Donut D-Day op een haar na uitverkocht!

Op 15 september wordt er in Amsterdam een Donut-D-Day georganiseerd met in de hoofdrol Kate Raworth. Verder geven diverse bekende en onbekende sprekers acte de presence. Donut D-Day, is hét inspiratie-event over milieu, monetaire hervorming en basisinkomen! Op Donut-D-Day (DDD), zaterdag 15 september, willen we elkaar inspireren en aanmoedigen om concreet aan de slag te gaan. De Donuteconomie doen we gewoon met elkaar. Vanuit drie verschillende bewegingen gaan we met elkaar aan de slag op DDD. De milieubeweging, de monetaire hervormers en de voorstanders van het basisinkomen ontmoeten elkaar op DDD. Voor meer informatie; kijk op www.donutdday.nl https://www.facebook.com/events/1834592346590428/  De Burger Beweging  Diem25 – The Netherlands  Vereniging Basisinkomen  Ons Geld  De Florijn […]

Het bericht Donut D-Day op een haar na uitverkocht! verscheen eerst op Nederlandstalig Netwerk Basisinkomen.

Argumenten voor basisinkomen vanuit de optiek van maatschappijvisie en ideologie

Naast een eerder overzicht van bezwaren tegen basisinkomen volgt nu een begin van het opsommen van argumenten vóór het basisinkomen.
Hieronder komen argumenten aan de orde onder het thema Maatschappijvisie en ideologie.

Naast een uitgebreide verzameling van bezwaren tegen basisinkomen (en de weerlegging daarvan) maak ik nu ook een begin met het opsommen van argumenten vóór het basisinkomen.

Opgemerkt zij dat sommige argumenten stoelen op feiten, andere zijn gebaseerd op overtuigingen waarvan niet vaststaat dat iedereen deze zonder nader onderzoek accepteert.

In deze bijdrage komen argumenten aan de orde onder het thema Maatschappijvisie en ideologie

1.
Voor basisinkomen is plaats in bijna alle politieke ideologieën. Bijvoorbeeld voor liberalen betekent het een einde aan de gedetailleerde staatsbemoeienis met – en controle op de mensen aan de onderkant van de samenleving, socialisten en communisten zien dat de zwaksten gesteund worden, religieuze overtuigingen doen hiermee recht aan de onderlinge solidariteit en pragmatici zien dat bureaucratie en knellende regelgeving kan verdwijnen.
Het basisinkomen kan overbruggend kan werken tussen de diverse politieke stromingen.

2.
Uitvoeren van waardevol onbetaald werk (vrijwilligerswerk, kinderen opvoeden, mantelzorg, etc.) is mogelijk bij een basisinkomen.
‘Open source’-werk dat iedereen ten goede komt en (juist daarom) moeilijk te betalen is, wordt hiermee veel gemakkelijker.
Met een basisinkomen kan voor tot nu toe onbetaald werk een beetje betaald gaan worden. Je hebt immers niet meer te maken met het minimumloon (dat afgeschaft kan worden), of met een aftrekpost op de uitkering. Dat kan dan leiden tot een toename van betaalde arbeid

3.
Basisinkomen vergroot de mogelijkheid om eigen ideeën en passies te ontwikkelen die meer voorbereiding/tijd kosten en risicovol zijn (geen garantie van slagen hebben).
Door de zekerheid van een basisinkomen kun je gemakkelijker iets uitproberen met minder risico’s dan nu in het huidige stelsel.
Het volgen van passies kan voorts leiden tot meer innovaties en tot een hogere productiviteit.

4.
Basisinkomen geeft mensen de ruimte beter na te denken welke activiteiten ze willen ondernemen, doordat ze enige economische onafhankelijkheid hebben. Dit betekent meer motivatie voor en creativiteit in het werk (betaald of niet)  doordat dit beter aansluit op de intrinsieke motivatie, maar ook productiviteitsverbetering en vermindering nutteloze arbeid.

5.
Basisinkomen geeft alle mensen meer mogelijkheden tot sociale participatie en bevordert daarmee de verlaging van eenzaamheid.
Bij een individueel basisinkomen wordt samenwonen gestimuleerd (of in elk geval niet langer afgestraft), waarmee eenzaamheid ook zal verminderen.

6.
De nog steeds bestaande verschillen tussen mannen en vrouwen op de arbeidsmarkt kunnen makkelijker worden overbrugd als er een basisinkomen is. Mannen kunnen er makkelijker voor kiezen om meer tijd te besteden aan hun gezin en daarmee hun partners meer ruimte geven op de arbeidsmarkt. Aan de andere kant kunnen ook vrouwen makkelijker kiezen om zeker in de eerste levensjaren van hun kinderen korter te gaan werken.
Aangezien de toegankelijkheid van de arbeidsmarkt over de hele linie wordt verbeterd, hoeven zij niet bang te zijn dat ze na verloop van tijd over een nogal hoge drempel moeten stappen om weer aan betaald werk te gaan.
Het wordt makkelijker om elkaar af te wisselen; loopbaanonderbrekingen worden makkelijker.

7.
Een basisinkomen kan positief bijdragen aan problemen rond inkomensverdeling. Ten eerste vanwege hogere vaste inkomsten voor de laagstbetaalden. Ten tweede doordat de inkomsten voor mensen die onaangenaam werk uitvoeren meer betaald zullen krijgen aangezien er geen mensen zullen zijn die het werk voor een laag loon willen uitvoeren. Ten derde mogelijk ook, doordat mensen met de hoogste inkomens (met name ook inkomen uit vermogen) voor een deel gaan meebetalen aan het basisinkomen.
Mensen krijgen meer kansen om verbetering van hun inkomen te bewerkstelligen dan met het huidige systeem.

8.
Basisinkomen geeft meer mogelijkheden voor iedereen om na te denken over en actief bezig te zijn met kwesties als duurzaamheid en milieu.
Duurzaamheid wordt ook bevorderd door minder nutteloze productie. Verder zou het milieu-innovaties kunnen bevorderen.

9.
Bij invoering in heel Europa geeft basisinkomen de mogelijkheid tot  het meer creëren van saamhorigheid binnen Europa.

10.
Wereldwijde invoering van basisinkomen geeft de mogelijkheid armoede overal ter wereld te verkleinen en bestaanszekerheid te vergroten. Dit verkleint de noodzaak van economisch gedreven migratiestromen.
Wereldwijd basisinkomen werkt waarschijnlijk veel beter dan de huidige vormen van ontwikkelingshulp.

Eerder verscheen een overzicht met argumenten vanuit de optiek van Waarden en Mensbeeld.
Dit overzicht wordt de komende periode aangevuld met argumenten vanuit de optiek van Economie, Arbeidsmarkt, Overheid en bureaucratie, Grenzen en migratie en Welzijn en gezondheid

Alle overzichten kun je hier vinden: https://basisinkomen.nl/argumenten-voor-basisinkomen-een-overzicht/

Reyer Brons, 13 juni 2018

Het bericht Argumenten voor basisinkomen vanuit de optiek van maatschappijvisie en ideologie verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

NEPNIEUWS: Basisinkomen vergroot armoede!

Het ‘wetenschappelijk’onderzoek dat is gedaan naar invoering van het basisinkomen in Nederland door de Belg Ive Marx, rammelt aan alle kanten. De conclusie dat invoering van een basisinkomen van 700 euro de armoede vergroot, daar was geen onderzoek voor nodig, dat kun je op je klompen aanvoelen.  [1] Volgens Marx is 702 euro het bijstandsbedrag voor een alleenstaande (is de helft van een stel). In de bijstand komt er dan nog een alleenstaande toeslag bij van een kleine 300€ De minimale bijdrage voor de bijstand voor een alleenstaande in 2018 is 992 euro.”[2] “Marx: Belastingen zouden met 32 procent omhoog moeten om gat te vullen.”[3c] Meneer Ive Marx is gevraagd […]

Het bericht NEPNIEUWS: Basisinkomen vergroot armoede! verscheen eerst op Nederlandstalig Netwerk Basisinkomen.

Basisinkomen, wat is dat ook al weer?

We moeten oppassen dat de tem basisinkomen niet bezoedeld raakt door charlatans, profiteurs, conservatieve politici en gemakzuchtige kretologie in krantenkoppen en op sociale media.

Basisinkomen verschijnt als term veel in krantenkoppen en op sociale media, maar dat betekent lang niet altijd dat de vlag de lading dekt.
Zo zie je vaak dat mensen beweren dat er in Nederland al lang basisinkomen is en dat dat bijstand heet. Of je leest dat de nieuwe Italiaanse regering basisinkomen in gaat voeren en dat mede daardoor Italië failliet zal gaan. Of de draai die Dijkhoff op het VVD congres aan de bijstand wilde geven wordt als een start voor het basisinkomen gezien. Of je gaat zevenblad verkopen om zelf je basisinkomen te verdienen.

Laten we proberen bij de les te blijven.
Een basisinkomen is een periodiek uitgekeerd en vrij besteedbaar bedrag voor iedere burger, dat voldoende is om volwaardig van te leven, zonder dat daar een verplichting tegenover staat en ongeacht het inkomen, vermogen of de samenstelling van het huishouden.
Er zijn varianten op deze omschrijving (zie bijvoorbeeld in Basisinkomen, soorten en terminologie, Wat is een Basisinkomen? En waarom eigenlijk? en Is het nou OBI of UBI? en wat is het verschil in #basisinkomen?)

Essentieel is dat er sprake is van vier kenmerken:

  • Universeel: elk persoon, ongeacht leeftijd, geslacht, afkomst, woonplaats heeft recht op basisinkomen.
  • Individueel: basisinkomen wordt per persoon uitgekeerd, en dus niet op basis van een gezin of huishouden.
  • Onvoorwaardelijk: basisinkomen is een mensenrecht zonder verplichting tot tegenprestatie en zonder toets op inkomen en/of vermogen.
  • Hoog genoeg: het bedrag moet hoog genoeg zijn om een waardige levensstandaard mogelijk te maken, die overeenkomt met de sociale en culturele standaard.

Als je iets tegenkomt wat onder vlag van basisinkomen wordt gepresenteerd, kun je het ook toetsen op vier criteria, zie aan het eind van dit bericht.


Charlatans en profiteurs

Er zijn altijd mensen die een verdienmodel zien rond een nieuwe term.
Het begint zo: je wordt uitgenodigd om een bijeenkomst bij te wonen, waar je wordt uitgelegd hoe je aan een basisinkomen kunt komen. Dromen van elke maand een bedrag van € 300 tot € 3.000 of meer  op je rekening. Het enige wat je hoeft te doen, is eerst wat inleggen in het gezamenlijke “piramide”project. Of het nu zevenblad is, of een bitcoin, het blijft gokken en oplichting.
Transparantie is ver te zoeken. Wil je voordat je de bijeenkomst gaat bezoeken iets meer weten over het “project” dan wordt er gezegd: “kom eerst maar langs, dan weet je alles”. Een duistere zaak, waarom geen openheid?
Dit soort zaken wordt door Robin Ketelaars aan de kaak gesteld in Basisinkomen als trekker voor charlatans.

De voorwaardelijke bijstandsbodem met opbouw van de VVD

Van heel ander kaliber is de draai die fractieleider Dijkhoff in zijn toespraak op het VVD-congres  wilde geven aan de bijstand. De Volkskrant: Dijkhoff wil bijstandsuitkering verlagen, en alleen verhogen voor mensen die zich nuttig maken.
In zijn uitwerking stelt hij voor de bijstandsuitkering te verlagen. Een aanvulling van de bijstandsuitkering tot het huidige niveau is alleen mogelijk voor wie bijvoorbeeld de taal spreekt, een opleiding volgt, solliciteert, of ‘iets nuttigs doet voor de medemens’.
Op het eerste gezicht lijkt die verlaagde bijstand op een soort basisinkomen. De aanvulling is dan een soort participatie-inkomen zoals ook wel is bepleit door prominent CDA-lid Raymond Gradus, zie Participatie-inkomen is prima alternatief voor onbetaalbaar basisinkomen.
Het idee is natuurlijk vlees nog vis. Het voldoet aan geen van de kenmerken van het basisinkomen (het is niet voor iedereen maar alleen voor bijstandstrekkers, bijstandsregelingen zijn niet individueel, er wordt wel getoetst om inkomen en vermogen, het bedrag is laag, alleen aanvulling is mogelijk bij een tegenprestatie).
De administratieve uitwerking van de punten waarop je kunt scoren kon nog wel eens heel ingewikkeld worden!
Terecht is er veel bezwaar tegen het idee, maar Aukje van Roessel waarschuwt in De Groene dat het haar niet zou verbazen als de vvd-fractievoorzitter zijn uitgewerkte plan uiteindelijk gaat lanceren onder de noemer basisinkomen. En met een onderkoelde kwinkslag het woord kaapt van ‘links’, al willen de huidige voorstanders van een basisinkomen dat dit gaat gelden voor iedereen, ook de werkenden, en zal Dijkhoff daar geen voorstander van zijn. Maar basisinkomen bekt lekkerder, de stapjes erbij ogen dan logischer, en een ander woord doet de bijstand, het systeem erachter en voor wie het was bedoeld sneller vergeten.

Wie denkt dat het niet zo ver gaat komen: toen Dijkhoff was uitgepraat, kreeg hij een staande ovatie.

Oppassen, dus!

 

Het vermeende Italiaanse basisinkomen

Heel slordig is de manier waarop in en over Italië de term basisinkomen valt. Wat daar is afgesproken is te merken aan een regeling waarbij degenen die niet over middelen beschikken en geen werk hebben, maar wel bereid zijn dat te accepteren als hen drie keer iets wordt aangeboden, een bedrag van € 780 krijgen. Dus niet voor iedereen, wel een toets, wel tegenprestatie vereist en een behoorlijk laag bedrag.
Dat in de pers en op de sociale media deze (waarschijnlijk in Italië broodnodige) vorm van bijstand als basisinkomen en als ontoelaatbare vorm van geldverspilling wordt weg gezet, kan een hinderlijke of zelfs gevaarlijke begripsverwarring bij velen veroorzaken.

Conclusie: voor voorstanders van het basisinkomen is er nog heel wat te doen om het idee uit te leggen en te propageren!

Reyer Brons, juni 2018

De vier toetsingscriteria (ontleend aan De vier criteria voor een Onvoorwaardelijk Basisinkomen):

Het is een individueel recht voor ieder mens

Universeel : Elke persoon, ongeacht leeftijd, afkomst, woonplaats, beroep etc. heeft recht om deze toewijzing te ontvangen.

Er is geen vermogens- en/of inkomenstoets

Geen toets: Iedereen heeft het recht op een OBI op individuele basis. Dit is de enige manier om de privacy te garanderen en om de controle over andere mensen te voorkomen. OBI zal onafhankelijk zijn van de burgerlijke staat, samenwonen of huishoudelijke configuratie of van het inkomen of eigendom van andere huishoud- of familieleden.

Er is geen dwang tot arbeid of tegenprestatie

Geen tegenprestatie: als een mensenrecht is het OBI niet afhankelijk van enige voorwaarden, of van een verplichting om betaald werk te nemen, of om te worden betrokken bij de dienstverlening aan de gemeenschap, of om je te gedragen volgens de traditionele rolpatronen. Noch zal het onderworpen zijn aan inkomen, spaargeld of eigendomsgrenzen.

Het bedrag is hoog genoeg voor een menswaardig bestaan

Hoog genoeg : Het bedrag moet zorgen voor een fatsoenlijke levensstandaard, die aan de sociale en culturele normen voldoet in het betrokken land. Het moet materiële armoede te voorkomen en de mogelijkheid bieden om te participeren in de samenleving en in waardigheid te leven.

Het bericht Basisinkomen, wat is dat ook al weer? verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

ALV 2018: jongeren, meer samenwerking en meer reuring bij Vereniging Basisinkomen

Hier het bestuur. V.l.n,r. Alexander de Roo ( voorzitter), Willem Gielingh (vicevoorzitter) , Els Roumen ( secretaris), Sander Weijers ( jongeren), Hilde Latour ( internationaal), Marten Kramer ( penningmeester), Jan Atze Nicolai ( politiek). Sander en Jan Atze zijn nieuw gekozen.

De ALV op 27 mei ALV was goed bezocht. Bijna 40 leden bespraken in goede sfeer de toekomst.

  • We gaan jongeren meer betrekken bij de vereniging.
  • Scherper duidelijk maken wat basisinkomen is door de vier criteria te benadrukken: onvoorwaardelijk, individueel, universeel en hoog genoeg. Dat is nodig nu mainstream politici doen alsof er al een basisinkomen is.
  • We gaan door met samenwerking met gelijkgestemde organisaties zoals basisinkomen2018, maar ook aanpalende organisaties zoals Ons Geld en die delen van de milieubeweging die inzien dat er ook sociale veranderingen hard nodig zijn.

In 2019 organiseren we vlak voor Prinsjesdag een (zeer) grote bijeenkomst en een congres van partijleden van VOOR het basisinkomen.

We hebben afscheid genomen van Ad Planken als bestuurslid. Zes jaar lang heeft hij de Vereniging weer op poten gezet. Gezondheidsredenen dwingen Ad om het rustiger aan te doen. Ook Syne Fonk is gestopt met het bestuurswerk nu hij zich richt op de rafelrand van Nederland.
Onze kleine vereniging groeit langzaam. Daarom volgend jaar een iets ruimere begroting om alle plannen te verwezenlijken.

Hilde Latour nam ons mee naar de wereld van robots en Hackathons en liet zien dat het mogelijk is om, met gebruik van de nieuwste technologieën, machines een basisinkomen te laten genereren. Haar presentatie is hier (https://www.slideshare.net/bbbin3d/hoe-machines-een-basisinkomen-kunnen-genereren) terug te vinden.

Bekijk ons nieuwe bestuur op de bestuurspagina: Bestuursleden Vereniging Basisinkomen

Het bericht ALV 2018: jongeren, meer samenwerking en meer reuring bij Vereniging Basisinkomen verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

DONUT D-DAY zaterdag 15 september Amsterdam MELD je AAN

Vlak voor Prinsjesdag, in de Keizersgrachtkerk in hartje Amsterdam, organiseert Vereniging Basisinkomen samen met partners zoals Basisinkomen2018 een grote bijeenkomst.

Op deze dag krijg je een inspirerend programma:

  • De Britse econome Kate Raworth legt de Donut Economie uit.
  • De jonge econoom en ondernemer Harro Boven houdt een fel pleidooi voor het basisinkomen.
  • Prof Klaas van Egmond legt uit dat de ECB helemaal fout zit en dat we monetaire hervorming nodig hebben en
  • Anne Knol van Milieudefensie maakt duidelijk voor welke uitdagingen we staan op het gebied van milieu, klimaat en natuur.

Naast dit inspirerende programma krijg je koffie, thee, een donut en een vegetarische maaltijd.

Ook zijn er veel standjes en ruimte voor discussie. Verschillende actievelingen uit diverse richtingen gaan we mobiliseren om te komen en samen te werken aan een alternatief voor het neoliberalisme.

Er zijn slechts 400 plaatsen beschikbaar dus wees er snel bij. Binnenkort komen de website en het digitale ticket beschikbaar om je aan te melden voor 25 €. Als je zeker wilt zijn van een plekje stuur een mail naar Alexander via het contactformulieren je krijgt de aanmeldingslink toegestuurd.

Mede namens het Donut Comité vlnr Conny, Alexander, Marielle, Johan en Olivia

De bijeenkomst is op zaterdag 15 september van 10 tot 17 uur in de Keizersgrachtkerk, Keizersgracht 566, 1017 EM Amsterdam

Het bericht DONUT D-DAY zaterdag 15 september Amsterdam MELD je AAN verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Open brief aan Rutger Bregman over basisinkomen en bestaanszekerheid

Rutger Bregman stelt voor om het universeel basisinkomen voorlopig een lage prioriteit te geven en te starten met een gegarandeerd basisinkomen basiszekerheid. Michiel van Hasselt vindt dit een verkeerde weg en laat hem dat weten in een uitgebreide brief.

Geachte heer Bregman / beste Rutger,

Mooi hoe jij bij voortduring het basisinkomen in o.a. Nederland op de kaart zet: Gratis geld, TED talks, de Correspondent, studium generale (Utrecht 25/10/17 waar wij na afloop even elkaar spraken, ook met Loek Groot die het Utrechtse experiment gaat evalueren, en met ROBIN-genoot Marie-Louise Loomans). Je radio-interview ‘Nooit meer slapen’ pal na de Dag van de Arbeid. En in FD 8/5/18 interview met Opiniemaker basisinkomen Rutger Bregman. Het grote idee dat de wereld kan veranderen – zoals jij het basisinkomen in “Gratis Geld” treffend neerzette – heet hier “de kroon op het liberalisme”.

Ja  “Vrijheid” is sinds jaar en dag binnen en buiten Nederland een hoofdmotief voor basisinkomen.  Goed om dit ook de FD lezers voor te houden. Maar Liberalisme lijkt in dit interview het nieuwe frame te worden – niet alleen in de plaats van het “sluitstuk van de verzorgingsstaat”, het oude frame in de jaren ’90, maar ook in de plaats van jouw Gratis Geld frame “een groot idee dat de wereld kan veranderen”. Deze verschuiving in frame lijkt bedoeld om de verwerkelijking van basisinkomen kansrijker te maken in de Nederlandse politiek – waar  de “Partij Van de Vrijheid” en de “Volkspartij voor Vrijheid en Democratie” in hun naam al de kroon van het liberalisme dragen. What’s in a name….

We denken al gauw dat je klein moet beginnen om groot te eindigen, maar in dit geval  leidt ‘klein beginnen’ hoogstwaarschijnlijk ertoe dat we NIET groot eindigen.  Hier is Klein Beginnen niet de weg naar een universeel basisinkomen maar een dwaalweg waardoor we ergens komen waar we niet willen zijn: in een land waar de tweederangs (verachtelijke) burgers met een garantie basisinkomen  achtergesteld zijn bij de (geachte) “hardwerkende Nederlanders” van Mark Rutte – achtergesteld qua inkomen, opleiding, ontwikkeling, gezondheid, levensduur, contacten, status en aanzien. Is dit het door jou bekroonde liberalisme?

We leven anno 2018 niet meer in de tijd van Machiavelli maar in een democratie, althans in een klein begin van democratie. De weg naar een basisinkomen moet nu via het volk lopen, de kiezers moeten zich erin kunnen vinden. Nu denk je misschien: ja juist daarom gaan we klein beginnen, met een garantie basisinkomen. Daarin kunnen de kiezers zich nog vinden, zie bij voorbeeld onze vele handtekeningen onder de petitie basisinkomen voor werkeloze 50plussers. Maar het grote idee universeel basisinkomen? Nee dat gaat de kiezers in onze tijd véél te ver…

Wie zo denkt heeft geen ongelijk maar de conclusie “dan maar garantie basisinkomen” is te kort door de bocht. Laten we ons eerst afvragen: WAAROM gaat het universeel basisinkomen kiezers in deze tijd véél te ver? En je weet het antwoord: veel kiezers hebben geen idee van universeel basisinkomen – onbekend maakt onbemind- en veel andere kiezers hebben er verkeerde ideeën over: universeel basisinkomen is onbetaalbaar, maakt mensen lui, immoreel, invoering ervan zou een te grote verandering zijn, de marges van democratie zijn smal, enz.

Als we in deze situatie stukje bij beetje het garantie basisinkomen gaan invoeren, dan  blijven genoemde vele kiezers onbekend met het universeel basisinkomen, blijven de andere kiezers denken dat universeel basisinkomen de mensen niet activeert, de economie schaadt en dus onbetaalbaar is voor de overheid, een te grote verandering om ooit te kunnen verwerkelijken.

Dan worden dus ook in de toekomst kiezers zich niet bewust dat het universeel basisinkomen inderdaad een groot idee is dat de wereld kan veranderen – iets waarvan ik me toevallig al 20 jaar bewust ben (sinds ik lid van de Vereniging Basisinkomen werd). De laatste jaren interesseert mij vooral de vraag HOE wij in Nederland het basisinkomen kunnen verwerkelijken, althans hoe we het hier op de politieke agenda kunnen krijgen.
Een antwoord op deze vraag gaf mijn boekje “Democratie doe wel – BASISINKOMEN.nl” ( begin 2016 toegezonden aan De Correspondent, nu nagenoeg uitverkocht).
Dit antwoord voorzag in duale financiering: a. de overheid verstrekt onvoorwaardelijk basisinkomen alleen aan wie (bijna) geen arbeidsinkomen heeft en b. werkgevers worden wettelijk verplicht om aan de (andere) werknemers onvoorwaardelijk basisinkomen te verstrekken bij hun arbeidsinkomens (die mogelijk in de CAO’s worden verlaagd met maximaal het basisinkomenbedrag). Dit voorstel maakt invoering onvoorwaardelijk basisinkomen zowel voor de overheid als voor de werkgevers betaalbaar, terwijl de inkomens van de werknemers per saldo (basisinkomen + arbeidsinkomen) zeker niet minder worden.

Het voorstel was en is uiteraard discutabel, zoals in 2017 ook jouw antwoord op dezelfde hoe-vraag uiteraard discutabel was en is. Mijn tekst oogstte weinig discussie of bijval, politieke partijen gingen er niet op in, alleen de Vrijzinnige partij ging mee in de voorgestelde hoogte van het basisinkomen, niet in de duale financiering ervan, zodat de CPB doorrekening van het Vrijzinnige Partij verkiezingsprogramma wel negatief moest uitpakken ten aanzien van de houdbaarheid van de overheidsfinanciën op termijn. Hierna ben ik maar op zoek gegaan naar een beter antwoord op de vraag ‘HOE halen we OBI in Nederland?’ (OBI: onvoorwaardelijk basisinkomen.) In deze zoektocht kijk ik ook naar jouw antwoord: Laat “universeel” voorlopig maar zitten, als je met een groot idee de wereld wilt veranderen moet je klein beginnen, anders wordt het nooit wat.

Dit antwoord lijkt mij niet goed, om redenen die ik hier nader zal uiteenzetten. Laat ik vooropstellen dat je keuze voor het onderwerp HOE bij mij geen discussie maar waardering oproept: niet meer die beste stuurman aan de wal, maar manmoedig aan boord van de publieke discussie die wij Nederlanders met elkaar hebben te voeren om politiek te kunnen besluiten het (ene of het andere) basisinkomen in Nederland te verwerkelijken.

Laat ik verder vooropstellen dat ik in nog twee verbanden bezig ben met de HOE vraag.

Ten eerste in de FNV werkgroep die, in opdracht van het FNV congres, nagaat waarom invoering van een bijna onvoorwaardelijk basisinkomen –  AOW vanaf 18 jaar – een interessante optie is, hoe experimenten deze optie kansrijk  kunnen maken en welk standpunt de FNV mettertijd zou kunnen innemen terzake van basisinkomen.

Ten tweede in aanstaand burgerinitiatief ROBIN (“Realiseer Onvoorwaardelijk Basisinkomen In Nederland”).
Zie hiervoor het bericht Van duaal basisinkomen naar AOW vanaf 18 jaar en burgerinitiatie ROBIN.

Maar omdat ROBIN nog geboren moet worden (uitgerekend ?/9/18)  delibereren we nu nog maar even ad hoc, ik reageer in deze mail op je artikel in De Correspondent van 15/11/17.

“Zo maken we het basisinkomen werkelijkheid” begint met het maken van nuttig onderscheid, dat in discussies over basisinkomen vaak ontbreekt: een onvoorwaardelijk basisinkomen is iets anders dan een garantie basisinkomen. Over deze en andere basisinkomen modellen en over de betekenis van termen zoals “inkomen”, “universeel”, “onvoorwaardelijk”, “negatieve inkomensbelasting”  heerst nog veel verwarring. Je doet een grotendeels succesvolle poging om deze verwarring op te helderen.
Je spreekt niet meer van “onvoorwaardelijk” maar alleen nog van “universeel” en ja het is inderdaad beter om geen 2 verschillende termen te hanteren als je 1 en hetzelfde bedoelt. Je kiest – in lijn met BIEN spraakgebruik – voor de term “universeel” die resoneert met de Rechten van de Mens. Maar hiermee is de alternatieve woordkeus “onvoorwaardelijk” nog niet van tafel, je spreekt zelf nog van “onvoorwaardelijke toeslag”. Als we het hier nu over een nationaal basisinkomen hebben lijkt mij de term “universeel” minder passend dan de term “onvoorwaardelijk”, ik blijf dus voornamelijk de term ‘onvoorwaardelijk’ hanteren.

De term “basiszekerheid’’ treft zowel  garantie basisinkomen alsook onvoorwaardelijk basisinkomen, de associatie met bestaanszekerheid art. 20 Nederlandse grondwet is zinvol. Ter vermijding van negatieve associaties die de term “basisinkomen” aankleven zijn wel vaker andere termen voor basisinkomen (oa A van Witteloostuijn: “leefpremie”, N Klein “sociaal budget”) geprobeerd. Zulke termen vonden in het algemeen spraakgebruik echter geen ingang. Kunnen we niet beter dus maar gewoon “basisinkomen” blijven zeggen en daarbij de positieve inhoud uit de doeken doen?

De term “inkomen” wordt inderdaad vaak enkel met arbeid geassocieerd, nog steeds hoor je af en toe ‘basisloon’ zeggen als basisinkomen bedoeld wordt. Dit is achterhaald taalgebruik waar we niet naar terug moeten, zeker niet bij de discussie over basisinkomen. ‘Inkomen’ is niet per definitie enkel arbeidsinkomen, het kan ook staan voor vermogensinkomen (rente/dividend) of voor voorwaardelijk uitkeringsinkomen of voor: onvoorwaardelijk basisinkomen. Deze definitiekwestie raakt de verwerkelijkingsvraag hoe we bestaande voorwaardelijke sociale zekerheid en basisdelen van bestaande (per definitie voorwaardelijke) arbeidsinkomens kunnen transformeren in onvoorwaardelijke basisinkomens. Dit is aan de orde zodra de politiek de basisinkomens grotendeels wil bekostigen uit (afschaffing van) bestaande sociale zekerheid en uit (verlaging van) bestaande arbeidsinkomens (zie de optie ‘Democratie doe wel BASISINKOMEN.NL’.)

Het grote idee dat de wereld kan veranderen houdt in dat het basisinkomen wordt onttrokken aan huidige voorwaardelijke sociale zekerheid én aan huidig arbeidsinkomen. Verwerkelijking van dit grote idee komt dichterbij nu de wereld van de arbeid verder af raakt van de verwerkelijking van volledige werkgelegenheid. Oplopend tekort aan banen is een langzaam sluipend maatschappelijk proces dat al decennia gaande is en naar verwachting de komende decennia versneld doorgaat – in lijn met de ontwikkeling van arbeidsbesparende technologieën zoals mechanisering, automatisering, digitalisering en robotisering  –  een maatschappelijke ontwikkeling die geschiedkundigen en sociologen (zoals jij en ik) duidelijk zien maar die economen en politici vaak niet willen zien (zeggend

dat door die technologische ontwikkelingen niet alleen banen verdwijnen maar ook nieuwe banen verschijnen, en verzwijgend dat het gecumuleerde arbeidsvolume van de nieuwe banen kleiner is dan dat van de verdwijnende oude banen, ook verzwijgend dat de nieuwe banen vaker precaire flex-arbeid en bullshitbanen zijn. Angst (voor ‘Luddites’ verzet tegen arbeidsbesparende innovatie) is een slechte raadgever.

Je wil garantie basisinkomen ‘basiszekerheid’ noemen. Hieronder versta je nadrukkelijk ook: basisinkomens voor mensen die iets boven de armoede-grens zitten en het basisinkomen dat niet meteen wegvalt als je meer gaat verdienen. Door deze nadrukkelijke toevoegingen wordt het begrip vager, je rekt de betekenis van ‘garantie basisinkomen’ iets op in de richting van onvoorwaardelijk basisinkomen. Garantie basisinkomen – per definitie ‘means tested’ – wordt zo minder “means tested” en houdt dan min of meer het midden tussen 100% garantie basisinkomen en 100% onvoorwaardelijk basisinkomen. Is dit een gulden middenweg of een gedrocht dat vooral de nadelen van beide combineert ? We gaan het straks zien.

Nu eerst in schema voordelen versus nadelen van enerzijds het garantie basisinkomen (BIG) en anderzijds het onvoorwaardelijk basisinkomen. De aanduiding NIB “negatieve inkomensbelasting” voor het garantie inkomen vermijd ik want: NIB is niet verhelderend maar verwarrend; de goede opzet om basisinkomens door de belastingdienst te laten verstrekken geldt evenzeer het onvoorwaardelijk basisinkomen als het garantie basisinkomen.
Onderstaande 6-ledige vergelijking van 2 verschillende basisinkomen-modellen veronderstelt een gelijk basisinkomenbedrag, zeg per maand per persoon € 1.063 (= armoedegrens ):

SCHEMA 1
Onvoorwaardelijk basisinkomen  (= OBI) Garantie basisinkomen (= BIG)
1 maakt veel nare bureaucratie overbodig vergt veel controle (op  hoeveel ? ander inkomen)
2 lijkt voor de overheid onbetaalbaar (of zou giga belastingverhoging vergen) lijkt betaalbaar (met beetje hogere belasting)
3 in lijn met gelijkwaardigheid van burgers stigmatiseert/degradeert de BIG ontvangers tot 2e rangs burgers
4 geen armoedeval, het arbeidsaanbod neemt niet af het arbeidsaanbod (voor minibanen) neemt af
5 ook rijkaards krijgen basisinkomen (het hele bedrag) alleen wie nu geen €1.063 inkomen heeft krijgt het  (het ontbrekende bedrag)
6 meent dat méér werkgelegenheid per saldo NIET maakbaar is gelooft in mogelijkheid méér  werkgelegenheid: basisbanen

Dit 6-ledig overzichtje laat zien: het ene basisinkomen is het andere niet. Het schema kan helpen bij het maken van de politieke keuze WELK basisinkomen we in Nederland willen gaan invoeren of kan helpen bij het maken van een strategische scenariokeuze: meteen inzetten op onvoorwaardelijk basisinkomen of voorlopig alleen inzetten op garantie basisinkomen?
Als je uitgaat van de vooronderstelling dat je klein moet beginnen om groot te kunnen eindigen ligt de keuze voor BIG voor de hand. In de Nederlandse actualiteit worden politieke partijen nu positiever over Klein Beginnen: zie experimenten regelluwe  bijstand en ook de petitie om werkloze 50plussers een regelvrij inkomen te geven: een tendens dus om te kiezen voor BIG (mogelijk in de Britse variant ‘tax credit’? ). Ook in de buitenlandse actualiteit zien we deze tendens, met name in Finland en Italië. Voorpagina Guardian Weekly 19-25/1/18  noemt UNIVERSAL BASIC INCOME om daarna uit te leggen dat het Finse experiment niet universeel is, niet ingegeven door een groot idee, maar door het idee dat werklozen met dit basisinkomen misschien eerder aan de slag komen (waardoor minder werkloosheidsuitkeringen nodig zouden zijn). Deze verwachting is niet onzinnig, wel onzeker; het zou naïef zijn om BIG te zien als een klein begin dat zonder meer groot eindigt in OBI. Ik zie het als een klein begin dat in Nederland alleen een OBI kan worden als ons volk vastberaden hiervoor kiest.

In Finland werd  in april 2018 al besloten om het klein begin basisinkomen niet groot te laten eindigen. Het experiment krijgt in 2019 geen OBI voorzetting maar een voltooid levenseinde. Men denkt nu dat de basisinkomen-ontvangers niet vaker (dan de controle groep met voorwaardelijke uitkeringen) betaald werk zullen vinden. Destijds toen Finland koos voor experimenteren met basisinkomen had het Finse volk zich blijkbaar niet goed beraden over de mogelijke gevolgen van dit experiment. De kans dat er door het experiment per saldo meer mensen aan de slag komen, een arbeidsinkomen krijgen en dus geen voorwaardelijke uitkering behoeven, lijkt (met de kennis van nu) toen door de Finse politiek veel te optimistisch te zijn ingeschat. Het universele karakter van het grote idee basisinkomen, kwam in het politieke beraad en in de opzet van het experiment niet tot uitdrukking, men ging voorbij aan het basisidee dat niet alleen baanloze mensen maar ook werkenden recht op onvoorwaardelijk basisinkomen kunnen krijgen (arbeidsinkomen + OBI = het totaal inkomen van de werkende).

In Italië won de vijfsterren-beweging de verkiezingen. Deze  anti-establishment partij wordt de grootste coalitiepartij en is nu (mei 2018) bezig de invoering van BIG tot regeringsbeleid te maken. Over OBI vindt geen beraad plaats (hoewel sommige berichten in de pers dat ten onrechte wel suggereren).

Nu we ook in Nederland ons nog niet goed beraden hebben is de keuze voor 1 van de 2 modellen cq scenario’s prematuur. De keuze nu zou vermoedelijk Fins of Italiaans uitvallen: de politiek laat het vermeend onbetaalbare OBI links liggen en opteert in plaats daarvan voor het goedkopere BIG dat vermeend beter is voor de arbeidsmarkt.

Gevreesd moet worden dat dit geen opstap zou zijn om later het grote idee ‘onvoorwaardelijk basisinkomen’ alsnog te verwerkelijken, maar veeleer een ondermijning van de (toch al zwakke) politieke wil om ooit het grote idee wel te realiseren.  “Klein beginnen” hoeft immers niet per se groot te eindigen, het kan ook misbruikt worden om juist niet groot te eindigen. Zie bij voorbeeld hoe het grote idee ‘arbeiderszelfbestuur’ niet naderbij werd gebracht door klein te beginnen met ondernemingsraden.

Mogelijk kunnen Nederlandse kiezers ja zeggen tegen BIG: Klein Beginnen met een Stukje van het Grote idee Universeel Basisinkomen. Maar dan zullen zij wel eerst de voordelen én de nadelen van dit Stukje onder ogen willen zien en overtuigd willen raken dat de voordelen groter zijn dan de nadelen. Hiervoor is jouw volharding als Opiniemaker Basisinkomen van grote klasse en onschatbare waarde; kiezers zoals ik zijn je er erkentelijk voor. De opiniemaker die de voor- en nadelen evenwichtig presenteert lijkt nu echter – ik hoop dat ik me vergis – af te glijden tot een propagandist die de voordelen uitvergroot en de nadelen negeert of bagatelliseert. Kiezers houden van opiniemakers, niet van propagandisten.

Je lijkt nu voor een BIG te pleiten: wie nu maandelijks geen (of minder dan) € 1.063 verdient krijgt dan van de overheid een (aanvullend) inkomen tot € 1.063 . Tegenover dit grote  voordeel staat het nadeel dat de overheid een kostenlast  krijgt die volgens jou niet groot is, je schat zo’n € 8 miljard per jaar.
Ik schat het (op de achterkant van een sigarendoos) een stuk hoger: 1 miljoen Nederlanders, die nu geen uitkering en geen arbeidsinkomen hebben, kosten dan 12 x € 1.063 x 1.000.000 = € 13 miljard . Plus 2 miljoen Nederlanders, die nu in parttime baantjes lager dan € 1.063 beloond worden, kosten dan voor hun aanvullend basisinkomen nog eens 12 x  zeg € 400  x 2.000.000 =  € 10 miljard. Plus 3 miljoen samenwonende Nederlanders met lagere uitkeringen omhoog halen naar € 1.063 per persoon kost 12 x € 300 x 3.000.000 = € 11 miljard. Alles (13+ 10 +11) bij elkaar grof berekend dus  € 34 miljard – waarbij nog kosten komen voor meer means testing bureaucratie (en voor bedrijfsreorganisatie als baantjes die minder lonen dan € 1.063 niet meer bemenst worden).

Je € 8 miljard stel ik hier ter discussie niet omdat het grote voordeel – armoede verdwijnt  – geen € 34 miljard waard zou zijn – de prijs op mijn sigarendoos is niet te hoog. Kiezers kunnen ermee instemmen als ze zien dat hier een betrouwbare opiniemaker een realistische kosteninschatting maakt en ze niet bang hoeven te zijn dat een propagandist hen een goedkoop basisinkomen voorspiegelt dat voor de overheid ongewis véél duurder zal uitvallen.

Naar mijn overtuiging kan het Nederlandse volk (jij en ik inbegrepen) instemmen met basisinkomen mits de opzet ervan goed en geloofwaardig is uitgelegd, evenwichtig en transparant wat betreft zowel de voordelen alsook de nadelen. Tientallen extra miljarden euro’s kunnen democratisch verantwoord worden.
Dan moeten dus niet alleen financiële maar ook immateriële voor- en nadelen geloofwaardig vooraf aan de kiezers verteld worden. Bij garantie basisinkomen denk ik hier met name aan het nadeel dat de bestaande nare maatschappelijke tweedeling waarschijnlijk bestendigd en verergerd wordt als het basisinkomen enkel naar alleen de mensen gaat die nu géén – of te weinig – arbeidsinkomen hebben.

In plaats van nu prematuur BIG of OBI te kiezen kunnen we beter eerst ons nog nader beraden via het 6-ledige schema van voor- en nadelen, met name over de  vermeende nadelen A ‘onbetaalbaarheid’ en B ‘terugloop van arbeidsaanbod’, alsmede over C de (niet vermeende) ‘onhaalbaarheid van volledige werkgelegenheid’.

Ad A

Hoe (on)betaalbaar is elk van beide basisinkomens?

OBI kost de overheid evident véél meer dan BIG, want OBI is bestemd voor alle volwassen Nederlanders, BIG alleen voor wie weinig of geen ander inkomen heeft. Hoevéél méér OBI kost is minder evident. De overheidskosten van BIG schatte ik al even op € 34 miljard en de overheidskosten voor OBI schat ik nu in eerste instantie op € 166 miljard. Nog niet verdisconteerd in deze bedragen zijn de aanzienlijke directe inverdieneffecten (besparingen) die inherent zijn aan de invoering van BIG / OBI en die in tweede instantie dus in mindering van genoemde 34 en 166 gebracht dienen te worden. Hoeveel miljarden dit betreft voor BIG respectievelijk OBI weet ik niet, maar vermoedelijk gaat het bij BIG om niet zoveel en bij OBI om heel veel, mogelijk meer dan de helft van € 166 miljard. En er kunnen op termijn ook nog indirecte inverdieneffecten optreden. Zulke effecten, zoals hierna in (a) (b) en (c) worden aangegeven, zijn niet onaannemelijk maar wel onzeker en qua omvang niet op voorhand in te schatten.

Hoe dan ook, vrees voor onbetaalbaarheid van OBI duurt voort. Toch hoeft het OBI, ook bij een per saldo hoog kostenplaatje, niet onbetaalbaar te zijn. Het CPB zou zich over de houdbaarheid van de overheidsfinanciën geen zorgen hoeven te maken. OBI is geen klein bier, maar ook niet onbetaalbaar. Het kan zeker voor de helft betaald worden uit onmiddellijke inverdieneffecten: vrijvallend geld omdat er voor de voorwaardelijke sociale zekerheid en inkomenssubsidies bijna geen overheidsuitgaven meer nodig zullen zijn zodra het OBI er is. Het kan daarnaast deels – maar dat is minder zeker en minder onmiddellijk – betaald worden uit genoemde indirecte inverdieneffecten: besparingen op andere overheidsuitgaven die als gevolg van OBI minder nodig worden, zoals (a) zorguitgaven en (b) uitgaven voor veiligheid.

Bovendien kan het, voor ongeveer de (andere) helft, betaald worden uit extra belastinginkomsten. Aftrekposten kunnen geschrapt of gewijzigd worden om méér belastinggeld op te halen. Minder fiscale eenheden, dus méér belasting betalen. De lasten voor (kopers bij) bedrijven – VPB, accijnzen, BTW, (invoering) financiële transactietaks, (herinvoering) dividendbelasting, BPM, overdrachtsbelasting- kunnen niet veel maar wel iets omhoog zonder dat dit de concurrentiepositie van deze bedrijven deert. Sommige van deze belastingen, zoals accijnzen vliegtaks en vleestaks, kunnen méér omhoog want hierbij is het juist de bedoeling dat dit de omzet van de betreffende bedrijven wel deert. Extra belastingen kunnen vooral van particulieren komen als zij de progressievere “fair taks” gaan betalen, bij voorbeeld volgens de tarievenopzet in schema 2. En dan hebben we het nog maar niet over (c) extra belastinggeld dat op termijn kan voortkomen uit de economische opleving die volgens sommigen het gevolg is van de bestedingsimpuls met multiplier effect die uitgaat van invoering OBI – uitgaat van gratis helicoptergeld geven aan alle Nederlanders.

SCHEMA 2

Fair Taks tarief = IB over (anyhow) Basisinkomen, (If any) Arbeidsinkomen én (if any) Vermogensinkomen.
(Door ‘vermogen’ net als ‘arbeid’ te belasten vallen er veel meer Nederlanders onder hoge IB tarieven. Dit helpt om aan alle burgers OBI te kunnen uitbetalen.)

OBI €12.756 + € Arbeidsinkomen +  € Vermogensinkomen – € Fiscale aftrek  =  belastbaar jaarinkomen per individu   

 t/m 20.000            : 10% heffing
20.000 à 30.000.    : 20%
30.000 à 40.000.    : 30%
40.000 à 50.000     : 40%
50.000 à 70.000     : 50%
70.000 à 100.000.  : 60%
100.000 à 150.000  : 70%
> 150.000 à ~          : 80%

Een OBI ontvanger zonder ander inkomen heeft na 10% inhouding IB dus netto € 11.480.
Een € 200.000  bruto verdienend persoon houdt netto, na fair taks betalen, dik 7 netto basisinkomens over, zie de navolgende voorbeeldberekeningen.
Deze grote ongelijkheid in besteedbaar inkomen lijkt maatschappelijk nog net acceptabel. Grotere ongelijkheid, die (ook in Nederland) nu nog volop bestaat, druist in tegen het algemeen belang en lijkt maatschappelijk niet meer acceptabel.

Voorbeeld ink. € 200.000:        Voorbeeld ink 60.000           Voorbeeld ink 90.000
minus fair taks:                          minus fair taks:                      minus fair taks:

€ 2.000                                       2.000                                       2.000
€ 2.000                                       2.000                                       2.000
€ 3.000                                       3.000                                       3.000
€ 4.000                                       4.000                                       4.000
€10.000                                      5.000                                     10.000
€18.000                                     – – – – – +                                 12.000
€ 35.000                                    16.000                                    – – – – – +
€ 40.000                                  Resteert besteedbaar:          33.000
———- +                               netto  € 44.000.                    Resteert besteedbaar:
€ 114.000                                                                             netto € 57.000
Resteert netto € 86.000                                      .

De voorbeelden van rijkaards – resp bruto € 200.000 en € 90.000 belastbaar jaarinkomen – laten zien dat de rijken méér IB verhoging voor hun kiezen krijgen dan het OBI bedrag dat ze ontvangen. Hiermee verdwijnt het “morele bezwaar” tegen OBI, want de rijken betalen als het ware zelf hun eigen basisinkomen. En: dit vergt géén extra means testing (geen extra bureaucratie), zoals bij BIG wel het geval is. OBI heeft genoeg aan de huidige means testing (vervat in IB box 3). Het (bepalen en) innen van de fair taks (aanslag) is weinig problematisch, de huidige belastingdienst kan dit aan. Op deze wijze meer geld rondpompen is niet een probleem maar een oplossing (voor het prangende probleem hoe we het nationaal-inkomen fair herverdelen).

Ad B.

Leidt invoering basisinkomen echt tot minder arbeidsaanbod? Leidt invoering basisinkomen echt tot minder arbeidsvolume? (en dus tot minder bbp? minder belastingopbrengst?)
Economisten zoals Bas Jacobs of Egbert Jongen menen het antwoord te hebben en zelfs te weten hoevéél procent het arbeidsaanbod zal dalen als het basisinkomen wordt ingevoerd. Zij onderzochten het arbeidsmarkteffect van deze ‘social spending’ via een simulatie van basisinkomen zonder helder onderscheid tussen universeel- en garantie-basisinkomen, en zonder verdiscontering van empirische onderzoeksbevindingen ter zake: ‘Méér social spending in enig OESO land blijkt (anders dan economisten denken) niet te leiden tot minder economische groei/ niet tot minder werkgelegenheid’ (bewijst macro-econoom en historicus prof Peter Lindert in “Growing Public” 2004).

Zodra economisten zien dat op microniveau een aantal basisinkomen-ontvangers werkweigeraars kunnen zijn omdat ze (nog even) geen baan willen, gaan de economisten kort door de bocht naar het macroniveau waar het arbeidsaanbod volgens hen dan zou dalen. Ze kijken niet eerst of er in de arbeidsreserve nog baanloze basisinkomen-ontvangers zijn die juist wel (weer) willen gaan werken, geld willen verdienen (dat niet gekort wordt op hun basisinkomen), aan de slag willen als zzp’er of willen zoeken naar een werkelijk passende baan (duurt langer voordat die gevonden is maar geeft wel een betere match= duurzame arbeidsparticipatie); economisten onderschatten de omvang van de arbeidsreserve (= geregistreerd werkzoekenden + verborgen werkloosheid met name onder het CBS-label ‘niet-beroepsbevolking’) en zien niet hoeveel gegadigden er nog kunnen zijn voor banen die sommige basisinkomen-ontvangers aan zich voorbij laten gaan.

Als een aantal basisinkomen-ontvangers geen betaalde baan wil leidt dit per saldo dus niet per se tot minder arbeidsvolume, minder BBP, minder belastingopbrengst. Te meer niet omdat de baanmijders gering in aantal zijn. Uit herhaald hooggeleerd empirisch onderzoek (Paul de Beer, Rudi Wielers) blijkt dat het arbeidsethos in Nederland hoog is en hoog blijft, óók bij mensen zonder baan.

We laten ons niet van de wijs brengen door economisten die menen dat hogere belastingen voor hogere arbeidsinkomens een prijs hebben namelijk: verstorende  arbeidsmarkteffecten. Hun theorie dat hoge marginale tarieven in progressieve inkomensbelasting ertoe leiden dat mensen geen topbanen meer zouden willen, wellicht minder zouden willen werken of zelfs zouden stoppen met werken is onvoldoende  onderbouwd met recente onderzoeksbevindingen en sowieso ongeloofwaardig. Een inkomensbelasting regime zoals Schema 2 geeft altijd voldoende financiële prikkel om (meer) werk te aanvaarden, de belastinggrondslag wordt hierdoor – anders dan economisten menen – nauwelijks of niet aangetast. Het is niet zo dat keuzes om werk te aanvaarden per se financieel gemotiveerd zijn. Er zijn ook andere motieven. Die kunnen de doorslag geven, zeker ook bij aanvaarding van topbanen waarop het hoogste  belastingtarief betrekking heeft, zie bij voorbeeld diverse ministers die in een vorige functie meer verdienden of zie hoe in de (groter geworden) sectoren onderwijs en zorg veel mensen met een idealistische instelling werken die sneller en vaker genoegen nemen met een lager salaris, en veelal minder verdienen dan vergelijkbaar verantwoordelijken elders. (Wout Vissers brief in FD 20/1/18.)  Een aangeboden topbaan wordt bijna nooit om financiële redenen geweigerd en als dit een enkele keer toch gebeurt is er juist voor topfuncties altijd ander arbeidsaanbod te vinden dat niet minder geschikt is. Dit veroorzaakt dan dus geen daling in het arbeidsvolume.

Economisten menen evenwel dat invoering basisinkomen het arbeidsaanbod 5% doet dalen en beroepen zich hierbij op het Canadese Mincome experiment dat jij in “Gratis geld” beschrijft. Van alle door jou beschreven experimenten was Mincome het enige waar een duidelijke daling van het arbeidsaanbod plaats vond (en geduid werd op een wijze waaruit blijkt dat de Nederlandse situatie nu anders is dan de Canadese situatie toen en dat zo’n daling van arbeidsaanbod nu in Nederland dus niet te verwachten is). Economisten waren al voordat ze van Mincome gehoord hadden van mening dat invoering basisinkomen het arbeidsaanbod substantieel doet dalen (E. Jongen is economistisch geschoold door R. vd Ploeg die deze mening al in de jaren ’90 uitdroeg, zie RJ vd Veen en D.Pels “Het Basisinkomen Sluitstuk van de verzorgingsstaat?” 1995 )

Terug naar de kwestie welk model –  OBI of BIG – nu beter is voor de arbeidsmarkt.
OBI leidt volgens de uiteenzetting hierboven per saldo op macroniveau hoogstwaarschijnlijk niet tot minder arbeidsaanbod, niet tot minder arbeidsvolume.

BIG voldoet iets meer aan wat economisten verwachten, want het arbeidsaanbod voor minibanen zal dalen zodra blijkt dat je letterlijk voor het zelfde geld net zo goed géén minibaan kunt nemen en baanloos kunt blijven. Invoering BIG heeft dan tot gevolg dat op macroniveau het arbeidsvolume iets daalt, terwijl de arbeidskwaliteit macro iets stijgt.

Een kwaliteitverhogend effect is overigens ook bij OBI te verwachten. Kwaliteit van arbeid aan de onderkant van de arbeidsmarkt gaat hoe dan ook omhoog. Basisinkomen stelt mensen in staat om onaantrekkelijk, laag beloond, werk te weigeren: “Wat een rot baan, ik leef liever nog wat langer alleen van mijn basisinkomen”. Deze situatie noopt werkgevers om rotbanen ofwel weg te organiseren/ weg te automatiseren (= kwantiteitseffect) ofwel inhoudelijk / financieel op te waarderen (= kwaliteitseffect).

Een echte baan is niet precair/flex en wel boven-basaal beloond. Echte banen worden schaarser; voor de meeste Nederlanders is tegenwoordig geen echte loopbaan meer weggelegd.

Hier uiteengezette bedenkingen zullen toenemen in de politieke discussie die vooralsnog tendeert naar invoering BIG – mogelijk in de vorm van een tax credit (waarvoor mensen zonder arbeidsinkomen niet in aanmerking komen?). Dan kan de politieke voorkeur omgaan naar het OBI dat immers bij nader inzien niet onbetaalbaar is en voor het functioneren van de arbeidsmarkt toch beter lijkt te zijn.

Als we ons nu te zeer aan BIG zouden committeren lijkt het aloude doel ‘exit armoede‘ gehaald te worden en het grotere doel OBI onderuit gehaald te worden. Dit laatste zou jammer zijn, want OBI annex IB schema 2 kan nog 3 andere zaken verwerkelijken, namelijk:

  • giga inkomensongelijkheid terugbrengen tot aanvaardbare proporties;
  • giga bureaucratie terugbrengen tot aanvaardbare proporties;
  • jegens baanloze medeburgers stigmatisering stoppen en respectering starten.

 

Ad C

Historicus prof James Livingstone publiceerde in 2016 “No more work” : how and why Americans cling to work as a solution rather than a problem – why it is that both liberals and conservatives announce that “full employment” is their goal when job creation is no longer a feasible solution for any problem, moral or economic. Voorstanders van OBI zien dat nu een (macro) toenemend arbeidsvolume en een toegroeien naar volledige werkgelegenheid totaal onhaalbaar zijn geworden. Tegenstanders van basisinkomen menen daarentegen dat toenemende arbeid in principe altijd haalbaar is omdat mensen in principe oneindig behoeftes hebben of krijgen aan (bij voorbeeld positionele) goederen/diensten – behoeftes die dankzij toenemende arbeid vervuld zouden kunnen worden. Zij zien “basisbanen” als mogelijke oplossing voor werkloosheid.

Voorstanders van BIG willen veelal de kool (basisbanen) en de geit (basisinkomen) sparen.  Ze zijn onzeker over hoeveel meer arbeid per saldo in Nederland nog mogelijk is en willen niet weten dat volledige werkgelegenheid in Nederland nooit werkelijkheid zal zijn. Ze hopen dat meer arbeid mogelijk is als de overheid maar inzet op “basisbanen”, waarbij vaag blijft welke werkzaamheden in de basisbanen verricht worden, vaag blijft welke (nu niet vervulde) menselijke behoeften aan goederen/diensten hierdoor vervuld worden, vaag blijft waar het geld vandaan komt om de basisbaners te belonen.

Genoemde onduidelijkheden rond BIG en OBI nopen mij tot deze conclusie:

Zonder nadere deliberatie verzeilen we in een soort basisinkomen  dat het grote voordeel heeft dat armoede verdwijnt en tegelijkertijd ook de nadelen van OBI en BIG combineert: toenemend tekort aan banen, toenemende  overheidsuitgaven, toenemende bureaucratie, toenemend financieringstekort, toenemende stigmatisering, verergering van de naargeestige tweedeling in de samenleving tussen mensen met en zonder echte banen. Het grote idee OBI komt niet op de politieke agenda.

Politiek delibereren vanuit een burgerinitiatief dat niet partijpolitiek van aard is kan helpen om grote ideeën op de politieke agenda te krijgen, kan helpen om in te zien dat de marges van de democratie niet per se smal zijn: grote stappen zetten kan ook, voorwaarts en niet vergeten de solidariteit….

Hier komt het al genoemde burgerinitiatief ROBIN, novum in de Nederlandse politiek, om de hoek kijken.

Een lange tekst hierover zal ik je nu maar besparen. Als je geïnteresseerd bent, zend ik je de betreffende 15 blz graag toe. Kun je zien of je mee wilt doen à titre personnel als lid van ROBIN / als mede oprichter van ROBIN / of  enkel als ad hoc inleider wanneer ROBIN over basisinkomen discussieert – hoe dan ook, R.O.B.I.N ziet graag Rutgers Onvoorwaardelijk Basisinkomen In Nederland.

Ben benieuwd of en hoe je op het bovenstaande reageert. Op eerdere mails van mij en ROBIN i.o. aan rutger@rutgerbregman.com kwam geen reactie. Als je onverhoopt weer niet reageert, wil je dan toch deze tekst als kopij aanbieden aan De Correspondent ? Maar we hopen natuurlijk op een persoonlijke Rutgerbijdrage aan het proces ROBIN.

Hartelijke groet,

Michiel van Hasselt     
27 mei 2018.
030 2516871, cives@ziggo.nl

Eerder verschenen in reactie op Rutger Bregman Reactie op artikel van Rutger Bregman (Petra Hoetz)  en Basisinkomen, bestaanszekerheid en negatieve inkomsten belasting: hoe heet eten we de soep? (Reyer Brons)

Het bericht Open brief aan Rutger Bregman over basisinkomen en bestaanszekerheid verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Argumenten voor Basisinkomen vanuit de optiek van Waarden en Mensbeeld

Naast een eerder overzicht van bezwaren tegen basisinkomen volgt nu een begin van het opsommen van argumenten voor het basisinkomen.
Hieronder komen argumenten aan de orde onder het thema Waarden en Mensbeeld.

Naast een uitgebreide verzameling van bezwaren tegen basisinkomen (en de weerlegging daarvan) maak ik nu ook een begin met het opsommen van argumenten vóór het basisinkomen.

Opgemerkt zij dat sommige argumenten stoelen op feiten, andere zijn gebaseerd op overtuigingen waarvan niet vaststaat dat iedereen deze zonder nader onderzoek accepteert.

In deze bijdrage komen argumenten aan de orde onder het thema Waarden en Mensbeeld.

1.
Een basisinkomen (mits hoog genoeg) verwezenlijkt het mensenrecht op basisbehoeften.
Door iedereen een bedrag te verschaffen dat voldoende is voor de basale levensbehoeften, is bestaanszekerheid niet langer een probleem. Met als belangrijk psychologisch voordeel dat mensen ook geen angst meer hoeven te hebben voor verlies van hun inkomen (tot het niveau van het basisinkomen), waardoor ze minder verkrampt hoeven te leven.
Basisinkomen operationaliseert de uitgangspunten van artikel 1 van de Universele Verklaring van de Rechten van de Mens: “vrijheid, gelijkheid en broederschap”.

2.
Basisinkomen vergroot de gelijkheid van kansen en de gelijkheid in inkomen. In mindere mate verkleint dat op den duur mogelijk ook de vermogensongelijkheid.
Kansen worden gelijker omdat er meer mogelijkheden komen om soorten werk uit te proberen en om nieuwe dingen te leren.

3.
Invoering van basisinkomen betekent uitroeiing of vermindering van de absolute en schrijnende armoede en ook vermindering van de relatieve armoede (GINI-coëfficiënt).
Dat is ook een oplossing van het probleem dat armen minder goede beslissingen nemen dóór armoede.

4.
Basisinkomen geeft mensen meer vrijheid doordat ze beter kunnen beschikken over hun eigen leven.
Met basisinkomen kun je zelf kiezen wanneer je gaat studeren, kiest voor vrijwilligerswerk of juist bezigheden zoekt die veel extra inkomsten genereren.
Je wordt daartoe niet meer gedwongen door derden (zoals thans de uitvoerders van de sociale zekerheid) of juist tegengehouden (veel mag immers niet van de regelgeving, zoals een paar weken stage lopen bij een bedrijf, onkosten incasseren bij vrijwilligerswerk, overdag een cursus volgen etc.)

5.
Door basisinkomen is sprake van volwaardig burgerschap ook voor degenen die geen betaalde arbeid verrichten. De waarde die thans in onze cultuur aan betaalde arbeid wordt toegekend, wordt sterk gerelativeerd.
Dit verhoogt de eigenwaarde van baanlozen en verkleint de stigmatisering van werklozen en uitkeringsgerechtigden.

6.
Basisinkomen maakt waardering ‘open source’-werk mogelijk: werk dat iedereen ten goede komt en (juist daarom) moeilijk te betalen is.
Het betekent waardering van onbetaald werk (vrijwilligerswerk, kinderen opvoeden, mantelzorg).
Wellicht zal dit soort werk juist wel enigszins worden betaald na invoering van het basisinkomen, omdat je verlost bent van het minimuminkomen en omdat er geen bijstandskortingen zijn wanneer je iets bijverdient.

7.
Basisinkomen geeft ruimt om te stoppen met zinloos werk, ook al wordt daar nu goed voor betaald (bullshit-banen). Veel nutteloze betaalde arbeid wordt uitgevoerd omdat je anders geen inkomen krijgt. Denk ook aan onzinnige reclameboodschappen, telefonische verkopers, verkeerde financiële ‘producten’, niet werkende middelen, onnodige extra’s etc.
De sociale zekerheid is nu geen alternatief, je moet werk vinden, ook al draagt het niet positief bij aan de samenleving.
Het geeft ruimte om heel kritisch te denken over zinloze bureaucratie en arbeidsintensieve juridificëering van onze maatschappij.
NB. Bullshit-banen in deze zin moet niet verward worden met onaangenaam wek dat wel nodig is. Dat moet of geautomatiseerd worden, of (in combinatie met het basisinkomen) beter betaald dan thans het geval is.

8.
Basisinkomen geeft meer mogelijkheden om de waarde van werk te bepalen, los van de eventuele beloning.
Wat nuttiger is voor de maatschappij, krijgt thans lang niet altijd een hogere economische waardering.

9.
Basisinkomen wordt aan iedere individu verschaft en vergroot de onafhankelijkheid van de partner (van vrouwen en/of mannen).
Mede daardoor is een betere verdeling van de gezinstaken over de ouders mogelijk en kan een betere opvoeding aan kinderen worden geboden.
Andere gevolgen van die grotere onafhankelijkheid kunnen zijn: makkelijker afscheid kunnen nemen van een slecht functionerende relatie; aantrekkelijke nevenactiviteiten kunnen uitvoeren door makkelijker inschakelen huishoudelijke hulp; een vrijere keuze voor meewerken in de onderneming van de partner; makkelijker een onderneming te beginnen die je onafhankelijkheid nog verder vergroot.

10.
Basisinkomen geeft mogelijkheden om (langer) te studeren. Ook het ‘leven lang leren’ wordt veel meer mogelijk.
Met als gunstige gevolgen: hogere employability, meer werksatisfactie, betere groeikansen.

11.
Basisinkomen geeft groepen kunstenaars, journalisten en wetenschappers de mogelijkheden zich te ontplooien.
Mensen met een beperking worden makkelijker inzetbaar wegens lagere additionele kosten.

12.
Basisinkomen heeft een groot aantal positieve effecten op onze samenleving en cultuur. Er komt
een minder gespannen samenleving, met meer individuele kansen maar ook meer mogelijkheden om samen te werken, meer mogelijkheden voor bezinning op de kernwaarden van de samenleving en vervolgens voor betere realisering daarvan.
Enkele voorbeelden van positieve effecten:

  • Positief effect op bestrijding radicalisering (jongeren)
  • Minder (met name kleine) criminaliteit doordat in basisbehoeften is voorzien
  • Positief effect op spreiding van mensen (tegengaan van leegloop en verstedelijking)
  • Positieve cultuurverandering op het gebied van geld (minder nadruk daarop)
  • Positieve cultuurverandering op het gebied van consumptie en materialisme (minder nadruk daarop)
  • Mensen kunnen verantwoordelijk worden gehouden voor het zich niet inzetten voor problemen in de rest van de wereld; er is tijd om deze problemen aan te pakken.
  • Onafhankelijke journalistiek en andere onafhankelijke media krijgen meer mogelijkheden.

 

Deze argumenten voor basisinkomen worden de komende periode aangevuld met argumenten vanuit de optiek van Maatschappijvisie en ideologie, Economie, Arbeidsmarkt, Overheid en bureaucratie, Grenzen en migratie en Welzijn en gezondheid

Reyer Brons, 24 mei 2018

Het bericht Argumenten voor Basisinkomen vanuit de optiek van Waarden en Mensbeeld verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Bezoekersstatistieken tot mei 2018

Paginabezoek 365 dagen tot 22 mei 2018

Het bericht Bezoekersstatistieken tot mei 2018 verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Van duaal basisinkomen naar AOW vanaf 18 jaar en burgerinitiatief ROBIN

Het boekje van Michiel van Hasselt over duaal basisinkomen is inmiddels uitverkocht, maar als PDF verkrijgbaar.
Michiel werkt zelf inmiddels aan het FNV idee om een soort AOW vanaf 18 in te voeren, en aan een nieuw burgerinitiatief Realiseer Onvoorwaardelijk Basisinkomen In Nederland (ROBIN).

Het boekje uit 2016 “Democratie doe wel: BASISINKOMEN.NL” is uitverkocht, maar op de website van de VBi (Vereniging Basisinkomen) is nu de hele tekst toch te vinden als gratis downloadbare PDF.
Mijn denken over hoe we in Nederland basisinkomen kunnen verwerkelijken heeft intussen niet stil gestaan, zie hieronder.
Maar de tekst uit 2016 blijft interessant, omdat die als geen ander een volstrekt onvoorwaardelijk basisinkomen OBI (Onvoorwaardelijk BasisInkomen) toont dat blijvend betaalbaar is voor de overheid (en voor de werkgevers die naast de normale CAO lonen aan hun werknemers ook dit OBI moeten uitbetalen en dan via een aangepaste CAO gecompenseerd kunnen worden).

De volgens mij ingenieuze constructie in “Democratie doe wel” werd door menigeen (ook in de VBi) te ingewikkeld gevonden en het OBI werd niet benut om bij de Nederlandse werknemers hun achterblijvende koopkrachtontwikkeling te repareren. Daarom ben ik nu ook geporteerd van een iets ander basisinkomen dat we binnen de FNV bediscussiëren – AOW vanaf 18 jaar. Dit is niet volstrekt onvoorwaardelijk maar biedt wel de werknemers een koopkracht stijging die uitstijgt boven wat de CAO kan regelen, terwijl verhoging van progressieve (loon)belasting ook dit basisinkomen op AOW-niveau blijvend betaalbaar maakt voor de overheid.

Bij politieke partijen is mijn boekje niet geland, ze dachten Democratie doe niet basisinkomen.nl. Alleen de Vrijzinnige Partij had in 2017 basisinkomen prominent in haar programma, maar zonder de ingenieuze financiering en dus met de CPB kwalificatie dat de overheidsfinanciën onhoudbaar zouden worden. Het hierop volgende electorale fiasco van die partij plus de onwil van andere partijen om OBI in hun programma op te nemen bracht mij op het idee om het OBI nu niet meer direct in de partijpolitiek te willen brengen maar in een nieuw soort voorportaal van de partijpolitiek, het burgerinitiatief ROBIN dat in september 2018 van start gaat.

ROBIN (“Realiseer Onvoorwaardelijk Basisinkomen In Nederland”) is een vereniging in oprichting waarin burgers zoals jij, ik en vele andere politiek geïnteresseerden kunnen delibereren over wat nu het beste plan voor toekomstig Nederland is – niet alleen over basisinkomen maar ook over de andere issues zoals belastingen, vergroening en arbeidsmarktbeleid. AHMAS: alles hangt met alles samen. ROBIN wil een model verkiezingsprogramma maken en mettertijd publiekelijk aanbieden aan de partijen die meedoen aan de komende tweede kamer verkiezingen.
Dit initiatief is bedacht na de mislukte poging van de Vrijzinnige Partij om in 2017 veel kiezers te winnen voor een programma dat invoering van onvoorwaardelijk basisinkomen.nl voorstelde. ROBIN zelf wil géén politieke partij zijn, maar wel invloed uitoefenen op (de programma’s van) oude en nieuwe politieke partijen, hen vragen om in hun komende verkiezingsprogramma’s veel van ROBIN’s Tien Punten modelprogramma over te nemen.
De vereniging ROBIN staat open voor iedere kiesgerechtigde burger, partijloos of partijlid, ongeacht diens politieke voorkeur. Zo’n vereniging is een novum in de Nederlandse politiek, noem het “beweging democratie 3.0”. Hierin kun je als burger zonder partijlid te zijn toch inhoudelijk politiek actief zijn. Of je ook effectief bent zal vooral afhangen van de kwaliteit van de deliberaties. We zoeken deelnemers van wie we deze kwaliteit verwachten, ja we nodigen je uit om mee te doen in ROBIN.
Als je geïnteresseerd bent, zend ik je daarover een document van 15 blz. graag toe. Stuur daarvoor een mail naar cives@ziggo.nl.
Kun je zien of je mee wilt doen à titre personnel als lid van ROBIN of als mede oprichter van ROBIN.

Michiel van Hasselt, 21 mei 2018.

Het bericht Van duaal basisinkomen naar AOW vanaf 18 jaar en burgerinitiatief ROBIN verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.