Basisinkomen, bestaanszekerheid en negatieve inkomsten belasting: hoe heet eten we de soep?

Basisinkomen of de variant bestaanszekerheid van Rutger Bregman, theoretisch en ideologisch is dat een groot verschil. Maar praktisch maakt het niet zo veel uit als je het huidige stelsel enorm zou vereenvoudigen door grote delen van het huidige stelsel om te labelen tot basisinkomen of basiszekerheid. Dat betekent meteen dat de financiële toestand van praktisch alle Nederlanders een stuk overzichtelijker wordt zonder dat men er op achteruit gaat. Laten we daar gewoon snel mee beginnen!

Foto Hands Pixabay

Aanleiding

Een bekend voorvechter van basisinkomen was Rutger Bregman, die een belangrijke bijdrage geleverd heeft om de discussie over het basisinkomen op de kaart te zetten met zijn boek Gratis geld voor iedereen dat in 2014 verscheen. Inmiddels is dat boek in meer dan dertig talen vertaald.

Kort geleden heeft hij echter een draai gemaakt door niet langer te pleiten voor universeel basisinkomen voor iedereen, maar voor een variant die hij aanduidt als gegarandeerd basisinkomen of basiszekerheid. Zie zijn artikel Zo maken we het basisinkomen werkelijkheid.
Verwarrend daarbij is dat hij zegt dat het op hetzelfde neerkomt, maar toch veel goedkoper is en dus beter haalbaar,  om het in te voeren.
Zoals tegenwoordig wel vaker gebeurt,  leidt dat tot allerlei discussies in de sociale media waarbij voor- en tegenstanders onbekommerd hun mening ventileren. Een beetje orde daarbij is wenselijk!

Terminologie en verschillen

Zoals Rutger Bregman zelf ook stelt is zijn  nieuwe voorstel ook bekend onder de term negatieve inkomsten belasting (NIB), een term die al in 1962 door Milton Friedman is gepropageerd en door Nixon bijna is ingevoerd in de USA.
De essentie van NIB is dat via de belastingdienst een basisbedrag voor iedereen ter beschikking komt, met dien verstande dat de belastingdienst dit verrekent met de belasting die je verschuldigd bent. Wie geen belasting hoeft te betalen wegens gebrek aan belastbare inkosten, krijgt het basisbedrag uitgekeerd.
Complicerend is dat de term NIB op minstens twee manieren wordt gebruikt.
Friedman stelde het eenvoudige systeem voor waarbij iedereen recht heeft op een basisbedrag, waarbij vervolgens bijvoorbeeld 50 % belasting afgedragen moet worden van het bedrag dat je aan andere inkomsten verwerft. Je houdt dus altijd wat over van wat je bij verdient naast het basisbedrag. De belastingdienst vult in dit voorbeeld je middelen aan zolang je minder dan 2 X het basisbedrag ontvangt, daarboven ga je belasting af dragen.
Dit systeem levert uiteindelijk iedereen precies hetzelfde op (en kost de gemeenschap evenveel) als een basisinkomen ter hoogte van het basisbedrag en daarnaast een vlaktaks van 50 % op alle ander inkomsten. Zie bijvoorbeeld de grafische weergave in het artikel Twee verhalen over het basisinkomen van Ronald Mulder.
Maar er is ook een andere variant, waarbij de belastingdienst alleen aanvult wat je minder verdient dan het basisbedrag. Je extra inkomsten tot 2 X het basisbedrag leveren je dus geen extra middelen op. In de systematiek van Friedman betekent dat dus 100 % afdragen van je extra verdiensten!
Het lijkt er op dat Rutger Bregman in zijn nieuwe teksten enerzijds de oorspronkelijke variant van Friedman propageert en stelt dat het precies hetzelfde is als basisinkomen, maar rekensommen maakt alsof hij met de andere variant werkt.
Zijn berekening is erg oppervlakkig. Hij stelt op het gezag van het SCP dat uitroeien van de armoede in Nederland ‘slechts’ € 2.2 miljard kost en dat voor invoering van zijn bestaanszekerheid maximaal 2 tot 3 keer dat bedrag nodig is.
Heel creatief, maar rekenaars krijgen hier terecht buikpijn van en gaan dan mopperen dat een historicus verre van de economie moet blijven!

Een heel belangrijk psychologisch voordeel van een NIB ipv een aan iedereen uitbetaald basisinkomen is dat er geen geld wordt overgemaakt naar degenen die het niet nodig hebben.
Een praktisch voordeel is dat er zo minder belasting afgedragen hoeft te worden door  degenen met inkomsten naast het basisbedrag en dus het geldverkeer minder omvangrijk is.

Onder de voorstanders van basisinkomen is verschil van inzicht of de NIB in de variant van Friedman als basisinkomen wordt gezien. De verrekening door de belastingdienst met te betalen belasting op basis van andere inkomsten wordt door hen gezien als een inkomenstoets en dus in strijd met het onvoorwaardelijke karakter van basisinkomen. Anderen (waaronder ik) stellen dat het wel basisinkomen genoemd kan worden omdat het recht op het basisbedrag onomstreden is.
Dat is natuurlijk anders in de andere variant, daar evident wel sprake is van een toets die de hoogte van het uiteindelijke bedrag bepaalt.
En dus blijft de zogenaamde armoedeval in stand waardoor de minst verdienenden in een uitzichtloze situatie blijven zitten.
In de tekst Basisinkomen, soorten en terminologie noem ik de eerste variant garantie-inkomen en de tweede variant garantie-toeslag. In de door Rutger Bregman genoemde komt zijn bestaanszekerheid gezien zijn inschatting van de kosten van nog geen € 7 miljard maximaal heel dicht bij deze tweede variant. Maar hij schrijft ook in de geest van de eerste variant:
Natuurlijk zou een negatieve inkomstenbelasting nog duurder zijn, omdat niet alleen de armen ervan profiteren maar ook degenen die iets boven de armoedegrens zitten.  Voor mensen die meer gaan verdienen nemen we het basisinkomen niet meteen weg, maar faseren we het geleidelijk uit (met een marginaal belastingtarief van bijvoorbeeld 30, 40 of 50 procent, waardoor werken altijd blijft lonen.
Oppervlakkig en verwarrend dus, deze voorstelling van zaken!

Er kan wel een heel groot praktisch probleem zijn met het NIB als we niet goed kunnen regelen dat de belastingdienst maandelijks een adequaat bedrag naar je over maakt. Immers de uiteindelijke afrekening via de definitieve aanslag van de inkomstenbelasting vindt in het gunstigste geval pas een half jaar na afloop van het kalenderjaar plaats. Tenminste, als de operationele werkvorm van de belastingdienst ongeveer zo blijft als nu.
Er zal dus een goede communicatie (snel en niet ingewikkeld) moeten zijn tussen ieder individu en de belastingdienst als er substantiële mutaties zijn in de te verwachten andere inkomsten. Dat loopt op dit moment ook redelijk goed voor mensen die al in de loop van het jaar geld terug krijgen voor de hypotheekrenteaftrek. Wat in elk geval niet mag gebeuren is dat betrokkenen in geldnood komen door traag handelen van de belastingdienst, of door forse terugbetalingen achteraf te eisen.
De huidige Nederlands belastingdienst kan dit vooralsnog niet aan.
Zolang die dienst zijn zaken niet op orde heeft, is uitvoering van basisinkomen of basiszekerheid via onze belastingdienst niet mogelijk!

Voorlopige conclusie:
Basisinkomen via de belastingdienst uitkeren als NIB zoals Friedman het ooit heeft bedoeld, is in principe prima. Het levert in principe alle positieve effecten op die voorstanders er van verwachten, mits de belastingdienst dit adequaat kan uitvoeren
Hoewel het systeem minder gewenst is, kan dat ook met de bestaanszekerheid die Rutger Bregman nu propageert.
Mits de belastingdienst gedurende het jaar adequaat kan inschatten hoeveel iedereen moet ontvangen of afdragen aan basisbedrag gecorrigeerd met belasting over andere inkomsten.
Dat is even gemakkelijk of moeilijk in beide varianten.

Maar hoe zit het praktisch in ons huidige stelsel?

Het bovenstaande betoog gaat uit van een eenvoudig stelsel met een basisbedrag en een vlaktaks van circa 50 %.
Maar dat is mijlenver van de huidige situatie in Nederland. Wouter Keller laat in zijn artikel in FTM: De oplossing voor de armoedeval, kristalhelder zien dat de armoedeval heel vérstrekkend is in ons land. De middeninkomens worden er evenzeer door geraakt als de lagere inkomens.
Voor een groot deel van de Nederlandse bevolking is op dit moment sprake van een inkomen dat nagenoeg onafhankelijk is van de inkomsten uit betaalde arbeid of anderszins.
De zeer lage inkomens worden aangevuld met diverse toeslagen. Die gaan omlaag zodra je iets meer verdient. Degenen die daar iets boven zitten (tot modaal), krijgen te maken met inkomensafhankelijke heffingskortingen.
Een bekend voorbeeld is de politieman met een bruto-inkomen van circa € 3.000 per maand. Maakt hij een promotie waardoor hij bruto € 1.000 per maand extra krijgt, dan levert dat elke maand netto € 50 op!
Wouter Keller geeft in zijn artikel een ander voorbeeld:
Huh? De juf van mijn kleindochter leest in de krant dat ze er 100 euro bij krijgt, maar in werkelijkheid gaat ze er 25 euro op achteruit? Dit is de armoedeval in optima forma.
Zie ook deze tabel (staat ook aan het eind van dit artikel) bij een tweet van @sinlesignon op 15-11-2017.
Kortom, we hebben een heel ingewikkeld stelsel gemaakt waarbij iedereen ongeveer hetzelfde krijgt. Elke euro die je extra verdient, wordt bijna geheel weg belast. Elke euro die je minder krijgt, wordt bijna helemaal gecompenseerd!
De bijdrage van de SG van SZW Bernard ter Haar op het NPI symposium in Nieuwspoort (NPI 16 okt. 2017 – Bernard ter Haar: Focus op werk voor alle kwetsbaren) liet dat ook zien.
De basiszekerheid waar Bregman het over heeft is er eigenlijk al voor bijna iedereen!

Het klopt niet helemaal, door de verfijningen  (en het afknijpen van de allerzwaksten zoals nu weer het plan is met sommige groepen gehandicapten) krijgen sommigen toch minder en daar is dan die paar miljard voor nodig die Rutger Bregman noemt. Of iets meer omdat hij niet genoeg heeft gerekend.
Dat betekent ook dat voor de macro-economische effecten het helemaal niet zoveel uitmaakt of je de basiszekerheid van Bregman kiest, of voor het echte basisinkomen gaat. Je kunt het huidige stelsel enorm vereenvoudigen door wel gewoon het basisinkomen in te voeren door grote delen van het huidige stelsel om te labelen. Dat betekent meteen een drastische vereenvoudiging van de financiële toestand van praktisch alle Nederlanders, die daarmee een stuk overzichtelijker wordt zonder dat men er op achteruit gaat. Laten we daar gewoon snel mee beginnen!
Als we dat doen kunnen allerlei uitvoeringsinstanties van de huidige regelingen flink ingekrompen worden. Spijtig voor de betrokken werknemers, maar maatschappelijk gezien is het niet erg als dit soort betaalde arbeid niet langer nodig is! (Bullshitbanen.)

Van de gelegenheid zou overigens wel gebruik gemaakt moeten worden om met name het belastingstelsel te herzien. Dat voor ongeveer de helft van de Nederlanders met betaalde arbeid meer werken niet loont is op den duur toch wel erg ontmoedigend!

Reyer Brons, 18 mei 2018

Zie ook een eerdere Reactie op artikel van Rutger Bregman door Petra Hoetz.

Tabel  bij een tweet van @sinlesignon op 15-11-2017.

Het bericht Basisinkomen, bestaanszekerheid en negatieve inkomsten belasting: hoe heet eten we de soep? verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Is het nou OBI of UBI? en wat is het verschil in #basisinkomen

In Nederland willen de voorstanders van een echt basisinkomen wel eens de term OBi gebruiken, dat staat voor Onvoorwaardelijk Basisininkomen. Analoog aan de Engelse term wordt ook wel eens UBi gebruikt: Universeel Basisinkomen (Universal/Unconditional Basic Income – UBI) Wat is nu eigenlijk de goede definitie van een basisinkomen? Een basisinkomen is een vast bedrag per maand dat zonder voorwaarden door de overheid aan alle ingezetenen wordt gegarandeerd: Het is een bedrag waarvan je zonder luxe kunt rondkomen. Je mag daarnaast zoveel bijverdienen als je wilt. Er zijn een aantal begrippen zijn die nu naar voren komen in de definitie van een basisinkomen:  alle ingezetenen – individueel -universeel – voor iedereen […]

Het bericht Is het nou OBI of UBI? en wat is het verschil in #basisinkomen verscheen eerst op Nederlandstalig Netwerk Basisinkomen.

Krakkemikkige oude sociale stelsel is rijp voor de schroothoop

schroothoop

 

 

Joop Böhm heeft het volledig gehad met de politieke partijen van nu: Het krakkemikkige oude sociale stelsel is rijp voor de schroothoop! Hij is het helemaal eens met Norbert Klein, die onlangs in het Algemeen Dagblad schreef “Politieke partijen zullen het basisinkomen als nieuw uitgangspunt voor ons stelsel van sociale zekerheid moeten omarmen.”[1]

 

Op woensdag 9 mei 2018 plaatste het Algemeen Dagblad als Brief van de Dag een ingezonden brief, waarin een lezeres uit Assendelft veertig jaar terugblikt en constateert dat het sociale stelsel al sinds jaar en dag door misbruik “piept en kraakt als een oude wagen”.[2] De AOW-partnertoeslag moest eraan geloven, de AOW-leeftijd schoof omhoog en als je na 1950 bent geboren heb je ook al geen recht meer op een weduwenuitkering, luidt haar klacht. “Er zal heel wat nodig zijn om een systeem te ontwikkelen dat dit probleem uit de wereld helpt”, veronderstelt ze.

Het probleem is gelukkig minder ingewikkeld dan ze denkt. De invoering van een simpel Universeel Basisinkomen (UBI), hoog genoeg voor een onbekommerd bestaan, biedt de oplossing. Omdat aan een UBI geen voorwaarden zijn verbonden kan er ook geen misbruik van gemaakt worden. Het UBI geldt voor iedere burger in de samenleving en de hoogte kan in principe slechts verschillen op grond van verschil in leeftijd.

Behalve dat een UBI sociale uitkeringen overbodig maakt, armoede voorkomt, de volksgezondheid bevordert en criminaliteit terugdringt kan het ook nog zorgen voor een eerlijker belastingheffing. Lijdt ons land nu nog onder een degressief belastingstelsel, met een UBI kan dat worden omgebogen tot een progressief stelsel, een stelsel dat rekening houdt met de draagkracht van de burger.[3]

Om de structuur van onze samenleving nog verder te verbeteren kan het huidige pensioenstelsel ook op de schop. Met een Universeel Staatspensioen (USP) kan mensen recht op pensioen worden geboden op basis van de door hen afgedragen inkomstenbelasting. De hoogte van pensioenen zijn dan niet langer afhankelijk van beleggingsresultaten en onlogische rekenrentes. Een USP biedt bovendien bescherming tegen criminelen die het op de gigantische vermogens in de pensioenpotten voorzien hebben.

De overheid moet beseffen dat een rigoureuze herziening van de bedrieglijke stelsels dringend geboden is. De bevolking heeft er recht op. Het is een kwestie van fatsoen, van beschaving!

Joop Böhm
Amersfoort, 15 mei 2018

Foto: CC Creative Commons Pixabay


1. “Dat basisinkomen komt er niet met alleen mooie woorden. ‘Gratis Geld’ verovert de wereld”, Norbert Klein, voorzitter van de Vrijzinnige Partij en oud-lid van de Tweede Kamer. In: Brief van de Dag, Algemeen Dagblad, 11 mei 2018.↩

2. “Sociale stelsel piept en kraakt als een oude wagen door misbruik. Samen met de Belgen uitkeringsfraude te lijf gaan,” Guda Bes-Foeth, Assendelft. In: Brief van de Dag, Algemeen Dagblad, 10 april 2018.↩

3. We spreken van een progressief belastingstelsel als de totaal verschuldigde belasting toeneemt als percentage van het inkomen naarmate het inkomen hoger is. Bij een degressief belastingstelsel betaalt men procentueel juist meer indien men minder inkomen heeft. Bij de inkomstenbelasting kan je wellicht nog spreken van een progressieve belasting, maar bij alle overige belastingen wordt niet gekeken naar de hoogte van het inkomen. Voor een ieder geldt dan hetzelfde tarief en dat werkt regressief. Voor de duidelijkheid: Iedereen betaalt hetzelfde aan benzineaccijns, energiebelasting en BTW. Maar ook bij de kosten van levensonderhoud: voor zorgkosten, voor parkeren en verkeersboetes, e.d. betaalt de arme burger relatief meer dan de rijke. In relatie tot het inkomen is dat dus regressief.↩

Het bericht Krakkemikkige oude sociale stelsel is rijp voor de schroothoop verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Is het basisinkomen een haalbare beleidsoptie voor armoedebestrijding in Azië?

armoedebestrijding

 

 

Patrick Haverman, plaatsvervangend landendirecteur voor UNDP China, en lid van de Vereniging Basisinkomen, heeft een missie: de UN(DP) warm maken voor een universeel basisinkomen (UBI). Enkele maanden geleden schreef hij voor de website van UNDP China een blog, waarin hij zich afvroeg of een basisinkomen een haalbare beleidsoptie voor armoedebestrijding in Azië zou zijn. Hij heeft ingestemd met een vertaling van dit stuk en plaatsing ervan op de website van de Vereniging Basisinkomen.

 

 

Sinds de uitvinding van de stoommachine hebben technologische doorbraken en innovaties onze manier van leven veranderd. Deze veranderingen stimuleren ons om vraagtekens te zetten bij bestaande bedrijfsmodellen en oude systemen te corrigeren, zodat ze beter, sneller en efficiënter worden: klaar voor de toekomst.

Mijn interesse en zoektocht naar de ‘toekomst’ begon twee jaar geleden toen ik (PH) deelnam aan de World Government Summit in Dubai, een jaarlijks evenement, dat prominente leiders uit de publieke en private sector samenbrengt met wereldwijd erkende opinieleiders en pioniers. Tijdens de top nam ik ook de tijd om het Museum van de Toekomst te bezoeken.

armoedebestrijding Het Museum van de Toekomst neemt je mee naar een wereld waar de mensheid de echte waarde van innovatie heeft begrepen, bestaande technologieën opnieuw zijn uitgevonden en de wereld omgevormd is tot een plek waar het leven voor iedereen dramatisch verbeterd is. Het is een toekomst waarin we normen hebben uitgedaagd en lange termijn oplossingen vonden voor duurzaamheid.

De toekomst van de arbeid is op dit moment een heet hangijzer. Volgens Jack Ma werken mensen over dertig jaar 16 uur per week, terwijl Kai-Fu Lee, oprichter van venture capital-bedrijf Sinovation Ventures, voorspelt dat kunstmatige intelligentie in het komende decennium 50% van alle banen kan vervangen.

Iedere baan, die bestaat uit routinematige handelingen, loopt het risico te verdwijnen door automatisering. Bedrijven over de hele wereld vervangen al advocaten door kunstmatige intelligentie. Zelflerende computers maken artsen in de toekomst overbodig.[1] Het gevolg is een afname van werkgelegenheid voor mensen en grootschalige technologische werkloosheid. In discussies over armoede en ongelijkheid zullen we daarom rekening moeten houden met deze scenario’s.

Aan deze trends wordt vaak het idee van een universeel basisinkomen (UBI) gekoppeld – een onvoorwaardelijk bedrag dat aan iedereen wordt uitbetaald. Het UBI heeft de laatste tijd veel aandacht gekregen van invloedrijke figuren als Ray Kurzweil, Elon Musk, Andrew Ng en Mark Zuckerberg. Zij hebben allemaal verklaard dat het UBI een belangrijke beleidsoptie voor de toekomst moet zijn.

Sommige landen experimenteren al met andersoortige sociale vangnetten voor hun burgers, Finland bijvoorbeeld. Het land heeft een tweejarig initiatief gelanceerd, dat de traditionele benadering van sociale zekerheid aan de orde stelt. Kan een nieuw soort vangnet – beschikbaar voor iedereen, ongeacht zijn of haar werkstatus, het antwoord zijn op wereldwijde uitdagingen?

Over de hele wereld leren experimenten overheden om creatiever te denken over langetermijnbeleid. Op die manier bevorderen ze een open platform voor politieke betrokkenheid. Sommige ontwikkelingslanden, waaronder India en Namibië, zien het UBI zelfs als een alternatieve aanpak voor het uitbannen van armoede.

Met deze vraag in het achterhoofd, heeft UNDP China besloten om onderzoek naar het UBI te doen en de mogelijkheden, die het voor China zou kunnen hebben, te verkennen. Het doel is om een werkdocument te maken waarvan we hopen dat het in de toekomst een meer diepgaande discussie op gang zal brengen.

armoedebestrijding

Treinkaartje Tianjin-Beijing met QR code.

Het document zal ons aanmoedigen om het huidige beleid, dat is gericht op het leveren van sociale bijstand aan kwetsbare groepen, en meer in het algemeen de Sustainable Development Goals (SDG’s; Duurzame Ontwikkelingsdoelen), opnieuw te overdenken. In het stuk zal zeker gewezen worden op de voordelen van de snelle technologische ontwikkelingen, die nu gaande zijn in China, zoals de mobiele betaaldiensten, die ervoor zorgen dat betalingen een bredere doelgroep kunnen bereiken. Het uiteindelijke doel is om alternatieve opties te verkennen voor de ondersteuning aan mensen, die hulp behoeven, omdat technologische innovaties de aard van de mondiale arbeidsmarkt veranderen en dus ook de rol, die ‘werk’ in ons leven zal spelen.

China heeft één van ’s werelds meest geavanceerde technologische platforms. Ik gebruik nauwelijks nog contant geld en doe de meeste betalingen rechtstreeks op mijn mobiele telefoon via We-Chat. Elke dag doen miljoenen mensen miljarden aan financiële transacties via de eenvoudige scan van een QR-code, waardoor mensen met beperkte toegang tot traditionele financiering kunnen deelnemen aan de economie. De technologie is er.

Wereldwijd en over het hele politieke spectrum praat men al lang over de potentie van een UBI. Meer linkse argumenten benadrukken het feit dat alle mensen een minimuminkomen behoren te hebben om van te leven – wat haalbaar is onder een UBI – terwijl een gemeenschappelijk thema van rechts is, dat het UBI de omvang van de overheidsbureaucratie verkleint en kan zorgen voor een adequater niveau van betalingen tussen grote groepen mensen.

UBI is geen nieuw concept. Het werd bijna ingevoerd in de Verenigde Staten tijdens de regering van Nixon. Het is tot nu toe vooral behandeld als een theoretisch idee, een ideale situatie, zonder de mogelijkheid om het op grote schaal te testen. Er is nog een lange weg te gaan en veel vragen moeten nog beantwoord worden. Wat is de definitie van een ‘universeel basisinkomen’ precies? Hoe hoog moet het bedrag van de betaling zijn, wat gaat het kosten en hoe gaan overheden het financieren?

armoedebestrijding Het UBI heeft de potentie om de grote opgaven aan te pakken, die het gevolg zullen zijn van een toekomst zonder banen en grotere ongelijkheid. Dit is van cruciaal belang in de jaren na 2015, waarin alle VN-lidstaten de SDG’s hebben ondertekend en zich hebben gecommitteerd aan de invoering ervan in 2030.

Net als het Museum van de Toekomst vraagt het werkdocument ons na te denken over hoe een toekomstige wereld eruit zou kunnen zien, het stelt bestaande normen ter discussie en neemt het initiatief om uit te zoeken wat werkt en wat niet.

Het uitbannen van extreme armoede heeft nog steeds de hoogste prioriteit. We moeten alles op alles zetten om ervoor te zorgen dat dit zo snel mogelijk gebeurt. Een effectief sociaal zekerheidsstelsel kan dat bereiken en nog veel meer, zoals het bevorderen van inclusieve groei[2] en de creatie van fatsoenlijke banen, die onze samenlevingen decennialang zullen verrijken.

Ik hoop dat we door middel van dit werkdocument de discussie verder kunnen brengen en nodig belanghebbenden uit de particuliere sector, de academische wereld en de overheid uit om bij elkaar te komen. Laat het ons weten als je mee wilt doen aan de discussie!

Het originele artikel werd 4 augustus 2017 gepubliceerd op de website van UNDP China onder de titel Universal Basic Income: A Viable Policy Option for Poverty Alleviation?
Auteur: Patrick Haverman, Deputy Country Director for UNDP China.

Vertaling: Florie Barnhoorn, 13 mei 2018

Foto’s: Pixabay (China-autumn), Wikipedia (SDG-pyramid; Qr-code), BAM International (Museum of the Future, Dubai).


1. Automatisch leren of Machinaal leren is een breed onderzoeksveld binnen kunstmatige intelligentie, dat zich bezighoudt met de ontwikkeling van algoritmes en technieken waarmee computers kunnen leren.↩

2. Inclusieve groei is economische groei die kansen creëert voor alle segmenten van de bevolking en de opbrengsten van de toegenomen welvaart, zowel in monetaire als niet-monetaire termen, eerlijk over de samenleving verdeelt.↩

Het bericht Is het basisinkomen een haalbare beleidsoptie voor armoedebestrijding in Azië? verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Guy Standing over de aanpak van experimenten met basisinkomen

Om tot betere experimenten te kunnen komen en een beeld te hebben bij de aanpak van voorgenomen experimenten, is een aanpak gemaakt met 9 punten.
Guy Standing heeft daar in een recent boek een invulling aan gegeven

Om experimenten rond het basisinkomen beter op hun waarde te schatten, is een lijstje van 9 punten opgesteld waarop gelet moet worden, zie Hoe komen we tot een goede aanpak van experimenten met basisinkomen?
De Britse hoogleraar Guy Standing heeft ervaring met het doen van experimenten, o.a. in India.. Hij organiseerde daar een experiment waar zes dorpen een basisinkomen kregen en zes dorpen niet.
In zijn boek Basic Income And How Can We Make It Happen geeft hij zijn zienswijze op de aanpak van experimenten. Hij stelt expliciet dat experimenten zich moeten richten op het hoe en waarom van effecten van interventies, niet op het al dan niet werken van het basisinkomen.

Naast een goed doordachte implementatie van het experiment vindt hij van groot belang dat er aandacht is voor:

  • De invloed op de houding van mensen
  • De invloed op het gedrag
  • Institutionele en beleidsveranderingen ten gunste van basisinkomen.

 

Onderstaand worden zijn aanbevelingen gerangschikt naar de 9 punten uit Hoe komen we tot een goede aanpak van experimenten met basisinkomen? Sommige punten krijgen daarbij meer aandacht dan de andere, deels omdat deze impliciet samen worden genomen.

1. Omschrijving van het onderwerp van het experiment, de te onderzoeken beleidsmaatregel

Het basisinkomen moet algemeen zijn, voor allen die in het gebied wonen.
Het kan niet later teruggeëist worden.
Het moet niet op de ‘armen’ gericht zijn maar op iedereen.
Het kan niet aan een selectieve groep gegeven worden.
Het kan niet voorwaardelijk zijn.
Het dient aan het individu beschikbaar gesteld te worden, niet aan gezin of andere sociale eenheid.
Voor wat betreft de hoogte, het moet een bedrag zijn dat betekenisvol is, maar geen totale zekerheid geeft.
Het inkomen in geld moet voorspelbaar en regelmatig beschikbaar zijn, bijvoorbeeld maandelijks.

2. Welke effecten worden verondersteld door de invoering van basisinkomen

Zie onder punt 4.

3. Bepaal welke veronderstellingen het meest voor toetsing in aanmerking komen.

Veronderstelling gaan vooraf aan de opzet van het project en het formuleren van de hypothesen. Het is daarom belangrijk deze te expliciteren in de voorbereidings- en implementatie fase. Zie onder punt 4

4. Formuleer toetsbare hypotheses bij de te toetsen veronderstellingen.

Formuleer de hypothese voordat het experiment begint en voor de nulmeting plaatsvindt.
Dit dient zeer zorgvuldig te gebeuren tijdens de voorbereiding.

Bovendien is een zorgvuldige en uitgebreide verslaglegging van het experiment nodig, die niet gerelateerd is aan de geformuleerde hypothesen maar aan de ervaringen tijdens het experiment, die herhaaldelijk teruggekoppeld worden tijdens de voortgang, opdat naderhand de verslagen gebruikt kunnen worden voor toetsing in retrospectief, en als basis voor hypothesen in parallelle of vervolgtrajecten.

5. Zoek uit wat de technisch-wetenschappelijk randvoorwaarden zijn

Tijdens het experiment kan geen ander sociaal beleid ingevoerd worden.
Een experiment moet helder en duurzaam zijn.
Het experiment kan niet tussentijds veranderen.
De omvang van het experiment dient passend te zijn, te klein zegt niets (> 1.000).
Het experiment moet lang genoeg duren (invloed, aanpassing, gewenning, leren; >= 2 jaar)
Kijk uit voor projectvermoeidheid bij de onderzoekers en responsevermoeidheid bij de deelnemers.
Het experiment moet herhaalbaar en schaalbaar zijn

6. Ontwerp experiment of een paar verschillende experimenten

Wordt niet expliciet genoemd, is natuurlijk wel gebeurd bij de concrete uitwerking van het experiment in India.
Wordt ook gedaan in een voorstel voor een experiment basisinkomen Amsterdam, waar de omschrijving van een basisinkomen-experiment een onderdeel van is. Ook als idee/concept/voorzet/luchtballon/etc. om de discussie en meningsvorming op gang te brengen.

7. Bekijk of hoe voor de experimenten de bestaande regelgeving aangepast moet worden..

Wordt niet expliciet genoemd door Guy Standing.
In de Nederlandse situatie heeft de staatsecretaris van bij de Participatiewet in een AMVB bepaald welke experimenten gehouden mogen worden en onder welke omstandigheden. De formuleringen van de AMVB sluiten experimenten met echt basisinkomen uit.

8. Zoek experimenteerplekken en een experimenteeromgeving.

Zorg voor realistische kosten en budgetteer goed.
Houd de steekproef stabiel.
Zorg voor een transparant uitbetalingssysteem.
Zorg dat eventuele problemen ergens een stem krijgen, bijvoorbeeld in geval van misbruik.
Tijdens het experiment kan geen ander sociaal beleid ingevoerd worden.

9. Preciseer een aantal concrete experimenten

Er moeten onwillekeurige controlegroepen zijn,
Er moet met regelmatige tussenpozen onderzoek gedaan worden.
Nulmeting, meting na 6 maanden, na 12 maanden, na 18 maanden en eindmeting met telkens dezelfde vragen.

Daarnaast dienen sleutelfiguren bevraagd te worden zoals ambtenaren, leraren, medische dienstverleners en anderen die informatie kunnen geven die niet bij de respondenten is te vinden.
Ook hier steeds dezelfde neutrale vragen; ook bruikbaar voor parallelle onderzoeken

De analyse moet een multivariabele analyse zijn

Individuele -, huishoudens-, relatie -, en gemeenschapsvariabelen (zoals de economische multiplier; placebo (?), non-effect, apathie, verslonzing, verdringing).
Nadrukkelijk toetsen voor wederkerige effecten tussen individu en gemeenschap.
Inventariseren van zowel houdingsvariabelen als gedragsvariabelen

Gebruik numerieke indicatoren zoals die van Likert:

  1. Zeer mee oneens
  2. Mee oneens
  3. Noch oneens, noch eens
  4. Mee eens
  5. Zeer mee eens

Waarderingen van 0 – 10, of beeldende positionering, kunnen ook.

Met de numerieke waarden kunnen P wel + P niet = 1,000 = 0,950 + 0,050 of scherper geformuleerd worden, zodat de hypothese al dan niet verworpen moet worden.

Tenslotte.

Opvallend in dit overzicht is de grote aandacht voor de technisch-wetenschappelijke kant. Is uiteraard niet vreemd voor een wetenschapper.
Maar ook opvallend  is de stelligheid dat het om ‘echt ‘ basisinkomen moet gaan. De eis van een echt basisinkomen is noodzakelijk om onderzoeken en resultaten van onderzoek met elkaar te kunnen vergelijken. Ons valt op bij veel onderzoeken dat dit lang niet altijd mogelijk is.
Die eis is mogelijk gemakkelijker te stellen in een ontwikkelingsland dan in een westerse samenleving.
In een ontwikkeld land als Nederland zijn de politieke stellingen betrokken en de loopgraven juridisch en administratief vastgelegd om te voorkomen dat zich alternatieven kunnen ontwikkelen.
Dit past het bij het uitoefenen van macht, namelijk door de handelingsalternatieven te beperken.

Reyer Brons en Johan Horeman, 8 mei 2018

Zie ook andere artikelen over experimenten op deze website.

 

Het bericht Guy Standing over de aanpak van experimenten met basisinkomen verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Gewenst: een structurele herziening van ons pensioenstelsel

staatspensioen

 

Op één van deze eerste meidagen – dagen waarop we de vrijheid vieren – breekt Joop Böhm een lans voor een Universeel Staatspensioen (USP), natuurlijk in combinatie met een Universeel Basisinkomen (UBI)!

Impasse
In het Algemeen Dagblad van dinsdag 1 mei 2018[1] wordt aandacht besteed aan de impasse waarin het pensioenoverleg zich bevindt. Onderhandelaars zoeken naar dé meesterzet om het stelsel te moderniseren. Welnu, die meesterzet is de instelling van een Universeel Staatspensioen (USP), dat mensen recht geeft op een pensioenuitkering op basis van afgedragen loon- en inkomstenbelasting.

Het vertrouwen in ons pensioenstelsel is verdampt. Dat is niet te herstellen met een simpele aanpassing. Het is tijd voor een rigoureuze omwenteling die zowel simpel als eerlijk is, zonder onderscheid des persoons. Dat ons pensioensysteem te boek staat als “één van de beste, zo niet het beste pensioensysteem ter wereld”, waag ik te betwijfelen. Het is een lappendeken aan fondsen die blijkens de praktijk hun leden weinig zekerheid kunnen bieden. Ons land heeft behoefte aan een stelsel waarbij iedereen die inkomen geniet daar op latere leeftijd gelijke pensioenrechten aan kan ontlenen. Flexibilisering op de arbeidsmarkt, de opkomst van zzp’ers, de vergrijzing en de rentegevoeligheid mogen daarbij niet van invloed zijn. Tijd dus voor een structurele ommezwaai!

Universeel Staatspensioen (USP) in combinatie met een Universeel Basisinkomen (UBI)
Waarom gaan we niet over op een universeel staatspensioen, waarvan de uitkeringen gebaseerd worden op de betaalde bedragen aan vlaktaks (bijv. 40%) inkomstenbelasting? Verheugend daarbij is dat meer inkomstenbelasting leidt tot een hoger pensioen. Dat geeft een prikkel om meer betaald werk te verrichten en ontwijking of ontduiking van belasting achterwege te laten.

Een dergelijk staatspensioen maakt geen onderscheid naar leeftijd en is immuun voor flexibiliteit of de hoogte van de marktrente; trekt er zich niets van aan of men zzp’er is of een vaste baan heeft, of inkomsten heeft uit beleggingen. Het bedrag aan inkomstenbelasting dat betaald is, daar draait het om.

Basis voor de hoogte ervan is de pensioengrondslag: het bedrag dat, rekening houdend met geldontwaarding, in de loop der jaren aan de overheid is afgedragen. Het hier geschetste systeem bespaart vele miljarden, geeft een eerlijker inkomensverdeling, een eerlijker belastingaftrek (iedereen 40%), meer koopkracht, meer vrije tijd, minder criminaliteit en kostenbesparing op armoedebestrijding, bureaucratie, het ambtelijk apparaat, enz.

Wil men de oude pensioenfondsen opheffen, dan kan het bedrag waarop de aangesloten leden recht hebben, worden toegevoegd aan hun pensioenaanspraken op grond van het USP. Om het onrecht van een vlaktaks voor lagere inkomens te compenseren pleit ik ervoor om tegelijkertijd een Universeel Basisinkomen in te voeren. Desgewenst kunnen pensioenuitkeringen dan tegelijk met het UBI aan belanghebbenden worden overgemaakt.

Recht op pensioenuitkering
Wanneer een bepaalde leeftijd wordt bereikt (bijvoorbeeld 65 jaar) krijgt men dan recht op de USP-uitkering als aanvulling op het Universeel Basisinkomen, dat voor iedere volwassene zal gelden. Op deze wijze ontstaat een samenleving waar men zich deelgenoot van voelt. Men zal er zich voor willen inzetten, betaald of onbetaald. Wil men (nog) geen betaald werk gaan doen maar eerst levenservaring opdoen, zich ergens in gaan verdiepen of juist relaxen, dan kan men toch een menswaardig leven leiden. Mensen moeten in de korte tijd van hun bestaan op deze planeet vooral kunnen doen wat hun hart hen ingeeft. Waar hun belangstelling naar uitgaat, waar hun kracht ligt.

Op 5 mei herdenken we de bevrijding, maar voor wezenlijke vrijheid moet het politieke roer om.

Joop Böhm
Amersfoort, 1 mei 2018

Foto: Arch’educ Flickr.com


1. Peet Vogels, Impasse over het pensioen, Algemeen Dagblad, 1 mei 2018.↩

Het bericht Gewenst: een structurele herziening van ons pensioenstelsel verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Hoe komen we tot een goede aanpak van experimenten met basisinkomen?

Om tot betere experimenten te kunnen komen en een beeld te hebben bij de aanpak van voorgenomen experimenten, is een aanpak gemaakt met 9 punten.
Nadere invulling van deze punten is welkom!

We zien dat er in binnen- en buitenland allerlei experimenten plaatsvinden met basisinkomen of een afgezwakte vorm daarvan, het verlichten van de regels en voorwaarden in de sociale zekerheid.
Daar is veel geharrewar omheen en soms zie je ook dat experimenten niet van de grond komen of halverwege worden ingeperkt.
Pers en sociale media doen hun best het geharrewar aan te zwengelen!

Onderstaand probeer ik een ideaaltypische aanpak te duiden hoe we tot goede experimenten kunnen komen.

Niet met het idee dat alles op deze manier uitgevoerd zal gaan worden, daarvoor zijn er te veel spelers met verschillende belangen. Maar wel met het idee een goed beeld neer te zetten hoe een zinvolle aanpak van experimenten rond het idee basisinkomen zou kunnen.

Dat beeld moet in elk geval bruikbaar zijn:

  • als hulpmiddel om goede experimenten te ontwerpen
  • als toets of  voorgenomen experimenten verbeterd kunnen worden
  • als uitgangspunt om belemmeringen voor goede experimenten in de bestaande regelgeving op te sporen en bespreekbaar te maken

 

Een ideaaltypische aanpak

Wil een experiment zinvol verlopen, dan moet een aantal zaken helder zijn voordat er wordt begonnen.
Onderstaand worden deze opgesomd, in een volgorde die volgens mij het meest logisch is. Als later genoemde punten eerder aan de orde komen, zal in elk geval gecheckt moeten worden of de eerder genoemde zaken helder zijn.Hierbij nodig ook iedereen uit om bij te dragen aan de uitwerking van onderstaande punten (of combinaties daarvan).

1. Omschrijving van het onderwerp van het experiment, de te onderzoeken beleidsmaatregel

Stel dat we willen experimenteren met basisinkomen, dan moeten we het eens zijn waarover het gaat.
Als we de omschrijving van de Vereniging Basisinkomen kiezen, dan gaat het dus om het volgende:
Een basisinkomen is een periodiek bedrag voor iedere burger, dat voldoende is om volwaardig van te leven, zonder dat daar een verplichting tegenover staat en ongeacht het inkomen, vermogen of de samenstelling van het huishouden.
Het onvoorwaardelijk basisinkomen heeft de volgende kenmerken: universeel, individueel, onvoorwaardelijk en hoog genoeg om een volwaardig bestaan te kunnen leiden.
Als een andere omschrijving gekozen wordt, is het de vraag of het experiment echt als een experiment met basisinkomen beschouwd moet worden.
Veel van de experimenten die thans spelen, staan tamelijk ver af van het bovenomschreven basisinkomen!
(Dat hoeft overigens niet te betekenen dat geen bruikbare resultaten opgeleverd kunnen worden.)

2. Welke effecten worden verondersteld door de invoering van basisinkomen

De beleidsmaatregel invoering basisinkomen beoogt een aantal positieve effecten, maar mogelijk zijn er ook negatieve effecten of worden die door sommigen verwacht.
Samen met de beschrijving van de maatregel (basisinkomen) zou je de opsomming van deze veronderstelde effecten een beleidstheorie kunnen noemen, maar die term hoeft niet gebruikt te worden!
De kunst is om een redelijk volledig en toch enigszins compact overzicht te maken.
Er zijn her en der lijstjes met positieve en negatieve effecten die als toets op volledigheid kunnen dienen.
Niet ondenkbaar is overigens dat experimenten die thans lopen zonder dat het om echt basisinkomen gaat, wel een bijdrage kunnen leveren aan de toetsing van een aantal relevante veronderstellingen.
Uiteraard zijn er ook veel experimenten denkbaar die vanuit een andere beleidsmaatregel vertrekken dan invoering basisinkomen.

3. Bepaal welke veronderstellingen het meest voor toetsing in aanmerking komen.

Hiervoor kan gebruik gemaakt worden van de beschikbare kennis, maar ook van de oordelen en vooroordelen die in het publieke debat het meeste naar voren komen.
Voor deze stap is redelijk belangrijk dat er een behoorlijk draagvlak ontstaat voor de gemaakte keuzes, omdat anders de waarde van het experiment bij voorbaat in twijfel wordt getrokken.
Punt daarbij is ook dat voor sommige veronderstellingen een experimenten altijd te kleinschalig of van te korte duur zal zijn.

Ook lenen sommige veronderstellingen zich waarschijnlijk slecht voor falsifiëring of bevestiging door experimenten, of zelfs voor de vaststelling van enige plausibiliteit of causaliteit. Neem als voorbeeld de uitspraak van sommige tegenstanders ‘basisinkomen is onbetaalbaar’. Waarschijnlijk geldt dit voor veel meer macro-economische veronderstellingen.
Er moet dus ook enige consensus bestaan over wat wel en niet toetsbaar is en waar de maatregel (invoering basisinkomen) een sprong naar een onbekende nieuwe wereld zal zijn!

4. Formuleer toetsbare hypotheses bij de te toetsen veronderstellingen.

Hierbij is interactie met wetenschappers van groot belang.
Opgemerkt zij wel dat experimenten in een sociale context (en niet in een goed afgrensbaar laboratorium) in dat opzicht vrij lastig zijn!

5. Zoek uit wat de technisch-wetenschappelijk randvoorwaarden zijn

Een experiment moet aan bepaalde voorwaarden voldoen qua omvang, tijdsduur, controlegroepen, stabiliteit van de aansturing etc. wil het significante resultaten op kunnen leveren.
Dat kunnen overigens per veronderstelling best heel verschillende voorwaarden zijn.
Het is dus denkbaar dat meerdere naast elkaar lopende experimenten zinvol zijn.
Mogelijk is het verstandiger een paar verschillende eenvoudig experimenten naast elkaar te zetten, dan één groot en complex experiment.
Zeker zal ook de neiging onderdrukt moeten worden om op korte termijn resultaten te verwachten.

6. Ontwerp experiment of een paar verschillende experimenten

Kwalitatief moet dit experiment aansluiten op de eerder geformuleerde hypotheses, de uitwerking moet sporen met de technisch-wetenschappelijke voorwaarden.
De hoogte van het basisinkomen is een cruciale variabele. Het maakt al enorm uit of je kiest voor € 1.000 euro of € 1.200 euro per maand, om maar niet te spreken over lagere of hogere bedragen.  Dat zal dus een weloverwogen keuze moeten worden.
Het basisinkomen zelf is slechts één van de experimentele variabelen (natuurlijk wel de belangrijkste).
Er zullen keuzes gemaakt moeten worden m.b.t. variabelen zoals: belastingheffing, mate van uitschakeling van de huidige uitkeringen, aanpassing van het loongebouw, mate van uitschakeling van de bestaande bureaucratie, aanpassingen in de arbeidsbemiddeling, e.d.
Het probleem is hier vooral dat er erg veel mogelijkheden zijn die je lang niet allemaal kunt meenemen.
We moeten een onderscheid maken tussen soorten variabelen zoals experimentele variabelen (zie hierboven), afhankelijke variabelen (zoals: arbeidsparticipatie, welzijn, inkomens) en contextuele variabelen (zoals: de lokale/regionale conjunctuur, de structuur van de lokale/regionale economie, demografische samenstelling van de bevolking).
De duur van het experiment is van groot belang. Sommige effecten zullen pas na langere tijd zichtbaar worden en andere effecten zullen na korte tijd wellicht niet blijvend blijken.

7. Bekijk of hoe voor de experimenten de bestaande regelgeving aangepast moet worden.

Dit is een springend punt: gij zult werken is de centrale gedachte achter alle huidige regels van sociale zekerheid. Dat loslaten is vermoedelijk een groot probleem.
Sommige regels hebben innovatie en experiment regimes: die moeten in beeld gebracht worden. Als die niet kunnen worden geactiveerd, komt een wetgevingstraject aan de orde. Of rebellie van ‘lagere’ overheden.
Ook zijn ongetwijfeld zinnige experimenten te verwachten waarbij het belastingstelsel betrokken moet worden, hoe lastig dat ook te regelen zal zijn met de krakkemikkige belastingdienst die we op dit moment in Nederland hebben!

8. Zoek experimenteerplekken en een experimenteeromgeving.

Dit klinkt heel vanzelfsprekend, maar we zien vaak dat juist eerst de plek zich aandient en dat daarna pas de eerder genoemde zaken aan bod komen.
Binnen Nederland zou je bijvoorbeeld kunnen denken aan een op bepaalde punten goed afgrensbaar gebied, zoals het eiland Texel. Daar kun je praten over enkele tientallen ambtenaren in de uitkeringsbureaucratie, een relatieve optelsom van uitkeringen maken, de geldstromen in beeld brengen naar zorginstellingen, etc. Vooral ook een heldere: alleen als je ingezetene bent van Texel, dan…
Ander voorbeeld:
Nele Lijnen heeft voor een EU-experiment het land Estland als optie voorgesteld, zowel omdat het relatief klein is als omdat daar de levensstandaard qua kosten nog niet hoog is.
Overigens moet vooral ook wel gekeken worden of zich ergens een kans voor doet (een ‘window of opportunity’), waarbij dan gecheckt moet worden hoe het zit met alle bovengenoemde punten.

9. Preciseer een aantal concrete experimenten.

Hiervoor zijn in elke geval opdrachtgevers, sponsoren en wetenschappers nodig, die in een goede projectorganisatie met elkaar acteren.
Daar hoort in elk geval bij:
– een solide en flexibel projectbestuur waarin een duidelijke opdrachtgever alle eindverantwoordelijkheid neemt voor het succes,
– een scheiding der machten voor advies en toezicht (kan in samenwerking met bijv. een universiteit of hbo),
– goed stakeholder management en
– een voortdurend actuele, gedragen en transparante aanpak (business case in projecttermen).

Tenslotte een oproep

Hierbij herhaal ik mijn oproep aan alle lezers om bij te dragen aan de uitwerking van de genoemde punten (of combinaties daarvan).
Reactie graag via het contactformulier (kies redactie).

Reyer Brons, 3 mei 2018

Zie ook andere artikelen over experimenten op deze website.

Het bericht Hoe komen we tot een goede aanpak van experimenten met basisinkomen? verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Sla het experiment maar over….

Het Finse experiment Basisinkomen heet mislukt te zijn. Het Finse experiment is een experiment met socialere bijstand. Dit zal hooguit opleveren dat mensen uit de bijstand verdwijnen, zonder dat ze echt een goede baan hebben.
Is een experiment met echt Basisinkomen wel zinvol? Waarschijnlijk niet als dat maar twee jaar duurt.
We moeten het Basisinkomen gewoon invoeren, desnoods geleidelijk!

Het Finse experiment Basisinkomen heet mislukt te zijn. Dat verbaast mij niets. Het Finse experiment is er een met socialere bijstand, zoals de experimenten in Nederland experimenten met een socialere bijstand.
Voor de Sociale Dienst is een dergelijk experiment geslaagd als mensen uitstromen, met andere woorden geen uitkering meer nodig hebben. En zonder een echt Basisinkomen blijft dat het probleem.
Op dit moment zijn er heel veel banen in de zorg en techniek, maar niet iedereen is geschikt voor de zorg en niet iedereen is technisch. Blijft er dus een hele grote groep mensen over die ander werk zoeken en in dat werk gaat het meestal om tijdelijke, parttime banen.
Zonder een echt Basisinkomen betekent een parttime baan, uitgaande van het minimumloon, dat je nog aanvullend bijstand nodig hebt, er dus geen uitstroom uit de bijstand is.

Het echte probleem is en blijft dat er niet voor iedereen werk is waarmee je financieel onafhankelijk bent. Om te denken dat met mensen achter de broek aan zitten of met een experiment socialere bijstand, die banen er opeens wel zijn, is naar mijn idee het probleem omdraaien.
Ons huidige sociale verzekeringsstelsel is zo ingericht dat je letterlijk van alle kanten vastzit, zolang je die fulltime baan niet gevonden/gekregen hebt.

Zie ik iets in een experiment met echt Basisinkomen? Ook niet. Stel je doet 2 jaar lang zo’n experiment in Nederland. Gaan mensen met een fulltime baan minder werken omdat ze tijdens die 2 jaar een Basisinkomen erbij krijgen? Dat betwijfel ik. Want na die 2 jaar vallen mensen dan helemaal terug in inkomen.
Gaan ze dat risico lopen? Hooguit mensen die een eigen zaak willen beginnen zullen deze kans aangrijpen. Moeders met kleine kinderen waarschijnlijk ook, maar die maken zonder experiment Basisinkomen waarschijnlijk ook al die keuze.
Naar mijn idee geeft een experiment met echt Basisinkomen dus ook een vertekend beeld.

Ik vind dat we het Basisinkomen gewoon moeten invoeren, desnoods geleidelijk.

We beginnen als eerste met € 600,- per gezin per maand.
Dat moet dan groeien naar uiteindelijk een Basisinkomen van € 650,- per volwassenen persoon, plus € 600,- per gezin en € 300,- per minderjarig kind.
Na invoering bij de start van een Basisinkomen van € 600,- per gezin, kun je na een tijd kijken wat de resultaten zijn. Gaan mensen met een fulltime baan minder werken, waardoor er voor anderen ook weer meer werk is?
Ook met dit gedeeltelijke Basisinkomen wordt het voor degenen die nu helemaal geen werk hebben lonend om parttime werk te doen.
Immers je hoeft dan niet een fulltime baan te hebben om financieel onafhankelijk te zijn.

Els Roumen, 30 april 2018

Lees ook andere berichten op deze website over experimenten

Het bericht Sla het experiment maar over…. verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

Het gedoe rond het Finse experiment, de sociale media en hoe nu verder

Veel misplaatste vreugde op sociale media na het besluit het Finse experiment met regelarme bijstand niet te verlengen. Lastig, die zwalkende politici!
Kunnen we hier iets van leren?

Na 20 april was er een explosie van vreugde in de pers en op de sociale media bij tegenstanders van het basisinkomen. Gejuich omdat het Finse experiment met het basisinkomen om zeep geholpen is.
Onderstaand een paar voorbeelden van het gejuich op Twitter:

  • Finland stopt zijn experiment met basisinkomen wegens geen succes (!) en gaat nu iets proberen dat N-VA al jaaaaaaaaaaaaaren doet: activering v werklozen met stok achter de deur. (Bert Bulckens, 20-4)
  • De linkse vrienden van het #BasisInkomen kunnen weer naar huis. Finland breekt experiment tussentijds af. (Gert-J van Ulzen, 21-4)
  • Weer een linkse fabel doorgeprikt. Gratis geld bestaat niet en basisinkomen is verkapte herverdeling van geld. Je kan het nog zo een vriendelijke naam geven, socialisme zal altijd falen. (Yernaz Ramautarsing, 21-4)
  • Gratis geld geven is geen oplossing. Goed dat de Finnen dat nu ook zien. Finnen stoppen alweer met basisinkomen. (Marijke Glasbergen, 22-4)
  • Bij de Finnen werkt het basisinkomen dus niet. (Mark Visser, 22-4)
  • De dag die je wist dat zou komen. Kun je nagaan hoeveel politieke tijd we de afgelopen jaren hadden kunnen besteden aan iets anders dan het basisinkomen. Nadat Zwitserland het afwees stopt ook Finland nu met de proef. (Harry van der Molen, 23-4)
  • Met een hoop poeha en opzien gestart en nu heel stilletjes gestopt: het Finse experiment met een basisinkomen. (G van Dorp, 24-4)
  • Laat het non-debat over het basisinkomen nu eindelijk stoppen. Het werkt niet, het zal niet werken, het kan niet werken. (Karel Pereboom, 24-4)

 

Gelukkig waren er ook andere geluiden, zoals:

  • Interessant: minister v financiën Orpo (Finland) stopt na dit jaar met experiment basisinkomen omdat het mensen te weinig activeert. Zweden gaat nu het Britse ‘universal credit’ systeem testen. (Sywert van der Linden, 21-4)
  • Een experiment #basisinkomen met een veel te klein bedrag…, is geen serieus #experiment; dat heeft geen kans van slagen. (Harry ten Elzen, 22-4)
  • #Finland zal het experiment met #basisinkomens voor #werklozen stopzetten. Dat project werd sinds vorig jaar getest en zou in 2019 uitgebreid worden naar niet-werklozen. (Sceptr, 22-4)
  • Dankzij het basisinkomen hadden de werklozen minder stress. De leiders van het experiment hebben alleen niet kunnen aantonen dat een basisinkomen meer werk oplevert. (Tayelrand, 23-4)
  • Het Finse ‘basisinkomen’ crasht, en dat is niet erg. (Yve Marx, 24-4)
  • Een gebrek aan standvastige politici in #finland – #basisinkomen is sprong in het donker – laten we in ons land dan een deftig experiment + onderzoek doen onze sociale zekerheid schiet helder tekort en not futureproof. (Nele Lijnen, 24-4)
  • Nog voor bekend is of het werkt, staakt Finland zijn experiment met een basisinkomen. (Trouw, 25-4)
  • Helemaal oneens! Dit was geen basisinkomen maar experiment rond minder condities voor uitkeringen. Wordt nu vervangen door super geconditioneerd universal credit systeem. Een strop voor wie opkomt voor meer universele toegankelijke uitkeringen. (Anne van Lancker, 25-4)

 

Wat er aan de hand is is dat het experiment dat in Finland in 2017 en 2018 loopt, niet wordt verlengd. De organisatoren vinden dat jammer, maar hadden dit al aan zien komen, zie dit bericht uit januari 2018 The Basic Income Experiment will continue for another year – Analysis of the effects will begin in 2019.
Inmiddels is ook vanuit Finland gereageerd op de dubieuze berichten in de pers, zie Finland’s basic income organisers correct inaccurate media reports of trial’s premature death.
Het liefst hadden de onderzoekers  gezien dat het experiment werd verlengd en uitgebreid met een groep werkenden, maar de politieke leiding is ongeduldig en wil het gevoel hebben dat er onmiddellijk iets gebeurt aan het terugdringen van de zeer hoge werkloosheid in Finland. Activerend beleid heet dat met een mooi woord – de uitwerking in de praktijk die achter deze term schuilt is ongetwijfeld niet veel vrolijker dan wat wij in Nederland kennen van UWV en Sociale Diensten, of van het Duits ARGE zoals op de website van de VBi is beschreven in het feuilleton Parallel Universum.

Zie ook dit uitgebreide artikel dat vandaag verscheen in De Standaard: Is het basisinkomen nu al dood?

Zoals de Vlaamse politica Nele Lijnen tweette – geen standvastige politici.
Wellicht kreeg  de Finse regering ook nog een duwtje om te gaan zwalken in een recent rapport van de OECD OECD: Basic income would increase poverty in Finland. Terzijde, de hoofdauteur van dat rapport was de vorige premier van Finland …..
Met een eerder OECD rapport (Basic income as a policy option: Can it add up?, mei 2017) is eerder op deze website de vloer aan geveegd (OECD creëert verwarring over Basisinkomen), maar dat is natuurlijk niet door gedrongen in het Finse regeringscentrum.

Een interessant commentaar komt van de Vlaamse hoogleraar Ive Marx  in een artikel Het Finse ‘basisinkomen’ crasht, en dat is niet erg, waaruit ik het volgende citeer:
Moeten we hier nu rouwig om zijn? Welnee. Om te beginnen werd het experiment nooit wat het had moeten worden. Oorspronkelijk was het idee dat duizenden willekeurig gekozen Finnen een deftig basisinkomen zouden krijgen. Dat bleek dus snel te duur. Uiteindelijk draaide het erop uit dat zo’n tweeduizend langdurig werklozen een uit­kering mochten behouden zonder dat er veel vragen werden gesteld. Het ging om 560 euro – een kwart van het mediaan inkomen van een alleenstaande……. 

Maar zelfs als de Finnen het oorspronkelijke opzet hadden gerealiseerd, is het maar de vraag wat het ons had kunnen leren. Voorstanders van het basisinkomen beweren, geheel aannemelijk, dat de écht gunstige effecten zich maar kunnen voordoen als iedereen een basisinkomen krijgt en niet alleen een handvol gelukkigen.

Ive Marx eindigt zijn betoog met een oordeel over wat de Finnen nu gaan doen:

Ondertussen zeggen de Finnen naar het Britse universal credit te kijken. Wat een plotwending!
Want dat is het tegenovergestelde van een basisinkomen. Het is een uitkering die net heel sterk afhankelijk is van je inkomen, waar veel voorwaarden aan verbonden zijn en waar bijgevolg een legertje ambtenaren aan te pas komt om alles en iedereen te controleren.
De invoering van het universal credit is overigens een regelrechte ramp in het Verenigd Koninkrijk.
De administratie ervan blijkt een nachtmerrie.

Uitgerekend daar kijken ze nu naar in Finland. Knettergek zijn ze.

 

Wat leren we hiervan?

Onder de voorstanders van basisinkomen wordt verschillende gedacht over het nut van experimenten. Critici zeggen dat goede experimenten haast onmogelijk zijn en dat slecht uitgevoerde experimenten goede redenen geven aan tegenstanders om het idee voorgoed af te serveren.
Een aantal van de geciteerde tweets lijkt deze critici gelijk te geven.

Anderen vinden dat je van elk experiment wat kunt leren en dat experimenten zeker bijdragen aan verbreding van het denken over basisinkomen.
Ook Ive Marx zegt iets over dit onderwerp:
Experimenten waarbij je een hele gemeenschap een basisinkomen zou geven, zouden daarom veel informatiever kunnen zijn. Dan zou je wel kunnen zien hoe mensen anders met elkaar omgaan, zodra ze de financiële basiszekerheid hebben die een basisinkomen biedt. Misschien worden mensen dan inderdaad ondernemender en besteden ze meer tijd aan zorg voor elkaar. Misschien liggen ze dan minder wakker van wie aan wie een hand geeft.

Maar zelfs dan zullen die experimentele gemeenschappen deel blijven van een breder economisch bestel. Tenzij je ze zou opleggen om zelfbedruipend te functioneren, wat natuurlijk weinig realistisch en nuttig zou zijn. Je wilt geen Bokrijkeconomieën creëren. Verder mag je ook aannemen dat een basisinkomen grote effecten zou hebben op bijvoorbeeld de lonen. Aan de ene kant zijn mensen misschien bereid sneller bepaalde banen aan te nemen, omdat ze toch al een basisinkomen hebben. Aan de andere kant zijn ze misschien niet meer bereid om minder leuke baantjes op te nemen, tenzij die beter betalen.

Effecten van een basisinkomen op de lonen kun je moeilijk vaststellen met lokale experimenten, zeker als nationale regels en afspraken blijven gelden. Want je kunt je voorstellen dat je geen minimumlonen of cao’s meer nodig hebt met een basisinkomen. Maar die even opheffen om experimentele redenen is juridisch niet erg realistisch.

Om maar te zeggen: er zijn beperkingen aan wat je met experimenten kunt leren. Complexe maatschappijen passen nu eenmaal niet in een petrischaaltje. Een echt basisinkomen zal altijd een sprong in het donker blijven.

Voor mij is elk geval helder dat er veel beter over experimenten en de condities daarvoor moet worden nagedacht, dan tot nu toe meestal gebeurt.

Reyer Brons, 28 april 2018

Het bericht Het gedoe rond het Finse experiment, de sociale media en hoe nu verder verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.

7 mei Den Haag 13-17 uur: Basisinkomen als advies van de Nederlandse Vrouwenraad uitwerken

Een betere positie voor kwetsbare vrouwen dankzij een Universeel Basis Inkomen (UBI)?
De NVR gaat na op welke wijze een UBI kan bijdragen aan versterking van de positie van speciaal (financieel) kwetsbare (groepen) vrouwen.
Wie van de vereniging heeft zin en tijd om met zoveel mogelijk deskundigen deze middag goede inhoud mee te geven?

De NVR organiseert op 7 mei haar tweede FEMTalks in de reeks ‘Naar een gender inclusieve economie’ over het Universeel basisinkomen. Geef je op en kom ook! Inschrijven kan tot 29 april.

‘Naar een gender inclusieve economie’
Een betere positie voor kwetsbare vrouwen dankzij een Universeel Basis Inkomen (UBI)?In de Europese en internationale arena valt steeds vaker de term UBI als oplossing voor de groeiende kloof tussen werkenden en degenen die noodgedwongen aan de zijkant staan. Er zijn vele pilots en proeven gestart in buiten- en binnenland.In deze editie van FEMtalks gaat de NVR na op welke wijze een UBI kan bijdragen aan versterking van de positie van speciaal (financieel) kwetsbare (groepen) vrouwen, binnen een Europese context.

Datum: Maandag 7 mei
Locatie: Huis van Europa, Korte Vijverberg 5, 2513 AB Den Haag
Tijd: 13.00-17.00 uur

U kunt zich voor deze expertmeeting aanmelden voor 29 april via www.nederlandsevrouwenraad.nl/aanmeldenFEMTalksNL

Legitimatiebewijs verplicht

Zie hier voor het volledige programma

Na het plenaire deel met gerenommeerde sprekers zijn er discussiegroepen zodat deelnemers aan de bijeenkomst in kleinere groepen zelf met het onderwerp aan de gang gaan. Elke groep wordt geleid door een deskundige, o.a. een projectleider van gemeente Wageningen die de pilot in zijn gemeente leidt, en een voorzitter van EAPN NL. Dus onze input kan zeer waardevol zijn temeer omdat de insteek is dat de discussiegroepen komen met aanbevelingen voor de NVR.”
Wie van de vereniging heeft zin en tijd om met zoveel mogelijk deskundigen deze middag goede inhoud mee te geven? Meld je aan bij de NVR en als je je ook bij Carin HereiJgers meldt kunnen we zaken afstemmen.
Aanmelden bij Carin kan via het Contactformulier Bestuur.
Redactie, 25 april 2018

Het bericht 7 mei Den Haag 13-17 uur: Basisinkomen als advies van de Nederlandse Vrouwenraad uitwerken verscheen eerst op Vereniging Basisinkomen.