Actiebijeenkomst Noord-Duitsland: Flensburg gaat voor basisinkomen.

Op de onlangs in Hamburg gehouden bijeenkomst van onze Duitse zusterorganisatie Netzwerk Grundeinkommen[1] hebben 50 activisten uit Noord Duitsland acte de presence gegeven[2]. Simone Lange de SPD burgemeester van Flensburg vertelde van haar inzet om in Flensburg een breed experiment met basisinkomen van de grond te krijgen[3]. Haar gemeenteraad heeft ze mee, maar de benodige 60 miljoen euro voor het vierjarige experiment nog niet. Daarom organiseert ze eerst een internationaal congres in oktober om over de experimenten in andere landen te berichten.

De activisten zijn behalve voor het basisinkomen ook actief in de vakbeweging, SPD, die Linke ( een soort SP) en in die Gruenen. De discussies gaan moeizaam. Het arbeidsethos is nog sterk in Duitsland en er was niet een grote nationale discussie in de jarentachtig en negentig zoals in Nederland. Ondergetekende vertelde over de experimenten in Nederland.


Op de bijeenkomst vertelde Alexander de Roo (voorzitter Vereniging Basisinkomen, oud europarlementarier en GroenLinks lid) dat het tweeeneenhalf jaar geduurd heeft voordat de Tweede Kamer (behalve VVD en PVV) de regering opdrachf gaf om de experimenten mogelijk te maken. Ook vermeldde hij dat in het concept regeringsprogramma van VVD, CDA, D66 en GroenLinks stond dat alle gemeenten de vrijheid zouden krijgen om te experimenteren…, maar zoals bekend is deze coalitie niet tot stand gekomen.

Onze zusterorganisatie groeit langzaam en heeft nu 5.000 directe leden. Tevens hebben 130 organisaties zich aangesloten bij het Netzwerk grundeinkommen.

Het bericht Actiebijeenkomst Noord-Duitsland: Flensburg gaat voor basisinkomen. verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

DONUT D-DAY zaterdag 15 september Amsterdam – Meld je nu aan!

Vlak voor Prinsjesdag, in de Keizersgrachtkerk in hartje Amsterdam, organiseert Vereniging Basisinkomen samen met partners zoals Basisinkomen2018 een grote bijeenkomst.

Harro Boven jonge econoom zal het basisinkomen bepleitten. We zijn blij dat ook Herman Wijffels komt. Hij sprak zich 20 jaar geleden al voor het basisinkomen uit! We organiseren dit inspiratie event gezamenlijk als basisinkomen-beweging, met de milieubeweging (Milieudefensie) en met Ons Geld, die monetaire hervorming bepleit. De kosten zijn 25 €, maar dan krijg je ook koffie, thee, donut en een veganistische lunch.

Er zijn slechts 375 plekken beschikbaar. Haast U om op zaterdag 15 september (10-17 uur) erbij te zijn in de groene Keizersgrachtkerk in hartje Amsterdam. Er komen ook 10 pitches van verschillende actiegroepen.

Op deze dag krijg je een inspirerend programma:

  • De Britse econome Kate Raworth legt de Donut Economie uit.
  • De jonge econoom en ondernemer Harro Boven houdt een fel pleidooi voor het basisinkomen.
  • Prof Klaas van Egmond legt uit dat de ECB helemaal fout zit en dat we monetaire hervorming nodig hebben en
  • Anne Knol van Milieudefensie maakt duidelijk voor welke uitdagingen we staan op het gebied van milieu, klimaat en natuur.

Naast dit inspirerende programma krijg je koffie, thee, een donut en een vegetarische maaltijd.

Ook zijn er veel standjes en ruimte voor discussie. Verschillende actievelingen uit diverse richtingen gaan we mobiliseren om te komen en samen te werken aan een alternatief voor het neoliberalisme.

De bijeenkomst is op zaterdag 15 september van 10 tot 17 uur in de Keizersgrachtkerk, Keizersgracht 566, 1017 EM Amsterdam.
Je kunt je nu aanmelden. Ga naar de website www.donutdday.nl om je op te geven.

Mede namens het Donut Comité vlnr Conny, Alexander, Marielle, Johan en Olivia

 

Het bericht DONUT D-DAY zaterdag 15 september Amsterdam – Meld je nu aan! verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Bullshit banen. Over zinloos werk, waarom het toeneemt en hoe we het kunnen bestrijden. David Graeber

Bullshit jobs of flutbanen bestaan in  het westerse kapitalisme (maar staan er eigenlijk haaks op), mede door onze calvinistische overtuiging dat werkloos zijn slecht is. Graebers scherpe betoog is doorspekt met hilarische en tegelijk tragische voorbeelden en doet je met een andere blik kijken naar de rol van werk in onze samenleving.
Dit boek is een hit. Blijkbaar zijn er veel mensen die zich herkennen in het fenomeen flutbanen…misschien hebben ze er zelf een?
De Amerikaanse hoogleraar antropologie is ook anarchistisch activist. Hij inspireerde de Occupy beweging in New York en ook de recente Maagdenhuisbezetting in Amsterdam.
Graebner heeft zijn eigen twitter account gebruikt om reacties te krijgen op het fenomeen bullshitbanen. Volgens dit onderzoek zijn 37 % van alle banen in de VS flutbanen. In Nederland zelfs 40 %, blijkt uit een recent onderzoek dat hij aanhaalt. Slechts een derde van werkend Nederland gaat fluitend naar zijn/haar baan. Ander onderzoek in Nederland wijst uit dat  8 %  de eigen baan maatschappelijk nutteloos vindt en nog eens 17 % twijfelt aan de toegevoegde waarde ervan.  Volgens een ander Amerikaans onderzoek van Galopp vindt slechts 13 % zijn eigen baan leuk, maar liefst 64 % doet precies wat de baas vraagt en geen millimeter meer en 24 % haat zijn/ haar eigen baan.
Of er nu 25 of 40 % flutbanen zijn is niet zo belangrijk.
Wel dat David het basisinkomen als uitweg ziet. Dan heeft deze minderheid een alternatief, kan nee zeggen tegen de eigen flutbaan. Dat zullen ze heus niet allemaal tegelijk doen als er een basisinkomen is, maar zelfs beweging van een klein deel van deze minderheid zal ervoor zorgen dat de werkgevers in actie moeten komen om deze flutbanen aantrekkelijker te maken of weg te automatiseren.
Waarom zijn er nu zoveel flutbanen? Daarop heeft David Graeber eigenlijk geen antwoord zoals hijzelf toegeeft in een interview met de NRC op 31-5-2018.
Misschien mag ik een hypothese opwerpen. 100 jaar geleden was een kleine minderheid van nog geen 5 % die naar de universiteit of een hogeschool ging. In 1992 was dit gestegen tot 25 % en tegenwoordig gaat het om 45 %. Ergens is het wel logisch dat er niet genoeg interessant werk is voor zoveel hoogopgeleiden. Met een basisinkomen zullen veel hoogopgeleiden verder gaan als ZZPer en Start Ups beginnen.
Kortom hoog tijd voor het basisinkomen.
Alexander de Roo, juni 2018


Bullshit jobs. Over zinloos werk, waarom het toeneemt en hoe we het kunnen bestrijden Boek omslag




Bullshit jobs. Over zinloos werk, waarom het toeneemt en hoe we het kunnen bestrijden





David Graeber





non-fictie




Business Contact, onderdeel van uitgeverij Atlas Contact,




juni 2018




Paperback




416




9789047011767




Alexander de Roo


In ‘Bullshit jobs’ stelt antropoloog en invloedrijk denker David Graeber dat een groot deel van ons werk zinloos moet zijn. Want dankzij de technologie kunnen we voor onze productiebehoefte met een vijftienurige werkweek toe, en toch maken we allemaal nog steeds volle dagen. Hij kreeg op een blog hierover duizenden reacties: over de hele wereld blijken veel mensen het fenomeen te kennen. Nota bene: een bullshit job is een baan waarvan de persoon zelf vindt dat het (deels) een onzinbaan is. Graeber beschrijft in dit boek het hoe en waarom van deze banen, die voortkomen uit het westerse kapitalisme maar er eigenlijk haaks op staan (ze lijken meer op de werkverschaffing in het voormalige Oostblok). Onzinbanen komen ook voort uit onze calvinistische overtuiging dat werkloos zijn slecht is. Graebers scherpe betoog is doorspekt met hilarische en tegelijk tragische voorbeelden en doet je met een andere blik kijken naar de rol van werk in onze samenleving.

Het bericht Bullshit banen. Over zinloos werk, waarom het toeneemt en hoe we het kunnen bestrijden. David Graeber verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Een basisinkomen voor iedereen, werkt dat?

nadelen

 

Joop Böhm bekeek een video en schudde zijn hoofd. Wat een onbegrip en vooringenomenheid over het universeel basisinkomen! Eén voor één weerlegt hij de gedebiteerde nadelen. Een UBI zal heel goed werken!

 

 

 

Het NRC stelde op 4 mei 2017 via de website een vraag: “Een basisinkomen voor iedereen, werkt dat?” Marike Stellinga mag het in een 4 minuten durende video uitleggen.

“De mensen die ervoor pleiten komen met een waslijst aan voordelen,” hoor je Marike zeggen:

  • een kleinere overheid;
  • vermindering van de armoede;
  • de inkomensongelijkheid wordt kleiner;
  • minder stress;
  • een gezondere bevolking;
  • minder criminaliteit.

 

En de nadelen, Marike?

“Nou die lijken best groot. Uit alle berekeningen blijkt dat er tientallen miljarden euro’s over blijven die door extra belastingen opgehoest moeten worden om het basisinkomen te betalen. Dat is een hele grote verhoging van de belastingdruk in Nederland. En dat – denken economen – zorgt voor minder arbeidsparticipatie en minder bedrijvigheid en dat drukt uiteindelijk de welvaart en de economische groei. Het is DUS best duur!” concludeert ze.

Wat denk je, Marike, wordt het basisinkomen snel ingevoerd?

“Ik betwijfel het ten zeerste. Het is zo’n immense verandering van ons hele systeem, ga maar na,

  • de sociale zekerheid;
  • de belastinginning;
  • hoe we de overheid georganiseerd hebben;
  • wat we rechtvaardig vinden;
  • hoe we in Nederland met elkaar omgaan.”

 
“Een basisinkomen voor iedereen, ook voor mensen

  • die niet ziek zijn,
  • die niet arbeidsongeschikt zijn,
  • die niet werkeloos zijn,

 
dat gaat wel heel ver,” zucht ze, “dus ik zie het niet snel gebeuren, ook al is het een revolutionair idee,” besluit ze.

Heeft Marike Stellinga het idee van het basisinkomen wel begrepen?

Als ik [JB] naar de video kijk dan vraag ik me af: heeft Marike Stellinga het idee wel begrepen? Uit de video blijkt dat ze met haar uitroep “Het is duur!” bedoelt: het is niet goedkoop. Ja, er zal inderdaad veel geld nodig zijn om iedereen van een universeel basisinkomen (UBI) te voorzien. Maar daar staan de hierboven genoemde voordelen tegenover en die liegen er niet om!

Haar twijfel wordt gevoed door de punten die ze opsomt na het woordje DUS. “Het is zo’n immense verandering van ons hele systeem.” Maar volgens mij is het juist ook de immense verandering op deze punten die het basisinkomen bestaansrecht geeft.

Sociale zekerheid
De sociale zekerheid wordt er enorm door verstevigd. Angst om in geldnood te raken hoeft men niet meer te hebben. De overheid betaalt iedere volwassene immers een UBI, hoog genoeg voor een onbekommerd bestaan. Dat geldt voor flexwerkers, zzp’ers, partners die nu financieel afhankelijk zijn van de andere partner, studenten, en ex-gedetineerden die onmiddellijk na hun vrijlating weer over geld kunnen beschikken voor hun levensonderhoud.

Belastinginning
Het belastingstelsel kan drastisch worden vereenvoudigd. Het UBI is trouwens onbelast. In mijn visie zouden alle overige inkomsten belast kunnen worden met 40% plus een extra belasting van 30% op inkomsten boven modaal (2018: 37.000). Bedraagt het UBI bijvoorbeeld 18.000 euro, dan zorgt die extra belasting ervoor dat mensen boven modaal het voordeel van het UBI langzaam zien wegebben.[1] Pas bij een inkomen van 97.000 euro bedraagt de extra belasting 18.000 euro (30% van 60.000) en is het voordeel van het UBI verdwenen.[2]
De vlaktaks maakt het voor de fiscus heel aantrekkelijk. Het is veel transparanter. Omdat gesjoemel vrijwel wordt uitgesloten zal het echter ook wel weerstand oproepen. Ontwijken en ontduiken van belasting zal bijna niet meer mogelijk zijn.

Hoe we de overheid hebben georganiseerd
De overheid hoeft nauwelijks meer mensen bij te staan, die in financiële problemen komen. Men beschikt met het UBI immers over voldoende geld om van te kunnen leven. Dat sluit echter niet uit dat mensen die hulp behoeven te allen tijde een beroep kunnen doen op de overheid.
Tegenzin in het betalen van belasting zal verdwijnen, omdat men ziet dat het belastinggeld nuttig besteedt wordt.

Wat we rechtvaardig vinden
Inderdaad is dit een hele ommezwaai naar hetgeen we rechtvaardig vinden. Iedereen heeft voldoende geld om van te leven. Geen armoede meer. De overheid hoeft dan niet langer tientallen miljarden euro’s over de balk te gooien om de bureaucratie in stand te houden en het leed te verzachten dat door ondoelmatige wetgeving is veroorzaakt.

Hoe we in Nederland met elkaar omgaan
Dat is misschien wel de belangrijkste kentering die het veroorzaakt. Doordat men van de overheid voldoende geld ontvangt om van te kunnen leven, realiseert men zich te leven in een democratie, een land dat hun belangen behartigt. Dat de overheid er niet is om angst in te boezemen en tot werken te dwingen, maar hen de vrijheid laat om zelf hun leven in te richten, naar eigen goeddunken. Pas dan zal men zich er thuis voelen en zich voor de samenleving willen inzetten.

Daarom zal het UBI er ook zijn voor mensen die niet ziek zijn, die niet arbeidsongeschikt zijn en die niet werkeloos zijn. Die horen immers ook bij onze samenleving?

Joop Böhm
Amersfoort, 22 juni 2018.

Foto’s


1. Voorbeeld: Met een modaal inkomen (37.000 euro bruto) heeft men nog profijt van het volledige UBI (zeg 12 x 1500 euro = 18.000 euro). Het totale inkomen komt dan op 55.000 euro bruto (18.000 plus 37.000). In mijn visie zou daar 40% inkomstenbelasting over 37.000 euro (= 14.800 euro) van af gaan. Blijft over: 40.200 euro netto.↩

2. Politici links van het midden voeren vaak als bezwaar tegen het basisinkomen aan dat ook mensen met een hoog inkomen een UBI zullen ontvangen. “Dan blijft er minder over voor degenen die het echt nodig hebben”, is hun argument. Om dat te ontzenuwen stel ik voor 30% extra belasting te heffen op (overige) inkomsten boven modaal.
nadelen Voorbeeld: Iemand met 97.000 euro aan inkomsten betaalt dan behalve 40% over die 97.000 euro (38.800 euro) aan inkomstenbelasting ook nog 30% over het gedeelte dat boven die 37.000 euro modaal ligt, dus in casu over 60.000 euro (30% over 97.000 min 37.000 = 18.000 euro).
Er rest hem in totaal dus 58.200 euro netto (18.000 UBI plus 97.000 overig inkomen min 38.800 inkomstenbelasting min 18.000 extra belasting).
 
Het lijkt zuur voor de burger met 97.000 aan overig inkomen, maar dat is maar schijn:
 
√ Uit onderzoek is gebleken dat bij een inkomen van rond 60.000 euro, vermeerdering van inkomsten nauwelijks of geen extra geluk oplevert.
√ Een samenleving met minder grote sociale verschillen zorgt voor meer saamhorigheid, waar ook de welvarende burger van profiteert.
√ Andere effecten van het UBI, zoals minder criminaliteit, betere gezondheid, meer sociale zekerheid, en dergelijke, zorgen voor meer welzijn in de samenleving. Hun extra belasting heeft dat mede mogelijk gemaakt. Daar mag men terecht trots op zijn!↩

Het bericht Een basisinkomen voor iedereen, werkt dat? verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

BIGBIC: wie bedenkt het beste plan om basisinkomen in te voeren?

The Big Basic Income Challenge is een nieuwe actie van de Stichting Basisinkomen 2018.
Met de BIGBIC worden alle jongeren en studenten uitgedaagd om het beste plan te bedenken hoe we het basisinkomen gaan invoeren in Nederland. Natuurlijk mag iedereen meedoen die zich ook zo jong van geest voelt dat zij/hij graag bijdraagt aan de invoering van het basisinkomen, ongeacht feitelijke leeftijd.

Door #BIGBIC wordt er nog meer gesproken over het basisinkomen. Jongeren die ermee aan de slag gaan komen met frisse en creatieve ideeën voor de samenleving van morgen. Dan zitten ze immers zelf aan de knoppen.

De bedenkers van deze prijsvraag zijn ervan overtuigd dat het basisinkomen een grote positieve bijdrage zal leveren aan een sociale, krachtige en welvarende samenleving.
Ter toelichting daarvan en als hulp bij het bedenken van een plan is er een mooi betoog onder de kop HET BASISINKOMEN IS VEELZIJDIG.

De organisatoren zoeken nog sponsors om de actie helemaal rond te krijgen – bijdragen zijn welkom.

De BIGBIC wordt gesteund door een aantal ambassadeurs, waaronder Alexander de Roo, voorzitter van de Vereniging Basisinkomen:
Basisinkomen wordt langzamerhand Mainstream. Steeds meer mensen en organisaties spreken er over. Niet alleen in Nederland, maar wereldwijd. Zelfs gevestigde instituties als de Wereldbank bevelen de regeringen van onze Aarde aan om een basisinkomen in te voeren. Voor de ontwikkelde landen geldt dat door toenemende flexibilisering en automatisering het oude systeem niet meer werkt. Dan komt vanzelf de vraag op de politieke agenda ”Hoe gaan we dat basisinkomen nu precies invoeren?”. Daarom juich ik dit nieuwe initiatief van een grote prijsvraag voor de beste invoeringsstrategie in Nederland van harte toe.

Redactie, juni 2018

Het bericht BIGBIC: wie bedenkt het beste plan om basisinkomen in te voeren? verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

PvdA leden stemmen voor het basisinkomen

PvdA-leden

 

 

 

PvdA-leden geven duidelijk aan een nieuwe koers te willen: weg van de controle en betutteling, meldt Hans Lindeijer. Vorige week stemde op het partijcongres een meerderheid voor de motie “Red de PvdA, kies voor een basisinkomen”.

 

 

Vanaf vrijdag 18 mei konden alle 45.000 PvdA-leden gedurende één week laten weten of een bepaalde motie op het PvdA-ledencongres van 16 juni in stemming gebracht zou worden. De motie “Red de PvdA, kies voor een basisinkomen” kreeg 122 ‘steuncliks’ op https://www.pvda.nl/partij/ledendemocratie/ledenkamer/ en verzekerde zich daarmee van voldoende stemmen om online te worden voorgelegd aan alle leden, of te wel het Stemlokaal (zie voor meer informatie over de ledendemocratie bij de PvdA en een korte impressie van het congres op 16 juni de eerste voetnoot).[1] Uiteindelijk stemde 61% voor de motie  (zie voor de tekst van de motie en de reactie van de politieke leiding de tweede voetnoot).[2]

De motie wil een betaalbare vorm van basisinkomen, een groot experiment en daarna nieuwe wetgeving. Dat wordt een flinke koerswijziging, vooral voor het beeld dat nu van de PvdA bestaat; een controlerende en beperkende overheid. Dat is anno nu het beeld van PvdA politici: politici, die ambtenaren aansporen uitkeringsgerechtigden goed in de gaten te houden. Een meerderheid van de PvdA-leden wil dat anders, zij wensen een overheid die vertrouwen uitstraalt en daarnaar handelt. De motie spreekt van “Gelijke kansen, geen stigmatisering en betutteling meer. Kans op scholing, dus toekomstbestendig. Geen angst voor armoede, dus sterker staan in het werk en ondersteunen van ondernemerschap. Echte keus voor mantelzorg, tijd voor opvoeding. Dat spaart veel kosten en maakt een stabieler Nederland. (Zie Congresstukken, pag.10)

PvdA-leden Een basisinkomen, een vast maandelijks bedrag zonder voorwaarden, zal grote invloed hebben. Nu blijft veel talent liggen of wordt beperkt. Het is al aangetoond dat een gering aantal mensen minder zal gaan werken, maar dat dat uiteindelijk goed uitpakt, doordat meer mensen scholing zullen gaan volgen en er bespaart kan worden op zorgkosten. Ook voor werkenden biedt basisinkomen meer keus, minder burnout’s, mensen kunnen rustig goed werk zoeken dat bij hen past, want werk is zoveel meer. Voor iedereen een oplossing tussen werk en privé, ook al komen er meer robots.

Dat kan allemaal … maar, dat gaat niet vanzelf, niet binnen de PvdA en ook niet in het politieke krachtenspel. Er komt veel kijken bij zo’n grote wetswijziging.

Maar met deze motie geven de PvdA-leden duidelijk een nieuwe koers aan.

Het is nu aan het PvdA bestuur en de fractie om hun politieke visie te tonen ten aanzien van het basisinkomen. Dat is niet makkelijk; welke vorm van basisinkomen heeft onze voorkeur, welke belastingen, toeslagen, subsidies, etc. kunnen vervallen, zijn er extra of hogere belastingen nodig? Hoe kan een dergelijke verzorgingsstaat er uitzien?

Naast politieke keuzes is ook het rekenwerk moeilijk. Sommige onderzoekers tellen selectief wat cijfers op en af en ook een instituut als het CPB (Centraal Plan Bureau) geeft aan niet alle aspecten mee te kunnen nemen. Een maatschappelijk experiment kan dus nuttig zijn of gebruik maken van nu lopende goede experimenten, bijv. in Canada.

De partijleden geven een signaal af met “Red de PvdA, kies voor basisinkomen”, ze willen een kanteling en geloven dat de PvdA dat aan kan, sterker nog, hiermee zal overleven. Een omslag is pijnlijk en lastig voor bestuurders en veel leden. Er is ook weerstand te verwachten, want de ‘voor wat hoort wat’- gedachte zit er diep in, bij mensen zelf en in tal van regels. Schuldeisers worden beter beschermd dan basisbehoeftes om van te leven. Is de dreiging van een leven-in-armoede nodig voor een gezonde maatschappij?

PvdA-partijleiding, ga aan de slag met deze motie. Straal het vertrouwen uit waar de maatschappij naar snakt. Na 100 jaar onderwijs kunnen we zonder betutteling en controles, dat bleek ook uit de verkiezingsuitslag. Zet in op vertrouwen, steun talenten, dat is echt de moeite waard!

PvdA-leden

Eindhoven, 21 juni 2018
Hans Lindeijer
Zie ook Hans’ Facebookpagina

 

Foto’s

 


1. De PvdA heeft, als eerste, een digitale Ledendemocratie. Alle leden kunnen zelf moties insturen, die in twee rondes in stemming komen. In de eerste ronde zijn er minstens 100 leden nodig die op de knop ‘Steun’ drukken om een motie door te laten gaan naar de échte stemronde.
Dit soort moties zijn voorstellen van de leden aan het bestuur en/of aan de fractie in de Tweede Kamer. Het veroorzaakt nooit direct een koerswijziging, wel aandacht en degene die er mee verder gaan kunnen er een beroep op doen.
Deze motie kreeg in de weken voor het Congres ruim voldoende stemmen, namelijk 122 steunbetuigingen. Via mail en Facebook hebben we met enkele mensen daar stevig tam-tam voor gemaakt. Van de 30 moties in de voorronde gingen er 9 door. In de tweede ronde kon op elk van die 9 moties voor of tegen gestemd worden.
In die digitale stemming, kort vóór het Congres, is de motie aangenomen met 61 % Voor, 25% Tegen en 14% blanco. Van de 45.000 PvdA-leden stemden er 1193 digitaal mee (2,6% van de leden). Door deze lage deelname is de uitslag wél geldig maar niet erg overtuigend.
PvdA-leden Het verschil tussen voor- en tegenstanders (>15%) was wél overtuigend, maar daardoor werd de motie op het Congres zelf een hamerstuk. Snel en in stilte passeerde de motie. In de Congresstukken staan netjes alle moties, maar die stukken zijn taai en waren alleen online te lezen. De meeste mensen, die ik op het Congres sprak, wisten helemaal niets van deze motie. Vooralsnog dus nog geen pr-succes.
Overigens is met het verlies van 38 naar 9 zetels in de Tweede Kamer, ook het geld voor onder meer het wetenschappelijk bureau van de PvdA, de Wiardi Beckman Stichting, een stuk minder. Ook het aantal congresbezoekers, ik schatte ongeveer 400 tot 500 mannen en vrouwen, dat was vroeger vaak 2000 of meer.
De kans dat deze motie stilletjes in een lade verdwijnt is zeker aanwezig. Hoeveel belang hecht het PvdA-bestuur aan deze 2,6 % actieve leden, die ook nog eens met lastige voorstellen komen? Er is een team van mensen nodig, die het basisinkomen goed moeten bestuderen. Pas dan kan er iemand naar voren komen die dit voorstel met overtuiging aan een breed publiek uitlegt namens de PvdA. Zo werkt die mooie digitale Ledendemocratie dus … het werkt alleen met een stevig staartje….↩

2. De motie: Red de PvdA, kies voor basisinkomen
———————————————————————–
Inleiding
———————————————————————–
Overwegende dat:
Het basisinkomen is een vast bedrag per maand, de minimale kosten voor een menswaardig bestaan. Een betaalbare optie is het ‘duale basisinkomen’, werkgevers en overheid betalen dat samen. Uitgangspunt daarin is dat het basisbedrag al in elk salaris zit. Dat blijkt immers uit de praktijk. Door te kiezen voor basisinkomen kan veel frustrerende bureaucratie worden afgeschaft. Het geeft reductie van schulden en stopt hen die daar voordeel van hebben. Gelijke kansen en geen stigmatisering en betutteling meer. Kans op scholing, dus toekomstbestendig. Geen angst voor armoede, dus sterker staan in het werk en steunt ondernemerschap. Echte keus voor mantelzorg, tijd voor opvoeding. Dat spaart veel onkosten en maakt een stabieler Nederland. Hé, dat maakt het de moeite waard.
———————————————————————–
Verzoekt de fractie om:
———————————————————————–
Kies een betaalbare vorm van basisinkomen en zet dat centraal voor nieuwe regels van een Sociaal Democratische verzorgingsstaat, zodat die de toekomst aan kan en test het.
Kies een vorm van basisinkomen, werk er aan, en start een groot maatschappelijk experiment om het uit te proberen. Bestudeer de keuzes en de levensloop van de deelnemers en pas daarmee ook andere regelgeving aan.
En gaat over tot de orde van de dag
———————————————————————–
Toelichting partijbestuur aan de PvdA-leden die gaan stemmen (alle moties krijgen een toelichting, vaak ook een stemadvies (voor of tegen de motie met uitleg):
De afgelopen jaren zijn er herhaaldelijk moties ingediend met betrekking tot het basisinkomen, om de discussie hierover te voeren, om er onderzoek naar te doen, om het in te voeren.
We hebben op verzoek van de leden op een aantal politieke ledenraden gesproken over het basisinkomen en vanuit de vorige Tweede Kamerfractie heeft Ed Groot een tour door het land gemaakt. Ook in het Verkiezingsprogramma heeft het basisinkomen een plek gekregen: we willen experimenten uitbreiden en leren van de ervaringen en dit zullen we dan ook eerst afwachten.↩

Het bericht PvdA leden stemmen voor het basisinkomen verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Basisinkomen: vrijheid & bestaanszekerheid

Tegenwoordig is de discussie over het basisinkomen pragmatisch. Velen vinden het wel een goed idee, maar is het financierbaar?
Alexander de Roo legt in het blad Sociaal Bestek stelt in een dat door sociale zekerheid en belasting te integreren het idee betaalbaar is. Overal ter wereld vinden nu experimenten plaats.
De experimenten zullen ons meer leren over de effecten van het basisinkomen op de arbeidsmarkt, gezondheid en welzijn.  Het basisinkomen zal niet in één keer ingevoerd worden. De opbouw van het huidige systeem duurde 30 jaar. Het basisinkomen geeft bestaanszekerheid en vrijheid om je eigen leven te leiden.

Inleiding

Basisinkomen geeft mensen vrijheid om hun eigen leven anders dan nu  in te richten. Kies je voor betaald werk, zorg, (her-) scholing of vrijwilligerswerk?  Of een combinatie. Het basisinkomen geeft mensen bestaanszekerheid.  Een basisinkomen is een bescheiden maandelijks bedrag voor elke volwassene in Nederland zonder tegenprestatie of vermogenstoets.

Voordelen

De armoedeval wordt opgeheven. Nu is het zo dat mensen tussen minimum en modaal financieel vast zitten.  Als iemand  (beter) betaald werk vindt, gaat hij/zij  er netto nauwelijks op vooruit en soms zelfs achteruit. Het kabinet Rutte III gaat een vlaktax van 37 procent invoeren voor bijna iedereen. Het lage BTW tarief gaat dan omhoog. Welk probleem lost dit eigenlijk op? Een gezin met een éénverdiener in een huurhuis met twee kinderen heeft niets aan dit belastingplan. Hij verdient nu met 20.000 € bruto per jaar het minimumloon. Een betere baan betekent 31.000 € bruto. Van die 11.000 € bruto houdt dit gezin netto 500 € over.  96 % valt weg! Dat komt omdat huurtoeslag, zorgtoeslag en kindgebonden budget verdampen. Hard werken loont helemaal niet. Een bijstandsgerechtigde  gaat er netto niet op vooruit als hij een baan vindt van 36 uur tegen het minimumloon.  De armoedeval geldt voor vrijwel  iedereen tussen minimum en modaal. Zij kijken tegen 70, 80, 90 en soms zelfs meer dan 100 % belasting aan. Bovenmodaal betaalt nu 40 procent belasting en de topverdieners 52 procent.

Het basisinkomen zorgt voor een sterke vereenvoudiging van het huidige sociale en fiscale stelsel. Mensen hoeven niet meer hun eigen huis op te eten, als ze langdurig werkloos worden. Zware beroepen zullen beter beloond worden. Kunstenaars wijden zich aan de kunst  en  studenten aan hun studie in plaats van  talloze bijbaantjes. ZZP’ers krijgen een stevige basis. Er komen meer startups en meer innovatie. Kleine middenstanders krijgen lucht, zodat de laatste winkel in het dorp kan blijven. Krimpgebieden leven weer op, omdat er koopkracht blijft.  Betaald werk en vrije tijd worden eerlijker verdeeld. Niet alleen academici, maar iedereen zal een sabbatical year kunnen nemen. Kleine baantjes worden aantrekkelijker en mensen gaan makkelijker wisselen van baan. De verwachting is dat meer mensen betaald werk gaan verrichten, maar gemiddeld met een kortere werkweek. Arbeidstijdverkorting op individuele basis.

Waarom?

Ook nu het economisch beter gaat komen er steeds meer flex banen en steeds minder vaste banen. Vier miljoen mensen hebben een flex baan of geen baan  en vijf miljoen mensen hebben een vaste baan. Er zijn nu twee miljoen flex banen (postbodes, alfa hulpen), één miljoen ZZP’ers en een kleine miljoen mensen in WW / bijstand. Het leger van werkende armen breidt zich uit. Uitkeringsgerechtigden zitten vast. Een WAO’er levert 70 % in als hij/zij een baantje vindt. De armoedeval is door de vele inkomensafhankelijke regelingen steeds groter geworden. Huursubsidie, zorgtoeslag, kindgebonden budget en sinds kort ook arbeidskorting en heffingskorting zijn inkomensafhankelijk. Idem dito  gemeentelijke regelingen. Allemaal goed bedoeld, maar bij elkaar betekenen ze dat het voor de helft  van de Nederlanders  (meer)  betaald werk niet of nauwelijks loont. Automatisering gaat steeds sneller. De werkgelegenheid van laaggeschoolden, maar in toenemende mate ook van de midden groepen staat onder druk. Je hele leven bij één baas is voltooid verleden tijd.

Steeds meer steun

In 1993 was 20 procent van de Nederlanders voor een basisinkomen. 20 procent koos toen voor het mini stelsel (= lagere uitkeringen) van de VVD. 60 procent prefereerde een systeem met een verplichte tegenprestatie. Twee jaar geleden zei 40 procent van de bevolking ja, 45 procent  nee en 15 procent  had geen mening volgens een onderzoek van Maurice de Hond voor de Vereniging Basisinkomen. Dezelfde onderzoeker gaf in het Radar programma (juni 2017) aan dat 51 % voorstander is van basisinkomen als alle toeslagen verdwijnen. Ook in andere landen zoals het  Verenigd Koninkrijk, Duitsland en de VS is de helft van de bevolking voor. In Finland en Canada bestaan meerderheden voor invoering. In het Verenigd Koninkrijk is 60 procent van de Labour kiezers voor, maar ook 42 procent van de Conservatieve kiezers. De afbrokkeling van het huidige systeem en de toename van flex werk verklaren de toenemende steun voor het basisinkomen.

Eerste golf

De eerste golf is in het Interbellum. De actiegroep State Bonus League slaagt in 1920 om een debat op het Labour congres in Engeland af te dwingen. Henry George maakt furore met zijn idee om belasting op land te heffen en de opbrengst aan iedereen uit te keren. In Oxford lanceert Professor G.D.H. Cole als eerste de term basisinkomen. In Canada weet de Social Credit Party in twee provincies de macht te veroveren. In 1935 voert de Democratische Senator Huey Long in de VS campagne om president te worden met  de leuze ‘Share the Wealth’. Helaas wordt hij tijdens de campagne vermoord. In Engeland bepleit de liberale politica Rhys-Williams in 1943 het idee van het basisinkomen in ‘New Social Contract’. De politieke meerderheid kiest onder aanvoering van sociaaldemocratische partijen voor het verzekeringsmodel en de opbouw van de huidige systeem van sociale zekerheid ( 1945-1975).

Tweede golf

De Nobelprijswinnaars Milton Friedman ( 1962) en James Tobin ( 1967) pleiten voor het basisinkomen. In 1972 wordt het Family Assistance Plan van president Nixon verworpen door de Senaat, omdat de Democraten het bedrag niet hoog genoeg vonden. In datzelfde jaar verliest de Democraat McGovern de presidentsverkiezingen met zijn basisinkomen plan. Er vinden wel vier proeven in de VS plaats en één in Canada. In het Canadese MinCome experiment ( 1974-1978) bleek dat er een kleine teruggang was van het arbeidsaanbod. De kosten van de gezondheidszorg verminderden met 8,5 procent. Misdaadcijfers daalden spectaculair. Een nieuwe regering van conservatieve huize stopte dit experiment.  In Alaska krijgt  sinds 1982 elke burger ( man, vrouw, kind) jaarlijks een achtste deel van de olie opbrengsten uitgekeerd. De grootte is ongeveer een vakantiegeld uitkering.

Derde golf

In 1977 zet de PPR ( voorloper van GroenLinks) basisinkomen in haar programma. De WRR komt in 1985 met het opzienbarende voorstel een  gedeeltelijk basisinkomen van 500 gulden. De oprichting van BIEN (Basic Income European Network) vindt in 1986 plaats. Er was in die jaren een fanatieke discussie. De hoge werkloosheid leidde tot felle pleidooien voor een basisinkomen. De tegenstanders zeiden even fanatiek ‘werken voor je geld’.

Intermezzo NRC december 1993

“DEN HAAG. Melkert voelt niets voor invoering van een basisinkomen, omdat het middel volgens hem veel te grofmazig is. Het laat volgens de PvdA-minister slechts de keus tussen onrechtvaardigheid en onbetaalbaarheid. ‘Of je duikt ver onder het sociaal minimum, of je doet dat niet en dan kost het miljarden’, meent Melkert. VVD-minister Zalm toonde zich zaterdagavond in KRO’s Brandpunt zeer positief over het basisinkomen, zoals hij dat eerder had gedaan tijdens zijn ambtsperiode als directeur van het Centraal Planbureau. Zijn D66-collega Wijers maakte zich zaterdag in NRC Handelsblad in voorzichtige termen kenbaar als een voorstander van het idee.”

Vierde golf

Deze golf begint met de financiële crisis in 2008. Nu vinden op alle vijf continenten discussies plaats. BIEN herdoopt zichzelf tot Basic Income Earth Network na een congres in Zuid-Afrika. Het Britse Labour onderzoekt nu het basisinkomen. Ook in andere sociaaldemocratische partijen wordt over het basisinkomen gediscussieerd. Steeds vaker spreken groene en regionale partijen zich uit voor het basisinkomen. Ook sommige rechts populistische partijen zoals een afsplitsing van de Wilders partij in Finland zijn voorstander.  Jaarlijks is er een BIEN congres. In augustus in Finland, waar de regering met de politieke signatuur van Rutte I een serieuze proef ( 2017-2018) doet met 2.000 werklozen.  Volgend jaar BIEN congres in India, waar de regering overweegt om de subsidie voor 200 miljoen arme Indiërs te vervangen door een bescheiden basisinkomen. Achtergrond is dat ruim de helft van de armoede middelen ergens langs strijkstok blijft hangen tussen de hoofdstad en de arme Indiërs in hun afgelegen dorpen.

Overal proeven

Iedereen op de bank?

In het MinCome experiment in Canada  bleek dat er ongeveer 5 % minder vraag was naar betaald werk. Jongeren op de middelbare school bleven langer studeren en vrouwen met jonge kinderen brachten meer tijd met hun kinderen door. Ook het CPB komt tot een vraaguitval van 5 % bij de doorrekening van het basisinkomen van de Vrijzinnige partij van Norbert Klein. Hij stelde een basisinkomen van 800 euro voor met een alleenstaanden toeslag van 300 euro. Interessant was dat Norbert Klein tegen het CPB argumenteerde  dat kleine baantjes dan wel gaan lonen. Waarom neemt het CPB dat niet mee? Dat klopt zei het CPB, maar daar hebben we geen experimentele gegevens over en dus rekenen we niet mee… Laura van der Geest hoofd van het CPB zei in de NRC dat het moeilijk is om de revolutie te berekenen.

Het is inderdaad een revolutie. Bij het basisinkomen experiment in India 2010-2012 kregen zes dorpen met UNICEF middelen een basisinkomen en zes dorpen kregen het niet. Het bleek dat mensen – zelfs als ze een beperking hadden – ondernemender werden. Vrouwen gingen geld lenen, schaften een naaimachine aan en verkochten kleren. Toen de onderzoekers een half jaar later terug kwamen hadden jonge vrouwen geen hoofddoek meer om. Waarom? “Omdat we nu onze eigen baas zijn en niet langer afhankelijk van de oude mannen in ons dorp”.

Onbetaalbaar

Een bescheiden basisinkomen van € 800 per maand is financierbaar. Dat blijkt  ook uit de berekeningen van het CPB. Premier Rutte heeft gelijk toen hij Prinsjesdag 2016 in debat met Marianne Thieme (PvdD) zei  dat het sociale stelsel dan nog ingewikkelder wordt.  De Vrijzinnige partij werkt  met een alleenstaanden toeslag, wat weer controle vereist. Een hoog basisinkomen van € 1.200 vergt dat de belastingen flink  ( circa 20 %) omhoog moeten en daarvoor is nu niet genoeg draagvlak. Het meest genoemde bedrag is € 1.000. Dat kan gefinancierd worden door iedereen 50 procent inkomensbelasting te laten betalen ( en de 5 procent topinkomens  60 procent). Een alleenstaande zonder betaald werk gaat er dan niet op achteruit, maar het hele toeslagen circus moet dan wel  in stand blijven.

Een briljant idee van de Groningse student Harro Boven kan een doorbraak betekenen. Geef iedereen naast een basisinkomen van € 650 een woontoeslag van € 600. Dit geldt voor zowel één als twee persoonshuishoudens. Fraude loont dan niet. En verhoog de kinderbijslag naar gemiddeld € 300.  Een alleenstaande begint dan met € 1.250 en een stel met €1.900. Dan kan de zorgtoeslag weg en het kindgebonden budget kan weg. De inkomensafhankelijke heffingskortingen en arbeidskorting kunnen ook weg. De huur toeslag kan veel kleiner. Dit voorstel is circa 30 miljard duurder dan het huidige stelsel. 30 miljard is 10 % van de overheidsuitgaven. Deze extra middelen kunnen gevonden worden. Daarvoor staan vijf wegen open:  het verhogen van de vermogensbelasting, meer ecologische belastingen, een BTW op Scandinavisch niveau, de inkomensbelasting naar 50 procent of bezuinigen op de overheid. Al naar gelang je politieke voorkeur links, groen, midden, sociaaldemocratisch  of conservatief is.  Uiteraard kan politiek  Den Haag ook gaan voor een combinatie van deze vijf mogelijkheden. Op de website basisinkomen.nl staat onderaan een Rekenmodel Even Klikken om dit idee na te rekenen.

Conclusie

Tegenwoordig is de discussie over het basisinkomen pragmatisch. Velen vinden het wel een goed idee, maar is het financierbaar?  Door sociale zekerheid en belasting te integreren blijkt het idee betaalbaar.
Overal ter wereld vinden nu experimenten plaats. In Nederland experimenteren de gemeenten Wageningen, Nijmegen, Tilburg, Deventer en Groningen. Ook Utrecht start een experiment. In Finland vindt in 2017 en 2018 een proef plaats met 2.000 werklozen die een basisinkomen ontvangen. In Canada krijgen 4.000 mensen tussen bijstand en modaal  een basisinkomen in een driejarige proef. De conservatieve oppositie heeft beloofd dit experiment te laten bestaan als zij aan de macht komen.
De experimenten zullen ons meer leren over de effecten van het basisinkomen op de arbeidsmarkt, gezondheid en welzijn.
Het basisinkomen zal niet in één keer ingevoerd worden. De opbouw van het huidige systeem duurde 30 jaar ( 1945-1975).  Door het flex werk en de steeds snellere  automatisering werkt het huidige systeem niet meer.
Het basisinkomen geeft bestaanszekerheid en vrijheid om je eigen leven te leiden.

 

Alexander de Roo, juni  2018

Dit artikel is in druk verschenen in Sociaal Bestek nummer 3, juni/juli 2018, pagina 54 tot en met 56.

Het bericht Basisinkomen: vrijheid & bestaanszekerheid verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Basisinkomen in mondiaal en ecologisch perspectief

strijdtoneel

Het Amerikaanse Pepsi in Indonesië

 

 

Leon Segers bezocht 13 juni j.l. een symposium in Utrecht, waar onderzoekers van het Centrum voor Sociaal Beleid Herman Deleeck van de Universiteit Antwerpen de bevindingen presenteerden van hun studie (gefinancierd door het Nederlandse Instituut Gak, kijk dit is het bestuur) naar de effecten van de invoering van een basisinkomen in Nederland. Hun conclusie: Het basisinkomen zorgt juist voor meer armoede. De koppen logen er niet om deze week. Maar wie het nieuwe onderzoek bestudeert (hier, hier, hier en hier, de oproep van een Vlaams parlementslid om te gaan experimenteren met een basisinkomen in België), denkt al gauw ‘onzin’. Ook Leon dacht ‘onzin’ en besloot om zijn visie te geven. Hij komt tot een heel andere conclusie dan de bovengenoemde onderzoekers. Zijn boodschap: Plaats het basisinkomen in mondiaal en ecologisch perspectief, dan zie je dat de invoering ervan het nieuwe strijdtoneel van de klassenstrijd is.[1]

Strijdtoneel van de klassenstrijd

Het “strijdtoneel” van de klassenstrijd is zeer veranderd sinds de globalisering. Tot in de jaren 80 bestond het merendeel van het kapitaal nog uit materiële dingen, gebouwen, machines, etc. Het strijdtoneel was dus te overzien, stakingen etc. waren aan de orde van de dag en konden door de arbeidersklasse gebruikt worden als wapen. Een sociaal contract werd dus via countervailing power afgedwongen. Nu heeft “het kapitaal met vlag en wimpel gewonnen” zoals Alfred Kleinknecht dat uitdrukt.

Je zou ook kunnen zeggen dat het “strijdtoneel” zoek is, immers alleen voor buschauffeurs, ambtenaren en schoonmakers en andere “grondgebonden” bedrijven heeft het nog zin om te staken, alleen dus voor de pseudo-arbeiders. In andere, “echte” bedrijven, is men zelfs bang voor staking want het bedrijf kan zo maar “vertrekken”. Deze toonaangevende bedrijven zijn dus min of meer ongrijpbaar geworden. Het kapitaal dat er echt toe doet, “zwerft” over de aarde, op zoek naar rendement; in de bedrijven staan zetbazen aan het hoofd, die ook zo maar aan de dijk gezet kunnen worden. De “waarde” van het bedrijf wordt aan de beurzen bepaald en de “materiële vaste activa” zijn van relatieve waarde, van relatief belang geworden. De “brand” en de “know how” bepalen de winstgevendheid en dus de waarde.

Ook het proletariaat is van positie en inhoud veranderd. Het zijn niet meer “armoedzaaiers”, die alleen hun arbeid kunnen verkopen en aan de willekeur van de kapitalisten zijn overgeleverd. Nee, zij hebben zich verenigd en zijn participerende burgers geworden. Via een “zorgzame” overheid hebben zij in het verleden zelfs de kapitalisten de kosten van de verzorgingsstaat “op hun nek geschoven”.
Door deze kosten echter aan de “productieve” arbeider te hangen wordt die productieve arbeider nu “uit de (globale) markt geprijsd”. In deze wereld “moeten” de vakbonden smeken om “arbeidsplaatsen” en ze doen dat ook (!). Zij zijn van aanbieder van arbeid tot vrager van arbeid(splaatsen) geworden. In die rol zijn ze terecht gekomen, van klassenstrijd is zodoende geen sprake meer en zelfs nauwelijks nog van countervailing power.

En omdat het kapitaal via het banksysteem kan wegvluchten doet het dat natuurlijk ook, op zoek naar (meer) winst, met alle gevolgen van dien; nu de productie (vanwege de winst) naar de andere kant van de wereld wordt gedrongen, zijn wij in het westen alleen nog maar goed om koopkracht te leveren en zo voor de onontbeerlijke sprong in het geld te zorgen. Intussen loogt deze gang van zaken onze samenleving en het maatschappelijk kapitaal wel langzamerhand uit. Er vindt een soort van “onteigening” plaats, doordat de hier gemaakte (verkoop)winsten, elders in de wereld hun productieve neerslag vinden. In Nederland staat alleen het werkgever/werknemer structuurtje nog overeind en de SER doet z’n kunstje nog zo nu en dan, maar het heeft geen echte inhoud meer.

Ook het maatschappelijk kapitaal vertrekt !

De doelstelling van de sociaal democratie om, langs de lijn van organisatie van de samenleving dus via de staatsmacht, de arbeider aan zijn trekken te laten komen (hem een “fair share” van de welvaart toe te delen) heeft dus zijn einde gevonden bij de globalisering. Het privé kapitaal kan nu immers “ontsnappen” aan de macht van de staat. De verzorgingsmaatschappij is dus zogezegd in de lucht komen te hangen. De productie is almaar minder afhankelijk van het fysieke kapitaal als gebouwen en installaties, het immateriële kapitaal speelt een steeds grotere rol. Productie en productiviteit worden tegenwoordig meer bepaald door factoren die aan individuele mensen, aan samenwerkende mensen, aan teams hangen. Terwijl de overlegstructuren nog uit de tijd van het privékapitaal en de klassenstrijd stammen, is het “productieve kapitaal” dus veel meer een “maatschappelijk kapitaal” geworden. Dat maatschappelijk kapitaal wordt echter niet als zodanig beloond, ook niet voor zijn rol in het productieproces; de dragers ervan worden wel beloond c.q. eisen hun beloning op alsof het (alleen) hun eigen verdienste is.

Een dergelijk systeem waarin het maatschappelijk kapitaal als zodanig niet gezien c.q. niet beloond wordt en dus ook niet “onderhouden” wordt, loopt het gevaar om “uitgewoond” te raken. Feitelijk gebeurt dat ook al, naargelang de concrete productie uit de rijke wereld wordt verplaatst, verdwijnt daarmee op de duur ook de kennis en zeker de ontwikkeling van die kennis. De talentvolle cultuurdragers vertrekken of worden weggekocht en met hen verdwijnt dus ook de kennis c.q. het maatschappelijk kapitaal langzamerhand. Zij worden gelokt door de dynamiek van het kapitaal zelf m.a.w. zij volgen de “winst”. Europa zal langzaam leeglopen, zoals in de 19-de eeuw met Spanje en Portugal is gebeurd.

Scheve globalisering en maatschappelijke verarming

strijdtoneel

Overdag financieel technicus, ’s nachts muziek producer

Innovaties worden (dankzij ons maatschappelijk kapitaal) nog wel hier gedaan, maar zodra het aankomt op het materialiseren van deze uitvindingen, het omzetten ervan in producten, zijn onze productievoorwaarden veel te ongunstig, omdat de (loon)kosten veel te hoog zijn; die productie kan in de lage lonen landen veel “winstgevender” geschieden. Waarom? Omdat de (loon)kosten er veel lager zijn; de andere productievoorwaarden zijn namelijk elders zeker niet beter, uitgezonderd wellicht de regelgeving … met alle milieugevolgen van dien. Omdat het milieu en ook de grondstoffenschaarste veelal mondiale componenten heeft, lijkt internationale regelgeving hier aan de orde.
De comparatief hoge loonkosten in het westen zijn het gevolg van het welvaartsverschil en de lasten op de lonen. De ondernemer zal daar produceren waar hij het goedkoopste uit is. Aangezien de kosten van de welvaartsstaat m.a.w. de instandhouding van het maatschappelijk kapitaal, eenzijdig in “onze” loonkosten worden begrepen, vlucht het (privé)kapitaal voor zijn productie naar de landen waar slechts het “instandhoudingsloon” betaald hoeft te worden. Bij de burgers zorgt de regelgeving rondom het belasten van de lonen, voor de “opsluiting” van mensen binnen de kaders van de verzorgingsstaat.

Hierdoor krijgt het maatschappelijk kapitaal dat in de burger, zijn opleiding en zijn maatschappelijke inbedding besloten ligt, moeilijk kansen om uit te breken en productief te worden. Mensen proberen daaronder uit te komen, door zelf wat te beginnen, maar uitsluiting van de sociale regelingen maakt die drempel erg hoog, zodat zij voor het (privé) kapitaal geen bedreiging (concurrent) kunnen/zullen worden.

Invoering van een basisinkomen maakt enerzijds de tewerkstelling hier een stuk goedkoper, doordat het de loonkosten verlaagt en het anderzijds mensen stimuleert (arbeiders), om zichzelf tezamen met het in hunzelf besloten maatschappelijk kapitaal productief te maken en wel in hun eigen omgeving. Zo kan het maatschappelijk kapitaal zelf productief en creatief blijven en voor uitloging worden behoed. Invoering van een onvoorwaardelijk basisinkomen zou aldus de arbeidsmarkt drempelloos toegankelijk maken ook voor eigen innovatie en zzp-ers.

De klassenstrijd voorbij – instandhouding van het kapitaal

“Het kapitaal heeft gewonnen en ATV heeft geen kans”, zoveel is zeker, als je de samenleving tenminste als een klassenmaatschappij wil zien/begrijpen en je het kapitaal beperkt tot het privékapitaal. De mondige burger is echter niet meer te begrijpen in de zin van proletariaat, hij is zelf eigenaar van het maatschappelijk kapitaal en daarom is hij toe aan een centrale positie in de samenleving. Kapitaal is immers de in het verleden geaccumuleerde en de van God gegeven middelen, die door de samenleving ingezet worden voor de productie van goederen en diensten. Dit kapitaal, te onderscheiden in biokapitaal, maatschappelijk kapitaal en bedrijfskapitaal, vormt de rijkdom van een samenleving en dient door haar onderhouden en op peil gehouden te worden, om die samenleving verder te helpen, zich te laten ontwikkelen.

De onderhoudskosten van het bedrijfskapitaal zijn, als afschrijvingskosten, begrepen in de kosten (de kostprijs) van het product. De kosten ter instandhouding van het maatschappelijk kapitaal en het bio kapitaal, dienen ook in de kostprijs van de producten te worden begrepen, en wel via belastingheffing door de overheid/staat. Deze kosten bevatten in ieder geval de instandhoudingskosten van het milieu en de milieukwaliteit, maar ook de instandhoudingskosten van de maatschappelijke infrastructuur en van de mensen (de kapitaaldragers) zelf, door middel van een OBi (Onvoorwaardelijk Basisinkomen). De consequentie van deze kostprijsberekening kan worden uitgedrukt in de volgende slogan : “Wie de burger centraal stelt is voor een basisinkomen en wie de aarde lief heeft, belast de voetafdruk”.

Overigens hoeft de invoering van een OBi niet direct invloed te hebben op de inkomensverdeling, het kan zich grotendeels beperken tot het “plakken van andere etiketten”. Nu heeft immers in onze samenleving ook ± iedereen (genoeg) om van te leven, tenminste daar laten we ons als samenleving op voorstaan. Het gaat er om dat de verhoudingen en de initiatieven in de samenleving anders komen te liggen, dat daardoor de richting waarin de samenleving zich ontwikkelt, fundamenteel verandert.
Belangrijke misstanden die om een oplossing schreeuwen, komen o.a. tot uiting in het feit dat nog vele mensen in de wereld honger hebben, terwijl er een overvloed aan voedsel wordt voortgebracht. Dat er in het westen overvloed aan goederen is, maar tevens werkeloosheid c.q. inkomensprecariaat. (In de 30-er jaren was er schaarste en werkeloosheid !) en dat de wereldwijde ecologische problemen de pan uit rijzen en alsmaar groter worden, hetgeen onszelf en onze kinderen bedreigt.
Deze ongerijmdheden vloeien rechtstreeks voort uit de nefaste werking van het economisch systeem en worden met andere woorden dus veroorzaakt door economische (wan)verhoudingen.

Welvaartsverschillen “manipuleren” prijsverhoudingen

In een (min of meer) gesloten economie worden de prijsverhoudingen eenvoudig bepaald door de ecologische gegevenheden (c.q. door “milieu-obstakels” die overwonnen moeten worden en dus kosten veroorzaken).  Als het uit maatschappelijk oogpunt “beter” gevonden wordt dat bepaalde goederen niet of minder gebruikt worden, worden deze gegevenheden aangevuld met (verbods)regels en eventuele manipulatie van de prijsverhoudingen door belastingheffing (accijnzen en eventueel invoerrechten). Verder veroorzaken verschillen in koopkracht (c.q./en macht) ook bepaalde ongelijkheden op de markt, dat is echter “all in the game” van de marktwerking zelf.
In een open globale economie zijn de ecologische gegevenheden relatief en naar de achtergrond gedrongen, maar de waardes in de markt hebben twee kanten nl. de waarde in die (beperkte) regio (in marxistische termen zou je kunnen spreken van “gebruikswaarde”) en de waarde op de globale markt, de ruilwaarde. Hier is de klassieke “ruilwaarde” een veel te beperkt begrip, omdat daar, in een min of meer gesloten economie, culturele verschillen geen rol spelen. Dus bij de dialectische verhouding tussen ruilwaarde en gebruikswaarde, komt in een globale wereld bovenop de ruilwaarde nog een extra culturele component nl. het welvaartsverschil tussen landen en regio’s.

strijdtoneel Langs de “ecologische meetlat” die van nature de prijsverhoudingen bepaalt, zijn de prijsverhoudingen in de globale wereld dus ook nog “gelaagd” voor de welvaartsverschillen. Hierdoor staan in de globale wereld ruilwaarde en gebruikswaarde niet meer in een zuivere dialectische verhouding tot elkaar, maar is er eerder sprake van twee verschillende waardesystemen c.q. verschillende werelden/economieën. Als deze beide werelden toch in een markt worden gebracht, ontstaan er prijsverhoudingen die (langs de ecologische meetlat) “geperverteerd” zijn en dus de ecologie in een verkeerde richting duwen, c.q. overbelasten.

De verstoringen van het milieu die veroorzaakt worden door de economische activiteiten waarmee wij aldus geconfronteerd worden, vinden via economische krachten van de markt dan ook geen evenwicht meer, zij lopen alsmaar verder uit de hand door die perverse werking van het prijsmechanisme op wereldschaal. Noodmaatregelen die de ernstigste milieugevolgen van de beschreven economische wetmatigheid proberen te verminderen zijn weliswaar nuttig maar het is dweilen met de kraan open. De “economie” zal steeds opnieuw en dus structureel voor nieuwe milieuproblemen zorgen.
Dus niet alleen zijn noodmaatregelen via de UNO etc. aan de orde. Het is noodzakelijk om de perverse werking in de wereldprijs verhoudingen ten principale te corrigeren, willen we nog een aarde overhouden. Een dergelijke correctie kan bereikt worden door het element van de welvaartsverschillen uit de markt(werking) te halen en op die manier (weer) een level playing field te creëren, zodat ook op wereldschaal de markt “zijn werk kan doen” en er dus weer een dialectische verhouding tussen ruilwaarde en gebruikswaarde kan ontstaan.

Deze welvaartsverschillen vertalen zich rechtstreeks in loonverschillen c.q. in kosten van levensonderhoud. Door aldus de kosten van levensonderhoud uit de lonen te halen wordt het speelveld op wereldschaal weer gelijk en zullen die door het welvaartsverschil veroorzaakte loonverschillen voor globale ondernemingen ook geen reden meer zijn om hun productie te verleggen, naar zgn. lage lonen-landen.

Productiekrachten vs. productieverhoudingen

Een afdoende oplossing voor deze wereldwijde arbeidsprijs perversie zou zijn, het wereldwijde invoering van een OBi ter hoogte van het plaatselijke bestaansminimum.
Het (echte) loon zou dan inderdaad de beloning zijn voor de geleverde arbeid, want dat loon hoeft dan niet langer te dienen om het (naakte) bestaan te bekostigen. Van de andere kant (productiekant) kun je een basisinkomen ook zien als de (afschrijvings)kosten c.q. de instandhoudingskosten van de bevolking zelf, de dragers van het maatschappelijk kapitaal. In de bedrijfseconomische calculaties (leer van de kostprijs) gelden de afschrijvingskosten van bv. machines dan ook als daadwerkelijke kosten. Vanuit dat standpunt gezien behoort een OBi voor alle inwoners tot ook de “kosten”, die eerst gemaakt moeten worden voordat er maatschappelijk gesproken sprake is van “winst” c.q. van meerwaarde.

Omdat de mensen zelf ook onderdeel zijn van die bepaalde biotoop, is de instandhouding van hen ook zonder meer, een kwestie van duurzaamheid. De rest van de biotoop kan in stand gehouden worden door duurzaamheid zelf als norm voor de productie van goederen en diensten te stellen. Als belangrijkste gevolg zal dit op wereldschaal leiden tot prijsverhoudingen, die door de toekenning van een OBi in ieder geval het welvaartselement (uit de ruilwaarde) van de markt halen. Door aldus de ruilwaarde te ontdoen van de maatschappelijke gelaagdheid, die nu op wereldschaal staat tussen prioriteiten van ecologie en economie, kan de dialectiek van ruilwaarde en gebruikswaarde ook op wereldniveau worden hersteld en zullen de prijzen tot een aangepaste c.q. passende synthetische waardes tenderen.

In het cultureel-antropologisch model van de school van Claude Levi-Strauss is het dialectisch proces van productiekrachten en productieverhoudingen de hoofdtegenstelling c.q. de motor van de maatschappelijke ontwikkeling. In ons tijdsgewricht wordt de stand van de productiekrachten o.a. door de werking van internet en ICT in het algemeen zeer laagdrempelig en anarchistisch. Iedereen heeft toegang tot en deel aan de ontwikkeling van die productie krachten. Aan de kant van de productieverhoudingen wordt de hiërarchische top-down organisatie uit de tijd van de industriële revolutie, die nu nog toonaangevend is voor de organisatie van de samenleving, door de werking van het OBi, vervangen door een transparante toegankelijke democratie.

Door aldus de mensen zelf als dragers, organisators en ontwikkelaars te zien en te “organiseren” zou ook aan deze kant de dialectische verhouding kunnen worden hersteld. Daartoe is het noodzakelijk dat de burger ook materieel en feitelijk in staat is (wordt gesteld) om het heft in de (eigen) hand te nemen. Ook op de arbeidsmarkt is er dan sprake van een echte markt waarin vrager en aanbieder vrij zijn om te laten of te bieden. Een OBi is daarvoor onontbeerlijk, het vormt een daadwerkelijk handvat om de productieverhoudingen enigszins met de ontwikkeling van de productiekrachten in overeenstemming te brengen. Bovendien maakt het de weg vrij om de productiekrachten binnen het bereik van de (democratische) samenleving te brengen, zodat de mensen ook daadwerkelijk invloed krijgen op de ontwikkeling van de productiekrachten.

Invoering van een Onvoorwaardelijk Basisinkomen zorgt voor een nieuwe dynamiek

strijdtoneel Als er een OBi zou worden ingevoerd, waardoor de mensen dus bestaanszekerheid zouden hebben, zonder voorwaarden vooraf en gegarandeerd door de samenleving zelf, zal dit niet alleen een grote impact hebben op de werking van de (arbeids)markt maar ook op de totstandkoming van de prijzen. Immers te verwachten is dat mensen andere keuzes zullen maken, ook doordat er nieuwe prijsverhoudingen van goederen en diensten zullen ontstaan. Om die gelijktrekking van het globale speelveld echt tot zijn recht te laten komen, dienen lonen weer gelijk te worden aan de loonkosten, dat betekent dat er geen belasting meer dient te worden geheven op de lonen zelf.

Ook in de definitie van het nationaal inkomen moeten de “nationale” instandhoudingskosten als afschrijvingskosten worden geteld en betaald, zoals we dat ook in de bedrijfseconomie gewend zijn te doen. Dat betekent dat wij concreet aan iedere burger van die bepaalde “ biotoop”, een basisinkomen verschaffen en ook de rest van die biotoop in stand houden o.a. door duurzame c.q. circulaire productie. Als belangrijkste gevolg zal dit op wereldschaal leiden tot nieuwe prijsverhoudingen, die in ieder geval het welvaartselement uit de ruilwaarde op de globale markt halen en zo die ruilwaarde ontdoen van haar maatschappelijke gelaagdheid, die nu steeds staat tussen ecologische en economische (markt)waardes.

Door invoering van een OBi komen de ecologische en economische kringlopen dichter bij elkaar en komen duurzaamheid en economisch evenwicht in een dialectische verhouding tot elkaar. Zo komen economische prijsverhoudingen weer tot natuurlijke prijsverhoudingen, maar nu ook op wereldschaal. Pas door deze nieuwe prijsverhoudingen kunnen de wanverhoudingen in de wereldeconomie worden opgeheven, en kan er via de markt een duurzaam evenwicht ontstaan. Wel is hier alertheid geboden en zijn periodieke aanpassingen van het OBi over de wereld noodzakelijk. Zo kan het OBi wereldwijd tevens functioneren als een (alternatieve) wisselkoers, die zijn basis vindt in de reële economie.

Zo’n duurzaam economisch evenwicht is een voorwaarde voor alle andere duurzaamheid, omdat het de dynamiek van het menselijk handelen in overeenstemming brengt met de wetten van de natuur.

Maastricht, 14 juni 2018
J.J. Segers, econometrist

Foto’s:

 


1. De tekst van dit artikel is een bewerking van een ouder stuk.↩

Het bericht Basisinkomen in mondiaal en ecologisch perspectief verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Het ongelijk van Marx over het basisinkomen

Marx presenteerde een studie waaruit zou blijken dat de armoede toe neent door invoering van basisinkomen. Hij kan helaas niet rekenen en de goede getallen niet bij elkaar vinden. Hij heeft geen gelijk!
Wat als … er in Nederland een basisinkomen komt? De ongelijkheid zou verkleinen, maar de armoede en de belastingen zouden flink stijgen.

Antwerpse wetenschappers waaronder Ive Marx hebben Nederland onderzocht. Een basisinkomen van € 702  ( en verhoging van de kinderbijslag van € 100 naar € 165. Ondergetekende ging naar de wetenschappelijke discussie bijeenkomst in Utrecht op 13 juni. Wat bleek Marx kan niet rekenen, hij kan zelfs de relevante getallen niet bij elkaar zoeken.

Als je een basisinkomen invoert, dan krijgt iedereen dat basisinkomen. Ook degenen die nu betaald werk hebben. Het is niet de bedoeling dat die werkenden er opeens een heel basisinkomen extra bij krijgen. Het is alle benaderingen gebruikelijk om de aftrekposten in de inkomensbelasting voor werkenden geheel of grotendeels af te schaffen. Marx heeft deze belastingvoordelen voor werkenden slechts heel bescheiden verminderd met 11 miljard… Toen kwam hij 32 miljard tekort dat hij heeft opgelost door het basisinkomen zelf te belasten (sic) en de inkomensbelasting fors te verhogen.

Marx had alle belastingvoordelen van werkenden moeten afschaffen. Dat had € 46 miljard opgeleverd. 35 miljard euro meer.
Ook was het eerlijk geweest om de hypotheekrente aftrek helemaal te schrappen. Immers de bovenkant  van Nederland heeft helemaal geen heffingskorting of arbeidskorting. Maar die bovenkant krijgt ook dat basisinkomen. Dan is het wel zo eerlijk om hun hypotheekrente aftrek – wat deze groep extra veel voordeel oplevert – ook af te schaffen. Dat levert  € 14 miljard  op.
Kortom Marx heeft geen gelijk.

Een fatsoenlijk basisinkomen schaft de armoede af. Als de politieke wil er is dan is het ook te betalen. Kijk op de Rekentool van de Vereniging.

Alexander de Roo, Voorzitter VBi
14 juni 2018

.

Op de studie van Marx is op 13 juni stevige kritiek geleverd door Rutger Bregman, zie Basisinkomen vergroot de armoede? Onzin.
De tekst van de Antwerpse studie is nog niet beschikbaar, de presentatie was gebaseerd op eerste tussenresultaten.
De hoofdopzet van de studie lijkt enigszins vergelijkbaar met een eerdere rapportage van de OECD, zie op deze website OECD creëert verwarring over Basisinkomen en via De Correspondent een commentaar van Rutger Bregman Luie journalistiek van Elsevier en het Financieele Dagblad over het basisinkomen. Waaarschijnlijk had de OECD de getallen wel beter op orde dan Marx.
Zie ook een reactie van Philippe van ParijsHet ene basisinkomen is het andere niet.

Het bericht Het ongelijk van Marx over het basisinkomen verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Argumenten voor basisinkomen vanuit de optiek van maatschappijvisie en ideologie

Naast een eerder overzicht van bezwaren tegen basisinkomen volgt nu een begin van het opsommen van argumenten vóór het basisinkomen.
Hieronder komen argumenten aan de orde onder het thema Maatschappijvisie en ideologie.

Naast een uitgebreide verzameling van bezwaren tegen basisinkomen (en de weerlegging daarvan) maak ik nu ook een begin met het opsommen van argumenten vóór het basisinkomen.

Opgemerkt zij dat sommige argumenten stoelen op feiten, andere zijn gebaseerd op overtuigingen waarvan niet vaststaat dat iedereen deze zonder nader onderzoek accepteert.

In deze bijdrage komen argumenten aan de orde onder het thema Maatschappijvisie en ideologie

1.
Voor basisinkomen is plaats in bijna alle politieke ideologieën. Bijvoorbeeld voor liberalen betekent het een einde aan de gedetailleerde staatsbemoeienis met – en controle op de mensen aan de onderkant van de samenleving, socialisten en communisten zien dat de zwaksten gesteund worden, religieuze overtuigingen doen hiermee recht aan de onderlinge solidariteit en pragmatici zien dat bureaucratie en knellende regelgeving kan verdwijnen.
Het basisinkomen kan overbruggend kan werken tussen de diverse politieke stromingen.

2.
Uitvoeren van waardevol onbetaald werk (vrijwilligerswerk, kinderen opvoeden, mantelzorg, etc.) is mogelijk bij een basisinkomen.
‘Open source’-werk dat iedereen ten goede komt en (juist daarom) moeilijk te betalen is, wordt hiermee veel gemakkelijker.
Met een basisinkomen kan voor tot nu toe onbetaald werk een beetje betaald gaan worden. Je hebt immers niet meer te maken met het minimumloon (dat afgeschaft kan worden), of met een aftrekpost op de uitkering. Dat kan dan leiden tot een toename van betaalde arbeid

3.
Basisinkomen vergroot de mogelijkheid om eigen ideeën en passies te ontwikkelen die meer voorbereiding/tijd kosten en risicovol zijn (geen garantie van slagen hebben).
Door de zekerheid van een basisinkomen kun je gemakkelijker iets uitproberen met minder risico’s dan nu in het huidige stelsel.
Het volgen van passies kan voorts leiden tot meer innovaties en tot een hogere productiviteit.

4.
Basisinkomen geeft mensen de ruimte beter na te denken welke activiteiten ze willen ondernemen, doordat ze enige economische onafhankelijkheid hebben. Dit betekent meer motivatie voor en creativiteit in het werk (betaald of niet)  doordat dit beter aansluit op de intrinsieke motivatie, maar ook productiviteitsverbetering en vermindering nutteloze arbeid.

5.
Basisinkomen geeft alle mensen meer mogelijkheden tot sociale participatie en bevordert daarmee de verlaging van eenzaamheid.
Bij een individueel basisinkomen wordt samenwonen gestimuleerd (of in elk geval niet langer afgestraft), waarmee eenzaamheid ook zal verminderen.

6.
De nog steeds bestaande verschillen tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt kunnen makkelijker worden overbrugd als er een basisinkomen is. Mannen kunnen er makkelijker voor kiezen om meer tijd te besteden aan hun gezin en daarmee hun partners meer ruimte geven op de arbeidsmarkt. Aan de andere kant kunnen ook vrouwen makkelijker kiezen om zeker in de eerste levensjaren van hun kinderen korter te gaan werken.
Aangezien de toegankelijkheid van de arbeidsmarkt over de hele linie wordt verbeterd, hoeven zij niet bang te zijn dat ze na verloop van tijd over een nogal hoge drempel moeten stappen om weer aan betaald werk te gaan.
Het wordt makkelijker om elkaar af te wisselen; loopbaanonderbrekingen worden makkelijker.

7.
Een basisinkomen kan positief bijdragen aan problemen rond inkomensverdeling. Ten eerste vanwege hogere vaste inkomsten voor de laagstbetaalden. Ten tweede doordat de inkomsten voor mensen die onaangenaam werk uitvoeren meer betaald zullen krijgen aangezien er geen mensen zullen zijn die het werk voor een laag loon willen uitvoeren. Ten derde mogelijk ook, doordat mensen met de hoogste inkomens (met name ook inkomen uit vermogen) voor een deel gaan meebetalen aan het basisinkomen.
Mensen krijgen meer kansen om verbetering van hun inkomen te bewerkstelligen dan met het huidige systeem.

8.
Basisinkomen geeft meer mogelijkheden voor iedereen om na te denken over en actief bezig te zijn met kwesties als duurzaamheid en milieu.
Duurzaamheid wordt ook bevorderd door minder nutteloze productie. Verder zou het milieu-innovaties kunnen bevorderen.

9.
Bij invoering in heel Europa geeft basisinkomen de mogelijkheid tot  het meer creëren van saamhorigheid binnen Europa.

10.
Wereldwijde invoering van basisinkomen geeft de mogelijkheid armoede overal ter wereld te verkleinen en bestaanszekerheid te vergroten. Dit verkleint de noodzaak van economisch gedreven migratiestromen.
Wereldwijd basisinkomen werkt waarschijnlijk veel beter dan de huidige vormen van ontwikkelingshulp.

Eerder verscheen een overzicht met argumenten vanuit de optiek van Waarden en Mensbeeld.
Dit overzicht wordt de komende periode aangevuld met argumenten vanuit de optiek van Economie, Arbeidsmarkt, Overheid en bureaucratie, Grenzen en migratie en Welzijn en gezondheid

Alle overzichten kun je hier vinden: https://basisinkomen.nl/argumenten-voor-basisinkomen-een-overzicht/

Reyer Brons, 13 juni 2018

Het bericht Argumenten voor basisinkomen vanuit de optiek van maatschappijvisie en ideologie verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.