral ‘vrouwvriendelijk’!

Ook op uw vakgebied biedt het UBI enorm veel voordelen. Thomas More wist meer dan 500 jaar geleden al dat je, om diefstal te voorkomen, mensen van geld zou moeten voorzien. Met een UBI zal veel misdaad worden voorkomen. Daardoor is er minder politie nodig op straat en kunnen strafzaken worden uitgezocht die anders door tijdgebrek zouden blijven liggen. Bovendien kan de rechterlijke macht de achterstanden inlopen die door tijdnood zijn ontstaan.

Wanneer misdadigers geïnterneerd worden kan hun UBI worden ingehouden als tegemoetkoming in de kosten. Zodra ze op vrije voeten komen krijgen ze weer zelf de beschikking over hun UBI, zodat ze direct na hun vrijlating weer over eigen geld kunnen beschikken. Veel gevangenen vallen na hun detentie terug in strafbaar gedrag wat leidt tot overlast, onveiligheid en hoge maatschappelijke kosten. Met een UBI zal dat veel minder vaak voorkomen.

In feite is een UBI ook een kwestie van fatsoen, van beschaving. Niemand zal van mening zijn dat gevangenen de kosten van hun detentie zelf maar moeten ophoesten. Maar waarom moeten mensen met een smetteloos blazoen dan wel zelf de kosten van het bestaan opbrengen?

Onderzoek door het SCP heeft uitgewezen dat arme mensen 7 jaar korter leven dan hun rijke landgenoten.[1] Korter leven kan dus worden voorkomen door een UBI in te voeren. Is er geen sprake van ‘dood door schuld’ wanneer de politieke macht nalaat een UBI in te voeren om daarmee vroegtijdig sterven te voorkomen?

Ferdinand-Grapperhaus U stelt: “De vrijemarkteconomie heeft ervoor gezorgd dat in onze meritocratische samenleving een steeds grotere groep uit de boot valt. Het gaat om mensen die hun baan zijn kwijtgeraakt en nooit meer aan de bak komen. Ze worden het “precariaat” genoemd. Daar maak ik me grote zorgen over.” Volgens mij heeft Guy Standing (mede-oprichter van Basic Income Earth Network – BIEN) het woord ‘precariat’ bedacht. Hij schreef erover in zijn boek (pdf) The Precariat. The New Dangerous Class.

Regeren is vooruitzien. We leven in een periode waarin steeds meer betaald werk wordt overgenomen door robots. Robots doen het werk sneller en beter dan de mens. Dat is goed voor de economie. Maar mensen raken daardoor werkgelegenheid kwijt, waardoor zij minder inkomsten krijgen. Dat stagneert de economie, want door minder koopkracht neemt de vraag naar producten af. Met de invoering van een UBI kan dat euvel gelukkig worden hersteld. Het is trouwens eerlijk wanneer bedrijven extra belasting gaan betalen voor de vervanging van mensen door robots. Het profijt daarvan zou voor een belangrijk deel ten goede moeten komen aan onze samenleving!

Over het basisinkomen gaat u in het interview trouwens wel erg kort door de bocht. U beweert: “Ik ben niet voor een basisinkomen; dat is mensen maatschappelijk afkopen, in wezen vergelijkbaar met de WAO in de jaren negentig waar bijna een miljoen ‘zieke’ mensen in werden geduwd.” Dat is appels met peren vergelijken! U vergelijkt een basisinkomen met een uitkering, terwijl het basisinkomen er juist is om uitkeringen te voorkomen! Door invoering van een UBI worden veel uitkeringen namelijk overbodig.

Ik hoop dat u uw mening over het Universeel Basisinkomen zult willen heroverwegen. Mag ik daarna van u horen of uw afwijzende houding ten opzichte van het UBI door dit schrijven aan het wankelen is gebracht? Ik popel om dat van u te vernemen.

Met vriendelijke groet,

Joop Böhm,
Amersfoort, 2 november 2017


1. Zie bijvoorbeeld ook het artikel Gezonde levensverwachting korter bij de lage inkomens van het Centraal Bureau voor de Statistiek

Het bericht Open brief aan de Minister van Justitie en Veiligheid, Ferdinand Grapperhaus verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Basisinkomen in Namibie, India en Kenia

De “Basic Income Grant pilot” van Namibië (2008) was het eerste  universal cash transfer experiment in de wereld.

De “Basic Income Transfer pilot” van India (2010) is het invloedrijkste universal cash transfer experiment in de wereld m.b.t. de politieke discussie op wereldniveau.

De “Basic Income pilot” van Kenia (2017) gaat het grootste en meest uitgebreide universal cash transfer experiment van de wereld zijn.

Hier volgt de PDF-versie van de presentatie van Hilde Latour tijdens de ALV van de VBi op 29 oktober 2017 over deze experimenten.
Naast aandacht voor de effecten van het basisinkomen binnen de dorpen die een basisinkomen ontvingen, worden ook de verschillen in onderzoeksopzet duidelijk.
Hilde besteedt tevens uitgebreid aandacht aan de ‘spin off’ van de experimenten: zowel in de landen zelf, als op wereldniveau.

Het bericht Basisinkomen in Namibie, India en Kenia verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Impressie van de bijeenkomst in Duiven van het CNV over basisinkomen

Twintig deelnemers telde de bijeenkomst van CNV vakmensen over het basisinkomen in Duiven nabij Arnhem.
Precies 10 mannen en 10 vrouwen.
Vrijwel alle vrouwen waren voor het basisinkomen. Argumenten: het geeft zekerheid dat je je uitkering krijgt. De etiketten op ieder mens (uitkeringstrekker) worden weggehaald, want iedereen krijgt dat basisinkomen. Vaak werd ook het argument van de steeds snellere automatisering aangehaald. Waarom solliciteren naar banen die er niet zijn. Het meest gehoorde argument van de vrouwelijke kant was dat met een basisinkomen onbetaald werk zoals vrijwilligerswerk, zorgtaken ( als ouder), mantelzorg dan erkend wordt en beloond wordt. Ook in een recent onderzoek in Engeland bleek dit het meest genoemde argument.
De meeste mannen waren ook voor het basisinkomen, maar hier was meer twijfel. Kan het wel hoog genoeg worden als het ingevoerd wordt? Blijven er wel genoeg mensen betaald werk doen? Gememoreerd werd dat 30 jaar geleden de CNV deze discussie ook had gevoerd en toen afgesloten met een positieve opstelling tav het basisinkomen, maar ook dat het niet actief naar buiten zou worden gedragen omdat er toen te weinig draagvlak was. In 1993 was 20 % van Nederland voor en 80 % tegen werd gememoreerd. Nu is 50 % voor en 50 % tegen.

De CNV discussie was heel anders van aard dan die bij de FNV. Daar leeft de zorg of het basisinkomen wel financiële vooruitgang brengt voor mensen met laag betaald werk. In het FNV wordt het heel moeilijk gevonden om niet Nederlanders, bijvoorbeeld mensen uit Oost Europa die hier ook legaal verblijven een basisinkomen te geven. Zij moeten eerst maar eens 18 jaar in Nederland wonen. Nu geldt er een soort wachttijd van 5 jaar voordat deze groep aanspraak kan maken op bijstand. Deze geluiden ontbraken volkomen bij het CNV.

Alexander de Roo 31 oktober 2017

Zie voor meer informatie over de bijeenkomsten van het CNV over basisinkomen deze link.

Het bericht Impressie van de bijeenkomst in Duiven van het CNV over basisinkomen verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Brieven aan een Paralleluniversum: Oh jee, excuses

paralleluniversum-excuses
Dit is de vierde aflevering van de feuilleton Brieven aan een Paralleluniversum van de Duitse schrijfster Petra Keup. De eerste verscheen op 8 oktober 2017. Sindsdien publiceer ik iedere zondagochtend een hoofdstuk van deze roman. De brieven zijn geschreven door Maximiliane Wonder-Licht, een ‘klant’, en gericht aan Valentin Graumann, de directeur van een instantie, die ‘Hartz-IV’, zeg maar de Duitse sociale bijstand, uitkeert.

Betreft: “O, jee”
– mijn excuses!

Geachte heer Graumann,

Ik moet mij verontschuldigen.

Het was niet eerlijk van mij om in mijn laatste brief zo uitvoerig over uw medewerkers te klagen. Niet incompetentie en onvermogen in de omgang met mensen, ook niet beroepsmatige paranoia voor “sociale parasieten” zijn het probleem, maar een interne dienstinstructie die uw medewerkers opdraagt, het de aanvragers zo moeilijk mogelijk te maken, zodat zij afzien van de betaling waar ze recht op hebben, omdat ze de gekmakende psychologische oorlogsvoering niet langer kunnen verdragen.

excuses Dat begreep ik helaas pas gisteren toen mijn klacht al onderweg was. Een man die al ruimschoots ervaring met uw dienst heeft opgedaan en zelfs ervaren mocht, dat deze, uw dienstinstructie, niet eens voor onwettige berekeningen terugschrikt, vertelde mij daarover. Een dienstaanwijzing, hetzij openbaar of intern, wordt door de directeur gemaakt en dat bent u – of vergis ik mij? Uw arme medewerkers. Die treiteren nu mensen, omdat ze zelf niet gekweld willen worden.

Wat als uw medewerkers zich niet aan uw interne dienstinstructie houden? Als ze dus alle aanvragers zonder problemen de uitkeringen toewijzen waar ze volgens de wet recht op hebben, wat dan? Als ze de aanvragers zelfs vriendelijk en voorkomend zouden wijzen op alle rechten en mogelijkheden die hen ter beschikking staan?

Zij zouden dan vroeg of laat weliswaar nog steeds in dezelfde kamer zitten, maar niet meer op dezelfde stoel. En tenslotte weten ze allemaal van tevoren en tot in detail, wat hun daar op de andere stoel te wachten staat. Ze hebben immers dag na dag de afschuw in de ogen gekeken, die ze zelf moesten aanrichten.

excuses Wat ben ik blij en dankbaar dat ik muzikante ben, zelfs nu ik op de “andere” stoel zit en het door u opgedragen getreiter moet ondergaan. Als musicienne krijg ik in ieder geval geen officiële dienstaanwijzingen, om mensen die in de concertzaal voor mij op de stoelen zitten, met valse en schrille tonen te kwellen. Wat dat betreft zit ik dan toch liever op de stoel voor het bureau van uw medewerkers en ik beloof u dat ik voortaan geduldiger met hen zal zijn, want ze hebben mijn volledige sympathie.

U wil ik evenwel graag uitdrukkelijk met de titel “favoriete vijand” eren. Geloof me, dat is een onderscheiding, die alleen nog wordt overtroffen door “excellente geliefde”. Dat kunt u zich niet voorstellen? U zult vanaf nu steeds weer van mij horen, dan zal ik u dat uitleggen.

Op dit moment wil ik u aansporen om te onderzoeken, wat deze ene aanvraag tot nu toe gekost heeft. Het aantal mensen, dat in uw huis een enkele aanvraag behandelt, wordt steeds groter en die willen allemaal een salaris hebben.

excuses

  1. de receptionist
  2. iemand, die een uitdraai van de aanvraag maakt
  3. de medewerkster, die de aanvraag in ontvangst neemt
  4. de medewerkster, die de aanvraag voorbewerkt
  5. de medewerkster, die de aanvraag verwerkt
  6. de medewerkster, die bezwaarschriften afhandelt
  7. de teamleider
  8. de directeur
  9. de keuringsarts
  10. de arbeidsbemiddelaar, die heeft ook nog zijn handen vol aan mij

Meneer Graumann, hebt u ook niet een dienstinstructie? Ik denk dat het er één is om kosten te besparen?

Met vriendelijke groet,
Uw Maximiliane Wonder-Licht

excuses PS:
Ik kreeg een oud boek in handen, dat de titel draagt “Dienstanweisung für einen Unterteufel”, van CS Lewis.[1] Lezenswaardig, of het iets met u te maken heeft, laat ik aan uw leesijver en uw oordeelsvermogen over.

Mij bevielen vooral de volgende twee citaten:
“De duivel … die hoogmoedige geest … kan het niet uitstaan, beschimpt te worden.” (Thomas More)
“De beste manier om de duivel uit te drijven, als hij voor de Schrift niet wijken wil, is hem te bespotten en uit te lachen, want verachting kan hij niet verdragen.” (Maarten Luther)

excuses
excuses

Een overzicht van alle gepubliceerde hoofdstukken is hier te vinden.
Vertaling: Florie Barnhoorn

Wordt vervolgd op zondag 5 november 2017


excuses 1. Nederlandse titel “Brieven uit de Hel”.

Het bericht Brieven aan een Paralleluniversum: Oh jee, excuses verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Studium Generale Universiteit Utrecht over Basisinkomen – video met Rutger Bregman en Ingris Robeyns

Gratis geld voor iedereen. Het klinkt te mooi om waar te zijn. Of dat zo is, horen we van Correspondent Rutger Bregman en filosoof prof. Ingrid Robeyns.

 

Video opname woensdag 25 oktober 2017 – 20:00, Studium Generale Universiteit Utrecht

https://www.sg.uu.nl/videos/gratis-geld

Het bericht Studium Generale Universiteit Utrecht over Basisinkomen – video met Rutger Bregman en Ingris Robeyns verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

De belastingplannen van het nieuwe kabinet

belastingplannen Willen we de samenleving leefbaar houden dan rest er slechts één maatregel, betoogt Joop Böhm. Het kabinet voert een negatieve belasting in, onvoorwaardelijk en voor iedereen.

In De Telegraaf van zaterdag jl. (21 oktober) schrijft Jaap van Duijn in zijn column “Indirecte belasting” over de voorgenomen belastingmaatregelen in het regeerakkoord. De voorgenomen “verhoging van het lage btw-tarief van 6 naar 9%, die vooral de gewone normale Nederlander zou treffen. Rutte pareerde de kritiek door te wijzen op de voorgenomen verlaging van de inkomstenbelastingtarieven die voor diezelfde gewone Nederlander uiteindelijk een koopkrachtverbetering oplevert.”

Wat de premier wijselijk niet vermeldt is dat die gewone Nederlander dan wel de nodige inkomsten moet hebben. Bovendien zal voor inkomens beneden € 68.000 de progressie uit de inkomstenbelasting verdwijnen. Door het vervallen van de lage schijven gaat iedere normale Nederlander dan hetzelfde tarief betalen. Dat werkt ten nadele van de lagere inkomens.

Jaap van Duijn legt uit: “In de jaren zestig van de vorige eeuw kwam ruim 40% van de belastingmiddelen van loon- en inkomstenbelasting en ruim 30% van omzetbelasting en accijnzen. Sinds een jaar of twintig echter leveren btw en accijnzen de overheid meer op dan de loon- en inkomstenbelasting. Er is dus een beweging van direct naar indirect en de belastingplannen van de nieuwe coalitie volgen die trend.”

Daarmee zegt hij dus dat de (nu nog) progressieve directe belasting meer en meer vervangen gaat worden door de indirecte belasting die geen rekening houdt met de hoogte van iemands inkomen en dus voor arm en rijk even hoog is. Wat dat betekent voor mensen die nu al in geldnood zitten laat zich raden.

Willen we de samenleving leefbaar houden dan rest er slechts één maatregel: Het invoeren van een negatieve belasting, onvoorwaardelijk en voor iedereen. Met een universeel basisinkomen (UBI) ontvangt iedereen periodiek een geldbedrag om van te kunnen leven. Is het zo simpel? Ja, zo simpel is het!

“Maar waarom is het er nog niet?” zult u vragen. Stuit het op onwil van de politiek? Ik heb tijdens een TV-uitzending VVD-coryfee Annemarie Jorritsma het eens aldus horen argumenteren: “Een basisinkomen? Nee, daar geloof ik niet in. Dan was het er al lang geweest.”

Joop Böhm
Amersfoort, 26 oktober 2017

Foto: Pixabay

Het bericht De belastingplannen van het nieuwe kabinet verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Hoe maken we Nederland schuldenvrij?

schuldenvrij Joop Böhm roept iedereen op om het manifest Schuldvrij! te ondertekenen. Ook reikt hij de overheid een aantal praktische oplossingen aan voor het schuldenprobleem: voer een universeel basisinkomen in, geef AOW’ers compensatie voor de te lage rekenrente en schep de mogelijkheid om de rente op schulden op te voeren als aftrekpost.

“Onderteken het Schuldvrij!-manifest. Vijfhonderdduizend Nederlanders hebben problematische schulden.” Dat staat te lezen in een recent artikel van De Correspondent, geschreven door Jesse Frederik. Hij betoogt terecht dat het geen zin heeft om mensen met uitzichtloze schulden in stress en onzekerheid te laten.
Ondertekenen via https://petities.nl/petitions/manifest-schuldvrij

De huidige maatschappij brengt mensen tot armoede. Mede door maatregelen van de overheid zijn de kosten van levensonderhoud onophoudend gestegen. En kijken we naar de gepensioneerden, dan zien we dat hun pensioenen al lang geen gelijke tred meer houden met de prijsontwikkeling. Ook dat kan de overheid worden verweten.

Gelukkig voor het nieuwe kabinet is er een simpele, eerlijke oplossing voor het schuldenprobleem: de invoering van een Universeel Basisinkomen. Met een UBI dat hoog genoeg is voor een onbekommerd bestaan zijn de schulden in vele gevallen probleemloos af te lossen.

Het UBI biedt echter geen oplossing voor de schulden van AOW’ers. Voor die groep ouderen zal het UBI namelijk in de plaats komen van de AOW-uitkering. Daardoor zal het UBI hen veel minder extra inkomsten opleveren. Gepensioneerden dreigen zodoende weer buiten de boot te vallen.

De meest eerlijke oplossing lijkt het om gepensioneerden alsnog de bedragen uit te keren die zij zijn misgelopen als gevolg van de te lage rekenrente. Ze hadden met die gelden anders immers al eerder een deel van hun schulden kunnen aflossen.

Tenslotte is er nog de mogelijkheid om niet alleen hypotheekrente, maar ook andere rente van schulden als aftrekpost te laten aanmerken. Dat geeft ook huurders met problematische schulden wat meer ruimte om hun verplichtingen te kunnen nakomen.

Jesse Frederik heeft gelijk: Het heeft geen zin om mensen met uitzichtloze schulden in stress en onzekerheid te laten voortleven. Bovendien kan op de aangegeven wijze worden voorkomen dat schulden moeten worden kwijtgescholden. En “last but not least” wordt vermeden dat er in de toekomst problematische schulden zullen ontstaan!

Amersfoort, 24 oktober 2017
Joop Böhm.

Afbeelding: Pixabay

Het bericht Hoe maken we Nederland schuldenvrij? verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Brieven aan een Paralleluniversum. “O”, die willen spelen

paralleluniversum-spelen
Dit is de derde aflevering van de feuilleton Brieven aan een Paralleluniversum van de Duitse schrijfster Petra Keup. De eerste verscheen op 8 oktober 2017. Sindsdien publiceer ik iedere zondagochtend een hoofdstuk van deze roman. De brieven zijn geschreven door Maximiliane Wonder-Licht, een ‘klant’, en gericht aan Valentin Graumann, de directeur van een instantie, die ‘Hartz-IV’, zeg maar de Duitse sociale bijstand, uitkeert.

Betreft: “O”
– die doen niets, die willen alleen spelen

Zeer geachte heer Graumann,[1]

Ik heb bij uw ARGE-dienst, ook wel Jobcenter genoemd, een aanvraag moeten indienen. Uw medewerkers noemen me weliswaar “klant”, maar behandelen me als een kind dat om een gunst vraagt. Ze staan op betutteling en dwingen me het oude kinderspel “Stille Post” op.[2] Zij mogen het anders zien, het is immers hun dagelijks brood en dan wen je vroeger of later overal aan en vind je alles normaal. Maar wat mij betreft, is het nog steeds allemaal verachtelijke psychologische terreur, pesterij en spionage. Daarom wil ik mij graag een keer officieel beklagen over de rampzalige toestanden die onder uw bewind plaatsvinden.

Paralleluniversum-spelen Ik zal de gang van zaken voor u uit de doeken doen: Ik bespreek mijn aanvraag en alle bijzonderheden, die er eenvoudig niet in passen, met de medewerkster, die de aanvraag aanneemt. Die draagt alle papieren over aan de medewerkster, die de aanvraag voorbewerkt en fluistert haar in wat ik haar verteld heb. De medewerkster, die de aanvraag voorbewerkt, geeft de papieren door aan de medewerkster, die de aanvraag verwerkt en fluistert deze in, wat zij begrepen heeft, van dat wat de medewerkster, die de aanvraag in ontvangst neemt haar toefluisterde, van dat wat zij begrepen heeft, van wat ik heb gezegd. Tot slot moet dan de medewerkster, die de bezwaarschriften afhandelt de influisteringen terugvertalen en dat komt gegarandeerd niet meer overeen met wat ik gezegd heb.

Paralleluniversum-spelen Ik neem aan dat u, als directeur van een dergelijke dienst, waarschijnlijk eerder schaak zou spelen dan zo’n dom spel als “Stille Post”, nu ja, misschien een enkele keer als u dronken zou zijn. Ik schaak echter nooit, maar als ik iets zou moeten spelen, dan zou dat het uit China komende Go[3] zijn, een spel, waarbij zelfs de computer bakzeil haalt. U zult dus begrijpen dat tussen mij en uw medewerkers werelden op elkaar botsen.

Toch zou ik bij deze kinderachtigheden best nog clement kunnen zijn, als dit spel geen desastreuze invloed op mijn gezinsleven zou hebben en de lieve vrede in de familie niet aanzienlijk zou verstoren.

Natuurlijk weet u ook, misschien wel uit eigen ervaring, dat de huidige familieverhoudingen heel gevoelig liggen en dat het oude schema van “vader, moeder, kind,” alleen nog in de hoofden van naïeve, de realiteit ontkennende mensen bestaat. Daarom passen gezinnen ook gewoon niet meer in uw aanvraagformulieren, die blijkbaar door zulke wereldvreemde mensen zijn opgesteld.

Paralleluniversum-spelen Ik wil u eens zo aan mijn familie voorstellen: “Mijn dochter gaat op vakantie naar Griekenland met haar zus, de moeder van haar zus en de echtgenoot van de moeder. De vader van mijn dochter brengt de vakantie met zijn vrouw door aan de Oostzee. Mijn geliefde bezoekt zijn zoon in Luxemburg, die daar bij Deutsche Bank werkt, terwijl ik voor mijn broodnodige rust naar een eiland ga en wel helemaal alleen.

Geloof me, ik heb er alleszins begrip voor als u deze paragraaf nog een paar keer moet lezen om hem te begrijpen. Ik kan u de situatie ook zo uitleggen: We hebben het oorspronkelijke kerngezin, het gezin van de halfzus van mijn dochter, het gezin van de vader, de familie van de geliefde en nu bloeit er ook nog een ARGE-tak op.

Als uw medewerkers domweg onafgesproken de een of andere brief naar onze familie sturen, om gegevens te verzamelen en aanvragen te controleren, zou dat tot een domino-effect kunnen leiden. En domino is nu helemaal mijn spel niet. Als eerste moeder in deze kleine, succesvolle familiegroep moet ik dan namelijk al die omgevallen stenen weer rechtop zetten en de aangerichte ravage opruimen.

Paralleluniversum-spelenTemeer doordat uw medewerkers door alle overdreven aandacht de verdenking op zich laden, dat zij wat betreft wantrouwen en gegevensverzamelwoede, bepaalde autoriteiten in de DDR-tijd nog de loef afsteken.[4] Destijds probeerde men met alle denkbare middelen klassenvijanden op te sporen, tegenwoordig zijn het de “sociale parasieten”. Nou, als je deze woorden één keer op je tong proeft, klinkt “sociale parasieten” nog veel walgelijker dan klassenvijand. Nu heb ik met beide niets te maken, omdat ik ten eerste moeder ben in een avontuurlijk familiebedrijf en ten tweede kunstenaar, wat ook niet echt tot de meest saaie beroepen behoord. Ik heb daarom altijd genoeg te doen, wordt voor mijn werk betaald, maar ontvang helaas onvoldoende loon. Uw geld heb ik dus echt nodig, hoewel het beslist veel extra werk met zich meebrengt.
De klassenvijanden van de DDR waren jaren later de enige echte democraten van de DDR. Hoe zullen de “sociale parasieten” van nu over enkele jaren beoordeeld worden?

Paralleluniversum-spelenMisschien gaat het inderdaad zoals in het boek “Frederick” van Leo Lionni.[5] De muis Frederik laat de andere muizen voor hem zwoegen en zelf komt hij niet van zijn plaats. Ondertussen verzamelt hij onzichtbaar voor de werkmuizen woorden en kleuren van de zomer. Frederik weerstreeft het ongenoegen van zijn muizenfamilie en heel veel later, in hartje winter, is het Frederik, die in de donkere dagen licht brengt in het muizenhol, ze versiert met kleuren en hen allemaal verwarmd met zijn verhalen.

Ik ga ervan uit dat we de komende tijd vaker samen plezier zullen hebben en verblijf met vriendelijke groeten,

Maximiliane Wonder-Licht

Wordt vervolgd op zondag 29 oktober 2017

Een overzicht van alle gepubliceerde hoofdstukken is te vinden op: https://basisinkomen.nl/feuilleton-parallel-universum/


1. Het bijvoeglijk naamwoord ‘grau’ betekent volgens het woordenboek Duits-Nederlands (Het Spectrum, 2014) grijs, grauw; troosteloos; grau meliert grijzend; peper- en zoutkleurig.
2. “Stille Post” is een oud kinderspelletje. In een kring wordt fluisterend een boodschap doorgegeven. Het eindresultaat heeft weinig te maken met het oorspronkelijke bericht wat voor veel gelach zorgt.
3. Go is een van origine Oost-Aziatisch bordspel voor twee spelers. Het wordt door miljoenen beoefenaars gespeeld in het land van oorsprong, China, en de buurlanden Korea en Japan en daarbuiten. Meer informatie is hier te vinden.
4. Meer informatie over klassenvijanden van de DDR, zie onder andere hier en hier.
5. “Frederick” van Leo Lionni. De muis Frederik laat zijn familie zien dat er meer in het leven is dan zorgen voor basisbehoeften als voedsel, water en onderdak. Hier een recensie van het boek.

Het bericht Brieven aan een Paralleluniversum. “O”, die willen spelen verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.