Kan een Groningse Bodemuitkering uitkomst bieden?

groningen

 

Iedere inwoner van Groningen zou regelmatig een bedrag van de overheid moeten ontvangen als compensatie voor het gewonnen gas. Dat zou tevens een goede leerschool zijn voor de introductie van een universeel basisinkomen, schrijft Joop Böhm.

 

Het Alaska Permanent Fund is een fonds dat bestemd is om de huidige en toekomstige inwoners van de staat Alaska direct te laten profiteren van de winsten op de in die staat gewonnen grondstoffen, zoals olie en aardgas. In de grondwet werd verankerd dat minimaal 25% van de opbrengst aan het fonds wordt toebedeeld. Met het opzetten van het fonds wordt beoogd het geld op een structurele en langdurige manier in te zetten voor de economie van de staat.

 

 

Inwoners van Alaska – zonder een veroordeling voor een misdrijf – die minimaal één vol kalenderjaar in de staat hebben gewoond en van plan zijn voor onbepaalde tijd in de staat te blijven wonen hebben recht op een uitkering. Iedereen ontvangt hetzelfde bedrag, ongeacht de leeftijd. Dit zogenoemde dividend is gebaseerd op het gemiddeld rendement van het fonds over de vijf voorafgaande jaren.

Groningen is natuurlijk geen Alaska, maar de omstandigheden komen wonderwel overeen. Het zou de overheid sieren om de inwoners van ons ‘wingewest’ op soortgelijke wijze, wellicht ietwat aangepast, een voorkeursbehandeling te geven. Dat zou ook kunnen in de vorm van een periodieke uitkering, gerelateerd aan de opbrengst van de gewonnen grondstoffen.

En er is een tweede reden die daarvoor pleit. Een dergelijke universele uitkering zou kunnen dienen om gegevens te verzamelen over de effecten die de periodieke uitbetaling van een significant geldbedrag met zich mee zal brengen. Daaruit kunnen dan weer data worden gedistilleerd die van belang kunnen zijn voor een weloverwogen invoering van een Universeel Basisinkomen (UBI).

Het WRR-rapport Weten is nog geen doen van 24 april 2017 laat duidelijk zien dat de huidige participatiesamenleving leidt tot ontreddering.

Door analyse van de effecten van een “Groningse Bodemuitkering” kan snel duidelijk worden of een landelijk UBI uitkomst biedt; of een UBI de ontreddering kan stoppen die als gevolg van de Participatiewet blijkt op te treden. Het welzijn van onze samenleving staat daarbij op het spel. Dat mag wel de nodige miljarden kosten, toch?

Amersfoort, 15 januari 2018.
Joop Böhm.

Het bericht Kan een Groningse Bodemuitkering uitkomst bieden? verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Brieven aan een Paralleluniversum 16. O – Valentijn

gespleten

 

Dit is de zestiende aflevering van de feuilleton Brieven aan een Paralleluniversum van de Duitse schrijfster Petra Keup. De eerste verscheen op 8 oktober 2017. Sindsdien publiceer ik iedere zondagochtend een hoofdstuk uit deze roman. De brieven zijn geschreven door Maximiliane Wonder-Licht, een ‘klant’, en gericht aan Valentin Graumann, de directeur van een instantie, die ‘Hartz-IV’, zeg maar de Duitse sociale bijstand, uitkeert.

Betreft: “O” – Valentijn

 

 

Beste Valentijn,

Nu ik gisteren de hele avond vooral met u heb doorgebracht, staat u mij toch zeker toe, u bij de voornaam te noemen.

Geen van uw vele bruingrijze documenten, niets van uw razendsnelle gegoochel met cijfers heeft bij mij zo veel verwarring veroorzaakt als deze laatste nacht. Valentijn, ik droomde van u.
U riep mij op voor een gesprek, smeet getallen in mijn gezicht en schreeuwde: “Wat moet ik doen, wat moet ik?” Zo woedend, bijna wanhopig had ik u nog nooit gezien. “Mevrouw Wonder-Licht, ik kan u niet laten gaan, in geen geval. Nooit sta ik u toe, mij te verlaten. De cijfers, de statistiek, ik moet op het gemiddelde uitkomen. Ik heb veel te weinig vrouwen in mijn bestand.”

Uw gezichtsuitdrukking vertoonde het hele palet van verbaasd tot ongeloof.

gespleten Ik schreeuwde: “Kan ik het helpen, dat de vrouwen je niet mogen! Gedraag je eens charmant, dan komen ze wel.”
U had toen ook al een ring in de hand, die u om wilde doen. Ik werd wild om mij heen slaand wakker en kon de slaap niet meer vatten. Nu voel ik me zo, ja, ik weet niet hoe …

Ik weet exact, wat u nu gaat zeggen: “Mevrouw Wonder-Licht, u moet dat niet persoonlijk nemen.” Tenslotte zeggen mensen achter bureaus dat altijd. “Ik heb mijn instructies!” “Dat zijn de regels!” “De wet vereist – u moet begrijpen…” Die gesprekken eindigen altijd met de zin: “Ik zou het ook liever anders willen.”

Tegen die tijd vraag ik mij af of ik bij het ontbijt de thee per ongeluk verwisseld heb voor de rum? Zie ik daarom de persoon die tegenover mij zit dubbel?
Ik denk dan, dat mensen die ambtenaar zijn en de hele dag achter hun bureau zitten, inderdaad neigen naar een gespleten persoonlijkheid, in vaktaal ook bekend onder de noemer schizofrenie. Deze vatbaarheid wordt niet veroorzaakt door traumatische ervaringen in de kindertijd, maar komt door het beroep – een beroepsziekte dus. Acht uur per dag bent u die ene persoonlijkheid, daarna de andere, en in de slaap misschien zelfs nog een derde?

gespleten

Stelt u zich eens even voor, één van uw medewerkers weigert een huisvader eerst de hem toekomende uitkering, omdat hij de opdracht heeft, het alle aanvragers zo moeilijk mogelijk te maken. Pas nadat iemand een bezwaarschrift heeft ingediend, kan hij een uitkering krijgen. Er ontstaat een fikse ruzie. Dan breekt het einde van de werkdag aan en verandert deze medewerker op weg naar huis in een liefhebbende echtgenoot en zorgzame vader.

De andere vader verlaat ook uw Dienst en keert terug naar huis. Maar omdat hij geen gespleten persoonlijkheid heeft en alles heel persoonlijk opvat, is hij thuis nog net zo boos als aan de balie van uw medewerker. In het ergste geval krijgen zijn vrouw en kinderen dan een flink pak rammel.

 

De één of andere kleinburger zal wel weer zeggen, kunstenaars zijn gek. We zijn niet gek, we zijn gewoon niet gespleten. Kunstenaars zijn kunstenaars, ieder uur van de dag en de nacht. Daarom kunnen we met de zin “Dat moet u niet persoonlijk nemen” ook zo weinig aanvangen, want wij kunnen niet zomaar van persoonlijkheid wisselen. Helaas begrijpen gespletenen dat absoluut niet. Waarschijnlijk jaagt alleen het idee al, dat er zoiets bestaat als een intacte persoonlijkheid u doodsangst aan? Vierentwintig uur per dag ben je een dader achter een bureau, vierentwintig uur per dag ben je de gewillige handlanger van een manager van seksreizen, je kunt je niet verstoppen, je bent voor alle gevolgen verantwoordelijk, dat is ook allemaal veel te zwaar voor een tere mensenziel.

Zij groet u heel persoonlijk,
uw Maximiliane Wonder-Licht

Een overzicht van alle gepubliceerde hoofdstukken is hier te vinden.
Vertaling: Florie Barnhoorn

Wordt vervolgd op zondag 28 januari 2018

gespleten
gespleten

Het bericht Brieven aan een Paralleluniversum 16. O – Valentijn verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Conferentie De Zachte Hand in de Bijstand, Amsterdam 17 januari 2018

foto Pixabay

Bij sociale diensten etc. is sprake van een stille revolutie. Een deel van hun cliënten met een zogenaamde afstand tot de arbeidsmarkt wordt met zachte hand benaderd.
Daarvoor zijn drie opties: bijstand als basisinkomen of als basisbaan of als begeleiding. De eerste optie scoort daar helaas niet hoog.

Op 17-1-2018 vond door de gemeente Amsterdam georganiseerde conferentie plaats over De Zachte Hand in de Bijstand.
Zeker 300-400 bezoekers, velen uit Amsterdam maar ook uit andere grote en kleinere steden. De meesten in hun beroep bezig met de bijstand: beleidsmakers, coaches van bijstanders, chefs van coaches en stafmedewerkers. Sommige bezoekers zijn wetenschappers, onderzoekers. Ook waren er mensen van bijstandbonden + enkelen die alleen bijstander zijn (een kleine groep overigens, hoe groot zou de groep zijn die zich met hen bezig houdt? Even groot als het totale aantal mensen met bijstand?). Tenslotte zomaar geïnteresseerden, politici, een enkele vakbonder, en wij, pro basisinkomers van onze vereniging uit het Amsterdamse basisteam en van het landelijk bestuur.

De conferentie was in twee delen gesplitst, middag en avond.

De middag was gevuld met toelichting en bespreking van het Dossier De Zachte Hand in de Bijstand, een speciale uitgave in het Tijdschrift voor Sociale Vraagstukken (winter 2017, nr 4).
Dit dossier bevat verschillende hoofdstukken en doet verslag van de zoektocht van hoogleraar Actief Burgerschap Monique Kremer (ook WRR-lid) en journalist Jelle van der Meer langs de steden Amsterdam, Rotterdam, Utrecht, Tilburg en Leeuwarden (en Bremen en Stockholm) met de vraag hoe ze omgaan met mensen in de bijstand die niet veel kans maken op werk. Allemaal na te lezen op het internet, heel instructief en kennisgevend.

Een paar ‘bloempjes’:
De Stille Revolutie, alle sociale diensten of welke naam zij thans ook moge hebben: Werk en Inkomen, Werk, Participatie en Inkomen etc. etc. hebben hun bijstandspopulatie in tweeën geknipt. Het deel snel/redelijk snel bemiddelbaar tot werk en het deel met grote/grotere afstand/tijd tot werk: de re-integratietijd. (Het gaat bij werk natuurlijk altijd om betaald werk.) Die populaties zijn in de bezochte steden ongeveer steeds even groot: fifty fifty.

De onderzoekers richtten zich dus op die 50% met grote afstand tot de betaalde arbeidsmarkt. Dus op diegenen voor wie de bijstand is veranderd van een tijdelijk vangnet in een blijvende voorziening.
Vanwege de nieuwe Participatiewet is voor deze groep de beroemde Tegenprestatie op het toneel verschenen. Die tegenprestatie heeft vele gedaanten: vrijwilligerswerk, mantelzorg, maar ook werken aan je schulden, sporten, zorgen aan je gezondheid behoren ertoe.
In hun beleid kiezen gemeenten daarbij verschillend: drang, motivering, vrijblijvendheid. Maar op de praktijkvloer is de benadering van de klant behoorlijk gelijkluidend: vriendelijk, uitnodigend zonder dreiging met sancties. In alle gevallen is niet het vinden van betaald werk het doel, maar welzijn.

Tot zover de inleidende teksten van de onderzoekers over die Stille Revolutie. Maar hier houdt het natuurlijk nog niet op.

De knip in de bijstandspopulatie heeft trouwens veel te maken met de bezuinigingen door het rijk op de re-integratiebudgetten. Voor die onderste 50% (24 maanden of meer afstand van werk) hebben gemeenten vaak de keuze gemaakt geen re-integratieaanbod meer.
Maar wel is de conclusie getrokken dat die onderste helft toch geholpen moet worden met AANDACHT. Aandacht werkt, over motiveren tot meedoen wordt gesproken. Voor die onderste helft zijn coaches werkzaam die die aandacht geven aan bijstanders. Die coaches ontwikkelen activeringsplannen met hun klanten. De onderzoekers hebben voor die activeringsplannen drie opties bedacht:
bijstand als basisinkomen of als basisbaan of als begeleiding.

In de uitwerking van deze drie opties komt de optie als basisinkomen er zeer slecht af: slechts in exceptionele gevallen.
De basisbaan en de begeleiding zijn favoriet. Immers de basisbaan geeft salaris en een arbeidscontract, dat is toch uiteindelijk wat de meeste mensen willen, ook zij die in de bijstand zitten in welke helft dan ook. Een extra idee is nog om die banen van overheidswege vanuit de burgers te verzinnen.
De derde optie van begeleiding betekent persoonlijke en intensieve aandacht. Hoe gaat het met U? Stelt U contact met ons prijs? U heeft bijstand, kunnen wij iets voor U betekenen? Liefst heeft zo’n activeringscoach meer te bieden dan alleen de vrijstelling van plicht tot solliciteren, bijv. stukje scholing, kinderopvang.
Vragen bij beide laatste opties: basisbaan zijn er wel banen, veel in de sociale, culturele sector is wegbezuinigd door de vorige kabinetten (opbouwwerk etc. etc.) en dat zou nu weer kunnen en hoeveel gaat dat dan wel weer niet kosten?
Begeleiding vraagt om aanzienlijke vermindering van de huidige caseload van activeringscoaches. Nu ± 350 bijstanders per coach, moet aanzienlijk minder, dus meer coaches nodig. En ook hier hangt weer een prijskaartje aan.

Tot zover de bloemlezing.
Wat moeten wij als pro basisinkomers met dit onderzoek, de resultaten, voorstellen en ideeën daaruit.

Ik heb in die middag het thema basisinkomen een paar keer aan de orde proberen te krijgen. De animo in de zaal, bij de onderzoekers en de organisatoren voor dit thema was minimaal, moet ik constateren. Ik heb met name geprobeerd te pleiten voor (hernieuwd, herhalend) onderzoek bij die onderste helft met de vraag hoe tevreden/gelukkig die bijstanders zijn met de vastheid, zekerheid van hun uitkering en verder geen behoefte hebben aan sousa, controle, plicht tot solliciteren etc., behalve een enkele maal bij navraag even te laten weten dat alles goed gaat. Het zou nuttig zijn met de uitkomsten uit dergelijk onderzoek bij alle verdere bijstand plannen rekening te houden.

Staat die mogelijk op handen zijnde optuiging van de bijstand met basisbanen en begeleiding door meer coaches haaks op onze universele, onvoorwaardelijke basisinkomen beweging? De boodschap van de conferentie luidde dat het enige wat voor de volwassen mens telt, is zijn betaalde werk, zijn arbeidscontract waar erg veel aan wordt opgehangen. Ook de bijstand, zelfs als die jarenlang duurt en op geen enkele manier tot betaald werk leidt.

Wij gaan  daar nu misschien allerlei hulptroepen op loslaten om die mensen meer te activeren, eerst om zich beter te gaan voelen (welzijn) en dan later te doen uitstromen in een overheidsbaan en nog weer later aan een echte baan te helpen. Het lijkt wel of hiermee gezegd wordt dat de onderste helft van de samenleving het onvoorwaardelijke, universele basisinkomen niet aan kan. Is dat zo, waarom kan dat ook niet eens worden onderzocht? Het leidde in ons basisteam Amsterdam tot de idee dat het hoog tijd wordt dat er op HBO’s, universiteiten, in instituten als de WRR, de SER, het CPB, etc. wetenschappers, (bijzonder) hoogleraren met een basisinkomen leeropdracht komen.

De avond van de conferentie bestond vooral uit een gesprek van vier wethouders onder leiding van de hoofdredacteur van het Tijdschrift Sociale Vraagstukken Marcel Ham. Die wethouders zijn:
Utrecht: Viktor Everhardt
Tilburg: Erik de Ridder
Amsterdam: Arjan Vliegenthart
Rotterdam: Maarten Struijvenberg

In dit verslag beperk ik mij tot de vraag, door Marcel Ham namens mij aan de wethouders, over de optie bijstand als basisinkomen.
Voor twee wethouders had die vraag importantie, die van Utrecht en Tilburg. Als bijstand experiment is in hun gemeente een proef gestart met bijstanders die met behoud van de uitkering en vrijgesteld van sollicitatieplicht, een jaar (of twee?) hun gang mogen gaan: beide wethouders zijn benieuwd wat daar uit gaat komen en zien daarna wel verder.
Amsterdam ziet alleen heil in experimenten basisbanen en willen van het rijk goedkeuring daarmee aan de slag te kunnen gaan. Een basisbaan, d.w.z. contract van twee jaar op niveau minimumloon.
Vandaag moet in de Kamer aan de orde komen of dit Amsterdamse experiment bijstand in de ogen van de Kamer genade vindt.
Rotterdam laat de experimenten even aan zich voorbij gaan, maar volgt de experimenten met interesse.

Overigens heb ik met plezier de diverse wethouders aangehoord hoe zij over de eigen invulling van hun werk spraken. Hoe zij van alles aan elkaar verbinden, financiële gaten/mogelijkheden zoeken en vinden. Plannen voor elkaar krijgen, werkgevers uit de tent lokken, potjes van de ene naar de andere kant overhevelen etc.
Zo ook dus het experiment bijstand als basisinkomen: komt er (in wiens ogen?) wat leuks uit dan zal men proberen er iets verder mee te doen. Zo niet, dan niet.

Eric Binsbergen, basisteam basisinkomen Amsterdam, 18 januari 2018

Het bericht Conferentie De Zachte Hand in de Bijstand, Amsterdam 17 januari 2018 verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Bezwaren basisinkomen – 10: Amendering en modificering

Politieke besluitvorming leidt altijd tot waterige compromissen waar we eerder slechter dan beter van worden.
We voeren onder de naam basisinkomen iets heel anders in.
Anderen dan degenen voor wie het bedoeld is, zullen er van profiteren.

In het kader van het project basisinkomen van het NPI werk ik aan een verzameling bezwaren tegen het basisinkomen. Ik heb er circa 70 verzameld en gerubriceerd in 12 thema’s, zie  Bezwaren en weerstanden tegen het basisinkomen en de invoering daarvan.

Iedereen wordt van harte uitgenodigd deze bezwaren aan te vullen, ook de toelichting daarbij en uiteraard de weerlegging of relativering.

Het thema Amendering en modificering is inmiddels voorlopig af. De overige thema’s volgen in een rustig tempo.
Zie hieronder voor de tekst onder dit thema. Voor bijstellingen in de toekomst zie de tekst op de NPI-site.

Korte melding van de bezwaren:

  • Politieke besluitvorming leidt altijd tot waterige compromissen waar we eerder slechter dan beter van worden
  • We voeren onder de naam basisinkomen iets heel anders in
  • Anderen dan degenen voor wie het bedoeld is, zullen er van profiteren

 

Uitwerking

Politieke besluitvorming leidt altijd tot waterige compromissen waar we eerder slechter dan beter van worden

Toelichting
Politieke besluitvorming leidt altijd tot waterige compromissen waar we eerder slechter dan beter van worden

Weerlegging
Helaas geeft de recente geschiedenis van de politiek in Nederland (en waarschijnlijk daarbuiten ook) veel voeding aan dit bezwaar.
Dat is echter geen reden om bij voorbaat een ideaal op te geven.
Als het bijna zover is en de politiek bakt er een potje van, moeten voorstanders van het basisinkomen op het vinkentouw zitten. Compromissen kunnen acceptabel zijn als tussenstap, maar niet als al bij voorbaat aangetoond kan worden dat er van alles mis zal lopen bij een slecht uitvoerbaar compromis.

We voeren onder de naam basisinkomen iets heel anders in

Toelichting
We voeren onder de naam basisinkomen iets heel anders in.
Zelfs in de huidige discussie zie je dat al gebeuren, bijvoorbeeld gemeentelijke experimenten met regelarme bijstand, participatie-inkomen, voorwaardelijk basisinkomen, basiswerk, basisbananen

Weerlegging
Hier past alleen alertheid.
Basisinkomen is alleen basisinkomen als het voldoet aan de de 4 criteria universeel, individueel, onvoorwaardelijk, hoog genoegZie hier voor nadere uitleg.
Het kan interessant zijn voor de invoering een tussenstap te zetten waarbij niet aan alle criteria wordt voldaan.
Ook experimenten in die richting kunnen interessant zijn.
Maar het is pas basisinkomen als het dat echt is!
En zo lang dat niet het geval is, moet dat op gepaste momenten duidelijk gezegd blijven worden!

Anderen dan degenen voor wie het bedoeld is, zullen er van profiteren

Toelichting
De voordelen van basisinkomen zullen in belangrijke mate gaan naar anderen dan voor wie het eigenlijk bedoeld is. Werkgevers zullen de lonen verlagen, de overheid zal betaald werk af schuiven op vrijwilligers, bureaucraten zullen nieuwe overheadkosten bedenken.

Weerlegging
Ook hier past alertheid.
Elke verandering lokt ondernemende types uit voordelen uit te halen die anders zijn dan de intenties achter de verandering. Dit kan deels voorkomen worden door goed onderzoek met simulaties te doen en vn te voren door te excerceren wat mis zou kunnen gaan, om daar dan zo mogelijk vooraf op in te spelen.
Dat is in praktijk lastig: politici die iets willen negeren vaak wijze kanttekeningen van adviesorganen die vaak voorzien waar nieuwe plannen minder gewenste bijeffecten hebben.
Bij een zo grote wijziging als invoering van basisinkomen moet dar maximaal voor komen worden!

Uitleg

Dit is een onderdeel van een (project om te komen tot een) overzicht van bezwaren en weerstanden tegen het basisinkomen en de invoering daarvan. Zie de hoofdpagina op de NPI-site.

Eerder verschenen op de VBI-site de volgende onderdelen:

Reyer Brons, 18-1-2018

Het bericht Bezwaren basisinkomen – 10: Amendering en modificering verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Het denk- en doenvermogen van onze overheid

denk- en doenvermogen

Dr. Jekyll and Mr. Hyde

 

 

Binnenkort zal de eerste Participatielezing gehouden worden. De vraag hoe we rekening kunnen houden met de beperkingen van het ‘denk- en doenvermogen’ van burgers zal daarin centraal staan. Joop Böhm geeft alvast een schot voor de boeg: de overheid zou eens blijk moeten geven van visie en daadkracht! Ze kan dit doen door iedere burger een universeel basisinkomen te geven. Dat is de beste manier om de zelfredzaamheid van mensen te vergroten!

Op vrijdag 26 januari 2018 zal Mark Bovens, hoogleraar Bestuurs- en Organisatiewetenschap aan de Universiteit Utrecht en lid van de Wetenschappelijke Raad voor het Regeringsbeleid (WRR) de eerste Participatielezing verzorgen. Hij zal daarbij ingaan op de vraag hoe we rekening kunnen houden met de beperkingen van het denk- en doenvermogen van burgers.

 

In het WRR rapport Weten is nog geen doen, dat op 24 april 2017 werd gepubliceerd, wordt geconstateerd dat de Participatiesamenleving hoge eisen stelt aan de redzaamheid van burgers. Lang niet alle burgers zijn onder alle omstandigheden in staat aan die eisen te voldoen. Er bestaat een behoorlijk verschil tussen wat van burgers wordt verwacht en wat zij daadwerkelijk aankunnen. Met andere woorden: het kabinetsbeleid heeft een Participatiesamenleving voortgebracht die met onhaalbare eisen een aanzienlijk deel van de bevolking voor onoplosbare problemen stelt.

Niet alleen een kleine groep ‘kwetsbaren’, maar ook mensen met een goede opleiding en een goede maatschappelijke positie kunnen in situaties verzeild raken waarin hun redzaamheid ontoereikend is. Er wordt een beroep gedaan op mentale vermogens die buiten hun vermogen liggen.

Maar waar haalt de regering de euvele moed vandaan om zulke hoge eisen te stellen aan de bevolking? Is het in een democratische rechtsstaat niet juist gegeven aan de burger om eisen te mogen stellen aan de overheid? Daar zit ‘em de kneep!

De overheid heeft als een ‘dokter Jekyll’ het volk opgezadeld met een ‘mister Hyde’, een misbaksel, en moet nu proberen de mentale lasten voor de bevolking, de cliënten, zo laag mogelijk te houden.

Wat leert ons dit?

Dat voorkomen beter is dan genezen: met de invoering van een Universeel Basisinkomen (UBI) kunnen burgers zichzelf redden, omdat zij dan over voldoende geld beschikken voor een onbekommerd bestaan. Maar die maatregel stelt hoge eisen aan het kabinet. Te hoog misschien? Daadkracht en hart voor de medemens. Is dat teveel gevraagd?

Had de lezing niet beter kunnen gaan over de vraag: Hoe kunnen we rekening houden met de beperkingen van het denk- en doenvermogen van onze overheid?

Joop Böhm,
Amersfoort, 14 januari 2018.

Het bericht Het denk- en doenvermogen van onze overheid verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Brieven aan een Paralleluniversum 15. O, la, la – interpretatie van gegevens

interpretatie

Dit is de vijftiende aflevering van de feuilleton Brieven aan een Paralleluniversum van de Duitse schrijfster Petra Keup. De eerste verscheen op 8 oktober 2017. Sindsdien publiceer ik iedere zondagochtend een hoofdstuk uit deze roman. De brieven zijn geschreven door Maximiliane Wonder-Licht, een ‘klant’, en gericht aan Valentin Graumann, de directeur van een instantie, die ‘Hartz-IV’, zeg maar de Duitse sociale bijstand, uitkeert.

Betreft: “Oh, la, la”
– interpretatie van gegevens?

 

 

Beste O-man-Graumann,

Vandaag heb ik mij in de statistiek verdiept en ik zou wel eens willen weten, hoe vrij men is bij de interpretatie van deze cijfers. Vaak vond ik het woord ‘voorlopig’. Voorlopig hangt vast samen met fictief, of wordt er alleen mee bedoeld dat deze cijfers altijd voorop lopen.

Dat er in onze aardappelrepubliek feitelijk maar 34.520 alleenstaande vaders zijn, kwam voor mij als een complete verrassing. Die 627.403 alleenstaande moeders verbaasde mij niet zo, want eigenlijk hoorde ik de laatste twintig jaar ook tot deze beroepsgroep. Maar als ik de getallen eens vergelijk, is elk van die 34.520 vaders een Excuus Guus, het zijn de uitzonderingen in een vrouwenberoep – niet waar? Wie voedt eigenlijk uw kinderen op?

interpretatieBuitengewoon interessant aan al die cijfers vond ik, dat u zich met uw Dienst niet wil aanpassen aan het gemiddelde in de aardappelrepubliek. Er schuilt blijkbaar toch nog een kleine rebel in u. Van u krijgen statistisch (dat hoeft immers niet perse zo te zijn) meer mannen dan vrouwen geld. In onze stad O zijn er dus meer hulpbehoeftige mannen dan vrouwen. Dat mannen dus het hulpbehoevende geslacht zijn, verrast daarbij niet, in ieder geval niet de vrouwen.

Als ik deze cijfers eventjes goed bekijk, zou ik denken dat u niet van vrouwen houdt. Waarom eigenlijk niet? Is het iets persoonlijks of is het omdat de vrouwen van onze stad O niet simpel door uw Dienst in één hokje onder zijn te brengen? Misschien omdat de vrouwen van stad O te groot zijn? Of omdat vrouwen nog nooit in een hokje gepast hebben? Daar kan elke man over meepraten. Welke echte man heeft daar statistisch bewijs voor nodig?

In ieder geval hoop ik, gezien uw verstoorde verhouding met vrouwen, dat u mij dan eveneens heel snel wilt slijten. Ik beloof u ook, dat ik u, als hulpbehoeftige man alhier, alle denkbare hulp zal geven en mij zo groot en ongeliefd zal maken als ik maar kan.

Met vriendelijke groet,
uw nu in de statistiek ingewijde
Maximiliane Wonder-Licht

Een overzicht van alle gepubliceerde hoofdstukken is hier te vinden.
Vertaling: Florie Barnhoorn

Wordt vervolgd op zondag 14 januari 2018


interpretatie
interpretatie

Het bericht Brieven aan een Paralleluniversum 15. O, la, la – interpretatie van gegevens verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Bezwaren basisinkomen – 9: Procedures en instituties

We gaan er niet over, het is aan anderen over basisinkomen te beslissen.
Het is een te grote operatie voor ons, we gaan maar 4 jaar mee als regering.
Het kan in elk geval niet in ons land.
Eerst moet nog dit en dat.
Het basisinkomen haalt de aandacht weg bij belangrijkere hervormingen.
Experimenten zijn te kleinschalig om de echte effecten van een basisinkomen te kunnen inschatten.
Als we het ingevoerd hebben en het valt tegen, dan kunnen we er niet meer van af.

In het kader van het project basisinkomen van het NPI werk ik aan een verzameling bezwaren tegen het basisinkomen. Ik heb er circa 50 verzameld en gerubriceerd in 11 thema’s, zie  Bezwaren en weerstanden tegen het basisinkomen en de invoering daarvan.

Iedereen wordt van harte uitgenodigd deze bezwaren aan te vullen, ook de toelichting daarbij en uiteraard de weerlegging of relativering.

Het thema Procedures en instituties is inmiddels voorlopig af. De overige thema’s volgen in een rustig tempo.
Zie hieronder voor de tekst onder dit thema. Voor bijstellingen in de toekomst zie de tekst op de NPI-site.

Korte melding van de bezwaren:

 

Uitwerking

We gaan er niet over, het is aan anderen over basisinkomen te beslissen

Toelichting
We gaan er niet over, het is aan anderen over basisinkomen te beslissen

Weerlegging
Dit bezwaar kan een dooddoener zijn. Wij hebben er geen zin in om er ons mee bezig te houden, laat anderen dat maar doen en er over beslissen.
Het kan ook correcte stellingname zijn. Het ligt bijvoorbeeld niet voor de hand discussie over het basisinkomen te starten bij het Ministerie van Defensie. Hoewel de impact van basisinkomen ook op die organisatie zeker niet onderschat moet worden!
Overigens is basisinkomen een onderwerp met zulke brede implicaties, dat het ook niet volstaat daar één organisatie over te laten besluiten.
Als een instantie uitspreekt er niet over te gaan, kun je meerdere dingen doen:

  • ga naar een instantie die er wel (of in meerdere mate over gaat)
  • bespreek de impact van basisinkomen op het functioneren van die organisatie.
  • ga een discussie aan over de agendering en wie je daarvoor nodig zou hebben.

Voor wat betreft de regering geldt ook dat het inderdaad een zodanig ingrijpende beleidswijziging is, dat je het niet aan een enkele instantie (of departement) moet overlaten. Het is ook niet verstandig om snel al iets definitief te willen beslissen.

Maar je moet ergens een begin kunnen maken. Dat begin zou kunnen worden gemaakt door de gezamenlijke planbureaus (WRR, CPB, SCP, wellicht ook PBL).
Als zij kunnen laten zien wat er allemaal komt kijken bij een basisinkomen wordt vervolgens wel duidelijk welke instanties er allemaal bij betrokken dienen te worden. Het zou mooi zijn als de planbureaus daartoe een plan bijvoegen waarin duidelijk wordt wat van die instanties wordt verwacht en wanneer.

Het is een te grote operatie voor ons, we gaan maar 4 jaar mee als regering

Toelichting
Het is een te grote operatie voor ons, we gaan maar 4 jaar mee als regering

Weerlegging
Ongetwijfeld is invoering van basisinkomen een grote operatie.
Het is een ingrijpende sociale innovatie die op zeer veel facetten van het maatschappelijk leven en het overheidsbeleid raakt. Het is ook de vraag of invoering in één klap mogelijk of wenselijk is (zie ook het bezwaar Een basisinkomen is niet goed gefaseerd in te voeren met betrekking tot hoogte), waarmee de kans groot is dat de operatie meer dan één kabinetsperiode bestrijkt.
Dat betekent dat voorwaarde voor invoering is dat er een flinke meerderheid voor is, zodat de operatie niet meteen na een volgende verkiezing zal worden afgeblazen. De helft plus één is niet genoeg!
Als de wil er is, kan het ook. We zijn ook in staat grote infrastructurele programma’s te maken en uit te voeren (met als duidelijk voorbeeld het deltaplan teven overstromingsgevaar, wat vele decennia nodig had voor de uitvoering) en we kunnen ook zo nu en dan nieuwe straaljagers kopen. Ook sociaal zijn we tot grote innovaties in staat: onze verzorgingsstaat had ook meerdere regeringen nodig, de EU meerdere decennia.
Een goed begin is een regering die de planbureaus aan het werk zet.
Een sociale innovatie lijkt gemakkelijker af te blazen dan een een meer technische operatie, maar dat gaat niet op als er veel maatschappelijk draagvlak voor is.
Dat draagvlak moet dan natuurlijk nog wel even voor elkaar gebracht worden.

Het kan in elk geval niet in ons land

Toelichting
Misschien dat basisinkomen ingevoerd kan worden in heel arme Afrikaanse landen, of in landen met veel grondstoffen, zoals olie. Maar bij ons kan het niet.

Weerlegging
Elk land heeft zijn eigen specifieke omstandigheden, die van invloed kunnen zijn op het al dan niet invoeren van basisinkomen. Sommige van die omstandigheden zijn overigens slechts tijdelijk relevant, zoals olievoorraden in de Arabische landen en Alaska en gasbellen onder Nederland. Ook het relatieve welvaartspeil van een land kan in de loop van de tijden variëren.
Dat soort omstandigheden kan tot gevolg hebben dat de overgang naar een basisinkomen gemakkelijker of sneller kan in het ene land dan in andere landen, maar het relatieve voordeel is betrekkelijk.

Overigens heeft juist ons land een uitgebreide regelgeving m.b.t. ‘werk en inkomen’ en allerlei aanpalende regelgeving die daar direct (bv. belastingstelsel) of indirect (bv. gezondheidszorg) mee te maken heeft. Dat heeft geleid tot een uitermate complex systeem met allerlei ongewenste effecten die de beoogde beleidsdoelen meer dwarsbomen dan vooruithelpen.
Dit systeem is dringend aan een grondige herziening toe. Het basisinkomen is waarschijnlijk de beste manier om dit te realiseren.

Eerst moet nog dit en dat

Toelichting
Eerst moet nog dit en dat

Weerlegging
Prioriteiten stellen is een kwestie van keuzes maken. De vele voordelen die invoering van basisinkomen met zich mee meebrengt, rechtvaardigen om daar hoge prioriteit aan te geven. Alleen kunnen wij geen weging van problemen verzinnen, waardoor andere problemen belangrijker zouden kunnen zijn.
Maar andere meningen daarover bestaan en moeten ook serieus genomen worden.
Los daarvan zijn de mogelijke voordelen van een basisinkomen van dien aard, dat het moeilijk te bedenken is welke andere prioriteiten de voorkeur verdienen.

Het basisinkomen haalt de aandacht weg bij belangrijkere hervormingen

Toelichting
Het basisinkomen haalt de aandacht weg bij belangrijkere hervormingen, en kan als excuus worden gebruikt deze hervormingen niet door te voeren.

Weerlegging
Ook dit is een kwestie van prioriteiten. Basisinkomen kan veel problemen verkleinen, maar niet alle. Als mensen die andere problemen belangrijker vinden, is dat hun goed recht.
Maar dat neemt niet weg dat veel van de problemen die aangepakt kunnen worden met basisinkomen (zoals armoede, ongelijkheid, verschil tussen betaalde en onbetaalde arbeid, positie van flexwerkers en zelfstandigen, overbodige arbeid, complexe stelsels voor belasting en sociale zekerheid) eveneens belangrijk zijn.

Experimenten zijn te kleinschalig om de echte effecten van een basisinkomen te kunnen inschatten.

Toelichting
Experimenten met een basisinkomen kunnen nooit goed haar echte impact simuleren, omdat effecten op prijzen/loon en dergelijke in een kleine pilotomgeving niet zullen optreden. Daarom kunnen we nooit precies weten wat een basisinkomen zal doen, en is het risico van rampspoed te groot om het in te voeren.

Weerlegging
De experimenten die momenteel (2017/2018) door Nederlandse gemeentes worden uitgevoerd, zijn kleinschalig en betreffen eerder regelarme bijstand dan basisinkomen. Conclusie uit deze experimenten hebben inderdaad maar een beperkte reikwijdte.
We zien op dit moment in andere landen grotere experimenten, zoals in Finland, Canada, India en Kenia. Ook daarvan is de betekenis voor Nederland waarschijnlijk beperkt.
Het zou nuttig zijn een aantal goede experimenten te ontwerpen voor de grootste onbekendheden in de te verwachten effecten van het basisinkomen. Maar ook dan geldt dat elk experiment met sociale wetgeving grensproblemen en onvoorziene effecten heeft.
Ook een degelijk opgezet onderzoek met simulaties of dergelijke technieken is zinvol.
Maar er er is ook een andere benadering denkbaar. De afschaffing van de slavernij en de invoering van de AOW is indertijd gebeurd omdat men dat omdat men dat noodzakelijk vond zonder dat er eerst is geëxperimenteerd. Je kunt dus ook kiezen voor een ander sociaal systeem, waarin sociale zekerheid los wordt gemaakt van de arbeidsrelatie.

Als we het ingevoerd hebben en het valt tegen, dan kunnen we er niet meer van af

Toelichting
Het is bijzonder moeilijk om éénmaal ingevoerde regelgeving af te schaffen, ook al zijn er veel evidente nadelen zichtbaar. Degenen die wel profiteren van de regelgeving zullen zich daar vaak (en met succes) tegen verzetten.
Voorbeelden van de problemen: de AOW werd in de jaren vijftig ingevoerd, terwijl we nu discussie hebben over flexibele ingangsdata, latere ingangsdatum, etc. Iets dergelijks deed zich voor met de WAO, die door gebrek aan beheersbaarheid nu al jaren onderwerp van beleidsmaatregelen is.
Velen vrezen voor oncontroleerbare effecten, bijv. aantrekken van migranten, verandering van arbeidsverhoudingen in bedrijven, economische disrupties door verandering van vraag en aanbod.

Weerlegging
Als eis aan een nieuw beleidsvoornemen zou altijd gesteld moet worden dat mitigeren, stoppen en terugdraaien aan de orde komt als de beoogde doelen niet worden worden bereikt of enorme nadelen (al dan niet voorspeld) optreden. Dat is in praktijk lastig – de verwoording van een beleidsvoorstel is vaak een zo ingewikkeld compromis dat de betrokken partijen het niet ook nog eens op kunnen brengen om uitgebreid stil te staan bij de mogelijke negatieve effecten en en consequenties daarvan.
Dit risico kan verkleind worden door gedegen onderzoek onderzoek en een aantal goede experimenten, waaruit kan blijken welke mogelijke knelpunten en risico’s zich kunnen voordoen, op welke manier je die kunt vermijden of verlichten en hoe je waar nodig stappen terug kan zetten.
Los hiervan kan het basisinkomen zodanig worden ingericht dat het in de loop van de tijd kan worden aangepast. Zie bijvoorbeeld wat er sedert de invoering allemaal met de AOW is gebeurd.
Een andere optie is een geleidelijke invoering, waarbij per stap goed nagegaan wordt of er ernstige negatieve effecten optreden.
Die geleidelijk invoering moet dan wel zo vorm gegeven worden dat de nadelen van een nieuw opkomend stelsel naast een oud stelsel in afbouw, niet gaan overheersen zodat een grote chaos ontstaat.

Uitleg

Dit is een onderdeel van een (project om te komen tot een) overzicht van bezwaren en weerstanden tegen het basisinkomen en de invoering daarvan. Zie de hoofdpagina op de NPI-site.

Eerder verschenen op de VBI-site de volgende onderdelen:

 

Reyer Brons, 11-1-2018

Het bericht Bezwaren basisinkomen – 9: Procedures en instituties verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Website basisinkomen.nl volkomen veilig

Nog steeds komen er meldingen van gebruikers dat ze de website basisinkomen.nl niet kunnen bereiken doordat hun virusscanner een foutmelding cq waarschuwing geeft. Dit is al sinds september 2017 aan de gang. Het is  waarschijnlijk te wijten aan een exploit die zich genesteld heeft op de computer van de gebruiker die deze melding geeft. Een foute versie van een computercleanprogramma is de oorzaak daarvan. Onderstaande pdf kan opheldering en oplossing geven.  https://basisinkomen.net/obi/wp-content/uploads/2017/11/AVG-AVAST-uitzondering-basisinkomen.pdf

Het bericht Website basisinkomen.nl volkomen veilig verscheen eerst op Nederlandstalig Netwerk Basisinkomen.

Reactie op: Stroperige overheid is er nog steeds

stroperig

 

Helaas is de overheid nog steeds stroperig, zegt de Nationale Ombudsman. Dat is helemaal niet nodig, reageert Joop Böhm, schaf een groot deel van die asociale wetgeving af en voer een universeel basisinkomen in!

Reinier van Zutphen, wordt in De Telegraaf van 6-01-2018 aan de tand gevoeld over de eerste helft van zijn “regeerperiode” die er bijna op zit. Zijn statement De stroperige overheid bestaat nog steeds en nog altijd wachten veel burgers onnodig lang op antwoorden laat aan duidelijkheid niets te wensen over.

 

Ook tijdens het interview geeft hij lik op stuk. Op de vraag waar hij bij het nieuwe kabinet, dat in het regeerakkoord als motto “Vertrouwen in de toekomst” meekreeg, vooral op zou letten, reageert hij met: “Dat die vier fractievoorzitters vertrouwen hebben in de toekomst, ja dat geloof ik wel. Maar het gaat om Nederland en de mensen die hier wonen.”

Op de slotvraag ”Plakt u er nog een tweede periode aan vast?” besluit hij met de woorden: “Het mooiste zou natuurlijk zijn dat ik helemaal niet meer nodig ben. Dat de overheden zichzelf dusdanig controleren en klachten van burgers zo goed behandelen dat mijn baan overbodig is. Maar ik besef dat dit een utopische gedachte is.”

Een waarheid als een koe, zullen velen zeggen. Maar zou een rigoureuze ingreep in de wirwar van wetten, in die bureaucratische rompslomp, niet enorm veel verbetering kunnen brengen? Nu maakt de goede man “weken van 60 tot soms 80 uur” met 170 mensen die hem terzijde staan. Ik maak me sterk dat met de invoering van een Universeel Basisinkomen (UBI), hoog genoeg voor een onbekommerd bestaan, de inspanningen minstens tot de helft zouden kunnen worden teruggebracht.

Een UBI maakt namelijk mogelijk dat het overgrote deel van de (a-)sociale lappendeken aan sociale wetgeving op de schop kan. Minder bedeelden krijgen weer een menswaardig bestaan. De simpeler wetgeving die mogelijk wordt, bezorgt de Ombudsman en zijn kompanen minder werk en daardoor uitzicht op een kortere werkweek. Dat zou de mensen die hier wonen pas echt “vertrouwen in de toekomst” geven!

Joop Böhm,
9 januari 2018

Het bericht Reactie op: Stroperige overheid is er nog steeds verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Brieven aan een Paralleluniversum 14. In de keel blijven steken!

waardigheid
Dit is de veertiende aflevering van de feuilleton Brieven aan een Paralleluniversum van de Duitse schrijfster Petra Keup. De eerste verscheen op 8 oktober 2017. Sindsdien publiceer ik iedere zondagochtend een hoofdstuk uit deze roman. De brieven zijn geschreven door Maximiliane Wonder-Licht, een ‘klant’, en gericht aan Valentin Graumann, de directeur van een instantie, die ‘Hartz-IV’, zeg maar de Duitse sociale bijstand, uitkeert.

Betreft: “O”
– in de keel blijven steken

 

Man, O, Graumann,

Wie weet in onze aardappelrepubliek eigenlijk nog, wat het woord “waardigheid” betekent, waar jonge mensen elke dag hun waardigheid in de shows van de “Dumpfbacken-TV” of op YouTube op het internet te grabbel gooien?[1]

waardigheid Ik heb het weer eens in een lang bewaard en goed bekend staand naslagwerk opgezocht. Zo omschrijft Brockhaus haar:[2]

Waardigheid – de aan een mens uit hoofde van zijn intrinsieke waarde toebehorende betekenis; ook aanduiding voor de uit deze betekenis voortkomende respectvolle houding.

Menselijke waardigheid – het recht van de mens, als drager van geestelijke en morele waarden, omwille van zichzelf geacht te worden. Zij verbiedt elke vernederende behandeling of de behandeling van een mens als “louter object”. Volgens artikel 1, paragraaf 1 GG is de menselijke waardigheid onaantastbaar; haar te achten en te beschermen, is de plicht van alle staatsgezag.[3]

De praktische betekenis van deze bepaling is een aanvulling op de meer specifieke grondrechten, die op hun beurt gebaseerd zijn op de menselijke waardigheid.

Geachte heer Graumann, weet u, dat tot onze concrete fundamentele rechten zowel de menselijke waardigheid als ook de vrije ontplooiing van de persoonlijkheid behoort? Hoe maakt u deze grondrechten in uw ARGE-dienst eigenlijk waar?

Wist u ook dat deze grondrechten in feite rechten zijn die de burger tegen de staat beschermen, die u vanwege uw beroep vertegenwoordigt, en dat in geen geval een grondrecht in zijn essentie aangetast mag worden?

waardigheid Iemand van zijn waardigheid beroven is tegenwoordig enerzijds een bron van vermaak, anderzijds een bureaucratische beschikking en, niet te vergeten, kapitalistische marktwetten hebben zich nog nooit aan enigerlei fundamenteel recht iets gelegen laten liggen.

Nu begrijpt u misschien eindelijk, dat het in uw ARGE-dienst eigenlijk niet in de eerste plaats om geld gaat, maar om de naleving van de grondwet. Mensen kunnen best met weinig geld toe, als men hen hun waardigheid en de vrije ontplooiing van hun persoonlijkheid niet afneemt.

Moeten rondkomen van weinig geld betekent in uw Dienst automatisch ook dat de waardigheid van uw “hulpbehoeftige klanten” niet langer onschendbaar is en dat zij op een verraderlijke manier in de ontwikkeling van hun persoonlijkheid gehinderd mogen worden, want alles, werkelijk alles wordt gecontroleerd.

Maar de aantasting van de waardigheid treft uiteindelijk niet slechts de mensen, die door kapitalistische marktwetten gedwongen worden, bij u aanvraagformulieren in te vullen, maar ook uw medewerkers. De vraag rijst steeds weer, wie verachtelijker is, hij die de waardigheid van een ander schendt, of degene die men zijn waardigheid gedwongen afneemt? Het erge is dat de ene kant daar zeer onder lijdt, terwijl de andere kant niet eens in de gaten heeft, hoe hij zijn waardigheid verliest. Voor hem is het vernederen van mensen niet meer dan dagelijkse routine, hij meent niets verkeerd te doen.

Ik heb eens geprobeerd om mij in de situatie van uw werknemers te verplaatsen. Elke dag zou ik de bankafschriften van de laatste drie maanden van de aanvrager moeten bekijken. Plotseling wist ik alles over de persoon, want tenslotte is de creditcard of bankpas wettig betaalmiddel en wordt alles via de bankrekening verrekend. Ik zou dan weten van welke firma de werkloze heer G., die tot voor kort nog kantoorchef bij de gemeente was, zijn seksspeeltjes betrekt, in welk bordeel de getrouwde, voormalige administrateur de heer T. twee maanden geleden zijn pleziertjes had. Van de jonge lerares zonder vaste aanstelling mevrouw S. zou ik weten, waar ze haar ondergoed koopt en dat ze zes weken geleden na een lingerie-aankoop in een rendez-vous hotel in Hamburg was. Van mevrouw M. zou ik te weten komen dat ze haar moeder, mevrouw L., in het katholieke bejaardentehuis regelmatig gerieflijke inlegluiers laat sturen,dus ik vermoed dat de zorg in het katholieke bejaardentehuis niet al te best is. Tegelijkertijd weet ik nu ook, dat mevrouw L. daar gebrek aan heeft en het in de broek doet. En neem dan de jonge leraar, de heer K., die drie weken geleden eindelijk de bijbetaling voor zijn verblijf in de verslavingskliniek overgemaakt had.

waardigheid Alles wat mensen niet graag publiekelijk bekendmaken, wat tot hun intieme privésfeer behoort, dat zij willen afschermen, weet ik, als uw medewerker plotseling. Ook zou ik niet de enige in uw huis zijn die ervan wist, want meestal werken er aan mijn aanvraag al negen mensen, en wie weet hoeveel mensen met de aanvragen van de anderen bezig zijn.

Dan stel ik mij voor dat de heer G. misschien mijn buurman is, de heer T. coacht het voetbalteam van mijn dochter bij de sportvereniging. Mevrouw S. leidt de Weight Watchers groep, waar ik met mijn ponden vecht, zodat ik eindelijk ook eens in sexy lingerie pas. Mevrouw L. woont in de kamer naast mijn zorgbehoevende vader voor wie ik nu misschien toch beter een ander verpleeghuis kan zoeken. Tot slot verneem ik dan, dat de heer K. in de kleuterschool van mijn zoon als 1-euro-kracht werkt.[4]

Man, Graumann, de wereld is zo klein en ik zou overal de mensen tegenkomen van wie ik de meest intieme zaken op mijn bureau had. Opeens krijg ik bizarre ideeën en bedenk me hoe prettig het toch zou zijn, blind te zijn, want dan hoefde ik al die gênante details niet meer te zien. In ieder geval zou ik onmiddellijk verhuizen naar een andere stad, om de kans één van deze mensen te ontmoeten, zo laag mogelijk te houden. Zo zou ik ook het gevaar ontlopen, vroeger of later het huis niet meer uit te durven. Want ik vind het ten diepste onwaardig al deze bijzonderheden uit het leven van vreemde mensen te moeten vernemen. Details die zij eigenlijk nooit, alleen aan hun beste vrienden of hun biechtvader zouden vertellen. Alleen omdat mensen van de mondiale kapitalistische arbeidsmarkt worden uitgekotst op de bureaus van uw medewerkers, mogen ze nu geen privacy meer hebben?

waardigheid Waarschijnlijk houdt u mij nu voor een betweterige verbitterde kleinburger met verouderde ideeën over waardigheid, die de tijdgeest niet meer begrijpt en zich niet meer kan aanpassen. Ik evenwel, begrijp nu, waarom al uw medewerkers zo jong zijn. Niet alleen dat ze goedkoper zijn, maar het is de generatie die door „Dumpfbacken-TV“ en YouTube gevormd is. Zodoende is het personeelsbestand van een vanaf het begin onwaardige Dienst gevuld met mensen die de privésfeer, de menselijke waardigheid en de schaamte ontkennen. Tenslotte had de bedenker van uw ARGE-dienst al problemen met deze kwesties.[5]

Met vriendelijke groet,
uw Maximiliane Wonder-Licht

Een overzicht van alle gepubliceerde hoofdstukken is hier te vinden.
Vertaling: Florie Barnhoorn

Wordt vervolgd op zondag 14 januari 2018


1. ‘Dumpfbacke’ is een denigrerende term voor een onnozel en naïef persoon, die het ontbreekt aan invoelingsvermogen en realiteitszin.↩

2. De Brockhaus Encyclopedie is een Duitstalige encyclopedie, die tot 2009 gedrukt werd door de firma F.A. Brockhaus. De eerste editie zag in 1796 het licht in Leipzig.↩

3. Voor meer informatie over de Grondwet van de Bondsrepubliek Duitsland, klik hier.↩

4. Langdurig werklozen die Hartz-IV ontvangen kunnen verplicht worden een 1-euro-job te accepteren. Deze werknemers hebben geen arbeidscontract en dus ook niet de daarbij behorende arbeidsvoorwaarden.↩

5. Doelt de schrijfster hier op de omstreden, in 2002 aangetreden en in 2004 wegens gebrek aan vertrouwen ontslagen hoofdbestuurder van de Bundesagentur für Arbeit, Florian Gerster?↩

Het bericht Brieven aan een Paralleluniversum 14. In de keel blijven steken! verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.