Kwetsbare groepen kunnen zich onbehaaglijk voelen bij kabinetsplannen

kwetsbare groepen
Onlangs las Frans Vrijmoed in het Financieel Dagblad een artikel met de kop ‘Gewone mensen zijn vooral op zoek naar een betrouwbare overheid’. Hij wil de inhoud van dit stuk graag delen, omdat hij vreest, net als Kim Putters, directeur van het Sociaal- en Cultureel Planbureau (SCP), dat kwetsbare groepen zich onbehaaglijk kunnen gaan voelen bij de plannen van het nieuwe kabinet.

Putters vertelt een verhaal waarin hij feiten en cijfers treffend verbindt, als een moderne profeet die op zere plekken zijn vinger legt en waarschuwt voor dwaalwegen.

Laagopgeleiden leven gemiddeld acht jaar korter – wie maakt de keuzes die leiden tot het vroegtijdig overlijden van zoveel medeburgers? Het aantal 65-plussers stijgt rap van 3 naar 5 miljoen. Daarvan blijft het overgrote deel thuiswonen, terwijl er op de wijkverpleging wordt gekort. Wie neemt nu de verantwoordelijkheid voor de ellendige thuissituatie van veel kwetsbare en afhankelijke bejaarden?

Hoe maken we de overheid echt zorgzaam en betrouwbaar, in lijn met Putters’ waarschuwende woorden “Kwetsbare groepen moeten zich niet onbehaaglijk gaan voelen bij kabinetsplannen“? Met een onvoorwaardelijk basisinkomen wellicht (OBi), dat wil zeggen met een inkomen, dat zonder voorwaarden of verplichtingen door een betrouwbare overheid aan iedere Nederlandse burger wordt verstrekt.

Voor echte onvoorwaardelijkheid moet de overheid het OBi garanderen voor het leven (pilots van een paar jaar horen geen OBi certificaat te krijgen). Het moet altijd hoog genoeg zijn om fatsoenlijk van te kunnen leven (dak, water, boodschappen, energie, internet, verzekeringen, plus wat nodig is voor een studie, een presentje, een dagje uit, enzovoort).

Met het OBi kan de kwaliteit van leven van laagopgeleiden stijgen (en wel duurzaam, hun levensverwachting zal toenemen), thuiswonende bejaarden krijgen betere (mantel)zorg, ja, eigenlijk kan de hele samenleving zorgzamer worden. Waar wachten we op?

Een betrouwbare overheid voert een OBi in – met een vlaktaks met een voldoend percentage om het te financieren – voor 65-plussers (en herstelt zo de tientallen jaren beloofde pensioenleeftijd). Een overheid die er voor iedereen is, verlaagt de leeftijd waarop het OBi ontvangen wordt telkens met één jaar en verhoogt de vlaktaks voor mensen die een OBi ontvangen zoveel als daarvoor nodig is. Hiermee kunnen we de discussie over de betaalbaarheid van het OBi sluiten en samen kijken naar andere maatregelen, die de hoogte van onze gezamenlijke vlaktaks weer kunnen drukken, bijvoorbeeld door aanpassing van de winstbelasting in verband met de robotisering, verhoging van de BTW op vervuilende en schade toebrengende producten, etc., etc.

Zoals de belastingdienst zegt: eenvoudiger kunnen we het niet maken …

Frans Vrijmoed, 20 oktober 2017.

Foto: Pixabay

Het bericht Kwetsbare groepen kunnen zich onbehaaglijk voelen bij kabinetsplannen verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Politici uit vier richtingen over basisinkomen, Brussel, september 2017

Op 23 september 2017 was er in Brussel een bijeenkomst met twee vertegenwoordigers van vier politieke families in België (liberaal, christendemocratisch socialistisch en groen).
Hier volgt een verslag van deze bijeenkomst.

Op zaterdagochtend 23 September 2017 verwelkomde de Université  Saint-Louis – Bruxelles iedereen geïnteresseerd het universele basisinkomen (UBI). Het evenement was verdeeld in vier dialogen, elk rond een specifieke ‘politieke familie’:

1 Liberale familie:                                 Nele Lijnen (Nederlands) & Georges-Louis Bouchez (Frans)

Christendemocratische familie:     Sammy Mahdi (Nederlands) & Joaquim Hernandez-Dispaux (Frans)

3 Socialistische familie:                       Yasmine Kerbache (Nederlands) & François Perl (Frans)

4 Groene familie (de Groenen):         Kristof Calvo (Nederlands) & Philippe Lamberts (Frans)

(Tussen haakjes staat de taal die werd gesproken door die spreker. Het evenement werd gemodereerd door Christina Lambrecht)

Het onderwerp werd eerst kort geïntroduceerd door Yannick Vanderborght, die een algemeen overzicht gaf van de rijke geschiedenis van het idee. het evenement was tweetalig (Nederlands en Frans) en professor Philippe Van Parijs verzorgde korte vertalingen.

Yannick Vanderborght

Auteur van het boek ‘Basisinkomen’ geschreven samen met Philippe van Parijs, voorzitter van Crespo (Centre de Recherche en Science Politique)

Yannick Vanderborght introduceert het UBI

Yannick Vanderborght behandelt de geschiedenis van het UBI en geeft aan dat het idee een aantal interessante aanhangers heeft gehad, zoals bijvoorbeeld John Stuart Mill, filosoof en liberale denker en later Milton Friedman, een belangrijk figuur in de ontwikkeling van neoliberalisme. Dan maakt hij een sprong naar de recente geschiedenis: in 1986 werd BIEN gevormd (Basic Income Earth Network), met als doel verder onderzoek naar de mogelijkheid van een basisinkomen. In Nederland heeft de PPR (Politieke Partij Radicalen), een voorganger van het huidige GroenLinks, in 1977 ook een versie van het basisinkomen in hun programma gehad. In België heeft Agalev, de voorloper van het huidige (Belgische) politieke partij Groen, ook in 1984/85 een volledig uitgewerkt plan voor een basisinkomen voorgesteld en in 2016, werd een idee voor een bescheiden basisinkomen van 600 Euro opgenomen in het partij programma van de Groenen. In 2017 werd een idee voor een basispensioen opgenomen in het partij programma van Groen. In 2002 slaagde een kleine, Belgische, partij, Vivant, 2 zetels in de lokale raad te bemachtigen en zij zijn ook groot voorstander van een basisinkomen. Zelfs Guy Verhofstadt had in 1970, toen hij lid was van de PVV (Partij voor Vrijheid en Vooruitgang), een positieve houding ten aanzien van het basisinkomen. Daarentegen is er ook kritiek op het basisinkomen, bijvoorbeeld van Elio DiRupo (voormalig premier van België), die het basisinkomen ziet als het paard van Troje dat zal zorgen voor de afbreuk van de huidige sociale voorzieningen.

Nele Lijnen

Auteur van het boek ‘win for life’ (over het basisinkomen), volksvertegenwoordiger voor de  ‘OpenVLD’ (Vlaamse Liberalen en Democraten).

Lijnen denkt dat het basisinkomen goed past binnen het liberale perspectief van fundamentele individuele vrijheid. Daarnaast ziet ze dat er steeds meer mensen met burn-out zijn en ze geeft aan dat dit een signaal is dat we moeten onderzoeken hoe we werk vandaag de dag organiseren. Volgens haar is één van de belangrijkste ingrediënten van UBI de onvoorwaardelijkheid; we zouden ervoor moeten zorgen dat dit kenmerk van het UBI behouden blijft. We moeten ook naar de toekomst kijken, en nadenk over een ‘systeem-switch’, die noodzakelijk zal zijn in de nabije toekomst. Volgens Lijnen zal een UBI zo functioneren dat mensen met een handicap en bepaalde ziekten toeslagen zullen krijgen bovenop het basisinkomen. Ze spreekt ook over de ontwikkeling van robotica wat ervoor zorgt dat de manier waarop we werken verandert; het basisinkomen kan bij deze verandering helpen.

Professor Van Parijs verzorgt vertalingen

De kritiek dat mensen lui zijn is niet een goed gefundeerd argument; de huidige situatie waarbij iedereen die een uitkering ontvangt uitvoerig wordt gecontroleerd is een systeem gebaseerd op achterdocht waar we  zouden moeten ondersteunen. Ten slotte geeft ze ook aan dat er ook in Nederland onderzoek wordt gedaan naar het idee van het basisinkomen, dit wordt onder andere gedaan door organisaties als het ‘netwerk politieke innovatie’.


Georges-Louis Bouchez

Auteur van ‘L’aurore d’un Monde Nouveau’  (+/- ‘De dageraad van een nieuwe wereld ‘, over het basisinkomen), voormalig lid van het parlement van Wallonië

George-Louis Bouchez heeft in zijn boek een volledig model uitgewerkt over hoe een basisinkomen gefinancierd zou kunnen worden, helaas is het boek momenteel alleen beschikbaar in het Frans. Hij stelt een basisinkomen van ongeveer 1000 Euro voor  met daarnaast een basispensioen van ongeveer 1600 Euro. Het zal grotendeels worden gefinancierd door afschaffing van de uitkeringen voor werkloosheidsuitkeringen en via een verlaging van de pensioenen en de kinderbijslag en mogelijk ook door een klein belasting verhoging. Hij merkt tevens op dat het idee van ‘gratis geld’ niet volledig op zijn plaats is omdat een basisinkomen zal zorgen voor grotere sociale cohesie. Veel taken vinden plaats zonder een direct salaris, zoals bijvoorbeeld het verzorgen van kinderen, vrijwilligerswerk bij sportclubs, enz. Een basisinkomen creëert de vrijheid om een sterkere samenleving te ontwikkelen, waar ook diegenen die voor de gemeenschap zorgen, worden beloond. Dit gaat hand in hand met het feit dat we het idee van wat ‘werk’ is moeten uitdagen, ook andere (sociale) activiteiten kunnen worden gezien als werk en zouden als zodanig moeten worden beloond. Hij benoemt ook dat een basisinkomen wellicht moeilijk te rijmen is met de protestantse ideologie waar hard werken als een noodzaak wordt gezien. Hij denkt ook dat het idee van het basisinkomen niet louter een idee van links is, maar dat over dit onderwerp rechts en links samen kunnen komen. Als we kijken naar de liberale idealen van individuele vrijheid, moeten we ervoor zorgen dat deze ideeën niet zijn alleen worden gewaarborgd door de wet, maar ook worden ondersteund door de middelen voor elk individu om deze idealen van persoonlijke vrijheid in de praktijk te brengen.

 

Yasmine Kerbache

Voormalig advocaat (sociale rechten en intellectueel eigendom), lid van het Vlaams parlement voor sp.a (Socialistische Partij Anders / Sociale Party verschillend) en lid van de gemeenteraad Antwerpen.

Een van haar eerste opmerkingen is het krachtige idee van de ‘kathedraal van sociale zekerheid’. Deze kathedraal is kostbaar en het resultaat van een lange strijd van links, het zal moeilijk zijn om zo’n ‘heilig’ systeem te veranderen. Ze vraagt zich tevens af waarom een basisinkomen nodig is gezien het feit dat we al een systeem van sociale zekerheid hebben. Zij brengt een aantal tegen argumenten in stelling; ten eerste zijn er mensen die niet door het huidige systeem bereikt worden: er zullen altijd specifieke groepen zijn waarvoor een systeem dat gebaseerd is op het controleren en aanleveren van bewijs faalt. Een basisinkomen wordt aan iedereen toegekend en zal als zodanig niemand buitensluiten. Ten tweede verandert de arbeidsmarkt: het wordt steeds flexibeler (het nieuwe werken) en er ontstaan nieuwe risico’s omdat we minder veilig zijn binnen onze baan. Een voorbeeld van een groep die gefragmenteerd werkt is bijvoorbeeld kunstenaars, een basisinkomen kan hen een basis bieden van waaruit zij kunnen starten en doorgroeien. Zij noemt ook dat we moeten nadenken over hoe het basisinkomen geïmplementeerd kan worden en dat we zouden moeten proberen het idee op Europees niveau in te voeren en het uiteindelijk zelfs wereldwijd in moeten voeren. Als laatste kaart zij het probleem van immigranten aan; we moeten ervoor zorgen dat immigranten niet 10 jaar moeten wachten totdat een lang naturalisatie proces is doorlopen voordat zij een basisinkomen te krijgen. Deze groep moet op een of andere manier ook relatief snel het recht op een basisinkomen verwerven zodat bijvoorbeeld een scheve verhouding op de arbeidsmarkt wordt voorkomen. Als sommige mensen een basisinkomen krijgen en anderen alleen moeten leven van een salaris komen we in een onwenselijke situatie.

 

François Perl tijdens de interactie met het publiek

François Perl

Algemeen directeur Rijksinstituut voor Ziekte- en Invaliditeitsverzekering (RIZIV / INAMI)

Hij benoemt twee mogelijke problemen, ten eerste zou een basisinkomen wellicht juist de armoede verhogen en ten tweede; een basisinkomen betekent dat ook mensen die het niet nodig hebben, geld ontvangen. Zijn antwoord is een voorstel voor een ‘universeel sociaal inkomen’, dat gericht is op een beperkte groep mensen die minder dan een bepaalde minimale drempel verdienen (op dit moment ongeveer 2 miljoen mensen). Dit plan zou bestaan uit en bedrag van 750 Euro per maand per persoon, met extra toeslagen gebaseerd op aantal kinderen, woonomstandigheden (alleenstaand of samenwonend), arbeidsongeschiktheid en een aantal andere omstandigheden.

 

Sammy Mahdi

Voorzitter JONG CD & V (Jeugdvleugel van Vlaamse Christelijke Democraten)

Hij begint met een verwijzing naar ‘Homo deus: a brief history of tomorrow’ (boek van Yuval Noah Harari), een boek dat kritiek heeft op de huidige situatie waarbij de politiek voornamelijk lijkt gericht op alledaagse problematiek en geen lange termijn visie heeft. Hij vindt dit belangrijk met betrekking tot het huidige welzijnssysteem.

Hij geeft ook aan dat het belangrijk is om een lange termijn visie te ontwikkelen over de sociale voorzieningen en dat een UBI de lange termijn doel is waar we naar zouden moeten streven. Verder maakt hij ook duidelijk dat hij een vast bedrag dat te laag is om te voorzien in eerste levens behoeften niet als en basis inkomen ziet, alleen een bedrag waar je van zou kunnen overleven zou hij een basis inkomen noemen. Ook noemt hij de ontwikkeling van kunstmatige intelligentie en de opkomst van robotica, die volgens hem op de korte termijn eventueel tot meer banen zouden kunnen leiden, maar dat op de lange termijn voor minder banen zal zorgen. De vraag die hij zich dan stelt is hoe wij ons als mensen nuttig kunnen maken? De manier waarop hij de implementatie van een UBI ziet, is om iedereen op hetzelfde niveau te brengen. Hij gebruikt het volgende voorbeeld: het bureau waarachter de sprekers van vandaag staan is wellicht te hoog voor sommigen, en zij hebben een verhoging/bankje nodig om op hetzelfde niveau te komen als iedereen, op deze manier zou het basis inkomen wellicht moeten werken.

Ten slotte benadrukt hij dat de details belangrijk zijn: hij wil weten hoeveel het zou kosten, en of het dan inderdaad haalbaar is. Hij noemt dan een hypothetisch bedrag van 70 miljard euro, maar dit wordt onmiddellijk tegengegaan door een iemand uit de zaal die dit bedrag bestempelt als ‘flauwekul’, het zou volgens deze persoon aanzienlijk minder kosten. Hij eindigt met een intuïtieve gedachte over ondernemerschap. Hij geeft aan dat we mensen vragen om risico’s te nemen; het idee is dat als iemand het juiste pad volgt, dan zal hij succesvol zijn, en als hij de verkeerde weg volgt, zal hij falen. Als hij faalt probeert hij misschien iets anders en daardoor vind er een natuurlijke correctie plaats. Hij vraagt zich af hoe dit verhaal verandert als we het element van risico verliezen; zullen mensen die een ‘verkeerd’ pad volgen, maar niet de gevolgen daarvan inzien misschien doorgaan met het nemen van slechte beslissingen? Hij is ook een voorstander van een dubbel inkomsten belasting systeem, hiervan zijn de details enigszins onduidelijk, maar de basale idee lijkt te bestaan uit minder belasting op inkomsten uit arbeid en hogere belastingen op inkomsten uit kapitaal.

 

Joaquim Hernandez-Dispaux

Doctor in de filosofie, momenteel hoogleraar HELHa (Haute-École Louvain en Henegouwen) en beleidsadviseur voor meerdere organisaties

Hij stelt een participatie-inkomen voor: dit zou dan niet nauwkeurig gecontroleerd door middel van een formele bureaucratische structuur, maar de participatie moet gezien worden als een automatische, natuurlijke, maatschappelijke verantwoordelijkheid die ontstaat samen met een basisinkomen. Hij vindt ook het belangrijk om plekken te zoeken waar pilot studies op gemeentelijk niveau ontwikkeld kunnen worden.

 

Kristof Calvo

Federale leider Ecolo-Groen

Kristof Calvo was aanvankelijk een tegenstander van een basisinkomen, maar hij veranderde van mening en is momenteel volledig toegewijd, dit kwam voornamelijk door een veranderende arbeidsmarkt. Hij noemt dat de huidige kathedraal van de sociale zekerheid te complex is, niet iedereen bereikt, en dat deze kathedraal op het punt van ineenstorten staat. Volgens Calvo is de muziek die we spelen in deze kathedraal ouderwets, en we moeten de melodie veranderen; het is tijd om de kathedraal te renoveren. Daarnaast vindt hij het belangrijk dat een universeel basisinkomen begint met een positief mensbeeld. In tegenstelling tot het wantrouwen en de vernedering binnen het huidige systeem begint het UBI vanuit een positie van vertrouwen. Om vandaag de dag een minimaal bedrag van de overheid te ontvangen, moet je bewijzen dat je betrouwbaar bent, en moet je voldoen aan allerhande voorwaarden die vaak vernederend zijn. Daarom is het onvoorwaardelijke karakter van het UBI belangrijk, zodat de noodzaak voor het aanleveren van bewijs wegvalt. Ten tweede kan een universeel inkomen armoede  bestrijden, wat van groot belang is; je kan niet goed solliciteren op een lege maag en je zal nooit voldoende zelfvertrouwen ontwikkelen als je aan het einde van de maand geen geld meer hebt. Ten slotte is een universeel basisinkomen eenvoudig en kan het de complexiteit van het huidige systeem verminderen. Hij noemt zich een ‘possibilist’, en pleit voor de ontwikkeling van lokale experimenten met UBI en de ontwikkeling van tussenstappen, die toewerken naar een volledige implementatie van het UBI. Zodra we het UBI als einddoel voor ogen hebben, is het ook makkelijk te zien welke stappen contraproductief zijn binnen het huidige systeem. Bijvoorbeeld, het idee van de ‘passende betrekking’  (vereenvoudigd: de verplichting om een baan aan te nemen binnen relatief ruime grenzen, 4 uur reistijd, enz. ) is contraproductief, terwijl de het ontwikkelen van een basispensioen een goede eerste stap zou zijn, evenals het idee dat werkloosheidsuitkeringen ook beschikbaar moeten komen voor degenen die hun baan vrijwillig verlaten, niet alleen voor degenen die ontslagen worden.

 

Philippe Lamberts

Lid van het Europees Parlement voor Ecolo

Lamberts is sinds jaar en dag voorstander van het basisinkomen en spreekt over de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens, waarin staat dat elke persoon fundamenteel vrij is en volgens hem leidt dit op een natuurlijke manier tot het idee van een basisinkomen, omdat het UBI de middelen biedt om deze vrijheid uit te oefenen. Hij noemt ook twee algemene kritiek punten:

1 Als iedereen een gegarandeerd inkomen heeft, zou niemand werken

2 Arm zijn is een keuze

Hij verwerpt deze ideeën, omdat ze geen ernstige tegen argumenten zijn (wat ook te zien is uit studies die aantonen dat mensen zouden blijven werken, zelfs als inkomen gewaarborgd is). Hij vindt dat de grotere uitdaging de implementatie is, aangezien dit complex zal zijn, voornamelijk ook omdat het huidige sociale systeem vanuit verschillende niveaus wordt aangestuurd: lokaal, nationaal en Europees.

Na deze korte toespraken wordt het publiek uitgenodigd om enkele vragen te stellen.

Kristof:

Sommigen hebben gesuggereerd dat het basisinkomen moet worden betaald in een andere alternatieve valuta: maar ik geloof dat als we bijvoorbeeld kunstenaars of sociale activiteiten willen valoriseren, dit in harde Euro’s moeten worden betaald.

Nele:

In antwoord op een vraag over de huidige proefstudies vertelt Nele Lijnen dat er in Finland een substantiële studie gestart is waarbij een bedrag van 560,- Euro per maand per persoon wordt uitgekeerd voor een periode van twee jaar voor een groep van 2000 personen, waarbij ook aandacht wordt besteed aan hoe dit invloed zal hebben op de houding ten opzichte van het werk. Volgens Lijnen kunnen we van dergelijke longitudinale studies kunnen veel leren. Bovendien denkt zij dat het basisinkomen voor de Europese verkiezingen in 2019 een belangrijk onderwerp kan worden en dat het idee kan groeien door de verkiezingen.

Er is ook kritiek uit de zaal:

Binnen het huidige systeem zijn er al mensen die profiteren van het systeem: dit zal erger worden als we een basisinkomen hebben. En het is een fundamenteel menselijk gegeven dat we motivatie nodig hebben om te werken voor ons eten, dit is een natuurlijke en goede situatie.

Hoe kunnen we het debat verder ontwikkelen?

Yasmin:

Het UBI spreekt zowel de linker als de rechterkant van het politieke spectrum aan: bij links bestaat er bijvoorbeeld het idee van solidariteit; terwijl een soortgelijke gedachte, vanuit een andere hoek benaderd, ook leeft op rechts: iedereen heeft individuele verantwoordelijkheid en de gedachte ‘voor wat, hoort wat’. Het UBI heeft een antwoord op allebei deze posities en we kunnen (en moeten) brede politieke steun voor het idee ontwikkelen.

Nele:

We moeten nadenken over hoe we toegevoegde waarde creëren: waar zijn mensen goed in? We zijn goed in persoonlijke contacten, de emotionele aspecten van werk. Misschien kunnen we naar een situatie toe waar werknemers eigenaars van het bedrijf worden. Het basisinkomen brengt dat wat goed is in de mens (‘het uitmuntende’) naar het oppervlak. Ook zal een maandelijkse koppeling naar de EU (als basisinkomen op Europees niveau wordt geïmplementeerd) onze gemeenschapszin en connectie met Europa versterken.

Verdere opmerkingen:

 We moeten realistisch nadenken over tussenstappen en moeten het basisinkomen integreren binnen de huidige historische waarden van verschillende ideologieën: het idee van een basisinkomen past in een breed scala aan waarden: het gedachtegoed van links sociaal, liberaal en ook christelijke democratisch denken sluit aan op het UBI. Misschien past het niet binnen bepaalde harde rechtse ideologie, maar ook hier zijn er progressieve elementen die we kunnen bereiken. Iemand geeft verder aan dat het basisinkomen wellicht utopisch lijkt, maar dat ook de huidige sociale zekerheid ooit onmogelijk leek, pensioenen waren ook een utopie terwijl ze zijn op dit moment een stabiel onderdeel zijn van wat we als normaal beschouwen, dit kan ook met UBI gebeuren.


Roelof Roessingh, oktober 2017
Geplaatst door Reyer Brons, 19-10-2017

Het bericht Politici uit vier richtingen over basisinkomen, Brussel, september 2017 verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Bananen, Basisinkomen, Duurzaamheid en Kunst

Een doel van kunstenaar Shelley Sacks is het scheppen van een ruimte waarin onderzocht kan worden hoe het basisinkomen kan helpen om de overgang te bewerkstelligen van kolonialisme, verovering en controle naar samenwerking, bewustzijn en zorg voor elkaar.
We kunnen naar het Frans Hals Museum  gaan, kijken en luisteren naar de stemmen van bananentelers, meedenken over geld, ons consumptiegedrag en hoe het basisinkomen daar wellicht verandering in zou kunnen brengen.

Met de opstelling voor de “sociale sculptuur”[i] “EXCHANGE VALUES –on the table”[ii] probeert Shelley Sacks een relatie tussen Basisinkomen en Duurzaamheid tot stand te brengen.
Tussen 27 Sept 2017 – 7 Jan 2018 hebben we de mogelijkheid in De Hallen (Frans Hals Museum) in Haarlem onderdeel van deze sculptuur te zijn.
We kunnen er gewoon heen gaan, kijken en luisteren naar de stemmen van bananentelers, meedenken over geld, ons consumptiegedrag en hoe het basisinkomen daar wellicht verandering in zou kunnen brengen.

Ook is het mogelijk om je in te schrijven voor een dialoog rond de grote ronde tafel, die op verzoek voor een groep wordt georganiseerd en elkaar daarbij te delen in wat een en ander bij je oproept. Deze grote ronde tafel lijkt op de UN-vergadertafel.

Op deze manier kan je deelnemen aan het gesprek en het virtueel onderzoeken van vragen zoals die door veel aanhangers van het basisinkomen naar voren worden gebracht. Bijvoorbeeld: “We hebben een basisinkomen nodig om het iedereen mogelijk te maken een zelfstandig kunstenaar te zijn met betrekking tot zijn/haar eigen leven. In de hoop dat die dan ook meer menselijke en duurzame vormen in de wereld zullen brengen!

De basis voor deze manifestatie zijn 20 doeken waarop de bananenschillen zijn bevestigd afkomstig van de Bovenwindse Eilanden, die uit 20 willekeurige gekozen kisten zijn gehaald. Shelley Sacks achterhaalde met behulp van de nummers op de kisten waar de telers te vinden waren en zocht contact met hen. Zij nodigde hen uit voor de microfoon over hun wederwaardigheden te vertellen. Elk verhaal dat op deze manier werd verkregen, is te horen bij het doek met de schillen van de bananen van de betreffende teler.

Door de combinatie van het vernemen van de wederwaardigheden van de bananentelers en het effect van de vrije markt in een bepaald gedeelte van de wereld legt deze “uitwisseling van waarden“ het onderlinge verband bloot tussen producent en consument in onze ondoorzichtige wereldhandel én onze rol als “mede verantwoordelijken – kunstenaars – medescheppers” in het vormgeven van de wereld in de toekomst.

Door het combineren van kunst en politiek ontstaat een ruimte waarin we het belang kunnen ervaren van het je voorstellend scheppen van nieuwe vormen en het veranderen van je eigen leven en van de samenleving op weg naar een duurzame samenleving waar iedereen deel aan kan hebben. In deze ruimte werken we met het onzichtbare als stof die iedereen ter beschikking staat. Een ruimte die voor iedereen toegankelijk is.

Een van de doelen die Shelley Sacks (link naar een college van haar)  zich stelt is het scheppen van een ruimte waarin onderzocht kan worden hoe het basisinkomen kan helpen om de overgang te bewerkstelligen van kolonialisme, verovering en controle naar samenwerking, bewustzijn en zorg voor elkaar.
Zij hoopt dat velen van ons aan een van de te organiseren “EXCHANGE VALUES fora” zal willen deelnemen, individueel of als groep op aanvraag via reserveringen@franshalsmuseum.nl of direct via Shelley Sacks: ssacks@brookes.ac.uk[iii] 

Het is ook mogelijk om mee te doen aan open EXCHANGE VALUES fora op 18 en/of 19 november a.s. Tussen 11 a.m. en 14 uur onder leiding van Shelley Sacks zelf (dus in het Engels) en tussen 14:15 en 16:45 uur onder leiding van Markus Steffen en Annelinde Kirchgaesser van het Social Sculpture team (in het Nederlands). Bij de laatste sessie doet Shelley ook (luisterend) mee. Voor deze sessies moet je je wel vooraf opgeven.

Exchange Values is onderdeel van een grotere tentoonstelling over voedsel, kolonialisatie en wereldhandel onder de titel A Global Table”. Deze tentoonstelling werd ingericht door Abigail Winograd (Israël, 1983) naar aanleiding van de vraag: “Wat kunnen stillevens ons vertellen over koloniale en handelsrelaties in de gouden eeuw?

Abigail Winograd (Israël, 1983) is een onafhankelijk tentoonstellingsmaker, gepromoveerd aan de University of Texas in Austin. Haar onderzoeksveld beslaat zowel precolumbiaanse, als moderne en hedendaagse Latijns-Amerikaanse kunst. Ze is de eerste curator die in het kader van het nieuwe Fellowship Transhistorical Curating een tentoonstelling realiseert in het Frans Hals Museum | De Hallen Haarlem waarin gezocht wordt naar betekenisvolle en verrassende manieren om oude en hedendaagse kunst met elkaar te verbinden.
Het Curatorial Fellowship en het tentoonstellingsproject A Global Table worden mogelijk gemaakt door ondersteuning van de Van Toorn Scholten Stichting.

Ad Planken, 14 oktober 2017

[i] De term “Social Sculpture” wijst op kunst als een proces met vele kanten en mogelijkheden tot actieve betrokkenheid, waarvoor denken en gesprek basiselementen zijn die iedereen tot zijn beschikking heeft, en waarin alle mensen worden gezien als kunstenaars die in staat zijn om een democratische, duurzame samenleving tot stand te brengen.
“Social sculpture” gaat over hoe iets nieuws tot stand te brengen en over nieuwe manieren om je te verbinden. Het richt zich op onze vaardigheid om te reageren en ons intensiever met de wereld waarin wij leven te verbinden. Het onderzoekt het verband tussen verbeelding en duurzame toekomstperspectieven, normen en waarden, ecologisch herstel en verbeeldingskracht, vrijheid en verantwoordelijkheid, functionaliteit en symboliek.
De uitspraak van Joseph Beuys “Kunst = kapitaal” kan worden vertaald in “Creativiteit = Kapitaal” of “Verbeeldingskracht = Kapitaal”.
Het wijst op het vermogen dat mensen hebben om over hun grenzen heen te kijken. Meer te kunnen zien dan alleen het eigen belang. Meer te kunnen zien dan hun eigen omgeving. Globalisering ruimer te kunnen zien dan dat het alleen goed voor henzelf is. Het vermogen om de samenleving zo in te richten dat er ruimte is voor het besef en beleven van de onderlinge verbondenheid van alles wat er bestaat“Social sculpture” gaat over het ontwikkelen van een samenleving waarin deelname aan het democratische proces een basisonderdeel is van de ontwikkeling naar een duurzame en ecologisch gerichte toekomst.

[ii] De tentoonstelling nodigt de kijker uit om drie eenvoudige vragen over de voedselproducten op het stilleven te stellen: Wat is het? Waar kwam het vandaan en wat kostte het – in geld en menselijk leed – om het hier te krijgen? Bij het beantwoorden van deze vragen laten de schilderijen zich lezen als documenten over de uitbreiding van economische macht en koloniale expansie van de Republiek en het Nederlandse aandeel in de totstandkoming van de wereldeconomie.

Wat is de politieke en culturele betekenis van voedsel? Wat zijn vandaag de dag de effecten van de koloniale verhoudingen uit het verleden op de wereldhandel in voedsel en de verdeling van rijkdom?

[iii] See also the Exchange Values website: www.exchange-values.org (where you can download a poster and leaflet).  See also the Social Sculpture Facebook page: https://www.facebook.com/pg/socialsculpture/posts/)

Geplaatst door Reyer Brons, 17-10-2017

Het bericht Bananen, Basisinkomen, Duurzaamheid en Kunst verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Brieven aan een Paralleluniversum. “O” – staat voor origineel

paralleluniversum Dit is het eerste hoofdstuk van de feuilleton, Brieven aan een Paralleluniversum. Het beschrijft de plaats van handeling, het schouwtoneel … “elk speelt zijn rol en krijgt zijn deel”. Zondag 7 oktober 2017 zijn reeds het voorwoord, de opdracht en inleiding gepubliceerd.

“O” – staat voor origineel

paralleluniversum-origineelIn elke stad zijn originelen te vinden. De één hangt in het museum, de andere hangt rond op straat en de derde heeft zich verschanst achter een bureau.

Ons origineel in het museum schilderde briljante schilderijen, dronk veel en gedroeg zich in de omgang met mensen buitengewoon origineel. Hij was gewoon altijd zichzelf, zoals alle kunstenaars. “Ecce homo – kijk, hoe meer expressie, des te kleurrijker het leven” is één van zijn betoverende schilderijen.[1] Deze zoon van onze stad had waarachtig geen angst, om zich op elk gewenst moment hartstochtelijk te uiten. Video’s van zijn leven getuigen daarvan.

Paralleluniversum-origineelHet origineel van de straat heeft ook geen moeite om zich expressief te uiten. Hij is ook niet bang om zijn stem te verheffen. Hij zingt, speelt gitaar, klapt in zijn handen, tot je oren ervan tuiten. Sommige voorbijgangers horen hem graag, anderen gooien geld in de pot, alleen maar om hem te laten ophouden. Vandaag de dag gaan de zaken op straat steeds slechter. De concurrentie – vooral uit Rusland – is groot, het geld van de passanten schaars en dus moet hij soms ook op bezoek bij het origineel van de Dienst.

Paralleluniversum-origineelDit origineel – een directeur – heeft het gepresteerd om louter jonge mensen om zich heen te verzamelen, die met cijfers kunnen goochelen. Zij verstaan de kunst om echte en fictieve getallen zo te mengen, dat je ze op bruingrijs papier kan afdrukken.
Daarbij pakken ze de mensen van deze stad zorgvuldig hun vrijheid af. Het origineel, hij, de directeur, is een ware kunstenaar met projecten. Hij maakt zijn kunstwerken van getallen, de vrijheid van mensen en de meest verbazingwekkende neologismen. Zijn werkzaamheden voert hij uit bij een dienst, die hij met ARGE aanduidt.[2]

De mensen die hem hun vrijheid verkopen, noemt hij klanten, maar ook hulpbehoeftigen. Hij verzint woorden, zoals een ontwerper jurken ontwerpt. De afdeling klantenreacties is het nieuwste succesnummer van zijn vindingrijkheid. En als hij vrij is, is hij eigenlijk heel anders.

Het origineel uit het museum zou hem zeker als gespleten persoonlijkheid geportretteerd hebben. Waarna het origineel van de Dienst hem zeker voor gek verklaard zou hebben. Zodoende kunnen de originelen in onze stad verdeeld worden in òf gek òf schizofreen.

Paralleluniversum-origineelJe kunt dus ook begrijpen dat de theaterdirecteur, toen hij zijn werk in deze stad begon, eerst eens “O!” riep.
O is een ruimte, O geeft richting, O stelt het scherp, zet het centraal, iets dergelijks moet de intendant gedacht hebben, toen hij zei: “O ja, hier wil ik nu leven en werken”.
“O” zal het publiek uit oprechte verbazing over zijn theater roepen.
“O, wat grandioos” zal door het applaus van de toeschouwers galmen.
Zo verspreidt de “O” zich over onze hele stad, al op de bordjes bij de stadsgrenzen staat hij aangeplakt. Iedereen die onze stad in wil, weet dus ook al wat hem hier te wachten staat, omdat een schrandere reclame-ontwerper de O’s nog eens extra versierd heeft met kleine bloemen.

paralleluniversum-origineelMaar er is een straat in de stad, waar “O” zich heeft opgehoopt. Zoveel “O” was er samengebald, dat zijn toon veranderd was. Het was weliswaar nog steeds een “O”, maar het klonk plotseling gekweld, dof, ontgoocheld. Het was een beklemmend “Oh wee” geworden, een opstandig “Oh my God” en dwaalde als een vertwijfeld “Oh nee” door de gangen, klom trap op, trap af en draaide rond in cirkeltjes.

Voor alle originelen en namaak, voor alle gekken en schizofrenen, die hier deze Os slaken, zelfs voor heel gewone mensen, zijn de volgende brieven geschreven. De auteur probeert ondertussen een plaats tussen alle originelen van de stad O te verwerven.

Wordt vervolgd op zondag 22 oktober 2017

voor overzicht zie: https://basisinkomen.nl/feuilleton-parallel-universum/


1. Ecce Homo is een schilderij van de Nederlandse schilder Jheronimus Bosch in het Städel in Frankfurt am Main. Bron: nl.wikipedia.org

2. ARGE staat voor Arbeitsagentur, het arbeidsbureau in Duitsland, een organisatie die ongeveer dezelfde taken uitvoert als de Diensten voor Werk en Inkomen van gemeenten en het UWV in Nederland. Ze wordt tegenwoordig ook Jobcenter genoemd. Deze dienst voert de wetgeving rond Hartz IV uit (enigszins vergelijkbaar met de Participatiewet in Nederland).
In de Nederlandse vertaling wordt naar deze instantie verwezen als ‘ARGE’, ‘ARGE-dienst’, ‘Dienst’ of ‘Jobcenter’, een enkele keer ook als ‘arbeidsgemeenschap’.
Het bijvoeglijk naamwoord ‘arg’ betekent volgens het woordenboek Duits-Nederlands (Het Spectrum, 2014) erg, slecht. Volgens Mijnwoordenboek.nl betekent het: erg; slecht; gemeen; vals (bijv.naamw.); kwaadwillig (bijv.naamw.); met slechte intentie; verschrikkelijk; vreselijk (bijv.naamw.); ontzettend; schrikbarend; schrikwekkend (bijv.naamw.); schrikaanjagend; schromelijk (bijv.naamw.).

Het bericht Brieven aan een Paralleluniversum. “O” – staat voor origineel verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Basisinkomen – gedicht

Basisinkomen

bewerkte illustratie van Mathilde Bindervoet

De baas
is
inkomen

De overheid

Maar ik wil graag
onafhankelijk
zijn

En
om een eigen bijdrage
te geven
aan de maatschappij
zal ik moeten
overleven

In Nederland
koop je
je leven
je leven
drinken
en
eten

De baas
is
inkomen

dus
een basisinkomen
is
om van te dromen
het zal ruimte geven
mij creatief
te ontplooien
mijn hart te volgen
zodat ze kan
blijven
bonken

Een basisinkomen
zal al
het stress om geld
depressie
en verloren mensen zielen
doen voorkomen
want

De baas
is
inkomen

Zonder basis
geen status
dus
baas geef me
die basis
als zelfstandige
moet ik er
inkomen
en wil ik
mee stromen

Baas
geef me
die basis
Een fundament
om op te bouwen
zodat ik mijn dromen
kan
vertrouwen

Elk mens
is opzoek naar
een veilige plek
opzoek naar
die basis
wij
mensen
gaan door fases
maar

De baas
is
inkomen

Written by Lounar.

Op 26 september 2017 tijdens het filosofisch diner in Amsterdam als “spoken word” gebracht door Loulou Elisabettie, na een inleiding Hansje Kalt over Een Onvoorwaardelijk Basisinkomen in Filosofisch Perspectief, filosofisch diner, Amsterdam. Zie ook de discussiepunten en vragen.
Dit was een eerste in de serie diners die deze herfst worden georganiseerd door Vuurwerk Filosofie en Stichting Vitamine Z.  onder de titel Het Nieuwe Werken – wanneer wordt werken overbodig?

Geplaatst door Reyer Brons, 14 oktober 2017

Het bericht Basisinkomen – gedicht verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Discussiepunten en resterende vragen bij Een Onvoorwaardelijk Basisinkomen in Filosofisch Perspectief

Belangrijke discussiepunten rond basisinkomen betreffen eerlijke verdeling, gelijke behandeling, privé-eigendom en mensbeeld.
Resterende vragen zoals wat een goed mensbeeld is en hoe dwingend is dat, het arbeidsethos, billijkheid als morele basis, positieve vrijheid en beperkingen daarvan, gelijke behandeling in ongelijke situaties, maatwerk, marktwerking, scholing als voorwaarde, basisinkomen hoog of bescheiden en billijk, effect op bijv. duurzaamheid

illustratie: Mathilde Bindervoet

Na de inleiding op 26 oktober door Hansje Kalt over Een Onvoorwaardelijk Basisinkomen in Filosofisch Perspectief stelde zij een aantal discussiepunten en resterende vragen aan de orde.

Discussiepunten

  1. De discussie gaat over de diverse manieren waarop wordt aangekeken tegen eerlijke verdeling van de bronnen, gelijkheid, privé-eigendom en marktwerking en de verplichting tot werken voor iedereen.
    Men zoekt een eerlijke verdeling van bronnen in een verdeling naar behoefte, naar arbeid of naar inspanning, of, op grond van geboorterecht. In de praktijk liggen de problemen vooral in het verdelingssysteem die verschillen per persoon en die niet neutraal te bepalen zijn.
  2. Ook over gelijke behandeling er is discussie over de mate waarin. Er zijn verscheidene opvattingen over hoe gelijkheid te bereiken: moet het gaan over gelijkheid van kansen en mogelijkheden of over gelijke uitkomsten. Voor diversiteit als vrijheidsbeginsel geldt dat er ruimte voor alle soorten opvattingen van het goede leven kunnen bestaan.
  3. Privé-eigendom wordt door alle filosofen geproblematiseerd. De reden is dat door opeenstapeling van privé-eigendom “onterechte” grote verschillen in inkomen ontstaan. Door progressieve belastingen op alle inkomsten te heffen en sommige zaken te herverdelen via een staats pensioen, zoals de AOW of Verzekering naar inkomen. In de praktijk kan je dit als een soort in natura verdeling beschouwen. Maar beperking van privébezit heeft zijn grenzen, die voortkomen uit een diep gewortelde menselijke intuïtie van eigendom. Denk maar aan spaargeld.

    Een mooi voorbeeld is de volgende situatie. In ons kapitalistische systeem is het door werkloosheid ontstane gebrek aan inkomen, niet meer te wijten aan de werkenden zelf, maar komt voort uit het systeem. Na de periode van werklozen uitkering vervallen mensen in de Bijstand. Regel is dan dat zij eerst bijna al hun eigen spaargeld moeten opmaken, en dan nog in een tempo dat bepaald wordt door de instantie. Zij moeten van hun eigen geld op een minimumniveau gaan leven tot het bijna op is. Dit is voor veel mensen een onverteerbare kwestie, juist omdat zij ijverig gespaard hebben, wordt hier nu feitelijk beslag op gelegd. En: dit geldt natuurlijk niet voor mensen die nooit gespaard hebben. Oneerlijkheden worden dan weer bijgelapt door nog veel meer soorten uitkeringen en toelagen met even zovele voorwaarden. In de praktijk zijn er grote bureaucratieën nodig om dit alles te organiseren en controleren.

 

  1. Bij opvattingen over het mensbeeld speelt de vraag over het moment van de keuze een rol. Een mens moet zich op ieder moment kunnen herpakken door opnieuw zijn keuzen in vrijheid te bepalen, ook na een relaps door foute besluiten.
    Jongeren worden aanvankelijk (paternalistisch) beschermd tegen onverstandige keuzen. Maar de zekerheid van de onvoorwaardelijkheid en onvervreemdbaarheid van een inkomen maken het mogelijk, dat mensen meer gaan nadenken over hun eigen goede leven en daarmee over de intrinsieke waarde van betaald of onbetaald werk.

 

Het mooiste document vind ik de hartstochtelijke brief van Paine in 1796 aan het Wetgevende en Uitvoerende Directoraat in Parijs, uitgaande van de nieuwe concepten van vrijheid, rechtvaardigheid en humaniteit. En zijn hierop gebaseerde minutieus uitgewerkt plan voor een onvoorwaardelijk basisinkomen voor iedereen, dat direct uitvoerbaar is.

Resterende vragen

Heeft het mensbeeld de grootste invloed op het geloof in de uitvoerbaarheid van een onvoorwaardelijk basisinkomen? Of als iemand zo’n mooi mensbeeld heeft, zijn dan niet alle genoemde systemen op een rechtvaardige wijze uitvoerbaar en is discussie hierover dan overbodig? Of is het voldoen aan een goed mensbeeld zo dwingend dat dit weer de vrijheid beperkt? Is zelfcensuur een gevolg hiervan, zodat de verinnerlijkte morele dwang in een sociale omgeving onverdraaglijk wordt?

Hoe diep zit het onwrikbare arbeidsethos uit de 19e eeuw vanuit de christelijke opvatting, gebaseerd op het idee dat dit aardse leven slechts een voorbereiding op geluk in het hiernamaals is. Is dit te veranderen?

Van Parijs pleit vurig voor het idee billijkheid als morele basis voor een betere wereld. Is dat een begrip dat aan zal spreken?

Is het waar dat tegenwoordig de grenzen aan vrijheid meer impliciet beperkt worden, vooral als het gaat om positieve vrijheid. Aanvankelijk beperkt door formele burgerplicht, is er nu meer druk op individuele verplichtingen op het gebied van zorg voor de eigen familie, vanuit de oude moraal van gezinsverantwoordelijkheid. Hier is in de praktijk de rol van de vrouw in het geding. Is deze verandering moreel aanvaardbaar?

Het moment van keuze voor een eigen ‘goede leven’ zeer belangrijk. Omdat mensen vrij moeten zijn om op ieder moment hun idee van het goede leven kunnen veranderen en een andere koers kunnen inslaan. Hierbij denk ik aan sektes, soort werk, echtscheiding en crimineel gedrag). Een onvoorwaardelijk maandelijks uit te keren basisinkomen dat onvervreemdbaar is, geeft deze vrijheid opnieuw. Na een periode van verplichte scholing voor criminelen. Is dat moreel verantwoord?

Hoe zit het met gelijkheid bij gelijke behandeling in ongelijke situaties. Moet steeds per situatie beoordeeld worden. In feite blijven maatwerk en gelijke behandeling strijdig met elkaar.

Is het zo dat als de focus ligt op gelijke uitkomsten door maatwerk, er dan in de praktijk te veel ondefinieerbare variabelen bij de beoordeling gaan meespelen. Of gaat het niet juist om de ongelijkheid een kans te geven?

Het behoud van ongedomineerde[i] diversiteit leidt ertoe dat er impliciet om een morele maatstaf voor gelijkwaardigheid van culturen gevraagd wordt. (cultuurrelativisme). Moet de morele grens van erkenning liggen bij de Rechten van de Mens of zijn er andere criteria?

Is het zo dat de invloed van marktwerking zal veranderen? Mensen met een onvoorwaardelijk basisinkomen zijn niet meer machteloos tegenover werkgevers. Zij kunnen eisen stellen of ontslag nemen.

Is het moreel te verdedigen dat voor jongeren hun basisinkomen pas onvoorwaardelijk wordt nadat zij hun verplichte scholing door educatie en lerend te werken, afgerond hebben.

Is de mate van echte vrijheid afhankelijk van een zo hoog mogelijke toelage? Of is met een bescheiden en billijk inkomen genoeg vrije keuze al mogelijk.

Is het moreel belangrijk dat het basisinkomen een recht is dat voor iedereen geldt.

Zal alle betaald werk beoordeeld worden naar de intrinsieke waarde? Zullen dan lonen voor onaantrekkelijk fysiek belastend werk worden verhoogd, en lonen voor aantrekkelijk, interessant en werk dat in hoog aanzien staat, worden verlaagd door marktwerking? Zullen mensen die graag snel extra geld willen verdienen dan een paar dagen onaangenaam werk aannemen en anderen kiezen voor inhoudelijke of de sociale voordelen?

Zal meer ruimte komen voor ‘maatschappelijk ondernemen’, Fair Trade en vooral duurzaamheid?

Hansje Kalt, 26 september 2017

Discussie punten en vragen  bij inleiding Hansje Kalt over Een Onvoorwaardelijk Basisinkomen in Filosofisch Perspectief, filosofisch diner, Amsterdam.
Dit was een eerste in de serie diners die deze herfst worden georganiseerd door Vuurwerk Filosofie en Stichting Vitamine Z.  onder de titel Het Nieuwe Werken – wanneer wordt werken overbodig?

[i] in dit standpunt waarin alle culturen geaccepteerd moeten worden, ligt de vraag verborgen dat er ook culturen zijn waarin de waarden en normen niet acceptabel zijn binnen de bestaande moraal. Bijvoorbeeld het slaan van kinderen in de opvoeding of het stenigen van vrouwen bij ontrouw. Dus hoever gaat de tolerantie. Dat is de vraag. Het idee dat alle culturen evenveel recht hebben op het uitoefenen van hun waarden en normen (en gewoonten), is principieel wel goed, maar blijft voor de praktijk discutabel.

Het bericht Discussiepunten en resterende vragen bij Een Onvoorwaardelijk Basisinkomen in Filosofisch Perspectief verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Onvoorwaardelijk Basisinkomen in Filosofisch Perspectief

Veel  filosofen gaan uit van het beeld dat de mens in principe een goed en redelijk wezen is en dat hij verantwoordelijk is voor zijn daden. Mensen zijn in staat om te kiezen voor het goede leven dat bij hun karakter past. Voor zover mensen geneigd zijn tot onrechtmatigheden, kan hun gedag altijd verbeterd worden door opvoeding en via kennis door educatie.

Het idee van een onvoorwaardelijk basisinkomen, actueel gemaakt door Philippe van Parijs, inspireerde mij om na te denken over vrijheid en rechtvaardigheid. Vooral omdat ik merkte dat veel mensen een zogenaamde intuïtieve afkeer hebben van de onvoorwaardelijkheid van een dergelijke herverdeling van inkomen. De moraal als arbeidsethos, is immers: Ieder mens moet werken voor zijn brood.

De term “hardwerkende Nederlander” is regelmatig te horen in discussies in de media over belastingheffing en het recht op sociale voorzieningen. Mensen die een uitkering “genieten” worden steeds impliciet als verdachte klaplopers neergezet. Niet alleen door burgers, maar ook door politici.

Deze opvatting leidde tot het opzetten van een uitgebreid controleapparaat, gericht op de mensen met de laagste inkomens. In dit systeem wordt (in ieder geval in Amsterdam) dankbaar gebruik gemaakt van de “kliktelefoon”, waar iedereen anoniem een vermoeden van misbruik van buren of bekenden kan ventileren.  In Amsterdam is project “zoeklicht” op deze manier opgezet. De naam zegt genoeg. Voor de opsporing worden minstens vijf digitale bestanden gekoppeld, wat niet geoorloofd is. Burgers mogen volgens mij, niet worden ingezet voor controles op andere burgers, omdat hun motivatie meestal dubieus kan zijn. Deze wijze stimuleert een verradersmaatschappij, die ik moreel sterk afkeur. Toen ik in de gemeenteraad van Amsterdam zat, stemde ik tegen dit plan als enige. Daarna werd ik op het matje geroepen van de directeur van deze dienst!

Aan rechten op inkomen van de staat zijn altijd harde voorwaarden verbonden. Op zich is het een logische consequentie dat het voldoen aan deze voorwaarden gecontroleerd wordt. Schadelijk is dat deze voorwaarden niet duidelijk zijn gedefinieerd. Een pikant voorbeeld is de controle op het “samenwonen” van alle mensen die AOW en vooral van hen die bijstand ontvangen. Onder “samenwonend” wordt verstaan “het voeren van een gemeenschappelijk huishouding”. Van beiden wordt dan 300 euro van hun uitkering á 1000,- euro per maand afgetrokken, plus boete! Tekenend voor deze onduidelijkheid is dat deze controles gestopt zijn omdat mantelzorgers onder samenwonend werden meegerekend! En dat was niet de bedoeling.

Dit was dus mijn motivatie om over vrijheid en rechtvaardigheid als filosoof onderzoek te doen. Ik was nieuwsgierig naar de vraag: Hoe werd er in vorige eeuwen over vrijheid en rechtvaardigheid gedacht?

Voor het beantwoorden van die vraag zijn utopieën een rijke bron. De filosofen omschrijven hun ideale maatschappij en geven moreel onderbouwde suggesties om dat doel te bereiken. Zij geven aan welke concepten van vrijheid en rechtvaardigheid en een eerlijke distributie van inkomsten zij wensen. Mijn onderzoek is geïnspireerd door de filosofen Kant, Mill, Berlin en Rawls.

Ik ben begonnen bij de oudste utopie, die van Plato uit 357 voor christus: Magnesia op het eiland Kreta, uitgebreid beschreven in zijn boek “De Wetten”. Tot mijn grote verbazing bleek dit een totaal onbekende utopie te zijn, zelfs onder filosofen. Pikant is dat de zeer beroemde Utopia van Thomas More uit 1516 geïnspireerd is door Magnesia. More geeft nota bene commentaar op de utopie van Plato.

Daarna bestudeerde ik de niet utopisch bedoelde voorstellen voor een rechtvaardiger en vrijere samenleving. Tijdens de Franse Revolutie komt Thomas Paine in 1796 als eerste met een direct uitvoerbaar plan voor een onvoorwaardelijk basisinkomen. Decennia later geven Charlier en Huet daar in 1848 en 1853 weer hun commentaar op. Bij de hedendaagse filosofen koos ik Philippe van Parijs in 1991 en kritiek op hem van Gijs van Donselaar in 2009.

Wat zijn nu de overeenkomsten en verschillen tussen deze zeven filosofen over een al dan niet onvoorwaardelijk basisinkomen. Ik zal proberen om niet in te gaan op de voorstellen om tot uitvoering te komen van de plannen. Dat is nogal lastig omdat dit zeer verweven is met hun ideeën.

Wel zal ik kijken naar de filosofische rechtvaardiging van een herverdeling van inkomens. Hiervoor is het mensbeeld dat ten grondslag ligt aan de vorm van basisinkomen een belangrijke grond voor de geloofwaardigheid en uitvoerbaarheid van de plannen.

Alle zeven filosofen zijn het eens over de rechtvaardigheid van eerlijke verdeling aan iedereen van de producten die de aarde aan mensen geeft, opdat alle mensen op een humaan bestaansminimum kunnen leven.

Het morele doel is om steeds iedereen de ruimte te geven voor zijn eigen opvatting van “het goede leven”, zoals Plato dat noemt. Als start geldt vaak als reden om armoede uit te bannen. Het uitgangspunt is dat er is genoeg op aarde is voor iedereen.

Alle filosofen hebben hun problemen met privé-eigendom en communaal eigendom, waarin het bestaan van ongelijkheden in rijkdom, vooral als er sprake is van geld, een cruciale rol speelt.

Een eerste breuk in de rode draad in de morele concepten van vrijheid en rechtvaardigheid is duidelijk aan te geven rond de verandering van de agrarische samenlevingen door de opkomst in 1800 van de eerste industrieën. Tegelijk met de nieuwe moraal uit de Franse Revolutie: Vrijheid, Gelijkheid en Broederschap. Problemen uiten zich vooral in de extreme armoede waar de nieuwe soort arbeiders toe gedwongen worden met werkdagen van 14 tot 16 uren. (Paine)

Een tweede breuk vinden we bij Philippe van Parijs. Hij noteert dat aan het einde van de 20ste eeuw de idealen van het socialisme niet meer het beoogde resultaat opleveren in de ogen van veel mensen, zoals we aan de recente verkiezingen hebben kunnen zien.

Van Parijs pleit vurig voor het idee van billijkheid als morele basis voor een eerlijker en humanere samenleving.

Gelijkenissen & Verschillen

Alle filosofen gaan ervan uit dat mensen als vrije individuen geboren zijn. Hun vrijheid moet beschermd worden door wetten die voor iedereen gelijk zijn. De formele vrijheid (wetten) evenals de negatieve vrijheid (veiligheid etc.) zijn duidelijk hetzelfde. De concepten van positieve vrijheid (hoe wordt vrijheid ingevuld) verschillen. De bepalingen van verplichtingen om bijdragen te leveren aan de samenleving, kunnen verscheidene morele grondslagen hebben en beperken in zekere zin de vrijheid van handelen. De uitspraak “vrijheid zonder inkomen bestaat niet, want armoede leidt tot slavernij’ is voor allen waar.

Rechtvaardigheid

Dus alle filosofen gaan ervan uit dat in een rechtvaardige samenleving geen armoede mag voorkomen. Er is genoeg voor iedereen op aarde. Een rechtvaardige verdeling van de middelen, in ieder geval op een leefbaar minimumniveau is dus noodzakelijk. Exploitatie van mensen en ten koste van anderen leven, wordt niet getolereerd. Er zijn wel verschillende opvattingen over de rechtvaardige grondslag van de eerlijke verdeling, zoals bijvoorbeeld naar behoefte, naar werk of inspanning of op grond van het bestaan op zich.

Gelijkheid

In principe moeten alle mensen gelijke rechten hebben en gelijk behandeld worden, volgens allen. In de uitvoering in de praktijk van deze gelijkheid liggen de verschillen, omdat mensen als persoon nooit gelijk kunnen zijn. Proportionele ongelijkheid (zoals bij Plato) is aanvaardbaar omdat gelijke behandeling bestaande ongelijkheden in stand houdt.

Er zijn verscheidene opvattingen over gelijkheid: moet het gaan over gelijkheid van kansen en mogelijkheden of over gelijke uitkomsten. Allen pleiten voor een extra zorg door de staat voor de zwakkeren. Verplicht vrij onderwijs voor alle mensen om zich te verbeteren en te ontwikkelen om zo achterstanden in te lopen is steeds een essentieel onderdeel. Over de opvatting dat gelijkheid weer niet ten koste mag gaan van diversiteit als vrijheidsbeginsel, verschillen de meningen gradueel.

Religie

Vrijheid van godsdienst wordt door allen getolereerd binnen de grenzen van de wetten. Sommige religieuze opvattingen worden gezien als van praktisch nut: als een welkome morele basis van leven. Maar religieuze sektes en orthodoxe geloofsopvattingen, die onderdrukkend zijn voor hun aanhangers, gaan in tegen het ideaal van de vrije mens. Een godsdienst die verkondigt dat ieder mens een vast plaats – ook in armoedige situatie – in de maatschappij heeft, waar hij zich nooit uit kan bevrijden, is niet welkom.

Een prachtig voorbeeld is de woede van Paine, toen een Parijse bisschop in zijn preek debiteerde dat god niet alleen de mens geschapen had, maar ook arm en rijk bepaald had. Pain schreef: Nee, god heeft alleen man en vrouw geschapen.

Werk en vrije tijd

De meeste filosofen vinden het normaal dat iedereen, die kan werken, verplicht is om minimaal voor eigen onderhoud arbeid te verrichten. Vrije tijd is niet alleen om te recupereren, maar vooral belangrijk voor het recht op de eigen ontwikkeling door onderwijs en cultuur, maar ook om te kunnen genieten van het leven. Dit geldt vooral voor de oude utopieën.

Vanaf het begin van de 19e eeuw, wanneer de agrarische wereld verandert in een kapitalistische samenleving en de mogelijkheid voor betaald werk voor de massa afhankelijk wordt van de geboden werkgelegenheid, zien we voor het eerst dat algemene uitkering voor iedereen, zonder dwang tot arbeid voor een “baas”, voorgesteld wordt. Hier bestaan principiële verschillen over de rechtvaardigheid. De vrijheid om zonder betaald werk, van een onvoorwaardelijk basisinkomen te leven, naar eigen morele opvatting van het goede leven, is een terugkomende discussie. Het gaat in tegen de intuïtie van het dan vigerende arbeidsethos.

Mensbeeld

Alle zeven filosofen gaan uit van het beeld dat de mens in principe een goed en redelijk wezen is en dat hij verantwoordelijk is voor zijn daden. Mensen zijn in staat om te kiezen voor het goede leven dat bij hun karakter past. Voor zover mensen geneigd zijn tot onrechtmatigheden, kan hun gedag altijd verbeterd worden door opvoeding en via kennis door educatie. Een mens kan zich op ieder moment herpakken door opnieuw zijn keuzen in vrijheid te bepalen. Ook na een relaps door foute driften zoals hebzucht, een verlangen naar een overmatig hedonistisch leven, spilzucht of het plegen van criminele activiteiten. Het verschil zit hem voornamelijk in de inschatting van de bestendigheid van de menselijke natuur tegen schadelijke verleidingen.

Hier wordt in het bijzonder steeds de zwakte van jongeren gememoreerd. Zij zijn nog niet in staat hun leven te overzien. Dit zou vooral kunnen leiden tot spilzucht en luiheid. Zij moeten beschermd worden tegen verleidelijke situaties zoals bijvoorbeeld de beschikking over veel gratis geld ineens.

Alle filosofen hebben het idee dat mensen niet per se gelukkig worden van rijkdom. Matigheid, beheersing van felle emoties, rechtvaardigheidsgevoel en een moraal van saamhorigheid kunnen tot een goed leven leiden.

Hansje Kalt, 26 september 2017
Inleiding
 filosofisch diner, Amsterdam.
Dit was een eerste in de serie diners die deze herfst worden georganiseerd door Vuurwerk Filosofie en Stichting Vitamine Z
.  onder de titel Het Nieuwe Werken – wanneer wordt werken overbodig?

LITERATUUR:

Citaten uit: Hansje Kalt (2014): Een Onvoorwaardelijk Basisinkomen in Utopisch Perspectief, Over Echte vrijheid & Rechtvaardigheid. Uitgever: de columnist@ruud verdonck.nl
Isbn 978.90.820225-1-3
Zie ook de vermelding op de VBi-website.
Een exemplaar van het boekje kan bij Hansje Kalt besteld worden voor 5 euro per exemplaar plus verzendkosten á 5 euro. Dus totaal 10 euro per exemplaarDit kan per email hjekalt@xs4all.nl of  telefonisch: 020 627 8682 (resp. 06- 1666 0677) of per post: Amstel 53 F boot, 1018 EJ Amsterdam.

—————————

Cuncliffe, John & Erreygers, Guido (2003); Basic Income? Basic Capital!,  Origins and Issues of a Debate: Joseph Charlier, 1848 en Francois Huet, 1853. Blackwell Pyblishing, Oxford UK / Malden USA.

Donselaar, Gijs van (2009) The Right to Exploit, Oxford/NY.

More Thomas (1965) Utopia (1516) Introduction Paul Turner. Penguin Books, London UK.

Paine, Thomas (2012: Agrarian Justice (1796) In: Social Security, Social Insurance History: www.ssa.gov/history/paine4.html.

Plato (1975): The Laws (357 b.c.) Introduction by Trevor Saunders, translation. Penguin Books, London.

Van Parijs, Philippe (1991) Why surfers should be fed. In: Philosophy & Public Affaires, Vol.20, No. 2 1991.

Van Parijs, Philippe (1995a)  Real Freedom for All, What (if anything) can justify capitalism. Oxford University Press. UK

Van Parijs, Philippe (1995b): De solidariteit Voorbij, over de ethische transformatie van de verzorgingsstaat. In: Het Basisinkomen red, R.J. van der Veen & Pels, Van Gennep, Amsterdam.

Geplaatst door Reyer Brons op 10-10-2017

Het bericht Onvoorwaardelijk Basisinkomen in Filosofisch Perspectief verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Brieven aan een Paralleluniversum. Een prikkelende roman in briefvorm.

paralleluniversum

Op verzoek van de vice-voorzitter van de Vereniging Basisinkomen heb ik, Florie Barnhoorn, in de winter van 2016-2017 het boekje Briefe an ein Paralleluniversum (Editie Winterwork)[1] van de in Duitsland wonende schrijfster Petra Keup[2] vertaald uit het Duits. Brieven aan een Paralleluniversum[3] is een roman, samengesteld uit brieven geschreven door Maximiliane Wonder-Licht, een ‘klant’, gericht aan de directeur van de uitkeringsinstantie, Valentin Graumann. De verhalen gaan over de vaak hilarische ervaringen van de vrouw met deze organisatie, die ‘Hartz-IV’, zeg maar de Duitse sociale bijstand, uitkeert, of zoals de achterflap het zegt

Maximiliane Wonder-Licht begrijpt de wereld niet meer. Alle fatsoenlijke burgerlijke waarden die voor haar haar leven lang vanzelfsprekend waren, worden plotseling met voeten getreden.
Het gaat mis volgens haar, omdat de rijken steeds rijker worden. Daarnaast, maar dat valt niet direct zo op, zijn er wetten opgesteld door een manager van seksreizen. De mooie praatjes van politici maken daar dan een verzorgingsstaat van. En aan het einde van de rit voert de bureaucratie die gewillig uit.
Ze maakt van Maximiliane een hulp behoeftige klant en plotseling is haar leven een onoplosbaar probleem. Daarbij is het in de eerste plaats niet het weinige geld dat haar leven in chaos dompelt, maar het denken in sjablonen, de criminalisering, de waanzinnige controle en de daarmee samenhangende intimidatie.
Maximiliane Wonder-Licht verweert zich op haar geheel eigen manier volgens het motto: “De beste manier om de duivel uit te drijven – als hij voor de Schrift niet wijken wil – is hem te bespotten en uit te lachen, want verachting kan hij niet verdragen.” (Maarten Luther)

De komende weken wil ik de vertaling publiceren in de vorm van een feuilleton, dat wil zeggen iedere zondag een hoofdstuk, te beginnen vandaag met de doorgifte van het auteursrecht, het voorwoord, de opdracht en de inleiding.

De noten, illustraties en links zijn van de hand van de vertaalster. Zij kunnen Petra Keup, de schrijfster van de Duitse uitgave, niet aangerekend worden.

Brieven aan een Paralleluniversum

Afzender:
Maximiliane Wonder-Licht
Is’was-im-Busch-Straße 13[4]
Stad O

Aan de
ARGE van stad O – de directeur
De heer Valentijn Graumann
Stad O

Als managers van seksreizen wetten maken … dan zijn we toch een verzorgingsstaat?

Opgedragen aan

Kristin – Juliane
”Creativiteit en kunst zijn iedere situatie meester.”

Aan de politici van deze federatie, de deelstaten, steden en gemeenten:

“Houdt eindelijk op jezelf tot nar te maken
door het vertellen van leugenachtige verhalen.
Vervang onze grondwet niet steeds
door de wetten, die gelden op de markten
van jullie immorele wereldeconomie.
Gooi eindelijk al die lobbyisten er uit.
Anders zullen
woedende burgers jullie te grazen nemen!”

Aan de medewerkers van de instanties die aanvragen voor een werkloosheidsuitkering behandelen, en de mensen die deze aanvragen moeten indienen:

“Doe iets, wordt creatief en laat je angst los,
vecht niet tegen elkaar, maar verbindt je met elkaar.
Jullie hebben meer macht dan je denkt.
Tenslotte zijn jullie met vele miljoenen.”

 

Inleiding

Stad O is een ruimte, een vlak waar ik mijn beelden op projecteer. Het kan de naam zijn van iedere stad waar je je moet inschrijven. De feiten zijn overal hetzelfde, want in alle Diensten die aanvragen voor werkloosheidsuitkeringen behandelen, waait immers dezelfde naargeestige wind – Hartz IV. Gelijkenissen met de situatie in een bepaalde stad berusten dan ook op louter toeval en zijn onbedoeld.

Tegen de medewerkers die bij deze instanties werken, zeg ik: “Met veel van jullie gaat het niet beter dan met de mensen, die aan de andere kant van jullie bureau staan.” Dit gezegd hebbende, voeg ik er aan toe: niemand van jullie hoeft zich aangesproken te voelen, het is uitsluitend die kille wind, de geest van Hartz IV – waarvan jullie denken dat je hem dienen moet – die schuld draagt.

De aanvragers zullen zichzelf en de situatie waarin ze zich bevinden herkennen in de brieven – en zullen zich er vrolijk om maken. Maar geen van hen zal daarbij vergeten:

Vaak is juist dat, wat met een glimlach gepresenteerd wordt, bittere ernst!


1. Bibliografische informatie van de Duitse Nationale Bibliotheek:
De Duitse Nationale Bibliotheek registreert deze publicatie in de Duitse Nationale Bibliografie. Gedetailleerde bibliografische informatie over http://www.dnb.de is op internet beschikbaar.
Reproductie of duplicatie is alleen mogelijk na toestemming van de auteur. Het gebruik of verspreiding door onbevoegde derden in alle gedrukte, audiovisuele en akoestische media is verboden. De tekst- en beeldrechten zijn in bezit van de auteur. Publicatie is alleen mogelijk na haar goedkeuring.

paralleluniversum 2. Petra Keup
Briefe an ein Paralleluniversum
(C) 2011 Editie Winterwork
Alle rechten voorbehouden.
Omslag en layout: Petra Keup
Redacteur: Michael Zuch
Drukken en binden: Winterwork Borsdorf
www.winterwork.de
ISBN: 978-3-86468-065-6

3. “Is’was-im-Busch-Straße” betekent ongeveer: “Wat is er loos op Heesterstraat 13”? “Is’was” verwijst mogelijk naar het gevleugelde woord uit de speelfilm Is’ was, Doc? De van oorsprong Engelstalige film kwam in 1972 uit onder de titel What’s Up, Doc? Zie hier of hier.

4.Briefe an ein Paralleluniversum is – met een nieuwe omslag – in december 2016 ook als e-boek verschenen. Het is hier te bestellen. De helft van de door Amazon ontvangen betalingen zal worden gedoneerd aan een groep die zich inzet voor de spoedige beëindiging van dat wat beschreven wordt in het boek.


Briefe an ein Paralleluniversum Boek omslag




Briefe an ein Paralleluniversum




Duitstalig





Petra Keup





roman




Winterwork Borsdorf




2011




Pocket




108




https://www.amazon.de/Briefe-ein-Paralleluniversum-Petra-Keup/dp/3864680654




978-3-86468-065-6




9,90

Stad O is een ruimte, een vlak waar ik mijn beelden op projecteer. Het kan de naam zijn van iedere stad waar je je moet inschrijven. De feiten zijn overal hetzelfde, want in alle Diensten die aanvragen voor werkloosheidsuitkeringen behandelen, waait immers dezelfde naargeestige wind – Hartz IV. Gelijkenissen met de situatie in een bepaalde stad berusten dan ook op louter toeval en zijn onbedoeld.

Tegen de medewerkers die bij deze instanties werken, zeg ik: “Met veel van jullie gaat het niet beter dan met de mensen, die aan de andere kant van jullie bureau staan.” Dit gezegd hebbende, voeg ik er aan toe: niemand van jullie hoeft zich aangesproken te voelen, het is uitsluitend die kille wind, de geest van Hartz IV – waarvan jullie denken dat je hem dienen moet – die schuld draagt.

De aanvragers zullen zichzelf en de situatie waarin ze zich bevinden herkennen in de brieven – en zullen zich er vrolijk om maken. Maar geen van hen zal daarbij vergeten:

Het bericht Brieven aan een Paralleluniversum. Een prikkelende roman in briefvorm. verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Sfeerverslag wereldcongres BIEN Lissabon 25 t/m 27 september 2017

bien-sfeerverslag-2017
Alexander de Roo (voorzitter) en Hilde Latour (bestuurslid internationale betrekkingen) waren namens de Vereniging Basisinkomen aanwezig op het wereldcongres van Basic Income Earth Network (BIEN). Er waren maar liefst 34 landen vertegenwoordigd, waaronder een flinke groep uit Azië (met name Korea, Taiwan en Japan). Het evenement trok behoorlijk veel aandacht van de internationale en Portugese pers.

bien-sfeerverslag-2017Dag één vond plaats in het Portugese parlement, dag twee en drie op de universiteit voor economie en management. Thema’s als sociaal dividend, mensenrechten, gendervraagstukken, precariaat, financiering van een onvoorwaardelijk basisinkomen, wetgeving, politiek, automatisering en experimenten passeerden de revue.

Prof. Guy Standing (mede-oprichter van BIEN) pleit in de huidige wereld economie nadrukkelijk voor een belasting op de “unmovables”, zoals grondbezit. Het recht op gebruik van het land werd door hem (in een geweldig opgebouwde speech zoals we van hem gewend zijn) geplaatst in historisch perspectief, refererend naar de “charter of the forest” uit de 13e eeuw.

Prof. Philippe van Parijs (mede-oprichter van BIEN) pleit er eveneens voor om je niet blind te staren op de automatisering als argument voor een onvoorwaardelijk basisinkomen, maar uit te gaan van bijvoorbeeld het recht van de mens om vrij te kunnen kiezen hoe invulling te geven aan het leven en nee te kunnen zeggen tegen slechte arbeidsomstandigheden.

Hoopgevend was de aanwezigheid van bestuurders uit het bedrijfsleven in een discussie panel, die bereid bleken zich verder te verdiepen in het concept van het onvoorwaardelijk basisinkomen. Een belangrijk thema dat dagelijks terugkwam, was het effect van een onvoorwaardelijk basisinkomen op de positie van vrouwen. Met name onbetaald werk, genderongelijkheid en misbruik van vrouwen kwamen daarbij aan bod en hoe een onvoorwaardelijk basisinkomen daar invloed op zou hebben. Opvallend was tevens dat er een aanzienlijk aandeel van de presentaties gingen over de financiering van een onvoorwaardelijk basisinkomen. Verschillende rekenmodellen uit diverse landen werden gepresenteerd. Eveneens opvallend was dat er diverse presentaties waren over het effect van het basisinkomen op dierenwelzijn en het milieu. De voorspelling is dat er minder illegale handel in bijvoorbeeld ivoor zal zijn zodra mensen minder afhankelijk zijn van de opbrengst hiervan doordat zij een basisinkomen hebben.

Ook de politiek was redelijk vertegenwoordigd, waaronder (uiteraard) de Duitse en Zweedse partijen voor het basisinkomen, een parlementslid uit Schotland, Portugese politici (zowel voor- als tegenstanders) en politici uit Mexico-city, waar een recht bestaat op een ‘vitaal minimum’ inkomen en waar de discussie over een basisinkomen zeer levendig is.

bien-sfeerverslag-2017 Onze voorzitter Alexander de Roo (mede-oprichter van BIEN) gaf een workshop en heeft uiteengezet hoe de steun voor het basisinkomen in de laatste decennia zich ontwikkeld heeft over het politieke spectrum in Nederland, met steun voor en weerstand tegen het concept aan zowel de linker als de rechter zijde. Tevens heeft hij een tipje van de sluier opgelicht van de calculator die de Vereniging ontwikkeld heeft om zélf de financiering van diverse varianten van het onvoorwaardelijk basisinkomen te berekenen (hier wordt de laatste hand aan gelegd en deze is binnenkort beschikbaar via de website). Daar was veel internationale interesse voor en volgend jaar zal Alexander de Roo op het BIEN-congres in Finland dan ook een workshop geven over deze rekentool.

bien-sfeerverslag-2017 Tijdens de algemene ledenvergadering van 29 oktober aanstaande in Utrecht zal Hilde Latour een presentatie geven over de ontwikkelingen op het gebied van het (onvoorwaardelijk) basisinkomen in het buitenland.
Al met al was het een zeer inspirerend congres en gaan we vol goede moed, vol nieuwe ideeën en vol gas vooruit!

UBIE algemene ledenvergadering
Voorafgaand aan het BIEN congres was de algemene ledenvergadering van Universal Basic Income Europe (UBIE), met in de middag diverse workshops. Belangrijkste thema’s: eurodividend (inclusief rekenmodel), burgerinitiatief onvoorwaardelijk basisinkomen, communicatiestrategie, fondswerving, lidmaatschapsbijdrage, lobbyen in Brussel, tentoonstelling over onvoorwaardelijk basisinkomen en internationale week van het basisinkomen. Met betrekking tot het laatste: besloten is om dit initiatief van drie Duitstalige landen (Duitsland, Zwitserland en Oostenrijk) over te dragen aan BIEN, zodat deze week (nog meer) wereldwijde allure kan krijgen.


bien-sfeerverslag-2017

Het bericht Sfeerverslag wereldcongres BIEN Lissabon 25 t/m 27 september 2017 verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.